ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0148 Kamer van toezicht Leeuwarden 03-2008

ECLI: ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0148
Datum uitspraak: 27-10-2008
Datum publicatie: 27-02-2009
Zaaknummer(s): 03-2008
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Vast is komen te staan dat De notaris in 2007 is benaderd door de ING Bank met de vraag of De notaris kon bewerkstelligen dat er een verklaring van erfrecht zou worden opgesteld ter zake de nalatenschap van erflater. Na het gesprek met de bank heeft De notaris contact gezocht met de weduwe van erflater, Y (hierna te noemen: Y), die De notaris heeft medegedeeld dat erflater vier kinderen had, waaronder Klaagster. Nadat De notaris een verklaring van erfrecht had opgemaakt, heeft de zuster van Klaagster, Bbb, zich op het standpunt gesteld dat er een boedelbeschrijving opgemaakt diende te worden. Hiervoor heeft De notarisY begin januari 2008 benaderd met het verzoek hem informatie te verschaffen inzake de bezittingen en schulden van erflater op het moment van zijn overlijden. Uiteindelijk heeftY in maart 2008, nadat De notaris haar daartoe begin februari 2008 wederom had aangezet, een lijst ingediend bij De notaris met daarop de roerende zaken van erflater. De financiële positie van erflater ten tijde van zijn overlijden was op dat moment evenwel in de optiek van De notaris nog niet compleet, waarop hij de bank heeft gevraagd nadere informatie te verschaffen. Na deze te hebben ontvangen heeft De notaris begin mei 2008 een concept boedelbeschrijving ter beoordeling naarY gestuurd. Naar het oordeel van de Kamer kan gelet op bovenstaande beschrijving niet geconcludeerd worden dat De notaris niet voortvarend (genoeg) heeft gehandeld. Voor zover Klaagster heeft willen betogen dat De notaris reeds sinds de tweede helft van 2004 bemoeienis heeft met de afwikkeling van de nalatenschap, daar De notaris adresgegevens uit het GBA systeem heeft gehanteerd die slechts opvraagbaar waren in de periode juli 2004 tot en met december 2004, oordeelt de Kamer dat dit gemotiveerd is betwist door De notaris. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat oude adresgegevens nog steeds opvraagbaar zijn in het GBA systeem. Wel overweegt de Kamer dat De notaris dit misverstand in een eerder stadium bij Klaagster had kunnen wegnemen. Immers, bij brief van 15 maart 2008 heeft Klaagster zich reeds op het standpunt gesteld te vinden dat De notaris reeds sinds lange tijd betrokken is bij de afwikkeling van de nalatenschap doordat hij gebruik had gemaakt van oude GBA gegevens en niet eerder dan bij brief van 10 mei 2008 heeft De notaris dit ontzenuwd.De klacht dat door toedoen van De notaris de afwikkeling van de nalatenschap erg lang op zich laat wachten zal gelet op het vorenstaande ongegrond worden verklaard. Met betrekking tot de klacht van Klaagster dat De notaris haar bepaalde stukken niet heeft toegestuurd die de andere erfgenamen wel hebben ontvangen, overweegt de Kamer als volgt. Vast is komen te staan dat De notaris heeft verzuimd om de brief van 3 december 2007 alsnog naar Klaagster toe te sturen nadat hij op de hoogte was gebracht van het juiste adres van Klaagster. Hoewel de Kamer begrip heeft voor de bij Klaagster hierdoor ontstane irritatie, gaat het haar te ver om te concluderen dat De notaris Klaagster willens en wetens niet formeel op de hoogte heeft willen te stellen inzake de nalatenschap van erflater, zoals door Klaagster is betoogd. Wel is de Kamer met Klaagster van oordeel dat het niet zorgvuldig is geweest van De notaris dat hij voornoemde brief niet heeft nagestuurd. Desalniettemin, acht de Kamer de handelwijze van De notaris niet dermate onzorgvuldig dat geconcludeerd kan worden dat De notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De kamer zal dan ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

KAMER VAN TOEZICHT OVER NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE LEEUWARDEN

Uitspraak

Reg.nr.:

: 27 oktober 2008

03-2008

UITSPRAAK

van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden (hierna te noemen: de Kamer), in de zaak van:

klaagster,

wonende te ,

hierna te noemen: klaagster,

procederende bij haar echtgenoot,

tegen

de notaris,

notaris te ,

hierna te noemen: De notaris,

procederende in persoon.

PROCESVERLOOP

1. Bij brief van 15 maart 2008 heeft Klaagster een klacht ingediend tegen De notaris. De notaris heeft bij brief van 10 mei 2008 schriftelijk verweer gevoerd. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2008 ter vergadering van de voltallige Kamer. Zowel Klaagster en haar echtgenoot als De notaris zijn verschenen.

MOTIVERING

Feiten

2.1. Als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud der overgelegde producties staat het volgende vast.

2.2. Op 10 juli 2004 is de vader van Klaagster, de heer (hierna te noemen: erflater) overleden. De notaris is als notaris bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflater betrokken.

2.3. Op 3 december 2007 heeft De notaris onder andere de zuster van Klaagster, mevrouw bbb (hierna te noemen: bbb), schriftelijk verzocht de verklaring van zuivere aanvaarding bij akkoordbevinding te ondertekenen en deze te retourneren. Daarbij heeft De notaris een conceptverklaring van erfrecht meegestuurd.

2.4. Hierop heeft Bbb De notaris laten weten dat het door De notaris gehanteerde adres van Klaagster in de verklaring van erfrecht incorrect was en heeft zij hem het juiste adres gegeven.

2.5. Nadat Klaagster de brief van 3 december 2007 nog niet had ontvangen, heeft zij De notaris bij brief van 2 maart 2008 zelf eveneens het juiste adres schriftelijk doorgegeven. Vervolgens heeft Klaagster De notaris op 4 maart 2008 gebeld waarbij zij kreeg te horen dat De notaris inmiddels in het bezit was van het juiste adres.

2.6. Tegelijk met het indienen van de onderhavige klacht heeft Klaagster op 15 maart 2008 De notaris een brief geschreven, waarin zij De notaris verzoekt voor 31 maart 2008 te reageren op de navolgende punten c.q. vragen:

I. 'U hanteert adresgegevens uit het GBA systeem in uw schrijven aan mijn zuster welke u slechts heeft kunnen opvragen tussen juli 2004 en december 2004, daar ondergetekende in december 2004 is uitgeschreven i.v.m. verhuizing naar het buitenland.

II. Gelet op het feit dat u niets heeft gedaan om de nalatenschap correct af te handelen en deze sedert circa 3,5 jaar heeft laten liggen met de wetenschap dat er bepaalde wettelijke termijnen in acht zijn te nemen.

III. U willens en wetens ondergetekende niet formeel op de hoogte wenst te stellen in zake de nalatenschap.

IV. U niet wenst te reageren op correspondentie, schriftelijk en telefonisch.'

2.7. De notaris heeft bij brief van 26 maart 2008 als volgt gereageerd.

'Pas vorig jaar is mij gevraagd een verklaring van erfrecht op te stellen ter zake de nalatenschap van uw vader. Uw zuster heeft mij in december verzocht Y te vragen een boedelbeschrijving op te maken (…) Y. heb ik begin januari schriftelijk verzocht dat te doen; in februari heb ik haar nogmaals - telefonisch - gevraagd een boedelbeschrijving op te maken. Onlangs is zij bij mij geweest en heeft zij mij een lijstje gegeven van de roerende zaken van uw vader, maar de financiële positie van uw vader op het moment van zijn overlijden was in mijn ogen nog niet compleet. Dat wordt momenteel uitgezocht. Zodra de boedelbeschrijving is opgemaakt, ontvangt u van mij een afschrift daarvan en ontvangt u nader bericht van mij.'

2.8. Klaagster heeft De notaris bij mail van 28 maart 2008 verzocht de in haar brief van 15 maart 2008 gestelde vragen te beantwoorden.

2.9. Op 10 mei 2008 heeft De notaris onder andere het volgende gemaild naar Klaagster, welke mail De notaris tevens als verweerschrift in de onderhavige zaak heeft gebruikt.

'De ING Bank heeft mij in 2007 verzocht te bewerkstelligen dat er een verklaring van erfrecht zou worden opgesteld ter zake van de nalatenschap van uw vader (…). Hiervoor was het overlijden van uw vader mij niet bekend. Na het gesprek met de Bank heb ik contact gehad met Y, die mij vertelde dat er vier kinderen zijn. Zij gaf mij de adressen; het uwe wist zij echter niet. (…) Volgens de gegevens van de GBA zou uw vader echter in het geheel geen kinderen hebben gehad. (…) Uiteindelijk ben ik op het idee gekomen om een akte (…) bij het kadaster op te vragen. In die akte stond dat er inderdaad vier kinderen zijn, met vermelding van hun personalia. Op die manier ben ik uw oude adres in Roosendaal te weten gekomen Uit het daarna opgevraagde GBA bleek dat u inmiddels verhuisd was naar Alphen aan den Rijn. Door ons is echter over het hoofd gezien dat u inmiddels was geëmigreerd naar Duitsland. (…) De toenmalige gegevens zijn nog steeds via het GBA beschikbaar.

Abusievelijk is uw oude adres gebruikt voor het verzenden van de brieven in december 2007. Uw zuster heeft mij daar in december 2007 over gebeld. (…) Uw zuster vertelde mij verder dat zij vermoedde dat er spullen van uw vader verdwenen zouden zijn. Naar aanleiding van die opmerking heb ik voorgesteld Y te vragen om een boedelbeschrijving op te maken. (…) Begin januari van dit jaar heb ik Y verzocht mij informatie te verschaffen inzake de bezittingen en schulden van uw vader op het moment van zijn overlijden; in februari heb ik haar nogmaals gevraagd een boedelbeschrijving op te maken. (…) In maart heeft Y mij een lijstje gegeven van de zaken van uw vader, maar de financiële positie van uw vader op het moment van zijn overlijden was in mijn ogen nog niet compleet. (…) Daarop heb ik de banken gevraagd die informatie te verschaffen. Verder had ik nog enkele specifieke vragen die deze week door de familie zijn beantwoord. Het inmiddels door mij opgestelde concept boedelbeschrijving heb ik ter beoordeling naar Y gestuurd. Naar verwachting kan ik u derhalve binnenkort een afschrift van de boedelbeschrijving toezenden (…)'

Het standpunt van Klaagster

3. Klaagster stelt dat De notaris haar in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van haar vader geen stukken heeft toegestuurd, die de andere kinderen wel hebben ontvangen van De notaris. Voorts voert Klaagster aan dat haar vader inmiddels al 4,5 jaar geleden is overleden en zij stelt dat de afwikkeling wel erg lang op zich laat wachten.

Het standpunt van De notaris

4. De notaris erkent dat de brief van 3 december 2007 naar een verkeerd adres is gestuurd en dat hij heeft verzuimd om deze alsnog naar het juiste adres te sturen. Dat de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van Klaagster zo lang op zich laat wachten is evenwel een omstandigheid waaraan hij niets kan doen.

De beoordeling

5. De Kamer dient in onderhavige zaak de vraag te beantwoorden of De notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De Kamer overweegt ten aanzien van die vraag als volgt.

6. Ingevolge artikel 98 lid 1 Wna zijn (kandidaat-)notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als (kandidaat-)notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)notaris niet betaamt. De Kamer dient te onderzoeken of de handelwijze van De notaris zoals door Klaagster beschreven een verwijtbare handeling in de zin van dit artikel oplevert.

7. Vast is komen te staan dat De notaris in 2007 is benaderd door de ING Bank met de vraag of De notaris kon bewerkstelligen dat er een verklaring van erfrecht zou worden opgesteld ter zake de nalatenschap van erflater. Na het gesprek met de bank heeft De notaris contact gezocht met de weduwe van erflater, Y (hierna te noemen: Y), die De notaris heeft medegedeeld dat erflater vier kinderen had, waaronder Klaagster. Nadat De notaris een verklaring van erfrecht had opgemaakt, heeft de zuster van Klaagster, Bbb, zich op het standpunt gesteld dat er een boedelbeschrijving opgemaakt diende te worden. Hiervoor heeft De notarisY begin januari 2008 benaderd met het verzoek hem informatie te verschaffen inzake de bezittingen en schulden van erflater op het moment van zijn overlijden. Uiteindelijk heeftY in maart 2008, nadat De notaris haar daartoe begin februari 2008 wederom had aangezet, een lijst ingediend bij De notaris met daarop de roerende zaken van erflater. De financiële positie van erflater ten tijde van zijn overlijden was op dat moment evenwel in de optiek van De notaris nog niet compleet, waarop hij de bank heeft gevraagd nadere informatie te verschaffen. Na deze te hebben ontvangen heeft De notaris begin mei 2008 een concept boedelbeschrijving ter beoordeling naarY gestuurd. Naar het oordeel van de Kamer kan gelet op bovenstaande beschrijving niet geconcludeerd worden dat De notaris niet voortvarend (genoeg) heeft gehandeld. Voor zover Klaagster heeft willen betogen dat De notaris reeds sinds de tweede helft van 2004 bemoeienis heeft met de afwikkeling van de nalatenschap, daar De notaris adresgegevens uit het GBA systeem heeft gehanteerd die slechts opvraagbaar waren in de periode juli 2004 tot en met december 2004, oordeelt de Kamer dat dit gemotiveerd is betwist door De notaris. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat oude adresgegevens nog steeds opvraagbaar zijn in het GBA systeem. Wel overweegt de Kamer dat De notaris dit misverstand in een eerder stadium bij Klaagster had kunnen wegnemen. Immers, bij brief van 15 maart 2008 heeft Klaagster zich reeds op het standpunt gesteld te vinden dat De notaris reeds sinds lange tijd betrokken is bij de afwikkeling van de nalatenschap doordat hij gebruik had gemaakt van oude GBA gegevens en niet eerder dan bij brief van 10 mei 2008 heeft De notaris dit ontzenuwd.

De klacht dat door toedoen van De notaris de afwikkeling van de nalatenschap erg lang op zich laat wachten zal gelet op het vorenstaande ongegrond worden verklaard.

8. Met betrekking tot de klacht van Klaagster dat De notaris haar bepaalde stukken niet heeft toegestuurd die de andere erfgenamen wel hebben ontvangen, overweegt de Kamer als volgt.

Vast is komen te staan dat De notaris heeft verzuimd om de brief van 3 december 2007 alsnog naar Klaagster toe te sturen nadat hij op de hoogte was gebracht van het juiste adres van Klaagster. Hoewel de Kamer begrip heeft voor de bij Klaagster hierdoor ontstane irritatie, gaat het haar te ver om te concluderen dat De notaris Klaagster willens en wetens niet formeel op de

hoogte heeft willen te stellen inzake de nalatenschap van erflater, zoals door Klaagster is betoogd. Wel is de Kamer met Klaagster van oordeel dat het niet zorgvuldig is geweest van De notaris dat hij voornoemde brief niet heeft nagestuurd. Desalniettemin, acht de Kamer de handelwijze van De notaris niet dermate onzorgvuldig dat geconcludeerd kan worden dat De notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De kamer zal dan ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

DE BESLISSING

De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden:

verklaart de klachten ongegrond.

Deze beslissing is genomen te Leeuwarden door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzitter, mr. J.C.G. Leijten, mr. H. Ph. Breuker, mr. E.M.W. de Lange en mr. J.G. de Beer, leden, bijgestaan door mr. M.A. Fokkens-Kelder, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2008.

De beslissing is verzonden op

Binnen dertig dagen na de dag van verzending van de aangetekende brief waarin van bovenstaande beslissing wordt kennisgegeven, kan hoger beroep tegen deze beslissing worden ingesteld. Dit dient te geschieden door middel van een verzoekschrift bij de griffie van het Gerechtshof te Amsterdam, Prinsengracht 436, correspondentieadres: Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.