Zoekresultaten 44251-44300 van de 44633 resultaten
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0148 Kamer van toezicht Leeuwarden 03-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 27-10-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0148
Vast is komen te staan dat De notaris in 2007 is benaderd door de ING Bank met de vraag of De notaris kon bewerkstelligen dat er een verklaring van erfrecht zou worden opgesteld ter zake de nalatenschap van erflater. Na het gesprek met de bank heeft De notaris contact gezocht met de weduwe van erflater, Y (hierna te noemen: Y), die De notaris heeft medegedeeld dat erflater vier kinderen had, waaronder Klaagster. Nadat De notaris een verklaring van erfrecht had opgemaakt, heeft de zuster van Klaagster, Bbb, zich op het standpunt gesteld dat er een boedelbeschrijving opgemaakt diende te worden. Hiervoor heeft De notarisY begin januari 2008 benaderd met het verzoek hem informatie te verschaffen inzake de bezittingen en schulden van erflater op het moment van zijn overlijden. Uiteindelijk heeftY in maart 2008, nadat De notaris haar daartoe begin februari 2008 wederom had aangezet, een lijst ingediend bij De notaris met daarop de roerende zaken van erflater. De financiële positie van erflater ten tijde van zijn overlijden was op dat moment evenwel in de optiek van De notaris nog niet compleet, waarop hij de bank heeft gevraagd nadere informatie te verschaffen. Na deze te hebben ontvangen heeft De notaris begin mei 2008 een concept boedelbeschrijving ter beoordeling naarY gestuurd. Naar het oordeel van de Kamer kan gelet op bovenstaande beschrijving niet geconcludeerd worden dat De notaris niet voortvarend (genoeg) heeft gehandeld. Voor zover Klaagster heeft willen betogen dat De notaris reeds sinds de tweede helft van 2004 bemoeienis heeft met de afwikkeling van de nalatenschap, daar De notaris adresgegevens uit het GBA systeem heeft gehanteerd die slechts opvraagbaar waren in de periode juli 2004 tot en met december 2004, oordeelt de Kamer dat dit gemotiveerd is betwist door De notaris. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat oude adresgegevens nog steeds opvraagbaar zijn in het GBA systeem. Wel overweegt de Kamer dat De notaris dit misverstand in een eerder stadium bij Klaagster had kunnen wegnemen. Immers, bij brief van 15 maart 2008 heeft Klaagster zich reeds op het standpunt gesteld te vinden dat De notaris reeds sinds lange tijd betrokken is bij de afwikkeling van de nalatenschap doordat hij gebruik had gemaakt van oude GBA gegevens en niet eerder dan bij brief van 10 mei 2008 heeft De notaris dit ontzenuwd.De klacht dat door toedoen van De notaris de afwikkeling van de nalatenschap erg lang op zich laat wachten zal gelet op het vorenstaande ongegrond worden verklaard. Met betrekking tot de klacht van Klaagster dat De notaris haar bepaalde stukken niet heeft toegestuurd die de andere erfgenamen wel hebben ontvangen, overweegt de Kamer als volgt. Vast is komen te staan dat De notaris heeft verzuimd om de brief van 3 december 2007 alsnog naar Klaagster toe te sturen nadat hij op de hoogte was gebracht van het juiste adres van Klaagster. Hoewel de Kamer begrip heeft voor de bij Klaagster hierdoor ontstane irritatie, gaat het haar te ver om te concluderen dat De notaris Klaagster willens en wetens niet formeel op de hoogte heeft willen te stellen inzake de nalatenschap van erflater, zoals door Klaagster is betoogd. Wel is de Kamer met Klaagster van oordeel dat het niet zorgvuldig is geweest van De notaris dat hij voornoemde brief niet heeft nagestuurd. Desalniettemin, acht de Kamer de handelwijze van De notaris niet dermate onzorgvuldig dat geconcludeerd kan worden dat De notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De kamer zal dan ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.60verzet
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 24-02-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0146
Beslissing op verzet. het verzet is niet gedaan binnen de daarvoor geldende termijn. De Kamer verklaart klager niet-ontvankelijk in het verzet.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0142 Kamer van toezicht Leeuwarden 06-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 20-10-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0142
Artikel 23 lid 2 sub a Wna bepaalt dat het de notaris verboden is leningen aan te gaan, behoudens voor zover deze redelijkerwijs nodig zijn voor de uitoefening van het ambt of voor persoonlijke doeleinden. Naar het oordeel van de Kamer is voldoende komen vast te staan dat de registergoederen zijn aangeschaft voor persoonlijke doeleinden. Zo is het appartement in S aangekocht met het plan om de gehandicapte dochter van De notaris daar in de toekomst te laten wonen. Niet in te zien valt dat een notaris wel een huis voor een studerend kind mag kopen, maar niet voor een gehandicapt kind. Hetzelfde geldt onverkort voor de woning in B. Met betrekking tot de in de woonboerderij gelegen appartementen overweegt de Kamer dat niet is komen vast te staan dat deze zijn gefinancierd met geleend geld. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat het bedrag dat van de lening van de ING Bank deels ter beschikking was gesteld aan de v.o.f. S thans nihil is. Met betrekking tot de klacht van het BFT dat het bezit van de appartementen te B, het appartement in S en het aandeel van de woning te B in strijd is met artikel 17 lid 3 Wna, overweegt de Kamer als volgt. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat het BFT ter zake deze klacht wel ontvankelijk is. De bevoegdheid van het BFT om klachten in te dienen berust op artikel 112 lid 3 Wna. Deze bepaling houdt in dat het BFT indien hem bij de uitoefening van het toezicht blijkt van feiten of omstandigheden die naar zijn oordeel grond opleveren tot het opleggen van een tuchtmaatregel, zijn bevindingen, desgeraden in de vorm van een klacht, ter kennis van de Kamer brengt. De in de onderhavige klacht omschreven feiten en omstandigheden zijn het BFT gebleken tijdens het uitoefenen van het in artikel 110 lid 1 Wna omschreven toezicht. Aan het BFT komt dan ook wel het klachtrecht toe. Artikel 17 lid 3 Wna bepaalt dat het de notaris niet is toegestaan te handelen c.q. te beleggen in registergoederen, tenzij hij redelijkerwijs mag verwachten dat hierdoor zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid niet wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt niet wordt of kan worden geschaad. Een notaris moet zowel voor zakelijke als privé-doeleinden de mogelijkheid hebben om onroerend goed te bezitten. Wat het onderhavige geval betreft: met betrekking tot de appartementen in S en B is niet komen vast te staan dat deze zijn aangekocht met het oogmerk om winst te maken. De notaris heeft onbetwist gesteld dat hij het appartement in S heeft gekocht met het plan om zijn gehandicapte dochter daar in de toekomst te laten wonen en dat hij het appartement in Bolsward heeft gekocht om daar een asielzoekersgezin om niet in te huisvesten. Niet geconcludeerd kan dan ook worden dat De notaris de registergoederen heeft gekocht om er in te handelen. Met betrekking tot het bezit van de appartementen in B geldt dat niet geconcludeerd kan worden dat hierdoor de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van De notaris wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van zijn ambt wordt of kan worden geschaad. Zo bevinden de appartementen zich niet in de vestigingsplaats van De notaris. Voorts is komen vast te staan dat de appartementen onderdeel zijn van het gebouw waarin de eigen woning van De notaris zich bevind. Die eigen woning was alleen te realiseren wanneer zou worden voldaan aan het gemeentelijke bestemmingsplan, inhoudende de herbouw van de totale boerderij.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0136 Kamer van toezicht Leeuwarden 19-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 18-11-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0136
De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0140 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.274verzet
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 24-02-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0140
Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.01
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 20-01-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0134
De gerechtsdeurwaarder is bij beslissing van 16 december 2008 door de Kamer uit zijn ambt ontzet. Door die beslissing kwam een einde aan een eerder uitgesproken schorsing. Tegen de beslissing van 16 december 2008 is de gerechtsdeurwaarder in hoger beroep gegaan. Verzoek om schorsing op grond van artikel 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet gedaan door de Beroepsorganisatie wegens het door de gerechtsdeurwaarder gebruik maken van een brief waarvan de authenticiteit wordt betwist.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0143 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 06-02-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0143
Ingevolge artikel 3 van de Wet op het centraal testamentenregister (hierna te noemen: WCTR) is de notaris door of ten overstaan van wie een uiterste wil of herroeping ervan is verleden, verplicht uiterlijk op de eerste werkdag volgende op die waarop de akte is verleden aan het testamentenregister opgaaf te doen. Deze regel is in de notariële praktijk van cruciaal belang en dient met grote zorgvuldigheid te worden nageleefd. De veronderstelling van de notaris, dat het CTR een fout heeft gemaakt, is niet onderbouwd en wordt daarom gepasseerd. De (waarnemend) notaris die het testament heeft gepasseerd, dient te verifiëren dat het testament daadwerkelijk in het CTR ingeschreven wordt. Dat is in dit geval kennelijk niet gebeurd, omdat is komen vast te staan dat het testament van 23 augustus 2005 op 29 oktober 2007 niet was ingeschreven in het CTR. De notaris had daarvoor moeten zorgen, en dat hij dat niet heeft gedaan is een tuchtrechtelijk laakbare omissie. Dat door de notaris niet eerder een dergelijke fout is begaan doet hier niets aan af. Met betrekking tot het verweer van de notaris dat niet hij als waarnemer, maar de waargenomen notaris eindverantwoordelijk is, is oordeelt de Kamer als volgt. De notaris was ten tijde van het passeren van de akte reeds enige tijd werkzaam als kandidaat-notaris bij de waargenomen notaris. Hij kan daarom worden geacht voldoende ervaren te zijn geweest en bekend met de werkprocessen van het kantoor van de waargenomen notaris. De notaris behield ook als waarnemer zijn eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid. Hij was bovendien niet onervaren. Voorts is de Kamer niet gebleken - sterker nog: het tegendeel is door de notaris betoogd - van enig gebrek in de structuur of de organisatie van het kantoor van de waargenomen notaris met betrekking tot het inschrijven van testamenten. Daarom is de Kamer van oordeel dat de notaris als waarnemer zelf, en niet de waargenomen notaris, tuchtrechtelijk aansprakelijk. Dat strookt ook met het redelijke belang van de burger, die bij een gebleken fout zijn klacht moet kunnen richten tot de notaris, bij wie de desbetreffende akte daadwerkelijk is gepasseerd. In dit geval was dat de notaris die als waarnemer optrad en dus niet de notaris, voor wie de notaris waarnam. Echter: bij de beantwoording van de vraag, of een tuchtrechtelijke maatregel moet worden opgelegd, acht de Kamer relevant dat een notaris, na als waarnemer in het kantoor van de waargenomen notaris aktes te hebben gepasseerd, in de regel daarna weer zal vertrekken en niet in dat kantoor aanwezig zal blijven om feitelijk toezicht uit te oefenen op de administratieve verwerking van de door hem daar verrichte ambtshandelingen. Het ligt voor de hand dat hij dat overlaat aan de juridische administratieve ondersteuning van dat kantoor. Daarom valt de notaris van de onderhavige omissie niet zo'n ernstig verwijt te maken, dat oplegging van een maatregel geïndiceerd is.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0137 Kamer van toezicht Leeuwarden 20-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 18-11-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0137
De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.275verzet
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 24-02-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0141
Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0135 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.265
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 24-02-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0135
Niet beantwoorden brieven. Geen inzicht in de door de gerechtsdeurwaarder gehanteerde tarieven en kosten.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0144 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 04-06-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0144
Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in Nord ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Noord verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Zuid ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van CCC in Leeuwarden. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0138 Kamer van toezicht Leeuwarden 21-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 18-11-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0138
De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn geweest.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.400verzet
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 24-02-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0142
Beslissing op verzet. Het verzet is niet-ontvankelijk omdat het is ingesteld buiten de daarvoor geldende termijn.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.282
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 24-02-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0136
In rekening brengen van kosten. Onjuist hanteren van de beslagvrije voet. Legitimatieplicht.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0145 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2007
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 18-02-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0145
Nu Y bij het passeren van de akte van levering van de door hem verkochte recreatiewoning ondubbelzinnig heeft aangegeven het niet eens te zijn met de courtagenota van klager voor zover dit betrof de extra in rekening gebrachte kosten van € 309,40, en er voorts niet is gebleken van andere aanknopingspunten die betaling van de courtagenota rechtvaardigen, is de notaris terecht niet tot uitbetaling hiervan overgegaan. Sterker nog: indien de notaris zonder instemming van Y tot betaling was overgegaan, dán had zij gehandeld in strijd met de notariële betamelijkheid. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0139 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2008
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 04-06-2008
- ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0139
Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in xxx ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Aaa verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Bbb ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van xxx in xxx. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.468verzet
- Datum publicatie: 27-02-2009
- Datum uitspraak: 24-02-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0143
Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNOKLEE:2009:YC0133 Kamer van toezicht Leeuwarden 27-2008
- Datum publicatie: 25-02-2009
- Datum uitspraak: 05-01-2009
- ECLI:NL:TNOKLEE:2009:YC0133
Klacht is te laat ingediend, nu er meer dan drie jaren zijn verstreken tussen de kennisneming door Klaagster van het handelen van De notaris en het indienen van de klacht. Ten overvloede overweegt de Kamer dat ook bij een inhoudelijke toetsing het optreden van De notaris niet kan leiden tot een gegrondverklaring van de klacht. Immers, De notaris was, anders dan Klaagster stelt, niet verplicht tot publicatie nu hij met instemming van de overgrote meerderheid van de erfgenamen, nota bene ook van Klaagster zelf, de verkoop kon realiseren tegen een koopprijs, die de getaxeerde waarde verre te boven ging. Dat de boerderij enkele maanden na deze verkoop voor een nog veel hoger bedrag werd doorverkocht doet aan dit oordeel niets af.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0131 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-32 en 08-33
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 11-02-2009
- ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0131
Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaatnotaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Dat het kantoorbeleid zo is opgesteld dat alleen de notaris een dergelijke melding doet, ontslaat de kandidaat-notaris niet van haar eigen verantwoordelijkheid daarin. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en haar (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0125 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-39
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 18-02-2009
- ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0125
Van een boedelnotaris, in een situatie waarbij de verhouding tussen de erven dermate is verstoord als uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken, mag verwacht worden dat hij de erven naar behoren informeert om tot onderlinge overeenstemming tussen de erven te kunnen komen en dat hij de erven daar waar mogelijk oplossingen voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap aanreikt. De Kamer stelt vast, gelet op de door de notaris gevoerde correspondentie en het verhandelde ter zitting, dat de notaris met de nodige behoedzaamheid jegens de erven is opgetreden, de erven, met inbegrip van klager en zijn toenmalige raadslieden, telkens uitvoerig heeft ingelicht over de standpunten van een of meer van de erven, zodra die in het verloop van de onderhandelingen over de afwikkeling gewijzigd waren, alsmede over wat hij in dat verband zag als de meest wenselijke oplossing voor de meningsverschillen tussen de erven. Dat de door de notaris aangedragen oplossingen in de gevallen waarin sprake was van enig verschil van mening tussen de erven niet altijd conform de wensen van klager luidden en dat klager zich naar zijn zeggen bij de bespreking op 6 september 2007 door de notaris onder druk gezet voelde, maakt de betreffende handelingen van de notaris niet tuchtrechtelijk laakbaar. Van belang is dat de notaris - het in de eerste alinea van deze beoordeling vermelde uitgangspunt in aanmerking nemend - zich naar het oordeel van de Kamer in voormelde gevallen voldoende terughoudend en niet partijdig heeft opgesteld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0132 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-15
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 10-12-2008
- ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0132
1. Eigen verantwoordelijkheid kandidaat-notaris bij afwikkeling leveringsakte. 2. Onjuiste taakopvatting en gebrek aan voortvarendheid bij kandidaat-notaris. Klacht gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0126 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-34 en 08-35
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 11-02-2009
- ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0126
Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaatnotaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De omstandigheid dat het kantoorbeleid, zoals door de kandidaat-notaris geschetst in zijn verweer, een en ander tegenwerkte kan wellicht een verzachtende omstandigheid zijn, maar ontslaat de kandidaat-notaris niet (volledig) van zijn eigen verantwoordelijkheid. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en zijn (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0127 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-07
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 11-02-2009
- ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0127
Verzet. Met de doorzending van een conceptbrief bestemd voor de procureur van klager zou de notaris zich volgens klager onzorgvuldig jegens hem hebben gedragen. De Kamer oordeelt anders. De brief van 21 november 2007 van klager moet worden gezien in het kader van de onderhandelingen van klager met de notaris in diens hoedanigheid van vertegenwoordiger van de erven [...]. De bijgevoegde conceptbrief was gericht aan klagers procureur in de slapende rechtszaak tussen de erven en klager. Het is alleszins aanvaardbaar dat de notaris vervolgens in verband met genoemde onderhandelingen in zijn brief van 2 december 2007 aan deze procureur nadere uitleg heeft gevraagd en daarbij ter verduidelijking een kopie van de conceptbrief heeft meegezonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0128 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-19
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 11-02-2009
- ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0128
Wat er ook zij van de verschillende betalingsafspraken die klaagster, de notaris en de makelaar hebben gemaakt in het proces van aankoop en levering van het appartement, uiteindelijk had de notaris niet zelf de conclusie mogen trekken dat hij het door klaagster betwiste courtagebedrag aan de makelaar kon doorbetalen. Los daarvan, nu hij klaagster beloofd had om op de terugbetaling van het courtagebedrag toe te zien door deze via zijn kantoor te laten lopen, heeft hij verzuimd om te controleren of de makelaar diens toezegging bij e-mail van 31 maart 2008 om het courtagebedrag terug te storten was nagekomen en vervolgens klaagster hierover te berichten. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0129 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-17 en 08-18
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 11-02-2009
- ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0129
Onoorbare ABC-transacties bij notaris. Aantal normschendingen in 17 casus gegrond. 1 casus ongegrond. De aan de notaris gegrond bevonden verwijten zijn, tezamen en in onderling verband bezien, dusdanig ernstig dat zij een maatregel rechtvaardigen. Ten aanzien van de aard van de op te leggen maatregel overweegt de Kamer het volgende. Het notarisambt brengt mee dat een notaris de regelgeving ten aanzien van zijn praktijkvoering nauwgezet naleeft. Het notariaat ontleent zijn bijzondere plaats in het rechtsverkeer aan het vertrouwen dat de betrokken partijen en de samenleving als geheel moeten hebben in de naleving van dwingende voorschriften die de praktijkvoering betreffen. De bij de notaris waargenomen nalatigheden verdragen zich hiermee niet. De aard en het aantal van de gegrond verklaarde klachten brengen de Kamer tot het oordeel dat niet met een berisping kan worden volstaan, maar dat een schorsing in de ambtsuitoefening geboden is. Bij de duur van de op te leggen schorsing houdt de Kamer rekening met het onder 6.13 vermelde gegeven dat niet is gebleken van klachten van derden over het optreden van de notaris in een van de hier besproken gevallen. Daarnaast houdt de Kamer rekening met de omstandigheid dat de notaris zich ter zitting bewust heeft getoond van zijn falende praktijkvoering en de Kamer ervan heeft weten te overtuigen dat hij de nodige maatregelen op zijn kantoor heeft getroffen om herhaling te voorkomen. Schorsing voor 1 week.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0130 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-36 en 08-37
- Datum publicatie: 23-02-2009
- Datum uitspraak: 11-02-2009
- ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0130
In zijn algemeenheid is het mogelijk dat de gedragingen van een notaris, als werkgever, afbreuk doen aan de eer en het aanzien van het ambt dat de notaris bekleedt. In deze zaak raakt het optreden van de notaris als werkgever van de kandidaat-notaris diens functioneren als notaris zodanig dat dit handelen tuchtrechtelijk kan worden beoordeeld. De notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Wet arbeid vreemdelingen door de kandidaat-notaris in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. De kandidaat-notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Vreemdelingenwet 2000 door arbeid te verrichten buiten hetgeen haar volgens haar toenmalige vergunning - met beperking tot studiedoeleinden - was toegestaan. Van een behoorlijk en zorgvuldig handelend notaris mag verwacht worden, gelet op zijn kennis van het recht, dat hij ook de voor hem als werkgever geldende regels in acht neemt. Zijn verweer dat hij de onderhavige regels niet bewust heeft geschonden, gaat dan ook niet op. Dit geldt evenzeer voor de kandidaat-notaris. Berisping ieder.
-
ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0124 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/878
- Datum publicatie: 19-02-2009
- Datum uitspraak: 13-02-2009
- ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0124
Verzetzaak. De oud-notaris wordt verweten als bewindvoerder onrechtmatig en ondeskundig te hebben gehandeld. De Kamer van Toezicht is niet de instantie die een uitspraak doet over de vraag of een bewindvoerder goed heeft gefunctioneerd. De klachten hebben geen betrekking op het handelen van de betrokkene als notaris. Verzet gegrond. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0126 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.435verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 27-03-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0126
Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0097 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.521verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 11-03-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0097
Ontvankelijkheid van een op het zelfde feitencomplex berustende eerder aan het oordeel van de Kamer onderworpen klacht
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.497verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 22-01-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0103
De beslagvrije voet heeft kort gezegd tot doel te voorkomen dat de schuldenaar wegens een beslag op al zijn inkomen een beroep op een bijstandsuitkering moet doen. De beslaglegger dient onverwijl rekening te houden met wijziging in omstandigheden (art. 475 d lid 7 Rv). Uit een onderzoeksrapport blijkt dat klager geen andere inkomsten had dan het AOW-pensioen van klagers echtgenote. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen actiever op te treden naar aanleiding van de door klager verzonden brieven. In elk geval had het op zijn weg gelegen om direct na het bekend worden van de resultaten van het onderzoeksrapport contact op te nemen met zijn opdrachtgever. Op grond van de resultaten van het onderzoeksrapport had de beslagvrije voet onverwijld moeten worden aangepast. Het gaat er niet om wat klager had kunnen doen, maar wat de gerechtsdeurwaarder had moeten doen.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.360verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 27-03-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0120
Verzet niet-ontvankelijk wegens nalaten indienen gronden van verzet.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0089 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.289
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 16-01-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0089
Integraal ter beschikking stellen gegevens uit de Gemeentelijk Basisadministratie aan een incassobureau.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.479verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 10-04-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0133
Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer vernietigt de beslissing deels omdat de gerechtsdeurwaarder de kosten die deels vallen onder de toevoeging heeft verrekend met door hem geincasseerde gelden en daarom tweemaal een vergoeding heeft ontvangen voor (een deel van) dezelfde kosten.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.419verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 13-03-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0114
Incasso van een vordering. Opnieuw vordering van een bedrag. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. Het verzet wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0127 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.553verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 27-03-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0127
Beslissing in verzet. Vonnis werkt van rechtswege vanaf datum uitspraak. De tenuitvoerlegging van een niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis wordt eerst dan geschorst indien daadwerkelijk hoger beroep is ingesteld door middel van het uitbrengen van een dagvaarding. De voorzitter ach de klacht kenneljk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0110 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.511
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 22-01-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0110
Beslag op roerende zaken die toebehoren aan een besloten vennootschap.
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0098 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.522verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 11-03-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0098
Werkwijze bij incasso. Als een schuldenaar na een aanmaning inhoudelijk bezwaar maakt tegen de vordering, dient de gerechtsdeurwaarder het bezwaar voor een inhoudelijke beoordeling daarvan door te sturen naar zijn opdrachtgever. Zodra de gerechtsdeurwaarder het standpunt van zijn opdrachtgever heeft ontvangen, dient hij het standpunt mede te delen aan de schuldenaar. Een verdere behartiging van de belangen van klager kan van de gerechtsdeurwaarder niet worden verlangd.
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.498verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 22-01-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0104
Vernietiging beslissing voorzitter in verzet. Bevel tot betaling van een onjuist bedrag. Ministerieplicht laat onverlet de eigen verantwoordelijkheid voor het opstellen van het exploot en de daarin te vermelden gegevens. Het is de gerechtsdeurwaarder die controle dient uit te oefenen op de (juistheid van in dit geval) de bedragen welke in het exploot dienen te worden vermeld en voor welk bedrag bevel tot betaling kan worden gedaan. Dit vergt een nauwkeurige bestudering van de aan hem ter hand gestelde titels, waaronder hier een verbeterbeslissing.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0083 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.173
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 16-01-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0083
Uitvoeren opdracht tot betekening van een dagvaarding. De gerechtsdeurwaarders hadden moeten begrijpen dat snel actie diende te worden ondernomen. In elk geval had het op de weg van de gerechtsdeurwaarders gelegen klager in kennis te stellen van het feit dat zij slechts één maal per week in de plaats waar de dagvaarding moest worden betekend kwamen.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0121 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.425verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 27-03-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0121
Toepassen beslagvrije voet. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. De Kamer verklaart het verzet onder verbetering van de gronden ongegrond. Klager verwijst naar stukken die behoren tot een dossier van een eerder door hem ingetrokken klacht.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0115 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.420verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 13-03-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0115
Alimentatievordering in opdracht LBIO. Ministerieplicht. Nieuwe klachten kunnen niet voor het eerst in verzet worden gedaan. Voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. Het verzet wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0128 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.446verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 10-04-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0128
Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0111 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.18verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 27-05-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0111
Verzet gdaan buiten de daarvoor geldende termijn.
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0099 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.524verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 11-03-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0099
Ministerieplicht.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0090 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.238
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 27-02-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0090
Betekenen proces-verbaal van beslag op een onroerende zaak. Betalen van een bedrag ter finale kwijting. Veroorzaken van nodeloze kosten. Toepassen verkeerde beslagvrije voet en ondanks directe toezending van gegevens niet direct aanpassen van de beslagvrije voet. Doen van toezeggingen met betrekking tot opschorting van het beslag en een betalingsregeling. Onheuse bejegening.
-
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.499verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 22-01-2008
- ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0105
Onduidelijkheid over wat de klacht is
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0084 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.174
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 16-01-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0084
Termijn waarbinnen klacht kan worden ingediend. Door gerechtsdeurwaarder ingenomen standpunt ten aanzien van het aangekondigde beslag. Wijze van communiceren van (medewerkers van) de gerechtsdeurwaarder. Opgeven instantie waar kan worden geklaagd.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0122 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.426verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 27-03-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0122
Verzet niet-ontvankelijk in verband met overschrijding van de termijn waarbinnen verzet kan worden gedaan. Overweging ten overvloede. Uitleg taak voorzitter. Hoor en wederhoor.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0116 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.559verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 10-04-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0116
Incassovordering van VVE. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. De Kamer is het met de voorziter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0129 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.448verzet
- Datum publicatie: 17-02-2009
- Datum uitspraak: 10-04-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0129
Beslagvrije voet. Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamr is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 885
- Pagina: 886
- Pagina: 887
- ...
- Pagina: 893
- Volgende pagina zoekresultaten