ECLI:NL:TGDKG:2024:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730291 / DW RK 23/64 LvB/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:54
Datum uitspraak: 12-06-2024
Datum publicatie: 12-06-2024
Zaaknummer(s): C/13/730291 / DW RK 23/64 LvB/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet (tijdig) gereageerd op herhaalde verzoeken van de advocaat van klager om informatie en om aanpassing van de beslagvrije voet met terugwerkende kracht.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juni 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/730291 / DW RK 23/64 LvB/WdJ ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klager,

gemachtigde: [  ],

tegen:

[  ],

voormalig gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier, ingekomen op 28 februari 2023, heeft klager een klacht

ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 2 mei 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2024 alwaar klager met zijn gemachtigde is verschenen. De gerechtsdeurwaarder is niet verschenen. De kamer is er na diverse pogingen niet in geslaagd om de juiste adres-/ e-mail-/ telefoon-gegevens van de gerechtsdeurwaarder te achterhalen. De uitspraak is bepaald op

12 juni 2024.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Bij vonnis van de kantonrechter te Amsterdam van 15 februari 2006 is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag.

-          Op het moment dat de gerechtsdeurwaarder de incassering van de vordering medio mei 2014 in behandeling heeft genomen, was al executoriaal derdenbeslag gelegd onder het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) ten laste van klager.

-          Op 28 april 2022, 13 mei 2022 en 16 mei 2022 heeft het UWV respectievelijk € 2.394,30, € 550,63 en € 1.327,76 aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt.

-          Op 6 mei 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet vastgesteld op € 807,-.

-          Bij e-mail van 10 juni 2022 heeft een advocaat namens klager verzocht om relevante stukken van het gelegde beslag en de berekening van de beslagvrije voet.

-          Bij e-mails van 27 juni, 7 juli, 21 juli en 1 augustus 2022 heeft de advocaat het verzoek van 10 juni 2022 gerappelleerd.

-          Bij e-mail van 1 augustus 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder de berekening aan de advocaat van klager gezonden.

-          Bij e-mail van 2 augustus 2022 heeft de advocaat van klager verzocht de beslagvrije voet opnieuw vast te stellen en daarbij terugwerkende kracht toe te passen.

-          Bij e-mail van 5 en 18 augustus 2022 heeft de advocaat van klager zijn e-mail van 2 augustus 2022 gerappelleerd.

-          Op 23 augustus 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder de Model Mededeling Service aan klager en zijn advocaat gezonden.

-          Bij e-mail van 23 augustus 2022 heeft de advocaat van klager de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat niet inhoudelijk op eerdere verzoeken is gereageerd en dat de beslagvrije voet niet juist is vastgesteld.

-          Op 24 augustus 2022 is de beslagvrije voet verhoogd naar € 1.539,-.

-          Bij e-mail van 20 september 2022 heeft de advocaat van klager juridische stappen aangekondigd indien niet wordt overgegaan tot retourbetalingen.

-          Bij e-mails van 13 oktober en 27 oktober 2022 heeft de advocaat van klager zijn bericht van 20 september 2022 gerappelleerd. 

3. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

In de periode tussen juni en oktober 2022 zijn door klagers advocaat meer dan

45 e-mails verzonden aan de gerechtsdeurwaarder. Uiteindelijk heeft de gerechtsdeurwaarder in het zicht van een rechtszaak de hoogte van de beslagvrije voet aangepast. De gerechtsdeurwaarder weigert het teveel ontvangen bedrag terug te betalen. Klager stelt dat hij recht heeft op een terugbetaling van € 2.800,- en

€ 1.361,- ten behoeve van advocaatkosten. Verder verzoekt klager de kamer om de gerechtsdeurwaarder voor te dragen voor schorsing.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Weliswaar ontkent hij dat er meer dan 45 e-mails zijn verzonden, maar hij erkent dat hij te kort is geschoten bij het toezien op de juiste behandeling van de ontvangen correspondentie door zijn medewerkers. Niet alleen is niet direct gereageerd op de verzoeken van klager c.q. zijn advocaat, maar ook is niet ingegaan op herhaalde verzoeken om terugwerkende kracht toe te passen. 

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (waarnemend) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Op 2 mei 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager meegedeeld dat hij een bedrag van € 2.928,- zal overmaken wegens teveel ingehouden bedragen en dat hij € 450,- aan klager zal betalen terzake compensatie/schade.

5.3 De kamer verklaart de klacht gegrond en zal de gerechtsdeurwaarder als  maatregel een berisping opleggen. De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet jo de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Voor klager wordt die begroot op totaal € 200,- (een forfaitair bedrag van € 50,- en kosten van verleende rechtsbijstand van € 150,-: (1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt

€ 150,-).Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van

€ 1.500,-.

5.4 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht vergoedt.

5.5 Op grond van voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht gegrond;
  • legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, begroot op
    € 200,-;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, begroot op € 1.500,-, met aanzegging dat de ex artikel 43 lid 6 van de Gerechtsdeurwaarderswet te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder het bedrag van de kostenveroordeling moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per brief aan de gerechtsdeurwaarder zal worden medegedeeld;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht ad

€ 50,- vergoedt.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. A.E. de Vos en M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.