Zoekresultaten 1101-1150 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:196 Raad van Discipline Amsterdam 24-369/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:196
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Als partijdige belangenbehartiger is het de taak van verweerder om de belangen van zijn cliënt zo goed mogelijk te behartigen op een wijze als hem, in overleg met zijn cliënt, goeddunkt. Het tuchtrecht is er niet voor bedoeld de wederpartij instrumenten in handen te geven om de bewegingsvrijheid van de advocaat van de wederpartij te beknotten. Zolang binnen de grenzen van het betamelijke wordt gehandeld, kunnen klagers zich niet inlaten met de door verweerder als advocaat wederpartij gekozen strategie. Verder is niet gebleken dat verweerder gedragsregel 8 heeft geschonden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:271 Hof van Discipline 's Gravenhage 240062
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:271
Gegronde klacht over ten onrechte genomen executiemaatregelen. De titel, waarop de maatregelen waren gebaseerd, was vervallen door een uitspraak van het gerechtshof. In hoger beroep speelt alleen de vraag of klaagster wel een rechtstreeks eigen belang bij de klacht heeft. Het hof bevestigt dit en verzwaart de opgelegde maatregel tot 26 weken schorsing, waarvan 13 weken voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:190 Raad van Discipline Amsterdam 24-704/A/A 24-705/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:190
Voorzittersbeslissing; klachten over verweerders zijn gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn en gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang of vanwege het ne bis in idem beginsel en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:197 Raad van Discipline Amsterdam 24-282/A/A 24-285/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:197
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van verweerders die klaagster bijstonden in een echtscheidingsprocedure. Verweerders hebben klaagster voldoende geïnformeerd over de mogelijkheden van gefinancierde rechtsbijstand. Verder is niet gebleken dat verweerders onvoldoende zorgvuldig een minnelijke regeling tot stand hebben gebracht voor klaagster. De bijstand van verweerders voldeed aan hetgeen van redelijk handelend en redelijk bekwame advocaten mag worden verwacht in de gegeven omstandigheden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:272 Hof van Discipline 's Gravenhage 240202
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:272
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klager heeft al meerdere malen verzocht om toewijzing van een advocaat voor dezelfde kwesties. Telkens verzuimt klager om zijn verzoek feitelijk en begrijpelijk te onderbouwen. Misbruikbepaling.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:240 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6842
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 15-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:240
Deels gegronde klacht tegen een cardioloog. Klaagster heeft zich bij de stichting waar verweerster als cardioloog aan verbonden is aangemeldin verband met lichamelijke klachten. Klaagster is eenmalig op consult geweest. Daarnaast is er veel e-mail- en whatsappcontact geweest tussen klaagster en verweerster. Klaagster vindt dat verweerster haar niet goed heeft behandeld en foutieve facturen heeft gestuurd. Het college komt tot het oordeel dat de klacht wat betreft de facturen deels gegrond is. Ten aanzien van de behandeling oordeelt het college dat het hij op wetenschappelijke gronden de diagnose CVS/ME van verweerster niet kan volgen, maar dat het college ook niet kan vaststellen dat deze diagnose onjuist is omdat op dit terrein de diagnose wordt gesteld bij uitsluiting, zoals verweerster heeft gedaan. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond. Over de facturen is het college van oordeel dat verweerster de behandeling onder een onjuiste DBC-code in rekening heeft gebracht. Ook is op de factuur een fietsproef vermeld die niet is afgenomen en is het consult onterecht als ‘dagverpleging’ op de factuur opgenomen. Wat betreft de kosten die voor de digitale contacten in rekening zijn gebracht geldt dat dit aan zorgverleners is toegestaan, al is de gekozen DBC-code volgens het college discutabel. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt verweerster de maatregel op van een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:191 Raad van Discipline Amsterdam 24-698/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:191
Voorzittersbeslissing. Klacht niet ontvankelijk gelet op de overschrijding van de in artikel 46g onder a eerste lid Advocatenwet genoemde termijn. De stelling van klaagster dat de gevolgen van het handelen van verweerder pas na ommekomst van drie jaren bekend zijn geworden, wordt door de voorzitter verworpen. Er is naar het oordeel van de voorzitter ook geen sprake van (zeer) bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar zou kunnen maken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:192 Raad van Discipline Amsterdam 24-706/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:192
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld richting klaagster en het is niet aan de tuchtrechter om te oordelen over een juridisch inhoudelijk geschil tussen partijen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:274 Hof van Discipline 's Gravenhage 240138
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 31-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:274
Klacht tegen de deken niet verwezen. Misbruikbepaling.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6979
- Datum publicatie: 14-11-2024
- Datum uitspraak: 12-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:126
Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en verder kennelijk ongegrond. Familie van een in 2014 overleden patiënte klagen tegen een arts die destijds als arts (niet in opleiding tot specialist) nog maar kort werkzaam was op de afdeling van het ziekenhuis. De klacht gaat onder meer over onvoldoende lichamelijk onderzoek, het niet stellen van een differentiaal diagnose, het kiezen van een expectatief beleid en het voorschrijven van slaapmedicatie. De arts heeft onderzoek verricht bij patiënte en haar gesproken. De klacht over het handelen of nalaten meer dan 10 jaar voorafgaande aan de indieningsdatum van de klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6753
- Datum publicatie: 14-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:125
Klacht tegen een gz-psycholoog van ouders namens hun nog minderjarige dochter die op grond van een door de kinderrechter verleende machtiging verbleef in een (gesloten) accommodatie voor jeugdhulp. De gz-psycholoog was tijdens een deel van het verblijf als (regie)behandelaar betrokken. Klagers verwijten de gz-psycholoog dat vrijheidsbeperkende maatregelen werden toegepast met ernstig fysiek geweld, het acuut en eenzijdig opzeggen van de behandeling, het vernietigen van een onderzoeksrapport en het niet delen van de informatie uit dat onderzoek en dat de gz-psycholoog geen signaleringsplan suïcide heeft opgesteld. Het college komt tot het oordeel dat de klachten die gaan over het einde van de behandeling en het vernietigen van het onderzoeksrapport gegrond zijn en de overige klachten ongegrond. Het college legt een berisping op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:158 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-630/DB/ZWB
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 12-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:158
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De voorzitter oordeelt dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is, voor zover deze betrekking heeft op de inhoud en totstandkoming van de beschikking van 22 februari 2023, omdat verweerder daarbij niet betrokken is geweest. Voorts is de klacht, voor zover deze betrekking heeft op de beroepsprocedure, kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerder ook daarbij niet betrokken is geweest. De voorzitter is verder van oordeel dat verweerder noch van de inhoud van de beslissing op bezwaar, noch van de wijze waarop deze beslissing tot stand is gekomen, noch van de e-mail van 26 april 2024 een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De beslissing en de e-mail zijn gesteld in zakelijke bewoordingen en professioneel van toon. De door verweerder gebezigde kwalificaties zijn niet onnodig grievend. Niet is gebleken dat verweerder feiten heeft gepresenteerd waarvan hij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6832
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 13-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:125
Klaagster verwijt oogarts schending van zijn beroepsgeheim omdat hij in het kader van een civiele procedure, de medische gegevens van klaagster, zonder haar toestemming, aan een externe deskundige heeft verstrekt. Ook verwijt zij hem dat hij heeft geweigerd een verklaring in het dossier op te nemen en dat hij kosten in rekening wilde brengen voor het toesturen van het medisch dossier.Het gebruik van medische gegevens in een rechtszaak die door de arts tegen de patiënt wordt gestart. Voor deze situatie biedt de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ geen handvat. Verplichting tot onderbouwing van vordering in civiele procedure. Artikel 6 EVRM. Onderbouwing en afweging noodzaak tot gebruik van medische gegevens. Het college formuleert de uitgangspunten aansluitend bij de bestaande wet- en regelgeving en jurisprudentie. Beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit: uitsluitend relevante medische gegevens. Toestemming vragen aan patiënt bij voornemen tot doorbreking van geheimhoudingsplicht. Het overwegen van andere procedurele mogelijkheden als de patiënt geen toestemming geeft, zoals een beroep op artikel 22 Rv of verzoek tot benoeming deskundige. Overdracht van informatie die onder de geheimhoudingsplicht valt. Verantwoordelijkheid voor afweging relevantie en anonimisering van patiëntgegevens. Geheimhoudingsplicht is op ongeoorloofde wijze doorbroken. Handelen in strijd met art. 7:454 lid 2 BW. Kosteloze verstrekking afschrift medisch dossier. Gedeeltelijk gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:128 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745845 DW RK 24/56 EV/SM
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:128
Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er onder meer over dat op brieven van de gerechtsdeurwaarder de (natte) handtekening van de afzender ontbreekt. De kamer overweegt dat niet valt in te zien welk (wettelijk) voorschrift hiermee is overtreden.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:159 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-631/DB/ZWB
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 12-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:159
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De voorzitter oordeelt dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is, voor zover deze betrekking heeft op de inhoud en totstandkoming van de beschikking van 22 februari 2023, omdat verweerder daarbij niet betrokken is geweest. Voorts is de klacht, voor zover deze betrekking heeft op de beroepsprocedure, kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerder ook daarbij niet betrokken is geweest. Naar het oordeel van de voorzitter kan klaagster niet klagen over het optreden van verweerder in de bezwaarprocedure, noch over de e-mail van 26 april 2024. Klaagster was in die procedure namelijk geen partij en niet is gebleken dat klaagster door de wijze waarop verweerder het bezwaarschrift van mevrouw J heeft behandeld, in haar belang is of kon worden getroffen. De e-mail van 26 april 2024 was niet aan klaagster gericht en niet is gebleken dat klaagster door die e-mail in haar belang is of kon worden getroffen. De voorzitter verklaart de klacht met toepassing van artikel 46j Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6572
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 13-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:126
Oogarts wordt verweten herhaaldelijk fouten te hebben gemaakt tijdens de uitgevoerde operaties en dat zij klaagster niet serieus heeft genomen. Bloeding, lenstouch en ontsteking. Complicaties tijdens de operatie. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Geen objectieve aanwijzingen voor niet serieus nemen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:129 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747473 DW RK 24/103 EV/SM
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:129
Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder vragen van klaagster heeft genegeerd. Daarvan is geen sprake. De gerechtsdeurwaarder heeft echter er wel voor gekozen klaagster van minder informatie te voorzien omdat zij een soeverein verklaard burger is, aldus de gerechtsdeurwaarder. Van de gerechtsdeurwaarder mag verlangd worden dat hij, ten minste één keer, op vragen een zo volledig mogelijk antwoord geeft, voor zover dit tot de mogelijk behoort. Van een gerechtsdeurwaarder hoeft echter niet te worden verlangd dat hij hier onbeperkt gehoor aan geeft.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:177 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2601
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 25-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:177
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een lid-beroepsgenoot van een Regionaal Tuchtcollege. De klacht gaat over de behandeling van een klacht door het tuchtcollege en de inhoud van de beslissing van het college. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollegeheeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzitter van het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager tegen deze beslissing ingestelde beroep. In de onderhavige zaak heeft verweerster niet gehandeld als beroepsbeoefenaar in de zin vanartikel 47 Wet BIG, maar als (tucht)rechter. In die hoedanigheid kan zij niet tuchtrechtelijk worden aangesproken. Een andere uitleg zou namelijk een door de wetgever niet beoogde doorbreking betekenen van het tegen uitspraken van een regionaal tuchtcollege door de wet opengestelde hoger beroep bij het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6969
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 13-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:127
Klagers, de tweelingzus en schoonzoon van een overleden patiënte, dienden een klacht in tegen verweerster, de arts die betrokken was bij de zorg van patiënte. Ze beschuldigen haar van het actief beëindigen van het leven van patiënte, het volgen van de wensen van de echtgenoot zonder eigen medische verantwoordelijkheid, en het niet geven informatie. De voorzitter verklaart klagers niet ontvankelijk in hun klacht namens de patiënte. De echtgenoot en zoon van patiënte staan niet achter de klacht en de echtgenoot vertegenwoordigt in beginsel de wil van patiënte. Deze wordt namelijk geacht de wil van de patiënt het best te kennen. Klagers hebben geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot het oordeel dat klagers de wil van de patiënte vertegenwoordigen. Ook in hun eigen klacht worden zij niet-ontvankelijk verklaard dan wel is deze ongegrond. De voorzitter heeft er begrip voor dat klagers hebben geleden onder het stervensproces van hun (schoon)zus maar de klacht die daarover gaat heeft geen betrekking op een handelen of nalaten tegenover klagers zelf op het gebied van het individuele gezondheidsrecht. Voorts acht de voorzitter het een juiste handelwijze dat verweerster haar informatieverplichtingen jegens de echtgenoot nakwam. Patiënte was niet meer wilsbekwaam en dan dienen op grond van de wet de verplichtingen jegens de echtgenoot te worden nagekomen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:178 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2602
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 25-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:178
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een lid-beroepsgenoot van een Regionaal Tuchtcollege. De klacht gaat over de behandeling van een klacht door het tuchtcollege en de inhoud van de beslissing van het college. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollegeheeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzitter van het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager tegen deze beslissing ingestelde beroep. In de onderhavige zaak heeft verweerster niet gehandeld als beroepsbeoefenaar in de zin vanartikel 47 Wet BIG, maar als (tucht)rechter. In die hoedanigheid kan zij niet tuchtrechtelijk worden aangesproken. Een andere uitleg zou namelijk een door de wetgever niet beoogde doorbreking betekenen van het tegen uitspraken van een regionaal tuchtcollege door de wet opengestelde hoger beroep bij het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:130 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/737566 DW RK 23/272 EV/SM
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:130
Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder niet voldoet aan zijn actieve en passieve informatieplicht. Dat is niet gebleken. Klager werd per e-mail, middels Excel-overzichten en een ter beschikking gestelde digitale omgeving geïnformeerd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:131 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/755583 / DW RK 24/296 EV/SM
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:131
Klacht gegrond. Maatregel: ontzetting uit het ambt (en 10 jaren geen waarneming en toevoeging). Onder meer sprake van (langdurige) bewaringstekorten die de gerechtsdeurwaarders hebben getracht te verhullen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:157 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-629/DB/ZWB
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 12-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:157
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De voorzitter oordeelt dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is, voor zover deze betrekking heeft op de inhoud en totstandkoming van de beschikking van 22 februari 2023, omdat verweerder daarbij niet betrokken is geweest. Voorts is de klacht, voor zover deze betrekking heeft op de beroepsprocedure, kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerder ook daarbij niet betrokken is geweest. Naar het oordeel van de voorzitter kan klaagster niet klagen over het optreden van verweerder in de bezwaarprocedure, noch over de e-mail van 26 april 2024. Klaagster was in die procedure namelijk geen partij en niet is gebleken dat klaagster door de wijze waarop verweerder het bezwaarschrift van mevrouw J heeft behandeld, in haar belang is of kon worden getroffen. De e-mail van 26 april 2024 was niet aan klaagster gericht en niet is gebleken dat klaagster door die e-mail in haar belang is of kon worden getroffen. De voorzitter verklaart de klacht met toepassing van artikel 46j Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:127 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744892 DW RK 24/30 EV/SM
- Datum publicatie: 13-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:127
Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er onder meer over dat er loonbeslag is gelegd zonder dat klager weet wie de schuldeiser is. Niet weersproken is dat klager kort na de betekening van het dwangbevel contact heeft gelegd met de gerechtsdeurwaarder.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:270 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-312/AL/OV
- Datum publicatie: 12-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:270
Raadsbeslissing. Verweerder houdt zijn voorbereidende bespreking structureel een week voor de zitting, daarmee bewust het risico lopend dat hij geen nadere stukken meer kan indienen. Dat is niet in het belang van zijn cliënten. Verder houdt verweerder onvoldoende regie en is sprake van onvoldoende agendabeheer. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing van 8 weken met een proeftijd van 2 jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:271 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-341/AL/MN
- Datum publicatie: 12-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:271
Raadsbeslissing. Niet gebleken is dat op enig moment een misverstand kan hebben bestaan over de hoedanigheid van verweerster. Integendeel, dat is op alle momenten helder geweest. Verder is niet duidelijk is geworden welke onjuiste informatie verweerster zou hebben verstrekt of van welke onwaarheden verweerster klager zou hebben beticht. Dienaangaande is onvoldoende gesteld en dit is ook niet onderbouwd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:178 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-171/AL/OV
- Datum publicatie: 12-11-2024
- Datum uitspraak: 29-07-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:178
Klager heeft werkzaamheden verricht in de (privé) woning van verweerder. Over die werkzaamheden en de betaling is een geschil ontstaan. De raad oordeelt klager niet-ontvankelijk in zijn klacht., nu geen verband bestaat tussen de door verweerder in de privésfeer verrichte gedragingen en gedane uitlatingen en zijn praktijkuitoefening als advocaat.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:176 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2324
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:176
Klacht tegen een huisarts. Klaagster is patiënte van de huisarts en is in verband met haar bevalling medio 2022 opgenomen in het ziekenhuis. Een dag later heeft de arts-assistent gynaecologie (AIOS) telefonisch contact gezicht met de huisarts om hem te laten weten hoe de bevalling was verlopen en om te huisarts te verzoeken intensive home treatment voor klaagster in te schakelen. Klaagster verwijt de huisarts dat hij in dit telefoongesprek zonder haar toestemming privégegevens heeft gedeeld met de AIOS. Bovendien kloppen de gegevens niet; klaagster heeft geen borderline persoonlijkheidsproblematiek. Het Regionaal tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:155 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-384/DB/LI
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:155
Raadbeslissing. Klacht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris gegrond omdat hij, zonder klager te horen of anderszins in de gelegenheid te stellen om de klacht nader toe te lichten, de klachten heeft geformuleerd, beoordeeld en afgedaan. Aldus heeft verweerder gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 6.28 van de Voda. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn handelwijze het beginsel van hoor en wederhoor met voeten heeft getreden en daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Het optreden van verweerder is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Waarschuwing
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:173 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2467
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:173
Klacht tegen huisarts. Klager is bekend met autisme en is patiënt van de huisarts. Klager verwijt de huisarts kort gezegd dat 1) hij een gebrek aan kennis heeft over autismestoornissen of onvoldoende heeft gedaan om zich deze kennis eigen te maken, 2) hij het medicijn Bumetanide niet heeft voorgeschreven, 3) het medisch dossier niet op orde is, en 4) hij klager niet al veel eerder heeft doorverwezen naar een internist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:156 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-738/DB/OB
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:156
Raadsbeslissing. 60b verzoek. Op grond van artikel 60b lid 1 Advocatenwet kan de raad op verzoek van de deken een advocaat die tijdelijk of blijvend geen blijk geeft zijn praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen, voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk schorsen dan wel een of meer voorzieningen met betrekking tot de praktijkuitoefening van de betrokken advocaat treffen die de raad geboden acht. Verweerster heeft de aan het verzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden niet weersproken. Naar het oordeel van de raad is voldoende gebleken dat verweerster tijdelijk of blijvend niet in staat is haar praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen. In de gegeven omstandigheden acht de raad een schorsing van verweerster proportioneel. De raad wijst het verzoek van de deken dan ook toe en schorst verweerster op grond van artikel 60b Advocatenwet met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk. Tevens zal de raad de door de deken verzochte voorzieningen toewijzen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2423
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:174
Klacht tegen een verloskundige. Klaagster is in juni 2022 bevallen in het ziekenhuis waar de verloskundige werkt. De verloskundige was betrokken bij de bevalling van klaagster. Klaagster verwijt de verloskundige dat zij na de bevalling zonder waarschuwing heeft geprobeerd om klaagster vaginaal te onderzoeken. Daarnaast heeft de verloskundige volgens klaagster meermaals hard op haar buik geduwd en getrokken aan de nageboorte. Verder heeft de verloskundige gezegd dat zij wel wist waar klaagster woonde. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:175 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2339
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:175
Klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster is in juni 2022 bevallen in het ziekenhuis waar de gynaecoloog werkt. De gynaecoloog zag klaagster die dag op twee momenten: voorafgaand aan de bevalling om kennis te maken en na de bevalling. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat zij haar baby naakt en alleen heeft achtergelaten op een aankleedkussen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:180 Raad van Discipline Amsterdam 24-298/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:180
Raadsbeslissing; Klacht tegen de advocaat van de wederpartij gedeeltelijk gegrond. Oplegging waarschuwing. Verweerster heeft namens haar cliënte stukken ingediend, zonder deze gelijktijdig aan klager te sturen. Verweerster wist niet of klager op het moment van het indienen van de stukken een advocaat had. Verweerster heeft getracht dit nog tijdig te achterhalen, door klager een e-mail te sturen met de vraag of hij een advocaat had. Het enkele feit dat verweerster deze e-mail heeft gestuurd is in dat opzicht echter onvoldoende. In een situatie waarin snel gehandeld moet worden, zoals in aanloop naar een zitting, had verweerster meer zorgvuldigheid moeten betrachten. Verweerster had kunnen en moeten beseffen dat het zo kort voor de zitting voor klager méér van belang was om tijdig over de benodigde stukken te beschikken, dan dat zij zelf absolute zekerheid had over de bijstand van een advocaat. Naar het oordeel van de raad kan gezien het voorgaande aan verweerster in de specifieke omstandigheden van het geval een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt dat zij geen afschrift van de bij de rechtbank ingediende stukken aan klager heeft gezonden. Verweerster heeft verder een aangifte doorgestuurd, waaraan foto’s waren gehecht en waar commentaren aan waren toegevoegd. Uit de aangifte blijkt niet dat deze foto’s en commentaren onderdeel uitmaken van de oorspronkelijke aangifte. Er moet vanuit worden gegaan dat de aangifte in die zin is bewerkt. Verweerster heeft aangevoerd dat zij de aangifte van haar cliënte heeft ontvangen en deze sec heeft doorgestuurd. Daarmee gaat verweerster echter voorbij aan haar eigen verantwoordelijkheid als advocaat. Zeker in gevoelige familiezaken zoals de onderhavige waarin emoties hoog oplopen, mag van een advocaat een verhoogde zorgplicht en zorgvuldigheid worden verwacht over hoe met strafrechtelijke aangiftes moet worden omgegaan. Het doorsturen van een bewerkte en van foto’s voorziene aangifte past hier niet bij. Door de aangifte zonder nader onderzoek door te sturen, heeft verweerster haar zorgplicht geschonden. Verweerster had zich bewust moeten zijn van de potentiële impact van het doorsturen van de bewerkte aangifte en zorgvuldiger moeten handelen. Verweerster heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:236 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6977
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:236
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in het ziekenhuis na een herseninfarct en enkele dagen later overleden. Klager vindt met name dat zijn echtgenote geen goede zorg heeft ontvangen.Het college stelt vast dat de arts niet betrokken is geweest bij de zorg aan de echtgenote van klager op de avond en nacht van haar opname in het ziekenhuis en de eerste dagen daarna. Over die periode kan haar dan ook geen verwijt worden gemaakt. Het college is van oordeel dat de ingezette behandeling met intraveneuze trombolyse de juiste behandeling is in geval van een herseninfarct en in overeenstemming met de richtlijnen. In deze richtlijnen wordt rekening gehouden met hartaandoeningen en bijvoorbeeld een hoog cholesterol, zoals bij de echtgenote van klager aan de orde was, omdat dat vaker voorkomende aandoeningen zijn bij patiënten met een herseninfarct. Het college is het daarom niet eens met klager dat zijn echtgenote vanwege haar hoge cholesterol een andere behandeling had moeten krijgen; de ingezette behandeling was in lijn met de geldende richtlijn en er is niet gebleken dat er een reden was om daarvan af te wijken. Door een behandeling met intraveneuze trombolyse ontstaat een verhoogd risico op een bloeding in de hersenen en bij een grote bloeding is er een kans dat de patiënt overlijdt. Gemiddeld is de uitkomst voor patiënten met een herseninfarct echter beter met deze behandeling, dan zonder. Bij de echtgenote van klager is deze complicatie helaas opgetreden en zij is ook overleden. De arts kan hiervan geen verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:187 Raad van Discipline Amsterdam 24-418/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:187
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7140
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:120
Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster is door de huisarts gezien met pijnklachten. Een nader telefonisch consult volgde op dezelfde dag. Later diezelfde dag is klaagster opgenomen in het ziekenhuis met een longontsteking. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar niet serieus heeft genomen en haar ten onrechte niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:181 Raad van Discipline Amsterdam 24-436/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:181
Raadsbeslissing; Klacht tegen de (voormalig) eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Schorsing voor de duur van zes weken. Verweerder heeft willens en wetens met klagers een op grond van artikel 7.7 Verordening op de Advocatuur (Voda) verboden prijsafspraak (no cure no pay) gemaakt en heeft op grond van deze afspraak getracht conservatoir beslag te leggen. De raad gaat voorbij aan de rechtvaardiging die verweerder tracht te geven aan de door hem gemaakte verboden prijsafspraak. De raad is verder van oordeel dat verweerder ernstig tekort is geschoten in de communicatie met klagers op de wijze hoe hij onderhandelingen namens hen heeft gevoerd. Verweerder heeft overleg gevoerd over een schikking met de advocaat van de wederpartij zonder klagers daarbij te betrekken. Uiteindelijk heeft verweerder ingestemd met een (veel) lager schikkingsbedrag dan klagers wenselijk vonden. Verweerder heeft klagers daarbij onder zodanige druk gezet om de schikking te accepteren dat hij ook op dit punt de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare heeft overschreden. Verweerder heeft ten slotte geen deugdelijke tijdregistratie bijgehouden. Dat verweerder achteraf alsnog een urenverantwoording heeft opgemaakt, maakt het voorheen niet bijhouden van de uren niet minder verwijtbaar. Bovendien blijkt verweerder in de achteraf opgemaakte urenverantwoording ook niet zorgvuldig te werk te zijn gegaan, zo blijkt onder meer uit de tussen partijen gevoerde procedures.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:237 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7112
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:237
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in het ziekenhuis na een herseninfarct en enkele dagen later overleden. Klager vindt met name dat zijn echtgenote geen goede zorg heeft ontvangen.Het college stelt vast dat de neuroloog niet betrokken is geweest bij de zorg aan de echtgenote van klager op de avond en nacht van haar opname in het ziekenhuis. Van de behandeling in die periode kan de neuroloog dan ook geen verwijt worden gemaakt. Met de neuroloog is het college wel van oordeel dat de ingezette behandeling met intraveneuze trombolyse de juiste behandeling is in geval van een herseninfarct en in overeenstemming met de richtlijnen. In deze richtlijnen wordt rekening gehouden met hartaandoeningen en bijvoorbeeld een hoog cholesterol, zoals bij de echtgenote van klager aan de orde was, omdat dat vaker voorkomende aandoeningen zijn bij patiënten met een herseninfarct. Het college is het daarom niet eens met klager dat zijn echtgenote vanwege haar hoge cholesterol een andere behandeling had moeten krijgen; de ingezette behandeling was in lijn met de richtlijn en er is niet gebleken dat er een reden was om daarvan af te wijken. Door een behandeling met intraveneuze trombolyse ontstaat een verhoogd risico op een bloeding in de hersenen en bij een grote bloeding is er een kans dat de patiënt overlijdt. Gemiddeld is de uitkomst voor patiënten met een herseninfarct echter beter met deze behandeling, dan zonder. Bij de echtgenote van klager is deze complicatie helaas opgetreden en zij is ook overleden. De neuroloog kan hiervan geen verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:188 Raad van Discipline Amsterdam 24-667/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:188
Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk van onvoldoende gewicht. De stelling van klaagster dat er tussen klaagster en verweerder (mondeling) zou zijn afgesproken dat het eerste gesprek gratis was, wordt door haar niet nader onderbouwd en door verweerder uitdrukkelijk betwist. Ook is niet gebleken dat verweerder bewust een onjuist kantooradres aan klaagster heeft verstrekt en evenmin is gebleken dat klaagster door het handelen van verweerder is geschaad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7105
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:121
Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de vraag of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden door de wijze waarop hij klaagster heeft bejegend en onderzoek heeft gedaan tijdens een visite aan huis via de huisartsenpost. De huisarts concludeerde na onderzoek dat de klachten van klaagster niet dusdanig waren dat zij op dat moment ingestuurd moest worden en dat zij na het weekend naar haar eigen huisarts moest gaan. De volgende dag is klaagster op de spoedeisende hulp beland en opgenomen in het ziekenhuis. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:238 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7030
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:238
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster had last van hoofdpijnklachten en visusklachten. Zij werd door haar huisarts doorgestuurd naar de neuroloog voor onderzoek. De neuroloog vond geen neurologische afwijkingen die de klachten konden verklaren. Klaagster verwijt de neuroloog onder andere dat hij het onderzoek niet zorgvuldig heeft verricht en dat hij niet goed naar haar heeft geluisterd.Het college kan de wijze volgen waarop de neuroloog het onderzoek heeft verricht, en dat geldt ook voor de wijze waarop het beleid tot stand is gekomen. Hij heeft een standaardonderzoek uitgevoerd dat op basis van de verwijzing en het beeld waarmee klaagster kwam gebruikelijk is. Hij heeft klaagster een stukje laten lopen vanwege de voornamelijk lichamelijke klachten, zoals moeizaam lopen en pijn. Uit de stukken van beide partijen is gebleken dat er tijdens het consult ook ruimte was voor klaagster om vragen te stellen. Zo heeft de neuroloog - zowel op basis van de vraag van klaagster of hij naar haar ogen wilde kijken als vanwege een eerder geconstateerde (maar niet in de verwijzing genoemde) pseudotumor cerebri - naar de oogzenuw gekeken; mede in verband met mogelijke visusklachten. Bij het onderzoek van de neuroloog zijn geen neurologische afwijkingen gevonden die de klachten konden verklaren. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:189 Raad van Discipline Amsterdam 24-688/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:189
Voorzittersbeslissing; Klacht is niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn neergelegd in artikel 46g, lid 1 aanhef en onder a Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:232 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7038
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:232
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7211
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:122
Klacht tegen een longarts kennelijk ongegrond. Klager kwam bij de longarts om uitslagen van diverse onderzoeken te bespreken. In de artsenbrief aan de huisarts schreef de longarts onder andere dat hij lichamelijk onderzoek had verricht. Klager verwijt de longarts dat hij, anders dan in deze brief staat, geen lichamelijk onderzoek had verricht en dat het daarnaast niet tot de competenties van de longarts behoort een gebit te beoordelen. De longarts heeft de klacht gemotiveerd weersproken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:183 Raad van Discipline Amsterdam 24-063/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:183
Raadsbeslissing;. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat ongegrond. Dat verweerder niet aan alle wensen en verzoeken van klager heeft voldaan, betekent niet dat verweerders bijstand daarmee ondermaats is geweest. Verweerder heeft toegelicht welke keuzes hij bij de behandeling van de zaak van klager heeft gemaakt en het is de raad niet gebleken dat verweerder in verband daarmee op enige wijze tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:233 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7039
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:233
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7292
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 07-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123
De voormalig werkgever van een verpleegkundige verwijt hem dat hij de professionele grenzen heeft overschreden door eenmalig intiem seksueel contact te hebben met een psychisch kwetsbare patiënte die al jaren in behandeling was bij de instelling. Verweerder heeft dit (eenmalige) seksuele contact een dag na het gebeuren gemeld bij zijn manager en is daarop op non-actief gesteld en vervolgens op staande voet ontslagen. Verweerder heeft in het verweer aangegeven dat hij zich onder behandeling heeft laten stellen. Verweerder heeft aangegeven niet meer werkzaam te willen zijn in de zorg of hulpverlening. Hij heeft zijn BIG-registratie laten verlopen.Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en ontzegt de verpleegkundige het recht wederom in het register te worden ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7104
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:117
Klager verwijt een verpleegkundige in de penitentiaire inrichting die zij de ziekmelding van klager heeft gewijzigd. De verpleegkundige heeft aangegeven dat zij klager niet beter heeft gemeld en conform beleid in de inrichting naar de psycholoog heeft verwezen.Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:184 Raad van Discipline Amsterdam 24-305/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:184
Raadsbeslissing. De stellingen van partijen staan lijnrecht tegenover elkaar en hun verklaringen lopen zeer uiteen. Of er tussen hen een telefonische afspraak is gemaakt of verweerder in zijn klacht onwaarheden zou hebben verkondigd, kan de raad daarom niet vaststellen. Het is de raad niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Ten aanzien van het verwijt van klaagster dat verweerder met twee petten op zou hebben gehandeld door als advocaat zowel voor de moeder als voor B op te treden, overweegt de raad dat dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk is nu niet valt in te zien op welke wijze klaagster hierdoor rechtstreeks in haar belang zou zijn getroffen.