ECLI:NL:TGDKG:2024:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742185 / DW RK 23/408 LvB/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:52
Datum uitspraak: 12-06-2024
Datum publicatie: 12-06-2024
Zaaknummer(s): C/13/742185 / DW RK 23/408 LvB/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht deels gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte in het tarievenoverzicht opgenomen dat er kosten bij de opdrachtgever in rekening kunnen worden gebracht voor werkzaamheden die worden gemaakt voor een klachtenprocedure.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juni 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/742185 / DW RK 23/408 LvB/WdJ ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klaagster,

tegen:

[  ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 15 november 2023, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 22 december 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Klaagster heeft haar klacht aangevuld bij e-mails, ingekomen op 24 maart 2024 en 8 april 2024. Bij e-mail, ingekomen op 19 april 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder nadere stukken overgelegd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2024 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is, met kennisgeving, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 12 juni 2024.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Op 16 januari 2023 heeft klaagster een executieopdracht gegeven aan de gerechtsdeurwaarder.

-          Tussen 19 januari 2023 en 15 juni 2023 is tussen klaagster en (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder gecorrespondeerd over het verloop van de executieopdracht.

-          Bij e-mails van 22 augustus 2023, 4 en 17 oktober 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de jurist van klaagster op de hoogte gebracht over de stand van zaken in het dossier van klaagster.

-          Bij e-mail van 13 november 2023 heeft [  ] klaagster desgevraagd medegedeeld op welke momenten zij de stand van zaken met betrekking tot het dossier van klaagster aan de gerechtsdeurwaarder heeft doorgegeven met het verzoek dit met klaagster te delen.

3. De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat:

a: de gerechtsdeurwaarder ondanks herhaalde verzoeken geen informatie geeft over betalingen uit de gelegde beslagen;

b: de gerechtsdeurwaarder onterecht correspondentiekosten in rekening brengt;

c: de gerechtsdeurwaarder een vergoeding vraagt voor de klachtprocedure in geval de klacht ongegrond wordt verklaard;

d: het klager wordt verboden informatie elders in te winnen.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a overweegt de kamer dat uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder de jurist van klaagster bij e-mails van 22 augustus 2023, 4 en 17 oktober 2023 op de hoogte heeft gebracht over de stand van zaken in het dossier van klaagster. Dit klachtonderdeel stuit hierop af. 

5.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de kamer dat niet aannemelijk is gemaakt of met stukken onderbouwd is dat de gerechtsdeurwaarder andere of meer kosten in rekening heeft gebracht dan in de algemene voorwaarden is opgenomen. Hoewel niet geheel transparant is welke werkzaamheden binnen het uurtarief vallen, is dit onderdeel van de klacht voorbehouden aan de civiele rechter. Het tuchtrecht is hiervoor niet de geëigende weg.

5.4.1 Ten aanzien van klachtonderdeel c overweegt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder conform de Gerechtsdeurwaardersverordening beschikt over een procedure die wordt gevolgd bij de behandeling van schriftelijke klachten. Nadat klaagster een eerdere klacht bij de kamer heeft ingediend, heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster bij e-mail van 15 juni 2023 gewezen op de tarieven en het klachtenreglement. Bij e-mail van 8 februari 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder de jurist van klaagster geïnformeerd dat de gemaakte behandelkosten in het dossier van klaagster aanzienlijk zijn vanwege de twee lopende klachtenprocedures die klaagster aanhangig heeft gemaakt. Verder is de jurist geïnformeerd dat de gerechtsdeurwaarder nog een bedrag van € 1.670,- in depot houdt voor eventuele toekomstig te maken kosten. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat dit depot ook wordt aangehouden in verband met de door klaagster ingediende klacht.

5.4.2 Onder punt 13.3 van het tarievenoverzicht van de gerechtsdeurwaarder is het volgende opgenomen: “Als er in het kader van werkzaamheden door opdrachtnemer een klachtenprocedure aanhangig wordt gemaakt die voortvloeit uit de door opdrachtgever gegeven opdracht en deze klacht niet gegrond blijkt, is opdrachtnemer gerechtigd de hiermee gepaard gaande werkzaamheden in rekening te brengen bij de opdrachtgever.”

Uit door de kamer van klaagster ontvangen correspondentie blijkt dat klaagster zich, in verband met de extra kosten die zij mogelijk aan de gerechtsdeurwaarder moet betalen in verband met de behandeling van de klacht, niet vrij voelde om bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn. De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder geen kosten bij de opdrachtgever in rekening zou mogen brengen die worden gemaakt voor een klachtenprocedure en is van mening dat het onderhavige artikel in het tarievenoverzicht van de gerechtsdeurwaarder niet op deze manier mag worden toegepast. Door op deze manier kosten bij klaagster in rekening te brengen miskent de gerechtsdeurwaarder het belang van de toegankelijkheid om een klachtenprocedure op te starten. Dit klachtonderdeel is terecht voorgesteld.

5.5 Ten aanzien van klachtonderdeel d overweegt de kamer dat indien een opdrachtgever informatie wenst over het verloop van een lopend dossier, het aan de opdrachtgever is om die informatie op te vragen bij de betreffende gerechtsdeurwaarder die de opdracht uitvoert. Een coördinerend gerechtsdeurwaarder kan en mag geen inhoudelijke informatie verstrekken met betrekking tot dossiers die niet bij de coördinerend gerechtsdeurwaarders in behandeling zijn. Dat de gerechtsdeurwaarder klaagster hier op gewezen heeft is niet tuchtrechtelijk laakbaar.

5.6 De kamer zal de klacht gelet op voorgaande deels gegrond verklaren. De kamer acht de maatregel van berisping in dit geval passend en geboden.

5.7 De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet jo de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van € 1.500,-.

5.8 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klaagster het betaalde griffierecht vergoedt.

5.9 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart klachtonderdeel c gegrond;
  • verklaart de klacht voor het overige ongegrond;
  • legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, te begroten op € 1.500,-, met aanzegging dat de ex artikel 43 lid 6 van de Gerechtsdeurwaarder te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder het bedrag van de kostenveroordeling moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per brief aan de gerechtsdeurwaarder zal worden medegedeeld;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder tot betaling aan klaagster van het griffiegeld van € 50,-, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. A.E. de Vos en M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.