Zoekresultaten 501-515 van de 515 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7388

    Deels gegronde klacht tegen een chirurg. Na een operatie door een andere arts vanwege een uitzaaiing in de lever heeft de chirurg de controle verricht en daarbij heeft hij - ondanks advies daartoe - geen CT thorax/abdomen gemaakt. Dit verwijt klaagster de chirurg. Daarnaast verwijt klaagster de chirurg niet empathische bejegening bij een slecht nieuws gesprek. De chirurg erkent dat het advies niet is meegenomen in het gevoerde beleid. Hij heeft hiervoor en voor het niet empathisch overkomen zijn excuses gemaakt. Het college komt tot het oordeel dat de chirurg wat de CT thorax/abdomen betreft tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dat de chirurg zich niet empathisch zou hebben gedragen zoals klaagster heeft gesteld, kan het college niet vaststellen. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Het college bepaalt dat geen maatregel wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7307

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Het college stelt vast dat de diagnose schwannoom een zeldzame diagnose is en dat deze zeker in het desbetreffende gebied bij klaagster zeer zelden voorkomt. Het college is van oordeel dat de internist adequaat en voldoende onderzoek heeft verricht en op grond van de onderzoeksuitslagen tot een juist advies tot het nemen van een biopt is gekomen. Het feit dat achteraf bleek dat de zwelling een schwannoom was, maakt dit niet anders. Ook het andere klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:38 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-373/DH/DH/D 22-375/DH/DH/D 24-789/DH/DH/D

    Dekenbezwaren over het niet aanleveren van kengetallen gegrond, gezien de vaste (tuchtrecht) jurisprudentie. Verweerders hebben ondanks daartoe verstrekkende verzoeken hun financiële kengetallen niet aangeleverd. Dat hadden zij gezien art. 46 Aw en gedragsregel 29 wel moeten doen. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel. Hoewel het handelen tuchtrechtelijk verwijtbaar is, ligt aan de weigering diverse principiële bezwaren ten grondslag waarvan niet op voorhand kan worden gezegd dat die onpleitbaar zijn. Een maatregel mag bovendien het bestuursrechtelijke traject niet doorkruisen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7386

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Naar het oordeel van het college heeft de internist – voor zover hij betrokken was – de juiste diagnose gesteld en de juiste behandeling uitgevoerd. Voor zover klaagster met haar klacht heeft bedoeld dat de internist haar gezegd zou hebben dat zij zou genezen terwijl later bleek dat dit niet het geval was, dan oordeelt het college dat hiervan niets blijkt in of uit het medisch dossier.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:39 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-733/DH/DH 24-746/DH/DH

    Klacht en samenhangend dekenbezwaar grotendeels gegrond. Verweerder heeft jarenlang gedaan alsof er verschillende procedures voor klaagster liepen. Hij heeft voor besprekingen over die zaken telkens klaagster en haar man naar Nederland laten komen, waarna hij later meedeelde dat de zaak toch werd uitgesteld. Verweerder heeft zijn kerntaak als rechtsbijstandsverlener ernstig veronachtzaamd. Verder heeft verweerder buiten medeweten van zijn cliënte afstand gedaan van belangrijke procedurele rechten in de laatste feitelijke instantie en heeft zijn eigen cliënte aan het lijntje gehouden over een schadevergoeding waarop zij recht zou hebben. De conclusie is gerechtvaardigd dat de belangen van (toekomstige) cliënten niet meer aan verweerder kunnen worden toevertrouwd. Verweerder heeft bovendien een aanzienlijk tuchtrechtelijk verleden. Schrapping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7026

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Het medisch handelen van de arts is naar het oordeel van het college navolgbaar, logisch, goed onderbouwd en goed gedocumenteerd in het medisch dossier. Zij heeft haar bevindingen en conclusies met de superviserende chirurg (verweerder in de zaak A2024/7027) gedeeld en hij onderschreef deze. Het college is het verder met de arts eens dat zij niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het antistollingsbeleid, aangezien dit onder de verantwoordelijkheid van de vasculair geneeskundige valt.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:35 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-110/DB/GLD/W

    Wraking kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:40 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-734/DH/DH 24-747/DH/DH/D

    Klacht en samenhangend dekenbezwaar grotendeels gegrond. Verweerder is op meerdere punten wezenlijk tekortgeschoten in de kwaliteit van de dienstverlening aan zijn cliënt. Ook heeft hij onvoldoende voortvarendheid betracht en onvoldoende gecommuniceerd c.q. vastgelegd. Dat rechtvaardig een zware maatregel. Verweerder heeft bovendien een aanzienlijk tuchtrechtelijk verleden. De raad heeft ook, gezien de opstelling van verweerder, grote zorgen over een goede belangenbehartiging van eventuele toekomstige cliënten van verweerder, mocht hij zich opnieuw als advocaat inschrijven. 6 weken schorsing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7473

    Klacht tegen een huisarts van de huisartsenpost. De echtgenoot van klaagster is overleden aan de gevolgen van een aortadissectie. Klaagster verwijt verweerster, samengevat, dat zij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de klachten van patiënt en heeft vastgehouden aan een diagnose zonder medische onderbouwing. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7027

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. Het medisch handelen van de chirurg is naar het oordeel van het college navolgbaar, logisch, goed onderbouwd en goed gedocumenteerd in het medisch dossier. Hetzelfde geldt voor het handelen van de chirurg als supervisor van de arts (verweerster in de zaak A2024/7026) op de SEH. Het college is het verder met de chirurg eens dat hij niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het antistollingsbeleid, aangezien dit onder de verantwoordelijkheid van de vasculair geneeskundige valt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7306

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. Het college stelt vast dat de diagnose schwannoom een zeldzame diagnose is en dat deze zeker in het desbetreffende gebied bij klaagster zeer zelden voorkomt. Het college is van oordeel dat de internist (samenhangende zaak A2024/7307) adequaat en voldoende onderzoek heeft verricht en op grond van de onderzoeksuitslagen tot een juist advies tot het nemen van een biopt is gekomen. Er zijn geen redenen gebleken waarom de chirurg dit advies niet had mogen overnemen. Ook de andere klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:32 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-590/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht van een getuige over een advocaat in het kader van een strafrechtelijke herzieningsprocedure. Klaagster heeft een getuigenverklaring afgelegd. Iemand die zich voordeed als klaagster heeft contact gezocht met de advocaat-generaal om ervoor te zorgen dat de getuigenverklaring niet meer gebruikt zou worden. Verweerder twijfelde of het telefoontje van klaagster was en dit heeft hij bij haar willen navragen. Daarmee heeft verweerder gehandeld zoals hij had moeten doen. Niet is gebleken dat verweerder de heer A en mevrouw R heeft verboden om met klaagster t e spreken. Dat klaagster de spullen van de heer A bij het grofvuil heeft gegooid omdat zij geen contact met hem had, kan verweerder niet worden aangerekend. Hij heeft niet geadviseerd om dat te doen, maar dat heeft klaagster zelf besloten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:33 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-743/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Schending van artikel 21 Rv kan verweerder worden aangerekend. Al voordat de dagvaarding was uitgebracht, was verweerder door de wederpartij gewezen op de correspondentie waar de schending van artikel 21 Rv op zag. Verweerder had dus kennis van het bestaan daarvan en het had vervolgens als een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat op zijn weg gelegen om die correspondentie op te vragen bij klaagster of de wederpartij. Klacht in zoverre gegrond. Klacht ongegrond voor zover verweerder wordt verweten excessief te hebben gedeclareerd, zonder toestemming te hebben verrekend of informatie niet in te hebben gebracht in de procedure. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:34 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-591/DB/LI

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-553/AL/MN

    De raad verklaart de klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.