ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.60verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0146
Datum uitspraak: 24-02-2009
Datum publicatie: 27-02-2009
Zaaknummer(s): 2008.60verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. het verzet is niet gedaan binnen de daarvoor geldende termijn. De Kamer verklaart klager niet-ontvankelijk in het verzet.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 februari 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 60.2008 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ] en [    ],

beklaagden.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 8 januari 2008 (zaaknummer 544.2008) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagden ingediende klacht. Bij brief van 14 januari 2008 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Bij brief van 27 januari 2008, ingekomen op 29 januari 2008 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 januari 2009. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De  gerechtsdeurwaarders hebben laten weten niet aanwezig te zullen zijn. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 24 februari 2009.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na 14 januari 2008. Klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn verzet.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. G.H.I.J. Hage en J. Smit (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 februari 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.