Zoekresultaten 751-800 van de 1499 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:26 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-460/AL/OV
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:26
Klacht over eigen advocaat. De raad heeft vastgesteld dat verweerder heeft nagelaten om een arrest van het gerechtshof aan klaagster, zijn cliënte te sturen. Door dat nalaten is klaagster pas op het moment van de betekening door de deurwaarder op de hoogte gekomen van dat arrest, waarbij een in het voordeel van klaagster gewezen vonnis van de kantonrechter is vernietigd en klaagster is veroordeeld tot betaling van een substantieel bedrag. De dagen na die betekening heeft klaagster geen contact met verweerder kunnen krijgen. Verweerder heeft hiermee op ernstige wijze gehandeld in strijd met artikel 46, zoals onder meer uitgewerkt in gedragsregel 16. Dat nalaten neem de raad hem kwalijk. In het nadeel van verweerder houdt de raad rekening met het tuchtrechtelijke verleden van verweerder; hij is al verschillende keren door de tuchtrechter veroordeeld. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden is de raad van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing van 2 weken voorwaardelijk passend en geboden is. De raad ziet gelet op de mate waarin verweerder jegens klaagster is tekortgeschoten en de inhoud van het klachtdossier aanleiding om te bepalen dat verweerder een deel van het gedeclareerde bedrag aan klaagster terug dient te betalen. Daarom zal de raad aan de voorwaardelijke schorsing een bijzondere voorwaarde verbinden, namelijk dat verweerder aan klaagster een vergoeding van € 2.500,- zal betalen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7313
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:10
Gegronde klacht van de voormalig werkgever tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog werkte als orthopedagoog op een praktijkschool. De pz-psycholoog heeft een (intieme) relatie gehad met een leerlinge die hij begeleidde. Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat hij een seksuele relatie is aangegaan met een aan zijn zorg toevertrouwde leerlinge en daarmee onvoldoende professionele afstand in de zorgrelatie heeft gehouden. De gz-psycholoog erkent dat hij een grensoverschrijdende relatie is aangegaan met een leerlinge. Het college overweegt dat een al dan niet voorwaardelijke schorsing niet aan de orde is, omdat verweerder zich in deze zaak heeft uitgeschreven uit het BIG-register. Het college kan daarom geen bijzondere voorwaarden opleggen. Bovendien bestaat het risico dat verweerder na herinschrijving “gewoon” weer aan de slag kan, met een BIG-inschrijving die extern (naar buiten toe) een bepaald vertrouwen oproept. Het college vindt dat onwenselijk en acht het daarom noodzakelijk dat verweerder het recht wederom in het BIG-register te worden ingeschreven wordt ontzegd. Maatregel: verbod op wederinschrijving BIG-register.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:19 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-621/DB/OB/D
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:19
Dekenbezwaar. Het tuchtrechtelijk verwijt van de deken aan verweerster houdt in dat de kantoornaam die zij hanteert, “[voornaam en achternaam verweerster] Bedrijfsjuridisch Advies”, niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 7.4 lid 1 Voda. Anders dan de deken heeft betoogd, wekt de door verweerster gehanteerde kantoornaam naar het oordeel van de raad niet de suggestie dat men met een bedrijfsjurist van doen heeft. Uit de kantoornaam vloeit voort dat verweersters kantoor bedrijven van juridisch advies voorziet, een dienst die niet is voorbehouden aan bedrijfsjuristen, maar ook door advocaten wordt verleend. In zoverre is de kantoornaam naar het oordeel van de raad dan ook niet misleidend. Daarbij komt dat bij de beantwoording van de vraag of de advocaat in zijn optreden naar buiten een onjuiste, misleidende of onvolledige voorstelling van zaken geeft, de kantoornaam in samenhang moet worden bezien met – onder meer – de inhoud van de website van het advocatenkantoor. Ter zake de (gewijzigde) website heeft de deken desgevraagd verklaard dat deze naar zijn oordeel in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 7.4 lid 1 Voda. De raad is van oordeel dat uit de tekst op de (gewijzigde) website van verweersters kantoor voldoende duidelijk blijkt dat verweerster advocaat is en een advocatenpraktijk voert. De raad is kortom van oordeel dat verweerster door de kantoornaam “[voornaam en achternaam verweerster] Bedrijfsjuridisch Advies” te hanteren, geen onjuiste, misleidende of onvolledige voorstelling van zaken heeft gegeven. Van strijd met het bepaalde in artikel 7.4 lid 1 Voda is naar het oordeel van de raad dan ook geen sprake. Dekenbezwaar ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:2 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/22
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:2
Ontvankelijkheid: klachttermijn en redelijk belang. Klacht over schending informatieplicht bij akte van geldlening. Deze was verstrekt door een B.V. die door de vader van klager en diens tweede echtgenote was opgericht met het oog op het verstrekken van die lening. Na het overlijden van vader heeft klager de klacht ingediend in verschillende hoedanigheden. Als opvolgend bestuurder van de B.V. oordeelt de kamer dat de klachttermijn is verstreken, ook als ervan uit wordt gegaan dat vader ten tijde van het passeren van de akte niet wilsbekwaam was en – als potentiële klager – niet in staat was een klacht in te dienen. Voor zover klager de klacht heeft ingediend als zoon en als executeur/afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van vader en van klagers nadien overleden broer (die erfgenaam is in de nalatenschap van vader) oordeelt de kamer dat klager niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:36 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/436969 KL RK 24-75
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:36
Klager bekritiseerde de kandidaat-notaris over het gebruik van WhatsApp en privé e-mail, het gebrek aan grondig onderzoek naar de wilsbekwaamheid van erflater en dat hij geen inzage kreeg in het testament. De kamer oordeelt dat het gebruik van WhatsApp en privé e-mail in dit specifieke geval aanvaardbaar was, omdat klager ermee ingestemd had. De kandidaat-notaris heeft ook op de andere klachtonderdelen zorgvuldig gehandeld. Klacht op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:13 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2388
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:13
Ongegronde klacht tegen een KNO-art. Klager is in februari 2014 door de huisarts naar de polikliniek KNO verwezen vanwege otitis externa (ontsteking van de huid in de gehoorgang) van het linkeroor (AS). Klager is gezien door een KNO-arts in opleiding (hierna: de aios), die destijds in het vierde jaar van zijn opleiding was. De KNO-arts was zijn supervisor. De aios heeft klager zure oordruppels voorgeschreven. Kort nadien ervoer klager sudden deafness (plotsdoofheid), vooral aan het rechteroor (AD), waarvoor hij bij de aios terugkwam. Na het vierde consult hebben de aios en de KNO-arts klager op zijn verzoek verwezen voor een second opinion. Klager verwijt de KNO-arts onder meer dat hij tekort is geschoten in zijn superviserende taak door de aios zelfstandig, zonder contact of overleg, klager te laten behandelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:20 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-636/DB/GLD/W
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:20
Wraking. Naar het oordeel van de wrakingskamer heeft verzoeker onvoldoende geadstrueerd waarom de rechterlijke onpartijdigheid van de gewraakte tuchtrechter schade zou kunnen lijden doordat hij in de eerdere klachtzaak een voorzittersbeslissing heeft gegeven. De enkele omstandigheid dat de gewraakte tuchtrechter al heeft beslist in de eerdere klachtzaak acht de wrakingskamer, onvoldoende om, objectief gezien, de vrees voor partijdigheid te rechtvaardigen. De wrakingskamer ziet in de omstandigheid dat die eerder klachtzaak speelde tussen dezelfde partijen geen reden om te vrezen voor schade aan de rechterlijke onpartijdigheid van de gewraakte tuchtrechter. Dat aan de in de zaak 24-045/AL/GLD aan de orde zijnde klacht hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt als aan de in de eerdere klachtzaak aan de orde zijnde klacht, is door de gewraakte tuchtrechter uitdrukkelijk weersproken en blijkt naar het oordeel van de wrakingskamer niet uit de overgelegde stukken, noch uit hetgeen verzoeker ter zitting naar voren heeft gebracht. Het enkele feit dat verzoeker in het door hem in de zaak 24-045/AL/GLD ingediende verzetschrift kritische opmerkingen heeft gemaakt over de kwaliteit van de door de gewraakte tuchtrechter in de eerdere zaak gegeven voorzittersbeslissing, geeft naar het oordeel van de wrakingskamer in objectieve zin geen grond om te vrezen dat de tuchtrechter vooringenomen en/of partijdig is. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:7 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/754089 / DW RK 24/260 LV/WdJ
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:7
Beslissing op verzet. Verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft gelet op zijn ministerieplicht niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren. Voor wat betreft de hoogte van de beslagvrije voet dient klaagster zich tot de civiele rechter te wenden.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743028 / DW RK 23/441 LV/WdJ
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:10
De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het dwangbevel te executeren. Voor wat betreft de hoogte van de berekende beslagvrije voet dient klaagster zich te wenden tot de gewone civiele rechter. Overige klachtonderdelen zijn onvoldoende onderbouwd om tuchtrechtelijk laakbaar handelen vast te stellen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:155 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753663 / DW RK 24/251 LV/RH
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:155
Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke beslissing is de juiste maatstaf toegepast, klachten kunnen niet worden gericht tegen een medewerker van de gerechtsdeurwaarder.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:14 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2387
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:14
Ongegrond klacht tegen een KNO-arts. Klager is in februari 2014 door de huisarts naar de KNO-arts (destijds in het vierde jaar van zijn opleiding) verwezen vanwege otitis externa (ontsteking van de huid in de gehoorgang) van het linkeroor (AS). De KNO-arts heeft zure oordruppels voorgeschreven. Kort nadien ervoer klager sudden deafness (plotsdoofheid) waarvoor hij bij de KNO-arts terugkwam. Na het vierde consult heeft de KNO-arts klager op zijn verzoek verwezen voor een second opinion. De klacht van klager bestaat uit 9 klachtonderdelen. Klager verwijt de KNO-arts onder meer dat hij onjuiste diagnoses heeft gesteld, onvoldoende onderzoek heeft gedaan en niet de juiste behandeling heeft ingezet. Ook verwijt klager de KNO-arts dat hij klager onvoldoende heeft geïnformeerd en dat hij ten onrechte zijn supervisor niet heeft ingeschakeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:8 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742909 / DW RK 23/433 LV/WdJ
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:8
Er is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel ten uitvoer te leggen en beslag te leggen om de bankrekeningen van klaagster. Nergens uit blijkt dat de opdrachtgever een minnelijke regeling wenst of geen belang meer heeft bij de vordering. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:156 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/755316 / DW RK 24/287 LV/RH
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:156
Beslissing op verzet. Verzet is gegrond. Gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder de grosse van de notariële akte aan klaagster heeft betekend zonder over de in de notariële akte vermelde vereiste machtiging te beschikken. Dit betekent dat de gerechtsdeurwaarder zonder een toereikende executoriale titel heeft getracht een bedrag te innen. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar. Bovendien heeft hij daarmee oneigenlijke druk op klaagster uitgeoefend. Maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2422
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:15
Klacht tegen chirurg. Klaagster heeft twee ziekenhuizen, waarin zij een medische behandeling heeft ondergaan, aansprakelijk gesteld. De ziekenhuizen hebben de aansprakelijkheid van de hand gewezen. De aangeklaagde chirurg is in deze beroepsaansprakelijkheidskwestie door partijen aangesteld als onafhankelijke deskundige en heeft een medisch deskundigenrapport uitgebracht. Klaagster verwijt de chirurg dat hij een ondeugdelijk rapport heeft uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het rapport op enkele punten beter had kunnen zijn, maar dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Het beroep van klaagster wordt daarom verworpen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743201 / DW RK 23/444 LV/WdJ
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:9
Er is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de dwangbevelen te executeren. De gerechtsdeurwaarders hebben niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door naar drie adressen een brief over de openstaande vordering aan klaagster te versturen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:16 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2364
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:16
In 2014 was klager betrokken bij een ongeval, waarna hij lichamelijk letsel heeft opgelopen aan zijn linker onderbeen. In verband met een letselschadezaak van klager werd een expertise-onderzoek uitgevoerd door een orthopedisch chirurg, met als doel het vaststellen van de blijvende gevolgen op orthopedisch gebied. De arts heeft een medisch advies geschreven naar aanleiding van dit onderzoek. Klager verwijt de arts onder andere dat zij ten onrechte uit het rapport van de orthopedisch chirurg heeft overgenomen dat er geen sprake was van botontkalking. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/437032 KL RK 24-76
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:1
Klagers verwijten de notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij een akte van levering. Klagers waren geen partij bij de akte en daarom geen belanghebbenden. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:17 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-581/DB/ZWB
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:17
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat tegen advocaat. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen ervan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:17 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2365
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:17
In 2014 was klager betrokken bij een ongeval, waarna hij lichamelijk letsel heeft opgelopen aan zijn linker onderbeen. In gezamenlijke opdracht van de belangenbehartiger van klager en de verzekeraar van de aansprakelijkgestelde partij heeft de orthopedisch chirurg een onafhankelijk expertise-onderzoek uitgevoerd. Klager verwijt de orthopedisch chirurg onder andere dat hij onzorgvuldig heeft gerapporteerd door ten onrechte te stellen dat er geen sprake is van botontkalking. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:18 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-658/DB/LI
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:18
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij heeft verzuimd de zittingsdatum aan klagers door te geven en een afschrift van de definitieve dagvaarding aan hen toe te sturen. Deels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/24
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:1
De notaris had weliswaar gegronde reden om het aan klaagster toekomende deel van de overwaarde van de woning in depot te houden, maar hij heeft verzuimd klaagster hierover naar behoren uitleg te geven en hij heeft vervolgens onvoldoende regie gevoerd om de ontstane situatie in goede banen te leiden. Daarmee heeft de notaris niet gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en hij heeft daardoor de belangen van klaagster veronachtzaamd. In zoverre is de klacht gegrond. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:14 Hof van Discipline 's Gravenhage 230348
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:14
Hoger beroep van verweerder. In deze zaak ligt de vraag voor of een advocaat, die een werkgever als verdachte bijstaat, in diezelfde zaak ook de werknemers van die werkgever, die door de politie als getuigen worden opgeroepen, mag bijstaan of dat door de afhankelijkheidsrelatie tussen werkgever/verdachte en werknemers/getuigen sprake is van tegenstrijdige belangen dan wel een situatie waarin voorzienbaar is dat het op een tegenstrijdig belang kan uitlopen. Het hof is, anders dan de raad, van oordeel dat verweerder onder de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zowel de verdachte-werkgever als de getuigen-werknemers bij te staan. Het hof vernietigt de beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7166
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:26
Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts wordt onder meer verweten dat hij haar niet (voldoende) heeft geïnformeerd over de nadelen van de behandeling en de kwalificaties van de (niet BIG-geregistreerde) behandelaar, waardoor informed consent ontbrak. Het college overweegt dat de oogarts klaagster niet, althans onvoldoende, heeft geïnformeerd over het ontbreken van de BIG-registratie bij de behandelaar die de ooglaserbehandeling heeft uitgevoerd en over het bestaan van een verhoogd risico op blijvend droge ogen bij het uitvoeren van de ooglaserbehandeling. Klaagster is daardoor onvoldoende in de gelegenheid gesteld om goed geïnformeerd te kunnen beslissen over het laten uitvoeren van de ingreep. Daarvan valt de oogarts - nu de ooglaserbehandeling onder zijn supervisie plaatsvond - een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het college weegt mee dat de oogarts lering heeft getrokken uit de klacht. Volgt de oplegging van de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742696 / DW RK 23/422 LV/RH
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:6
De gerechtsdeurwaarder heeft het dwangbevel betekend en beslagmaatregelen aangekondigd. Hoewel klaagster hieruit had kunnen concluderen dat geen uitstel van betaling zou worden verleend, was het wellicht beter geweest indien de gerechtsdeurwaarder klaagster expliciet op de hoogte had gesteld dat het indienen van een klacht niet leidt tot uitstel van betaling. Dit is echter niet tuchtrechtelijk laakbaar.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:10 Raad van Discipline Amsterdam 24-215/A/A
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:10
Raadsbeslissing. Belangenconflict. Geen sprake van een situatie waarop gedragsregel 15 van toepassing is. Van belangenverstrengeling als bedoeld in gedragsregel 15 kan alleen sprake zijn als klaagster op enig moment de cliënte van verweerster is geweest, maar dat is niet gebleken. Klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6947
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:20
Deels gegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster is in behandeling bij een FACT-team. De psychiater was hier tijdelijk voor ongeveer 5 maanden ad interim werkzaam. Klaagster heeft een psychiatrische achtergrond, voornamelijk dwangproblematiek. De psychiater was de regiebehandelaar. Tussen klaagster en de psychiater bestond een visieverschil, maar dat hoefde niet te betekenen dat de psychiater alleen daarom direct overgedragen diende te worden aan een andere instelling. Dat de psychiater eerst de tijd heeft genomen alvorens overdracht aan een andere instelling te overwegen, is niet verwijtbaar. Wel meent het college dat de psychiater op twee momenten tekort is geschoten in de zorgverlening door eenzijdig de behandelrelatie op te zeggen. Hier had juist extra inspanning van de psychiater verwacht mogen worden. Ook heeft hij bij zijn vertrek niet gezorgd voor een deugdelijke overdracht. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht deels gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:154 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742891 / DW RK 23/432 LV/RH
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:154
Verschil in behandeling van twee dossiers wordt veroorzaakt door twee verschillende opdrachtgevers en verschil in het wel of niet beschikken over een executoriale titel door de gerechtsdeurwaarder. Klaagster heeft geen recht op een betaalregeling indien de opdrachtgever daar niet mee akkooord gaat.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:11 Raad van Discipline Amsterdam 24-727/A/A
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:11
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Verweerster heeft de belangen van klaagster voldoende behartigd en de zaak met voldoende voortvarendheid behandeld. De omstandigheid dat verweerster niet alle door klaagster aangeleverde informatie heeft gebruikt, is niet klachtwaardig. Het is immers aan verweerster om de juridische noodzaak en relevantie van de door klaagster aangeleverde informatie te beoordelen en daarbij ook af te wegen welke informatie in het belang van klaagster beter wel of niet kan worden overgelegd. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6946
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:21
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster is in behandeling bij een FACT-team. De psychiater was hier op invalbasis enkele keren werkzaam geweest en heeft alleen een intakegesprek in april en twee gesprekken in oktober met klaagster gehad. Op deze momenten was er geen aanleiding om klaagster alsnog door te verwijzen naar een ziekenhuis voor een behandeling. Het dossier bevat geen aanknopingspunten op basis waarvan moet worden geconcludeerd dat de psychiater naar aanleiding van beide gesprekken had moeten concluderen tot beëindiging van de behandelrelatie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:12 Raad van Discipline Amsterdam 24-532/A/A 24-536/A/A 24-537/A/A 24-538/A/A 24-539/A/A 24-540/A/A 24-541/A/A
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:12
Raadsbeslissing. De klacht is onder meer gericht tegen een advocatenkantoor en heeft daarnaast betrekking op de dienstverlening van enkele (voormalig) eigen advocaten, werkzaam bij dit kantoor. De klacht ziet op de organisatie en administratie van het kantoor en de uitvoering van hun diensten. Ook verwijt klaagster verweerders excessief te hebben gedeclareerd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7138
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:22
Gegronde klacht tegen een oogarts. Samenhangende zaak A2024/7139. De oogarts wordt verweten dat hij zonder toestemming bij klager andere lenzen heeft geïmplanteerd dan was afgesproken (a), dat hij klager daarover niet heeft geïnformeerd/dit aanvankelijk voor klager heeft verzwegen (b) en dat hij aan klager adequate nazorg heeft onthouden in de periode tussen de operatie en de controle na drie maanden, terwijl klager veel klachten had (c). Het college overweegt dat de oogarts onzorgvuldig heeft gehandeld door een ander type lens te implanteren dan met klager was afgesproken en door zich er onvoldoende van te vergewissen dat klager op de hoogte en akkoord was met het gewijzigde type lens. Ook is onzorgvuldig gehandeld door dit niet (direct) aan klager te vertellen, hiervan geen aantekening in het dossier te maken, dit niet binnen de kliniek te bespreken en niet met een actieve houding in de gaten te houden of klager klachten zou ontwikkelen. Pas nadat de oogarts op verzoek van klager bij een nacontrole drie maanden na de ingreep aanwezig was, heeft de oogarts klager verteld dat andere lenzen dan afgesproken waren geïmplanteerd. Het besluit tot een nieuwe lenswissel kon daardoor ook pas na drie maanden – in welke periode klager veel klachten had – worden genomen. Het college weegt mee dat de oogarts reflectie heeft getoond op zijn functioneren in deze zaak, onder meer door te melden dat hij klager direct had moeten inlichten en door een afspraak met klager te maken om hem persoonlijk zijn excuses aan te bieden. Ook weegt het college mee dat de oogarts niet eerder met het tuchtrecht in aanraking is geweest. Volgt de oplegging van de maatregel van een berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:6 Accountantskamer Zwolle 24/2415 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:6
Betrokkene heeft voldoende gegevens aan klagers verstrekt en doet geen (onterecht) beroep op zijn retentierecht. Het tweede klachtonderdeel heeft betrekking op de werkzaamheden die betrokkene heeft verricht in het kader van de overname van het bedrijf van klagers door de zoon van klager. De Accountantskamer vindt dat klagers niet aannemelijk hebben gemaakt dat betrokkene de regie had (die lag bij een daarin gespecialiseerd bedrijf, dat door de zoon van klagers was ingeschakeld) of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is geheel ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:13 Raad van Discipline Amsterdam 24-900/A/NH
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:13
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond omdat uit niets blijkt dat verweerster dreigende bewoordingen zou hebben geuit of dat zij niet bereid was om in overleg met de advocaat van klager te treden. Verweerster diende de belangen van haar cliënte en het stond haar in die hoedanigheid vrij om een mogelijke procedure aan te kondigen en te communiceren op de wijze zoals zij heeft gedaan. Dat de rechtbank de zittingsdatum heeft vastgesteld, kan verweerster niet worden verweten. Ook blijkt nergens uit dat verweerster de advocaat van klager niet bij de correspondentie zou hebben betrokken. Het laatste klachtonderdeel is kennelijk niet-ontvankelijk, omdat dit verwijt ziet op de verhouding tussen verweerster en haar cliënte.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7139
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:23
Kennelijk ongegronde klacht tegen een oogarts. Samenhangende zaak met zaak A2024/7138. De oogarts wordt gebrek aan nazorg en het stellen van het bedrijfsbelang boven het belang van de patiënt verweten. Het college kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de nazorg onvoldoende adequaat is geweest. Dat zij niet uit eigen beweging contact met klager heeft opgenomen, kan haar evenmin worden verweten, nu klager had aangegeven dat hij zelf het initiatief daartoe wilde nemen. Het college heeft evenmin aanwijzingen dat verweerster op enig moment het bedrijfsbelang van de kliniek boven het belang van (de gezondheid van) klager heeft gesteld.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:7 Accountantskamer Zwolle 24/2884 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:7
Gedeeltelijk gronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager is betrokken in een civielrechtelijk geschil. Hij is in de procedure bij de rechtbank met zijn tegenpartij overeengekomen dat een bindend advies zal worden gevraagd. Daartoe is een opdracht aan betrokkene verstrekt. Betrokkene heeft een bindend advies in de vorm van een memo uitgebracht. De verwijten van klager gaan over de totstandkoming en de inhoud van het memo. Vanwege de aard van het memo, een bindend advies, vindt een terughoudende toetsing door de Accountantskamer plaats. De klacht is gedeeltelijk gegrond want betrokkene is op twee punten tekortgeschoten en heeft het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6997
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:24
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij geen psychologische hulp heeft geboden dan wel geen second opinion mogelijk heeft gemaakt (a) en dat hij niet heeft gereageerd op de brieven van klager en zijn gemachtigde (b). Het college overweegt dat klager heeft niet toegelicht of onderbouwd op welke momenten hij de psychiater heeft gezien en welke specifieke verwijten hij de psychiater maakt. Daarnaast is het college van oordeel dat de psychiater correct heeft gehandeld door de brieven door te sturen aan de regiebehandelaar ter verdere afhandeling. De psychiater had slechts zijdelings en incidenteel een rol in de behandeling van klager, waardoor hij niet de juiste persoon was om te reageren op de hulpvragen van klager.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:8 Accountantskamer Zwolle 24/2621 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:8
Ongegronde klacht. Betrokkene is als CFO werkzaam bij een vennootschap waarvan de aandelen door een derde van klaagster zijn gekocht. Tussen deze derde als koper en klaagster als verkoper van de aandelen is een meningsverschil ontstaan. Dat gaat onder meer over de voorraad grondstoffen bij de vennootschap waarvan de aandelen zijn verkocht. Volgens de koper is de werkelijke voorraad grondstoffen aanzienlijk lager dan de geadministreerde voorraad. De verschillen lopen volgens de koper in de miljoenen. Betrokkene heeft een (voortgezet) onderzoek gedaan naar de verschillen en heeft daarover een memorandum geschreven. Tussen de koper en de vennootschap als eisers en klaagster als gedaagde is een gerechtelijke procedure gestart die mede is gebaseerd op het memorandum van betrokkene. Dit memorandum schiet volgens klaagster in meerdere opzichten tekort. De Accountantskamer wijst de klacht af, vooral omdat klaagster haar klacht niet op het correcte toetsingskader heeft gebaseerd. Bij toepassing van het wel correcte toetsingskader (kort gezegd: het memorandum is een standpunt in een civielrechtelijk geschil) heeft betrokkene niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld of nagelaten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:13 Hof van Discipline 's Gravenhage 230261
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:13
Klacht over advocaat van de wederpartij. Het betreft hier een wederzijds appel. De beroepsgronden van klaagster falen: het hof is met de raad van oordeel dat het verwijt dat verweerder op 27 mei en 7 juni 2022 in opdracht van zijn cliënt de heer S vanuit de derdengeldenrekening van zijn kantoor twee donaties heeft overgemaakt van (beide keren) een bedrag van € 50.000,-- aan de beheerder van de websites Onrecht.nl en Omrecht.nl, die als doelstelling had om publiekelijk de goede naam en reputatie van klaagster zwart te maken, ongegrond is omdat niet is gebleken dat verweerder ten tijde van die overboekingen wist of behoorde te weten dat de donaties waren bestemd voor het genereren van negatieve publicaties over klaagster op de websites Onrecht.nl en Omrecht.nl. Ook de beroepsgronden van verweerder falen: het hof is met de raad van oordeel dat het verwijt dat verweerder tussen 26 en 28 juni 2022 in opdracht van zijn cliënt de heer S een bedrag van € 50.000,-- heeft overgemaakt naar (de onderneming van) zijn voormalig cliënt de heer M, die op zijn beurt dit bedrag heeft overgemaakt aan de beheerder van de websites Onrecht.nl en Omrecht.nl, die als doelstelling had om publiekelijk de goede naam en reputatie van klaagster zwart te maken, gegrond is, omdat verweerder, anders dan ten tijde van het verrichten van de eerste twee overboekingen eind mei/begin juni, ten tijde van de betaling van de derde donatie bekend moet worden verondersteld met een verband tussen de donaties en de negatieve publicaties over klaagster. Het had op de weg van verweerder gelegen nader onderzoek te doen naar de juistheid van de stelling van de heer S dat hij geen enkele betrokkenheid had bij de negatieve publicaties over klaagster en geen genoegen te nemen met diens stellige ontkenning. Het stond verweerder dan ook niet vrij om op 24 juni 2022 ter zitting ten overstaan van de voorzieningenrechter iedere betrokkenheid van de heer S te betwisten. Het hof is van oordeel dat verweerder binnen de context waarin hij in opdracht voor zijn cliënt handelde de kernwaarden onafhankelijkheid en (financiële) integriteit ernstig heeft geschonden en onvoldoende de grenzen heeft bewaakt die gelden bij het dienen van het belang van zijn cliënt. Vernietiging raadsbeslissing voor wat betreft de maatregel, in die zin dat het hof tot een langere schorsing komt. Proceskostenveroordeling. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen voor het overige.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7092
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:25
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij geen zorgvuldig en deskundig onderzoek heeft gedaan (a), klaagster iets heeft laten tekenen waarvan zij niet wist wat het was tijdens een ‘enge ontmoeting’ (b) en in de rapportages dingen heeft opgeschreven die niet waar of onjuist zijn zodat sprake is van machtsmisbruik en valsheid in geschrifte. Door zijn rapport zijn verkeerde conclusies getrokken en heeft klaagster onterecht TBS opgelegd gekregen (c). Het college is van oordeel dat de psychiater het onderzoek in 2017 deskundig en zorgvuldig heeft verricht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:9 Accountantskamer Zwolle 24/2571 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:9
Klaagster heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing uitgevoerd. De drie gecontroleerde dossiers zijn onvoldoende bevonden. Deze tekortkomingen zijn nauwelijks weersproken. Daaruit blijkt volgens de Accountantskamer dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing nog altijd onvoldoende is. Ook de verplichte jaarlijkse evaluatie van de kwaliteitsambitie en de wijze waarop gewaarborgd is dat accountantsopdrachten conform wet- en regelgeving worden uitgevoerd is met onvoldoende diepgang en deskundigheid verricht. De klacht is gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:42 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/79
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 04-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:42
Hond. Dierenarts wordt verweten de hond van klaagster onvoldoende te hebben onderzocht en niet te hebben aangeboden om nader onderzoek te verrichten. [Gegrond] Er volgt een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:43 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/6
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:43
Rund. Dierenarts levert antibiotica (in de vorm van ‘droogzetters) aan een rundveehouder, zonder te voldoen aan de daarvoor geldende voorwaarden van bijlage 9 van de Regeling diergeneesmiddelen. [Gegrond] Er volgt geldboete van € 4.000, waarvan € 2.000 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:37 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/68
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 12-11-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:37
Rund. Klacht van een dierenwelzijnsorganisatie die ten doel heeft dierenleed in de Oostvaardersplassen te voorkomen. Beklaagde wordt verweten, samengevat, dat hij als verantwoordelijk dierenarts ten aanzien van met name Heckrunderen in het gebied en de beoordeling van hun conditie en het adviseren tot bijvoeren verwijtbaar nalatig handelt. [Ongegrond.]
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5501
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:11
Verweerder (medisch adviseur) wordt verweten een onjuist rapport te hebben opgesteld omdat er een onjuistheden in staan over een huisbezoek en over lichamelijk onderzoek. Ook wordt verweerder verweten dat hij de stukken en de jurisprudentie in zijn rapport niet goed heeft geïnterpreteerd. Gedeeltelijk gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:38 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/38
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:38
Hond. Dierenarts wordt verweten dat hij niet voortvarend heeft gehandeld als spoedarts tijdens een avond-/nachtdienst met betrekking tot een hond met een epileptische aanval, met als gevolg dat de gezondheidssituatie van de hond gedurende de nacht verder verslechterde en de volgende ochtend bij een andere dierenartsenpraktijk is besloten tot euthanasie. [Gegrond] Er volgt een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/52
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 17-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:39
Rund. Dierenarts wordt verweten een noodslachtverklaring onjuist, althans lichtvaardig te hebben ingevuld en dat hij de noodslachting heeft uitgevoerd, terwijl het betrokken rund zich nog in de wachttijd van een diergeneesmiddel bevond. [Gegrond] Het college ziet af van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:40 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/63
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:40
Dierverloskundige heeft veterinaire handelingen verricht waartoe hij niet bevoegd was, te weten keizersneden en de toepassing c.q. afgifte van UDD-gekanaliseerde diergeneesmiddelen. [Gegrond] De dierverloskundige wordt voorwaardelijk geschorst voor de duur van één jaar met daaraan gekoppeld een bijzondere voorwaarde.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:41 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/75
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 17-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:41
Konijn. Dierenarts wordt verweten tijdens een consult verwijtbaar nalatig te hebben gehandeld met betrekking tot het onderzoek en het vaccineren van een konijn. [Deels gegrond.] Volgt waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:12 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2500
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:12
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager is door zijn huisarts in 2022 verwezen naar een neuroloog in verband met al jaren bestaande invaliderende klachten van de linkerbil, met uitstraling naar het hele lichaam en naar het linkerbeen. De neuroloog heeft klager op zijn verzoek verwezen naar de orthopedisch chirurg. Klager heeft tijdens het consult het vermoeden geuit dat de klachten werden veroorzaakt door de piriformis (diep gelegen bilspier). Hij verwijt de orthopedisch chirurg dat (a) hij geen lichamelijk onderzoek heeft verricht tijdens het consult, (b) hij zich denigrerend heeft uitgelaten over een andere arts en (c) niet goed op de hoogte is van de behandelingen in zijn specialisatiegebied. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. Klager handhaaft in hoger beroep alleen de klachtonderdelen a en c. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager over de klachtonderdelen a en c.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-802/DH/DH
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:7
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij en lid dagelijks bestuur. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht is gericht tegen het dagelijks bestuur en voor zover wordt geklaagd over gedragsregels waar de wederpartij geen beroep op kan doen. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.