ECLI:NL:TGDKG:2024:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730267 / DW RK 23/60 LvB/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:53
Datum uitspraak: 12-06-2024
Datum publicatie: 12-06-2024
Zaaknummer(s): C/13/730267 / DW RK 23/60 LvB/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht is gelet op gebrekkige communicatie van de gerechtsdeurwaarder gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juni 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/730267 / DW RK 23/60 LvB/WdJ ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klager,

tegen:

[  ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 24 februari 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij

verweerschrift, ingekomen op 7 juni 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Klager heeft zijn klacht aangevuld bij brief met bijlagen, ingekomen op 22 april 2024. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2024 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 12 juni 2024.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Op 16 mei 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet herberekend.

-          Bij e-mail van 17 juni 2022 heeft een advocaat van klager de gerechtsdeurwaarder verzocht nogmaals naar de berekening van de beslagvrije voet te kijken.

-          Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 20 juni 2022 gereageerd.

-          Bij brief van 6 juli 2022 heeft klager bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de beslagvrije voet en verzocht het teveel ingehouden bedrag terug te storten.

-          Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder klager om bewijsstukken gevraagd waaruit zou blijken dat de beslagvrije voet niet klopt.

-          Op 2 augustus 2022 heeft een andere advocaat zich namens klager tot de gerechtsdeurwaarder gewend.

-          Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder op 3 augustus 2022 gereageerd.

-          Op 22 december 2022 en 11 januari 2023 is de gerechtsdeurwaarder gebeld door twee schuldhulpmaatjes.          

3. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

De gerechtsdeurwaarder houdt per 16 mei 2022 € 485,23 in van klagers AOW, terwijl voor die tijd € 203,07 werd ingehouden. Zonder uitleg van de gerechtsdeurwaarder moet klager zoveel meer betalen dan de zeven jaar daarvoor. Er wordt bij de vaststelling van de beslagvrije voet geen rekening gehouden met het feit dat klager in Marokko vrouw en kinderen heeft en ook in Nederland kinderen heeft. Klager wil door het indienen van de klacht bewerkstelligen dat hij naar het oude bedrag terug gaat en het teveel betaalde vanaf mei 2022 met terugwerkende kracht terug krijgt. 

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en toegevoegd gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 De kamer overweegt dat deze (tuchtrecht) procedure zich niet leent voor het vaststellen van de hoogte van een beslagvrije voet. Een oordeel daarover is voorbehouden aan de civiele rechter. Wel staat ter beoordeling of de gerechtsdeurwaarder voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het (her)berekenen van de beslagvrije voet en het communiceren daarover.

5.3 Uit de overgelegde producties blijkt dat door verschillende partijen namens klager is verzocht om uitleg over de verhoogde inhouding op de AOW-uitkering van klager sinds 16 mei 2022. De gerechtsdeurwaarder heeft aangegeven dat de beslagvrije voet correct is berekend en dat het (grote) verschil met de eerdere inhoudingen is gelegen in de omstandigheid dat sinds 1 januari 2021 de wet vereenvoudiging beslagvrije voet is ingetreden. Vanaf dat moment moet de beslagvrije voet elk jaar worden herberekend, hetgeen op 16 mei 2022 is gebeurd.

5.4 Op 17 juni 2023 heeft advocaat [  ] een e-mail naar de gerechtsdeurwaarder gestuurd. De kamer overweegt dat uit deze e-mail duidelijk blijkt dat aanpassing van de beslagvrije voet wordt beoogd. De toonzetting in de reactie van de gerechtsdeurwaarder op 20 juni 2022: “Wat is nu precies de strekking van uw w-mail? Wat probeert u nu te bewerkstelligen? Wat vraagt u nu precies van mij?”, is niet professioneel. De gerechtsdeurwaarder had het verzoek van advocaat [  ] serieus moeten nemen. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om, mede gelet op het feit dat de maandelijkse inhouding van € 203,07 ineens was verhoogd naar een bedrag van € 485,23, toe te lichten waar het verschil in is gelegen. Niet gebleken dan wel aangetoond is dat de gerechtsdeurwaarder dit heeft gedaan. De gerechtsdeurwaarder had tevens duidelijker moeten uitleggen dat het huwelijk van klager in Marokko niet van invloed is op de berekening van de beslagvrije voet, volgens de gerechtsdeurwaarder omdat geen sprake is van een gezamenlijke huishouding in Nederland. Ook had de gerechtsdeurwaarder klager in deze situatie moeten adviseren om naar de civiele rechter te gaan indien hij het niet eens was met de hoogte van de beslagvrije voet. Van de gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat ze een duidelijkere uitleg had gegeven dan dat zij tot nu toe heeft gedaan.

5.5 De kamer verklaart de klacht, gelet op de gebrekkige communicatie van de gerechtsdeurwaarder, gegrond en acht de maatregel van waarschuwing in dit geval passend en geboden. Bij die stand van zaken ziet de kamer geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen in de kosten van de procedure. Omdat de klacht gegrond is, dient de gerechtsdeurwaarder wel aan klager het betaalde griffierecht te vergoeden, alsmede de door klager gemaakte (forfaitair vast te stellen) kosten.

5.6 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht gegrond;
  • legt de gerechtsdeurwaarder voor het gegronde deel van de klacht de maatregel van waarschuwing op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,-, te betalen nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht ad € 50,- vergoedt, nadat de beslissing onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. A.E. de Vos en M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

.