ECLI:NL:TGDKG:2025:37 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753030 DW RK 24/239 MK/WdJ
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2025:37 |
---|---|
Datum uitspraak: | 16-04-2025 |
Datum publicatie: | 17-04-2025 |
Zaaknummer(s): | C/13/753030 DW RK 24/239 MK/WdJ |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | De gerechtsdeurwaarder heeft niet onderbouwd dat de verwachtte opbrengst van de auto van klager ten tijde van het beslag € 1.500 was en de kosten de baten niet zouden overstijgen. De gerechtsdeurwaarder heeft te lang gewacht met de verkoop van de in beslag genomen auto. Ook is het tuchtrechtelijk laakbaar om, zonder uitleg waarom dit gebeurt, binnen vier dagen twee exploten aan klager te laten betekenen waarin de verkoop van zijn auto wordt aangezegd tegen verschillende data. Verder is niet op alle e-mailberichten van klager gereageerd. Klacht (gedeeltelijk) gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in proceskosten. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 16 april 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/753030 DW RK 24/239 MK/WdJ ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 28 juni 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij e-mails met bijlagen, ingekomen op 6 en 10 juli 2024, heeft klager zijn klacht aangevuld. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 13 augustus 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 maart 2025 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 16 april 2025.
2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- De gerechtsdeurwaarder is belast met een Kostenfestsetzungsbeschluss van het Landgericht München van 18 december 2019 ten laste van klager.
- Op 14 december 2021 is beslag op de auto van klager, te weten een [ ], gelegd. Bij exploot van 15 december 2021 is het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klager betekend.
- Op 27 februari 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aangifte gedaan wegens onttrekking aan het beslag. Het Openbaar Ministerie van het arrondissementsparket [ ] is overgegaan tot vervolging.
- Bij beslissing van 31 januari 2024 van de voorzieningenrechter te Breda zijn de vorderingen van klager, te weten het staken van de executie en opheffing van het gelegde beslag, afgewezen.
- Op 19 februari 2024 heeft klager zijn auto afgegeven aan de gerechtsdeurwaarder.
- Bij brief van 22 april 2024 heeft klager een klacht bij de gerechtsdeurwaarder ingediend.
- Bij brief van 21 juni 2024 heeft klager een tweede klacht bij de gerechtsdeurwaarder ingediend.
- Op 27 juni 2024 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de gemeente [ ] ten laste van klager.
- Bij exploot van 6 juli 2024 heeft een collega gerechtsdeurwaarder de openbare verkoop van de auto van klager aangezegd tegen 9 juli 2024.
- Bij exploot van 10 juli 2024 heeft een collega gerechtsdeurwaarder de openbare verkoop van de auto van klager aangezegd tegen 16 juli 2024.
- Op 16 juli 2024 is de auto van klager in openbare veiling verkocht.
3. De klacht
Klager beklaagt zich er samengevat over dat:
a: de gerechtsdeurwaarder de persoon die in de stukken staat vermeld uit eigen beweging heeft laten corrigeren van “[ ]” naar “[ ]”, zonder enige kennisgeving voorafgaand;
b: de gerechtsdeurwaarder op 14 december 2021 beslag op de auto van klager met een dagwaarde van rond € 2.000 heeft gelegd, terwijl de vordering ruim € 18.000 zou bedragen;
c: hij begin 2024 met een kort geding heeft geprobeerd om het beslag op zijn auto op te laten heffen, maar dat dit tot een kostenveroordeling van ruim € 10.000 ten laste van klager heeft geleid;
d: de gerechtsdeurwaarder niet adequaat heeft gereageerd op de vele klachten van klager (waaronder die over het doen van valse aangifte van verduistering);
e: de gerechtsdeurwaarder beslag op de uitkering van klager heeft gelegd, terwijl hij ervan op de hoogte is dat klager zich bij de Kredietbank heeft aangemeld voor de minnelijke schuldregeling;
f: de gerechtsdeurwaarder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld om de auto van klager te verkopen en daarover onvoldoende duidelijk met klager heeft gecommuniceerd.
4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht, deels gemotiveerd, weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.
5. De beoordeling van de klacht
5.1 Gerechtsdeurwaarders zijn op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen voor handelen of nalaten in strijd met deze wet en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. In deze beslissing wordt beoordeeld of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
5.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a wordt het volgende overwogen. Bij exploot van 16 november 2020 is een Kostenfestsetzungsbeschluss van 18 december 2019 en een bewijs van waarmerking als Europese Executoriale Titel als bedoeld in de Verordening (EU) nr. 805/2004 met als datum 14 december 2020 aan klager (geschreven als [ ]) betekend. In het vonnis van de voorzieningenrechter van 31 januari 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is opgenomen dat het vonnis van 18 december 2019 in de Duitse taal is opgesteld en dat de onjuiste vermelding van de naam van klager in het proceskostenvonnis is gecorrigeerd. Er is geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen door de gerechtsdeurwaarder op dit onderdeel.
5.3.1 Ten aanzien van klachtonderdeel b stelt de kamer voorop dat op een gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht rust indien hem wordt verzocht een titel ten uitvoer te leggen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de ten laste van klager gewezen titel te executeren. Klager staat op grond van artikel 3:276 van het Burgerlijk Wetboek bovendien met zijn hele vermogen in voor de voldoening van zijn schulden. Het staat de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 435 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) vrij om beslag te leggen op alle vermogensobjecten van klager, dus ook zijn auto.
5.3.2 Op grond van het bepaalde in artikel 441, derde lid, Rv is het echter niet toegestaan beslag te leggen op zaken indien redelijkerwijs voorzienbaar is dat de opbrengst daarvan minder is dan de kosten van de beslaglegging en de daaruit voortvloeiende executie. In dit geval heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting aangegeven dat de verwachtte opbrengst van de auto ten tijde van het beslag € 1.500 was en de kosten de baten niet zouden overstijgen. Dit heeft de gerechtsdeurwaarder niet onderbouwd terwijl dat wel van hem verwacht had mogen worden. Nu dit onvoldoende vaststaat is dit klachtonderdeel terecht voorgesteld.
5.4 Ten aanzien van klachtonderdeel c overweegt de kamer dat het niet aan de gerechtsdeurwaarder kan worden verweten dat de voorzieningenrechter klager heeft veroordeeld in (hoge) proceskosten op grond van artikel 1019h Rv. Het is de keuze van klager geweest een kort geding te starten.
5.5 Ten aanzien van klachtonderdeel d stelt de kamer voorop dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij e-mails met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn, die in beginsel twee weken bedraagt, beantwoordt. De gerechtsdeurwaarder heeft niet betwist dat hij niet op de e-mails van klager van 22 april 2024 en 21 juni 2024 heeft gereageerd. Vanwege het uitblijven van een reactie daarop is dit klachtonderdeel terecht voorgesteld. Het niet reageren betekent overigens niet dat de gerechtsdeurwaarder een valse aangifte heeft gedaan. Dat is een andere vraag.
5.6 Ten aanzien van klachtonderdeel e overweegt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door de executiemaatregelen voort te zetten nadat klager zich bij de Kredietbank heeft gemeld voor de minnelijke schuldsanering. De gerechtsdeurwaarder was niet gehouden de executie op dat moment te staken. Overigens heeft de gerechtsdeurwaarder, nadat klager ter zitting heeft aangegeven dat de Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) over hem is uitgesproken, meegedeeld dat hij zich tot de bewindvoerder van klager zal wenden.
5.7.1 Ten aanzien van klachtonderdeel f stelt de kamer vast dat het beslag op de auto van klager op 14 december 2021 is gelegd. Op 23 februari 2022 is aan klager formeel bevel gedaan om de in beslag genomen auto bij de gerechtsdeurwaarder af te leveren. Dat is niet gebeurd. Klager heeft zijn auto uiteindelijk op 19 februari 2024 bij de gerechtsdeurwaarder ingeleverd waarna de auto in gerechtelijke bewaring is genomen. De veiling van de auto van klager heeft op 16 juli 2024 plaatsgevonden. Daarvoor zijn op verzoek van de gerechtsdeurwaarder kort na elkaar twee exploten uitgebracht (6 en 10 juli 2024), omdat de eerste een te korte termijn bevatte en waarbij het tweede exploot geen melding maakte van (het intrekken van) het eerste exploot. Ook anderszins is niet aan klager bericht waarom het tweede exploot met een latere verkoopdatum is uitgebracht.
5.7.2 Dat het lang heeft geduurd tussen beslag leggen en verkoop is volgens de gerechtsdeurwaarder het gevolg van instructie van de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder wachtte ook op ontvangst van de auto en was tevens in afwachting van het vonnis van de voorzieningenrechter. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat het tweede exploot met een latere verkoopdatum nodig was omdat het eerste een te korte termijn van verkoop bevatte.
5.7.3 De gerechtsdeurwaarder kan van de handelswijze bij de verkoop van de auto een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Daartoe geldt het volgende. Met het zo lang wachten de beslagen auto te verkopen, waarvan de gerechtsdeurwaarder zelf een beperkte verkoopwaarde van € 1.500 verwachtte, heeft de gerechtsdeurwaarder onvoldoende adequaat en voortvarend gehandeld. Dat de opdrachtgever instructie gaf te wachten kan zo zijn, maar het belang van de beslagene brengt mee dat dit niet onbeperkt rechtvaardigt niet verder te gaan. Waar tot het inleveren van de auto de terechte vraag is of klager het niet vooral aan zichzelf te wijten heeft dat het zo lang duurde, is daar na inlevering van de auto op 19 februari 2024 geen sprake meer van. Maar toen heeft het nog steeds bijna vijf maanden geduurd. Verder speelt mee dat voor een auto met genoemde beperkte waarde een verkooptraject is opgetuigd waarvan zelfs bij directe verkoop niet zeker is of de baten de kosten zullen overstijgen. Dat de gerechtsdeurwaarder de kosten van de bewaring van de auto op zich heeft genomen, maakt het vorenstaande niet anders. Tot slot laat ook de communicatie van de gerechtsdeurwaarder richting klager te wensen over. Binnen vier dagen twee exploten aan klager laten betekenen waarin de verkoop wordt aangezegd tegen verschillende data, zonder uitleg waarom dit gebeurt, is tuchtrechtelijk laakbaar. De gerechtsdeurwaarder heeft terecht de in dit verband onnodig gemaakte kosten niet aan klager in rekening gebracht, maar dat neemt de onduidelijkheid over het waarom van een tweede exploot niet weg. Ook het feit dat een collega gerechtsdeurwaarder de daadwerkelijke betekeningen heeft verricht, leidt niet tot een andere conclusie. De gerechtsdeurwaarder heeft opdracht gegeven om de exploten uit te laten brengen en was verantwoordelijk voor de verkoop. Daarom kan de gang van zaken de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk worden aangerekend.
5.8 Ten aanzien van het verzoek van klager om schadevergoeding geldt dat hij zich tot de civiele rechter dient te wenden. Het tuchtrecht is hiervoor niet de geëigende weg.
5.9 De kamer zal de klacht gelet op voorgaande deels gegrond verklaren. De kamer acht de maatregel van berisping in dit geval passend en geboden. Daarbij betrekt de kamer, zoals hiervoor is toegelicht, dat de communicatie van de gerechtsdeurwaarder gebrekkig is (onderdelen d en f) en het executietraject rondom de auto op meerdere onderdelen niet goed verlopen is (onderdelen b en f).
5.10 De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet in combinatie met de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Deze bestaan uit de kosten van de klager en de kosten van behandeling van de klacht door de kamer. Voor klager worden die begroot op het forfaitaire bedrag van € 50. Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van € 1.500.
5.11 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klaagster het betaalde griffierecht vergoedt.
5.12 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart klachtonderdelen b, d en f gegrond;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond;
- legt aan de gerechtsdeurwaarder ten aanzien van het gegronde deel van de klacht de maatregel van berisping op;
- veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, begroot op
€ 50; - veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, te begroten op € 1.500, met aanzegging dat de ex artikel 43 lid 6 van de Gerechtsdeurwaarder te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder het bedrag van de kostenveroordeling moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per brief aan de gerechtsdeurwaarder zal worden medegedeeld;
- veroordeelt de gerechtsdeurwaarder tot betaling aan klager van het griffiegeld van € 50, nadat de beslissing onherroepelijk is geworden.
Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, voorzitter, mr. B. Brokkaar en
M.F.J. Pijnenburg, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 april 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.