Zoekresultaten 2651-2700 van de 3780 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2133
- Datum publicatie: 19-06-2024
- Datum uitspraak: 19-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:110
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager is in januari 2016 op consult geweest bij de chirurg in verband met al langer bestaande en toenemende artrotische klachten aan de linkerknie bij een O-been stand. Er is besloten een standscorrectie van het been uit te voeren, waarbij een plaat en schroeven zijn geplaatst. Begin mei 2016 vond de operatie plaats. Aanvankelijk leek het herstel goed te gaan, maar in juni 2016 bleek tijdens een poliklinisch consult uit de controle röntgenfoto dat het osteosynthese materiaal was uitgebroken en een laterale tibiaplateau fractuur was ontstaan. Om de breuk te herstellen is klager een week later opnieuw geopereerd. De wond bleef na deze operatie open en lekken, waarna klager nog tweemaal is geopereerd om de wond te reinigen en een vacuümpomp te plaatsen. Ondanks wondverzorging kreeg klager weer pijn in zijn knie. In december 2016 zijn de plaat en de schroeven verwijderd en is de wond nogmaals met een vacuümpomp behandeld. Bij controle in augustus 2017 bleek het linkerbeen krommer te zijn en was er meer artrose dan voorheen. Klager verwijt de chirurg dat hij hem niet goed heeft geïnformeerd over het risico op de opgetreden complicaties door de operatie. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2255 en C2023/2256
- Datum publicatie: 19-06-2024
- Datum uitspraak: 19-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:111
Klacht tegen een tandarts. Klaagster had begin december 2020 een consult bij de tandarts. Vijf dagen later onderging klaagster bij de tandarts een wortelkanaalbehandeling. De dochter van klaagster nam daarna herhaaldelijk contact op met de tandartsenpraktijk, onder andere vanwege aanhoudende pijn. Halverwege december 2020 kwam klaagster terug bij de tandarts, maar zij weigerde plaats te nemen in de behandelstoel. De tandarts mocht ook niet in de mond van klaagster kijken. De reeds geplande vervolgafspraken werden door klaagster afgezegd. Een week later ontving klaagster een brief van de tandartsenpraktijk waarin aan klaagster en haar dochter werd gevraagd om naar een andere praktijk uit te kijken. Klaagster verwijt de tandarts dat zij de behandeling éénzijdig beëindigde, zonder gewichtige reden en de zorgvuldigheidseisen in acht te nemen. Ook verwijt klaagster de tandarts dat zij haar onvoldoende informeerde tijdens het consult begin december 2020 en niet de klinische bevindingen tijdens de wortelkanaalbehandeling noteerde. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdelen a), b) en c) gegrond verklaard, klachtonderdeel d) ongegrond en aan de tandarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd. Klaagster en de tandarts zijn allebei in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster, en verklaart het beroep van de tandarts gegrond ten aanzien van klachtonderdelen a) en b) en verklaart deze alsnog ongegrond. De maatregel van waarschuwing blijft in stand.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-774/AL/GLD 23-776/AL/GLD 23-777/AL/GLD
- Datum publicatie: 18-06-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:163
De raad verklaart het verzet tegen de voorzittersbeslissing ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6574
- Datum publicatie: 18-06-2024
- Datum uitspraak: 18-06-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:139
Kennelijk ongegronde klacht tegen een KNO-arts. Klaagster kwam met oorklachten bij de KNO-arts. Klaagster verwijt de kno-arts onder andere dat zij in het eerste consult geen gehoortest heeft afgenomen en de gehoortest pas in het derde consult voorstelde. Het college overweegt het volgende. Dat de kno-arts pas na drie maanden – op het derde consult, waar klaagster met verergerde klachten terugkwam – een audiogram voorstelde, is bij gehoorverlies en een otologische voorgeschiedenis aan de late kant. Uit het verweerschrift en het overgelegde medische dossier blijkt echter dat de kno-arts tijdens het eerste consult klaagsters oor wel zorgvuldig heeft onderzocht, de anamnese heeft afgenomen en naar aanleiding van haar bevindingen eerst een aantal mogelijke oorzaken, zoals een allergie en/of kaakproblemen, heeft willen uitsluiten. Toen de allergietest negatief bleek, dacht de kno-arts aan problemen met het kaakgewricht. Ook voor die mogelijkheid bevat het dossier voldoende aanwijzingen. Door de kaakfysiotherapie verminderde ook de spanning in de kaakgewrichten van klaagster. Het college is dan ook van oordeel dat, hoewel de kno-arts lang heeft gewacht met een gehoortest, de werkwijze om eerst andere oorzaken uit te sluiten van voldoende zorgvuldigheid getuigt en niet verwijtbaar is. De klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6733
- Datum publicatie: 17-06-2024
- Datum uitspraak: 07-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:64
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen, althans onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en dat de psychiater informatie in zijn rapport heeft verwerkt waarvoor klager geen toestemming heeft gegeven. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering heeft verschaft. De psychiater voert gemotiveerd verweer.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/52 en SHE/2023/53
- Datum publicatie: 17-06-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:11
Jarenlange fraude door boekhouder van notariskantoor, die ruim 3 miljoen euro heeft onttrokken aan derdengeldenrekening. Klacht van BFT tegen twee notarissen over (onopgemerkte) negatieve bewaringspositie en ontoereikende administratieve organisatie en interne controlemaatregelen. De kamer oordeelt dat de notarissen niet met de vereiste zorgvuldigheid hebben gehandeld door de bankpassen van de derdengeldenrekeningen van hun kantoren te bewaren in een (overdag niet afgesloten) kast op de financiële administratie. Daardoor hebben zij het risico voor lief genomen dat deze passen ook zouden kunnen worden gebruikt door anderen dan zij zelf of hun waarnemers, als dezen (onverhoopt) bekend zouden raken met hun pincode. Dit risico heeft zich verwezenlijkt omdat de boekhouder al jarenlang op de hoogte bleek te zijn van de pincode van één van de notarissen, waardoor hij overboekingen van de derdengeldenrekening naar zijn eigen rekeningen heeft kunnen klaarzetten, autoriseren, uitvoeren en (door op geraffineerde wijze gebruik te maken van PA-rekeningen) in de administratie heeft kunnen verhullen. Dit klachtonderdeel en het klachtonderdeel over de negatieve bewaringspositie worden gegrond verklaard. De klachtonderdelen over ontoereikende controle van de bewaringspositie, onjuiste berekening van de bewaringspositie en onvoldoende controle van (vervalste) betalingsopdrachten worden ongegrond verklaard. Gelet op de in de beslissing omschreven werkwijze van de boekhouder was sprake van dermate geraffineerde fraude dat van de notarissen niet kon worden verwacht dat zij daarop bedacht waren of dit zelf hadden kunnen ontdekken. Omdat ook de accountant en het BFT kennelijk nooit onraad hebben geroken, overweegt de kamer te hebben gemist dat het BFT (aantoonbaar) heeft gereflecteerd op de werking van de (wettelijk voorgeschreven) controlesystemen en daarbij ook de rol van de accountant en de eigen rol heeft betrokken met als doel hieruit lessen te leren die kunnen voorkomen dat zo’n grootschalige fraude zich kan herhalen. Mede omdat de notarissen – die zelf ook slachtoffer zijn van de fraude, die voor hen persoonlijk en voor hun medewerkers diepe impact heeft (gehad) – kosten noch moeite hebben gespaard om de gevolgen van de fraude waar mogelijk te beperken en hun (betalings-)organisatie te optimaliseren, acht de kamer een ontzetting uit het ambt of een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van het ambt niet passend. Een voorwaardelijke schorsing zou het meest passend zijn maar de Wna - anders dan de Advocatenwet - kent die mogelijkheid niet. Daarom volstaat de kamer met het opleggen van een berisping aan beide notarissen en worden zij in de proceskosten veroordeeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6731
- Datum publicatie: 17-06-2024
- Datum uitspraak: 07-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:65
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen, althans onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering heeft verschaft. De psychiater voert gemotiveerd verweer.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6711
- Datum publicatie: 17-06-2024
- Datum uitspraak: 11-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:66
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. De psychiater heeft klager onderzocht in het kader van een psychiatrische expertise. Klager verwijt de psychiater dat zij zich niet professioneel en onafhankelijk heeft opgesteld. De psychiater voert gemotiveerd verweer.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:160 Hof van Discipline 's Gravenhage 230115
- Datum publicatie: 14-06-2024
- Datum uitspraak: 28-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:160
Herstelbeslissing
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:16 Accountantskamer Zwolle 23/2298 Wtra AK
- Datum publicatie: 14-06-2024
- Datum uitspraak: 14-06-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:16
De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft een goedkeurende verklaring afgegeven bij de jaarrekening [jaartal1] van een leasemaatschappij. Het bestuur van de leasemaatschappij is bij het opstellen van deze jaarrekening ervan uitgegaan dat de onderneming haar bedrijfsactiviteiten zal voortzetten. Volgens klager heeft betrokkene onvoldoende onderzoek gedaan naar deze continuïteitsveronderstelling. Daarnaast verwijt klager betrokkene dat er een rubriceringsfout staat in de gepubliceerde jaarrekening [jaartal1] van de leasemaatschappij, omdat een deel van de obligatieleningen staat vermeld onder schulden aan de bank. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene wel voldoende onderzoek heeft gedaan naar de continuïteitsveronderstelling. Maar betrokkene heeft zijn zorgplicht met betrekking tot de door de onderneming gepubliceerde jaarrekening, die een fout bevat en waarbij zijn controleverklaring is gevoegd, niet nageleefd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:100 Raad van Discipline Amsterdam 24-279/A/NH
- Datum publicatie: 13-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:100
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond. Ten aanzien van klachtonderdeel a) heeft klager deels geen rechtstreeks belang. Voor het overige valt niet in te zien op welke wijze de uitlatingen onnodig grievend zouden kunnen zijn voor klager. Klachtonderdeel a) is daarom deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond. Daarnaast is niet gebleken dat verweerster onwaarheden zou hebben verkondigd. Klachtonderdeel b) is daarom kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:101 Raad van Discipline Amsterdam 24-283/A/A
- Datum publicatie: 13-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:101
Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak; klacht is kennelijk ongegrond. Verweerster heeft de zaak behandeld op grond van het feitenmateriaal dat haar cliënte haar had verstrekt. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:102 Raad van Discipline Amsterdam 24-307/A/NH 24-308/A/NH
- Datum publicatie: 13-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:102
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder mocht afgaan op de door zijn cliënt aan hem verstrekte informatie, er bestond geen aanleiding om aan de juistheid hiervan te twijfelen. Verweerder mocht daarnaast een verzoek tot faillietverklaring aankondigen, gelet op de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:159 Hof van Discipline 's Gravenhage 240050
- Datum publicatie: 13-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:159
Klaagster heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen, omdat het hier gaat om een vordering van € 1.000,-, zodat de kantonrechter de bevoegde instantie is. Voor een dergelijke procedure geldt geen verplichte procesvertegenwoordiging. Gelet hierop biedt art. 13 Advocatenwet geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek van klaagster. Beklag klaagster ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:103 Raad van Discipline Amsterdam 24-309/A/A 24-311/A/A
- Datum publicatie: 13-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:103
Voorzittersbeslissing. Verweerders hebben met hun handelen het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad, noch is er gebleken van het door hen handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamd. De klacht is daarom in beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5591
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:55
Klaagster beweert op jonge leeftijd hersenletsel te hebben opgelopen, wat haar leven belemmert. Ze zoekt erkenning en een operatie, maar medische scans tonen geen letsel. Ze beschuldigt de psychiater ervan dat deze haar negeert en een onjuiste diagnose van een psychose heeft gesteld. Het college concludeert dat verweerster heel goed naar klaagster heeft geluisterd, haar alle gelegenheid heeft geboden haar verhaal te doen en uitgebreid onderzoek heeft gedaan voordat zij tot haar conclusie is gekomen. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/734609 / DW RK 23/194 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:51
Klacht ongegrond. Niet gebleken dan wel aangetoond is dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft gereageerd op informatieverzoeken van klaagster. Niet geconcretiseerd is welke kosten zijn gemaakt waarvan klaagster niet op de hoogte was of had kunnen zijn. De door klaagster gestelde onbehoorlijke toonzetting van de gerechtsdeurwaarder is niet door onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742973 / DW RK 23/438 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:58
Verzet. Klager heeft geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk. De kamer heeft ten overvloede overwogen dat de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door het vonnis ten uitvoer te leggen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742185 / DW RK 23/408 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:52
Klacht deels gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte in het tarievenoverzicht opgenomen dat er kosten bij de opdrachtgever in rekening kunnen worden gebracht voor werkzaamheden die worden gemaakt voor een klachtenprocedure.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742770 / DW RK 23/427 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:59
Verzet. Klaagster heeft geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk. De kamer heeft ten overvloede overwogen dat de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door de titel ten uitvoer te leggen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5813
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:50
Klager is aangehouden met een alcoholpromillage van 2,369‰. De psychiater, die in opdracht van het CBR onderzoek doet naar alcoholmisbruik, stelt na een kort onderzoek de diagnose alcoholmisbruik. Klager klaagt erover dat de diagnose te snel en zonder voldoende vragen is gesteld. Het college oordeelt dat de klacht gegrond is, omdat de psychiater niet zorgvuldig genoeg te werk is gegaan en onvoldoende heeft doorgevraagd naar klagers drinkpatroon. Hierdoor was de diagnose niet goed onderbouwd. Het college legt de maatregel van berisping op vanwege gebrek aan zorgvuldigheid en professionele interesse.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730267 / DW RK 23/60 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:53
Klacht is gelet op gebrekkige communicatie van de gerechtsdeurwaarder gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5853
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:51
Verweerder (longarts) wordt verweten dat hij klaagster heeft beschuldigd van blowen. Verweerder heeft aangevoerd dat hij klaagster nergens van heeft beschuldigd maar heeft gevraagd naar cannabisgebruik om een goede diagnose te kunnen stellen.Oordeel college: Het stellen van een dergelijke vraag in het kader van een anamnese voor het stellen van een diagnose, is geen beschuldiging. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730291 / DW RK 23/64 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:54
Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet (tijdig) gereageerd op herhaalde verzoeken van de advocaat van klager om informatie en om aanpassing van de beslagvrije voet met terugwerkende kracht.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5663
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:52
De psychiater heeft een derde deskundigenrapport opgesteld in een langlopende letselschadeprocedure na een ongeval. Zij concludeert dat klager vermoedelijk een paranoïde persoonlijkheidsstoornis heeft die niet het gevolg is van het ongeval. De klager betwist de werkwijze en de conclusies van de psychiater. Het college verklaart de klacht gegrond. De psychiater had een goede onderzoeksopzet en methode, maar zij verwoordde haar bevindingen op een manier die niet objectief was en de feiten vervormde. Dit heeft geleid tot de schijn van vooringenomenheid en onzorgvuldigheid, wat in strijd is met de beroepsnormen. Daarnaast maakt de psychiater in haar rapportage een niet onderbouwde stap van een ‘vermoedelijke persoonlijkheidsstoornis’ naar een diagnostische conclusie “persoonlijkheidsstoornis,” waarbij deze diagnostische conclusie een bepalende rol heeft ten aanzien van het doel waarvoor het onderzoek is aangevraagd. Juist binnen de complexe context van deze zeer specifieke zaak heeft zij als rapporterend psychiater niet voldaan aan de kernwaarden zorgvuldigheid in formulering en onpartijdigheid. Zij heeft zich ook onvoldoende reflectief en leerbaar opgesteld. Daarom legt het college de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/736015 / DW RK 23/238 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:55
Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft gelet op zijn ministerieplicht niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel ten uitvoer te leggen. De klacht ten aanzien van het niet volledig terugbetalen van ingehouden gelden is een civiele aangelegenheid.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5878
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:53
Verweerder (longarts) wordt door klagers (patiënt en zoon van patiënt) verweten dat verweerder een verkeerde diagnose heeft gesteld en/of een onjuiste behandeling heeft uitgevoerd. Daardoor zou mogelijk schade zijn ontstaan. Verweerder heeft zich onprofessioneel gedragen richting de familie van patiënt door de familie aan te geven dat patiënt ongeneeslijk ziek zou zijn.Oordeel college: zoon van patiënt is voor enkele klachtonderdelen kennelijk niet-ontvankelijk omdat hij geen rechtstreeks belanghebbende is en daarom niet klachtgerechtigd is. Het college behandelt geen gevolgen van het handelen van verweerder. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:56 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/7438925 / DW RK 23/461 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:56
Verzet ongegrond. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. De betalingsregeling is komen te vervallen. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door beslag op het inkomen van klager te leggen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6133
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:54
Klaagster beweert op jonge leeftijd hersenletsel te hebben opgelopen, wat haar leven belemmert. Ze zoekt erkenning en een operatie, maar medische scans tonen geen letsel. Ze beschuldigt de psychiater ervan dat deze haar in een psychiatrische instelling wil plaatsen. Het college concludeert dat de psychiater adequaat heeft gehandeld, haar problemen serieus heeft genomen en haar naar een gespecialiseerd ziekenhuis heeft doorverwezen. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:57 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741875 / DW RK 23/397 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 12-06-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:57
Verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het vonnis ten uitvoer te leggen. Indien klager het met de berekende beslagvrije voet niet eens is, dient hij zich te wenden tot de civiele rechter.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:161 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-235/AL/GLD
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:161
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:162 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-697/AL/NN
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:162
De klachten tegen de eigen advocaat zijn gegrond. Verweerster erkent dat zij klaagster niet heeft geïnformeerd over wat de eisvermeerdering in hoger beroep van € 65.000,- naar (afgerond) € 465.000,- betekent voor een (mogelijke) proceskostenveroordeling. Verweerster stelt dat zij de processtrategie met bijbehorende risico’s zorgvuldig met klaagster heeft afgestemd wat betreft de koerswijziging in hoger beroep en het instellen van een procedure tegen de architect, maar erkent dat zij dat niet schriftelijk heeft bevestigd. Ook heeft verweerster haar stelling, die klaagster betwist, onvoldoende weten te onderbouwen. Verder is niet gebleken dat verweerster klaagster, die een rechtsbijstandverzekering had, rechtstreeks en tijdig heeft geïnformeerd over het verloop van de kosten en evenmin dat verweerster klaagster rechtstreeks en tijdig heeft gewaarschuwd voor mogelijke overschrijding van het maximum van het voor klaagster ter beschikking gestelde bedrag. De kernwaarden deskundigheid en financiële integriteit zijn in meerdere opzichten geschonden. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-263/AL/NN
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:157
De voorzitter verklaart een klacht over het handelen van de deken kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6639
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 11-06-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:137
Klaagster deels niet-ontvankelijk en deels ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klaagster vindt dat zij, ondanks haar positie als wettelijk vertegenwoordigster, niet of onvoldoende is geïnformeerd over de behandeling van haar moeder, die is overleden. Ook verwijt zij de specialist ouderengeneeskunde dat de medische behandeling (palliatieve sedatie) onjuist was. Uit het medisch dossier en hetgeen tijdens de zitting is besproken kan niet worden afgeleid dat de moeder ontevreden was over de medische behandeling en dat zij daarover een klacht had willen indienen. Gesteld noch gebleken is dat moeder informatie is onthouden over (de gevolgen van) de behandeling, of zich anderszins feiten of omstandigheden zich hebben voorgedaan die – indien moeder daarvan op de hoogte zou zijn geweest – zouden hebben geleid tot een andere beslissing dan door moeder genomen. Dit betekent dat klaagster deels niet-ontvankelijk is in haar klacht. Vanaf het moment dat moeder dat moeder niet meer aanspreekbaar was en zij haar wil niet meer (in voldoende mate) kon bepalen en/of uiten, trad klaagster op als wettelijk vertegenwoordiger van haar moeder en is zij ontvankelijk in haar klacht. Het college is op grond van de vastleggingen in het medisch dossier en de toelichting ter zitting van oordeel dat klaagster door de specialist ouderengeneeskunde in voldoende mate is geïnformeerd. Het college overweegt verder dat het medisch dossier van moeder geen aanwijzingen bevat dat op enig moment een palliatieve sedatie is ingezet. Moeder is overleden aan de gevolgen van ernstig leverfalen. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-160/AL/NN/D
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:158
Gegrond dekenbezwaar. Schending kernwaarde integriteit. De Raad voor Rechtsbijstand heeft geld voor toevoegingen die verweerder inmiddels in loondienst aanvroeg ten onrechte betaald op een bankrekeningnummer van de eenmanszaak van verweerder. Verweerder heeft geld bestemd voor zijn werkgever naar een eigen spaarrekening gestort en heeft over deze gang van zaken onjuiste verklaringen bij zijn werkgever afgelegd. Voor het handelen van verweerder bestaat op geen enkele wijze een rechtvaardiging. Onvoorwaardelijke schorsing van 52 weken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6640
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 11-06-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:138
Klaagster deels niet-ontvankelijk en deels ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster vindt dat zij, ondanks haar positie als wettelijk vertegenwoordigster, niet of onvoldoende is geïnformeerd over de behandeling van haar moeder, die is overleden. Ook verwijt zij de verpleegkundig specialist dat de medische behandeling (palliatieve sedatie) onjuist was. Uit het medisch dossier en hetgeen tijdens de zitting is besproken kan niet worden afgeleid dat de moeder ontevreden was over de medische behandeling en dat zij daarover een klacht had willen indienen. Gesteld noch gebleken is dat moeder informatie is onthouden over (de gevolgen van) de behandeling, of zich anderszins feiten of omstandigheden zich hebben voorgedaan die – indien moeder daarvan op de hoogte zou zijn geweest – zouden hebben geleid tot een andere beslissing dan door moeder genomen. Dit betekent dat klaagster deels niet-ontvankelijk is in haar klacht. Vanaf het moment dat moeder dat moeder niet meer aanspreekbaar was en zij haar wil niet meer (in voldoende mate) kon bepalen en/of uiten, trad klaagster op als wettelijk vertegenwoordiger van haar moeder en is zij ontvankelijk in haar klacht. Het college is op grond van de vastleggingen in het medisch dossier en de toelichting ter zitting van oordeel dat klaagster door de verpleegkundige specialist in voldoende mate is geïnformeerd. Het college overweegt verder dat het medisch dossier van moeder geen aanwijzingen bevat dat op enig moment een palliatieve sedatie is ingezet. Moeder is overleden aan de gevolgen van ernstig leverfalen. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/50
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:12
Klager verwijt de notaris dat zij niet zorgvuldig en onpartijdig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster. Dat de notaris op een intimiderende en denigrerende wijze bij klager heeft aangedrongen op overlegging van bepaalde stukken is niet gebleken, evenmin dat de notaris in opdracht van de erfgenamen met een vooropgezet plan de laatste wil van erflaatster teniet heeft willen doen. Terzake het door de notaris overgebrachte verzoek van de erfgenamen tot overhandiging van persoonlijke bezittingen van erflaatster kan de notaris geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt worden. Van het verzoek tot afgifte van een theeservies was klager op de hoogte gebracht dat hij daar geen gehoor aan hoefde te geven. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-100/AL/NN
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:159
Klacht advocaat wederpartij ongegrond. De omstandigheid dat een advocaat financiële stukken aanneemt op naam van de echtgenote van haar cliënt is in het algemeen niet klachtwaardig.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/48
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:13
Klager verwijt de notaris dat hij de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager niet voortvarend, adequaat en kundig heeft opgepakt. De notaris zou er te snel vanuit zijn gegaan dat door een mede erfgenaam voorgeschoten kosten ten behoeve van moeder (die onder bewind stond) terzake van kosten gemaakt voor haar overlijden ten laste van de nalatenschap gebracht konden worden. Ook heeft de notaris te hoge kosten gemaakt ten behoeve van de verkoop van de woning van de moeder. De kamer is van oordeel dat de notaris geen tuchtrechtelijke verwijten te maken zijn en verklaard de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:160 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-175/AL/MN
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:160
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/11 en SHE/2023/26
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:14
Klagers (moeder en dochter) verwijten de kandidaat-notaris dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen van de akte van verdeling van de eenmanszaak van erflater (vader). De akte bevat een feitelijke onjuistheid en klagers zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de akte. Wel hebben klaagsters een factuur en herinneringen voor het opstellen van de akte ontvangen. Na diverse verzoeken heeft de moeder met toestemming van de dochter een afschrift van de akte van verdeling ontvangen. De dochter heeft geen afschrift ontvangen. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris het vertrouwen heeft geschaad dat rechtszoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. Gezien de ernst van de verweten gedragingen is een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:154 Hof van Discipline 's Gravenhage 230168
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 27-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:154
Klager verwijt verweerder (advocaat van de wederpartij, een gemeente) gebruik in ontslagzaak van vertrouwelijke gespreksverslagen. Hof vernietigt uitspraak raad, klacht ongegrond. Hof kan niet oordelen over wat verweerder zijn cliënt al dan niet heeft geadviseerd/had moeten adviseren. Verweerder valt niet tuchtrechtelijk te verwijten dat de gespreksverslagen deel zijn gaan uitmaken van het dossier in de ontslagzaak van klager en evenmin dat die verslagen in de procedure in hoger beroep zijn ingebracht.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2131
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:106
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan haar linkervoet vanwege een hallux valgus. Klaagster verwijt de chirurg dat zij te weinig nazorg heeft geleverd na een operatie die waarschijnlijk ook niet goed is gegaan. Klaagster heeft daardoor nog steeds veel pijn. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:155 Hof van Discipline 's Gravenhage 230253
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 27-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:155
Klacht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van curator ingetrokken. Hof vernietigt beslissing raad en verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2172 en C2023/2211
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:107
Klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij zich bij onderzoeken seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. Het Regionaal Tuchtcollege kan niet vaststellen dat de huisarts zich seksueel grensoverschrijdend jegens klaagster heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond. Klaagster en de inspectie komen van deze klacht in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de verklaringen van klaagster consistent en betrouwbaar zijn en hecht daar meer waarde aan dan aan de ontkenningen door de huisarts. Daarbij neemt het Centraal Tuchtcollege in aanmerking dat sprake is van een patroon in het gedrag van de huisarts. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt daarom aannemelijk dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart het klachtonderdeel ten aanzien van het seksueel grensoverschrijdend gedrag alsnog gegrond, legt de huisarts de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op en ontzegt de huisarts het recht om opnieuw in het BIG-register ingeschreven te worden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:156 Hof van Discipline 's Gravenhage 230231
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 27-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:156
Bekrachtiging beslissing raad. Beroepsgronden klager falen. De stelling van klager dat hij telefonisch opdracht aan verweerder heeft gegeven voor het instellen van het hoger beroep, kan terzijde worden geschoven nu klager niet heeft kunnen onderbouwen wanneer dat gesprek met verweerder heeft plaatsgevonden en wat de inhoud van dat gesprek is geweest. Klager heeft deze stelling ook niet eerder ingenomen dan in het hoger beroep. Deze stelling van klager strookt bovendien niet met de brief van 21 augustus 2019 waarin verweerder met zoveel woorden vraagt of hij hoger beroep dient in te stellen voor klager. Ten aanzien van de opmerking van klager dat verweerder de telefoonnotie zou hebben vervalst, merkt het hof op dat klager deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl in de door klager overgelegde stukken ook geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden voor de juistheid van deze stelling. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2032
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:108
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de moeder van een – destijds – drie maanden oude baby die in het ziekenhuis was opgenomen vanwege een infectie met het RS-virus. Klaagster sliep bij haar zoon op de kamer. De verpleegkundige had die nacht dienst en maakte klaagster rond 23.30 uur wakker omdat haar zoon sinds 23.00 uur lag te huilen en een fles nodig had. De klacht gaat over de wijze waarop klaagster door de verpleegkundige werd gewekt. Ook stelt klaagster dat haar zoon die nacht niet de nodige zorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het deel van de klacht dat gaat over de zorg voor de zoon van klaagster gegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Het beroep van klaagster wordt voor het overige verworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:157 Hof van Discipline 's Gravenhage 230297
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:157
Klager was statutair bestuurder-directeur van een stichting. Verweerder heeft de voorzitter van de stichting geadviseerd en in het verlengde daarvan de stichting bijgestaan in procedures tegen klager. Klager klaagt erover dat verweerder de stichting niet had mogen bijstaan, omdat de voorzitter niet zelfstandig bevoegd was om de stichting te vertegenwoordigen. Ook beklaagt hij zich over door verweerder gegeven onjuiste adviezen, verkondigde onwaarheden en het bespreken van interne zaken van de stichting met onbevoegden. De raad heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2165
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:109
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de instelling waar de verpleegkundige heeft gewerkt. De klacht gaat over het feit dat de verpleegkundige zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen tegenover een kwetsbare patiënte die aan zijn zorg was toevertrouwd en dat hij medicatie heeft ontvreemd en aan de patiënte heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van schorsing op voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De verpleegkundige is van deze beslissing in beroep gekomen. Hij verzoekt het Centraal Tuchtcollege om de klacht gedeeltelijk gegrond te verklaren en om geen, althans een minder zware, maatregel op te leggen zoals een volledig voorwaardelijke schorsing. Het Centraal Tuchtcollege is ook van oordeel dat de klacht in zijn geheel gegrond is, en dat de maatregel van schorsing van twaalf maanden waarvan zes voorwaardelijk, passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:15 Accountantskamer Zwolle 23/2277 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 07-06-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:15
De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond. Betrokkene is werkzaam als medebestuurder van een STAK. Klaagster is ook medebestuurder van de STAK en enig certificaathoudster. Klaagster heeft eerder een tuchtklacht ingediend tegen betrokkene en haar dochter heeft dat ook gedaan. Klaagster verwijt betrokkene in deze klacht dat hij vanaf 2021 geen administratie voor de STAK heeft gevoerd en dat hij heeft geweigerd om informatie aan klaagster te verstrekken. Daarnaast verwijt klaagster hem dat hij de kosten van eerdere juridische procedures, waaronder de twee tuchtprocedures, bij de STAK heeft gedeclareerd en dat hij geen maatregelen heeft genomen om de problemen met betrekking tot deze en andere declaraties op te lossen. Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft betrokkene wel een administratie voor de STAK gevoerd en kan niet worden geconcludeerd dat hij klaagster onvoldoende van informatie heeft voorzien. Dat betrokkene de kosten van de tweede tuchtprocedure heeft gedeclareerd is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hetzelfde geldt voor het niet nemen van maatregelen met betrekking tot andere declaraties, omdat daarvoor geen aanleiding bestond. De klacht is in zoverre ongegrond. De klacht is voor het overige niet-ontvankelijk, omdat in de eerste en tweede klachtprocedure al is geklaagd over de kosten van de andere juridische procedures, waaronder de eerste tuchtprocedure.