ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0094 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-51

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0094
Datum uitspraak: 16-07-2008
Datum publicatie: 16-10-2008
Zaaknummer(s): 07-51
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Verzet ongegrond
Inhoudsindicatie: Verzet Klager was geen partij bij de voornoemde transacties. Uit hetgeen hij heeft gesteld valt evenmin af te leiden dat hij bij die transacties op andere wijze zodanig betrokken is dat hij voldoende rechtstreeks belang heeft bij de klacht. Hoewel klager stelt de klacht in te dienen in het een ieder aangaande belang bij het goed functioneren van het notariaat, is de voorzitter van oordeel dat dat belang niet van dien aard is dat klager in het onderhavige geval kan worden gezien als belanghebbende.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 16 juli 2008 op het verzet tegen de afwijzende beslissing van 23 april 2008 van de fungerend voorzitter van de Kamer als bedoeld in artikel 99 lid 2 van de Wet op het Notarisambt inzake de klacht onder nummer 07­51, welk verzet is ingesteld door:

[...],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

Op 23 april 2008 heeft de fungerend voorzitter van de Kamer, mr. R.J. Paris, de klacht als kennelijk niet­ontvankelijk afgewezen vanwege het ontbreken van belang bij klager voor het indienen van de klacht.

Bij brief van 27 april 2008, met bijlagen, ingekomen op 6 mei 2008, heeft klager verzet tegen deze beslissing ingesteld en de Kamer verzocht om over zijn verzet te worden gehoord.

De behandeling van het verzet heeft ter zitting van de Kamer plaatsgevonden op 11 juni 2008.

Daarbij was – daartoe opgeroepen – klager aanwezig.

De notaris is niet opgeroepen - wel uitgenodigd - nu de behandeling het verzet betreft van klager tegen een voorzitterbeslissing tot afwijzing van de klacht als kennelijk niet­ontvankelijk.

Het verzet

Klager heeft zijn klacht in het verzetschrift gehandhaafd.

Ter toelichting op zijn verzet en klacht heeft klager aangevoerd, dat hij uiteindelijk heeft afgezien van het kopen van de woning aan de [adres], nadat hem via zijn makelaar het onevenredig grote verschil was gebleken tussen de prijs van de woning bij de verkoop op 28 juni 2007 [€ 45.000] en de hem door de bij eerdergenoemde transactie betrokken koper thans voorgehouden vraagprijs ad € 210.000 voor dezelfde woning. Klager acht de notaris medeplichtig aan deze volgens klager ontoelaatbare transactie en daardoor schuldig aan het gegeven dat klager de woning niet heeft kunnen kopen.

De beoordeling van het verzet

Het verzet is tijdig ingesteld.

De Kamer dient thans te beoordelen of de klacht - gezien het verzet - kennelijk niet­ontvankelijk is.

De Kamer verwijst voor de voorgeschiedenis en de inhoud van de klacht naar hetgeen daarover in de beslissing van de fungerend voorzitter van 23 april 2008 is overwogen.

Het onderzoek in verzet heeft − mede gelet op het verhandelde ter zitting − naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten of beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de fungerend voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.

Dit leidt tot de conclusie dat de klacht inderdaad - zoals door de fungerend voorzitter overwogen - kennelijk niet­ontvankelijk is.

Het verzet zal daarom ongegrond worden verklaard.

De beslissing in het verzet

De Kamer van Toezicht voormeld:

verklaart het verzet ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.G. Kok, voorzitter, R. van der Galiën, P.H.B. Gorsira, G.P. van Ham en J. Smal, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. A. Saab, in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2008.

Van deze beslissing wordt door de secretaris een afschrift gezonden aan de notaris en aan klager, aan klager bij aangetekende brief.

Ingevolge artikel 99, lid 10, van de Wet op het notarisambt staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage 

Beslissing d.d. 23 april 2008 van de voorzitter van de Kamer als bedoeld in artikel 99 lid 2 van de Wet op het notarisambt inzake de klacht onder nummer 07-51 van:

[...],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De voorzitter heeft kennisgenomen van:

·         De klacht, ingekomen op 29 november 2007, met bijlagen;

·         De nadere reactie van klager, ingekomen op 4 december 2007.

De feiten

Op 28 juni 2007 is door de notaris een eigendomsakte gepasseerd voor vier registergoederen. Het betrof drie woningen aan de [...] te [...] en het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de bovenwoning met verder toebehoren aan de [...] te [...]. De totale koopprijs van de vier registergoederen bedroeg € 170.000,--.

Partijen bij deze overeenkomst waren de familie [...] als verkopers en het echtpaar [...] als kopers.

De klacht

Klager stelt dat de vier registergoederen op 28 juni 2007 voor ongeveer € 42.500,-- per stuk zijn gekocht, terwijl dezelfde registergoederen korte tijd later voor € 219.000,-- per stuk zijn verkocht. Voorts stelt klager dat koper bekend staat als “huisjesmelker” en verkoper als “financieel speculant”. Het prijsverschil zou - aldus klager - voortvloeien uit een “tegenprestatie voor een niet-verifieerbare actie”.

Hoewel niet betrokken bij de transacties stelt klager de klacht in te dienen wegens het algemeen belang van een goed functionerend notariaat.

De beoordeling

Klager was geen partij bij de voornoemde transacties. Uit hetgeen hij heeft gesteld valt evenmin af te leiden dat hij bij die transacties op andere wijze zodanig betrokken is dat hij voldoende rechtstreeks belang heeft bij de klacht.

Hoewel klager stelt de klacht in te dienen in het een ieder aangaande belang bij het goed functioneren van het notariaat, is de voorzitter van oordeel dat dat belang niet van dien aard is dat klager in het onderhavige geval kan worden gezien als belanghebbende.

Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de klacht als kennelijk niet ontvankelijk moet worden aangemerkt en mitsdien zal worden afgewezen.

De beslissing

De voorzitter van genoemde Kamer van Toezicht:

wijst de klacht af als kennelijk niet ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. R.J. Paris, voorzitter, op 23 april 2008.

Kopie van deze beslissing wordt aan klager gezonden bij aangetekende brief.

Klager kan, indien hij daartoe aanleiding vindt, binnen veertien dagen na de dag van verzending van de kopie van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Kamer van Toezicht. In geval van verzet dient klager gemotiveerd aan te geven met welke overwegingen van de voorzitter hij zich niet kan verenigen en kan daarbij vragen over zijn verzet te worden gehoord.