ECLI:NL:TGDKG:2024:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742770 / DW RK 23/427 LvB/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:59
Datum uitspraak: 12-06-2024
Datum publicatie: 12-06-2024
Zaaknummer(s): C/13/742770 / DW RK 23/427 LvB/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Klaagster heeft geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk. De kamer heeft ten overvloede overwogen dat de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door de titel ten uitvoer te leggen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juni 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 31 oktober 2023 met zaaknummer C/13/732927 / DW RK 23/136 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/742770 / DW RK 23/427 LvB/WdJ ingesteld door:

[  ];

vertegenwoordigd door [  ],

wonende te [  ],

klaagster,

gemachtigde: [  ],

tegen:

[  ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 26 april 2023, heeft klaagster een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op

21 juli 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 31 oktober 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van

3 november 2023 aan klaagster toegezonden. Bij e-mail, ingekomen op 19 november 2023, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij

e-mail van 22 november 2022 heeft klaagster haar verzet aangevuld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2024 alwaar de

gemachtigde van klaagster is verschenen en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder telefonisch is gehoord. De uitspraak is bepaald op 12 juni 2024.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. De beslissing is verzonden op 3 november 2023. De termijn begon daarmee te lopen op

4 november 2023 en eindigde op 17 november 2023. Het verzet is ingekomen op

19 november 2023, dus buiten de termijn van veertien dagen, zodat klaagster om die reden in het verzet niet-ontvankelijk verklaard zou moeten worden.

2.2 De kamer overweegt echter dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Klaagster heeft aangevoerd dat zij door verblijf elders, vanwege het regelen van zaken na het overlijden van de moeder van een vriend van klaagster, niet tijdig kennis heeft kunnen nemen van de beslissing van de voorzitter. Gelet hierop en de omstandigheid dat de termijnoverschrijding zeer gering is, zal klaagster in het verzet worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Op 26 september 2022 heeft klaagster verzocht het beslag op te heffen en meegedeeld dat voor iedere poging van de gerechtsdeurwaarder klaagster te beroven van haar geld de gerechtsdeurwaarder een boete van vijf miljoen euro is verschuldigd.

-          De gerechtsdeurwaarder heeft op 28 september 2022 (onder meer) geantwoord dat de executie niet wordt gestaakt.

-          Op 4 oktober 2022 heeft klaagster haar stellingen herhaald.

-          Op 7 oktober 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder hierop gereageerd.

-          Op 20 oktober 2022 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder in gebreke gesteld nu is vastgesteld dat de beslagen niet zijn opgeheven.

-          Op 21 oktober 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd en meegedeeld dat de beslagen gehandhaafd blijven.

-          Op 14 november 2022 heeft klaagster verzocht de eerder aangekondigde boete over te maken.

-          Op 20 april 2023 heeft klaagster (onder meer) om een gejuridiseerde akte, een akte van cessie, Commercial True Bill, verzekeringspolis en een machtiging tot juridisch handelen verzocht.

-          Op 24 april heeft de gerechtsdeurwaarder hierop inhoudelijk gereageerd.

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich samengevat over het volgende.

De gerechtsdeurwaarder negeert klaagsters schrijven, niet anders dan dat hij er niets mee doet.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.2 Gebleken is het volgende. De gerechtsdeurwaarder heeft aangegeven dat hij op alle correspondentie van klaagster heeft gereageerd. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat deze reacties niet zijn verzonden. Dat de gerechtsdeurwaarder niet aan verzoeken van klaagster heeft voldaan, levert nog geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen op. Daar is meer voor nodig, en dat is niet gebleken. De inhoud van de verzoeken van klaagster is daartoe ook niet voldoende.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klaagster als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet stelt klaagster de vraag of de gerechtsdeurwaarder publiekrechtelijk rechtsbevoegd is.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Klaagster heeft in haar verzet alleen de vraag gesteld of de gerechtsdeurwaarder publiekrechtelijk rechtsbevoegd is en heeft verder geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Amsterdam dient de kamer bij de behandeling van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter de oorspronkelijke klacht te toetsen. Dit betekent dat in verzet de oorspronkelijke klacht niet met nieuwe klachten kan worden aangevuld. Het verzet is dan ook niet-ontvankelijk.

7.2 De kamer overweegt ten overvloede dat een gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 11 van de Gerechtsdeurwaarderswet in beginsel verplicht is om ambtshandelingen, waartoe hij bevoegd is, te verrichten indien hierom wordt verzocht. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel ten uitvoer te leggen. Hiervoor is de door klaagster gestelde instemming niet noodzakelijk.

7.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. A.E. de Vos en M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.