Zoekresultaten 13651-13700 van de 14089 resultaten

  • ECLI:NL:TDIVTC:2010:YF0259 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2009/66

    Dierenarts laat via tussenpersoon UDA-middelen aan veehouders verstrekken zonder de dieren te hebben onderzocht.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2010:YF0258 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2009/47

    Dierenarts gaat opnieuw in de fout bij verstrekking gekanaliseerde diergeneesmiddelen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0413 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 176

    Klagers, tevens werkgevers, verwijten de psychiater dat hij zonder klagers of de bedrijfsarts te horen, enkel gebaseerd op de visie van werkneemster, een negatieve verklaring over klagers heeft opgesteld die de advocaat van werkneemster heeft overgelegd in een verzoekschriftprocedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een (aanmerkelijke) schadevergoeding. De psychiater heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College dat in ziet dat klagers een zeker (financieel) belang hebben in de deze kwestie is echter van oordeel dat klagers, in hun hoedanigheid van werkgever niet kunnen worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbenden in de zin van art. 65 lid 1 onder a van de Wet BIG en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. Tevens bepaalt het College dat deze beslissing op voet van art. 71 Wet Big zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0412 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 51

    Klager, de zoon van de inmiddels overleden patiënte verwijt de huisarts dat deze hem tijdens een specifiek consult onbeschoft, weinig sociaal en weinig menselijk heeft bejegend, zeker in de tijd dat patiënte er erg slecht aan toe was. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat de reactie van de huisarts op het incident dat plaatsvond tijdens het specifieke consult niet goed is geweest en legt de huisarts de lichtste maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0414 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 121

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij het uitspuiten van haar oren ten onrechte heeft overgelaten aan een doktersassistente en de destijds binnen de praktijk van de huisarts getroffen maatregelen en het geldende protocol voor het uitvoeren van een cerumenlavage onvoldoende waarborgen gaven voor een juiste en zorgvuldige behandeling. Tenslotte verwijt klaagster de huisarts dat hij na vaststelling van de trommelvliesperforatie onvoldoende heeft gedaan om klaagster snel onder behandeling te krijgeven van een specialist. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht in al haar onderdelen af.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0409 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 o 032a

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat deze te lang heeft gewacht met het verrichten van een sectio met als gevolg een perinatale asfyxie met nierinsufficiëntie en voedingsproblemen bij haar zoontje. Klaagster verwijt de gynaecoloog voorts dat hij haar, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, geen uitleg heeft gegeven over de gang van zaken voorafgaand aan de spoedsectio. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel gegrond is maar laat zich niet uit over het causaal verband tussen het de gynaecoloog verweten handelen en de asfyxie en de nierinsufficiëntie van het kind. Dit valt buiten het bestek van de tuchtrechtelijke beoordeling van het handelen van de gynaecoloog. Het College is van oordeel dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is. Het College legt de arts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0411 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 205

    Klaagster verwijt de plastisch chirurg achtereenvolgens dat hij de correctie van haar bovenoogleden en de littekens onjuist heeft uitgevoerd, de behandeling gehaast heeft uitgevoerd in een niet steriele ruimte, een onnodige behandeling aan de zijkant van haar neus heeft verricht en haar heeft geïntimideerd. De plastisch chirurg heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en derhalve afgewezen. Wel is het College van oordeel dat de verslaglegging van de plastisch chirurg zeer summier is, een en ander heeft echter geen gevolgen voor de behandeling van klaagster gehad.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0410 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 111

    Klaagster verwijt de huisarts in eerste instantie dat hij in een acute situatie vanuit de huisartsenpost te lang telefonisch contact met haar heeft onderhouden en de inhoud van het gesprek ver onder de maat was. Vervolgens verwijt klaagster de huisarts dat hij te laat in consult is gekomen en dat de hulp die hij tenslotte bood, sterk te wensen heeft overgelaten. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat de huisarts in meerdere opzichten niet de zorg heeft betracht die van hem gevergd mocht worden en heeft de huisarts de maatregel van berisping opgelegd. Om redenen aan het algemeen belang ontleend zal de beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG worden bekendgemaakt in de Nederlandse staatscourant en worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0408 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09126

    Klaagster verwijt verweerster dat zij nalatig is geweest om actie te ondernemen, waardoor de echtgenoot van klaagster is overleden. Klaagster vraagt zich af of het juist is, dat verweerster bij overdracht van de dienst niet naar patiënt is gaan kijken. Bovendien klaagt zij over de bejegening. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerster verwijtbaar te kort is geschoten door na de overdracht, waarbij zij vernam dat het (stabiel) slecht ging met de patiënt, niet naar de patiënt te gaan kijken. Ook de communicatie met de familie van patiënt is tuchtrechtelijk verwijtbaar nu verweerster haar professionele handelen ten behoeve van een patiënt heeft laten beïnvloeden door het optreden van de familie. Waarschuwing. Voor het overige heeft verweerster correct gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0406 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2009/04

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0407 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2009/52

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0404 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 146/2009

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster was administratief medewerker. Zij was bekend met chronische aspecifieke rugklachten en vanwege deze klachten al langdurig (gedeeltelijk) uitgevallen. Het college acht de klacht gedeeltelijk gegrond en waarschuwt verweerder. Verweerder had gelet op de ziektegeschiedenis van klaagster , haar inspanningen om steeds gedeeltelijk te blijven werken en de door haar aangeleverde informatie van behandelaars niet zonder meer mogen concluderen dat klaagster haar werk volledig kon hervatten. Verweerder had bijvoorbeeld zijn beleid bij kunnen stellen, nader onderzoek kunnen doen of aanvullende informatie kunnen opvragen. Hij had op zijn minst aan moeten geven waarom hij zijn beleid richting volledige werkhervatting onveranderd doorzette. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0405 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 143/2009

    Klacht tegen bedrijfsarts. Gegrond voor zover het gaat om vermelding borderline persoonlijkheidssoornis als diagnose, uitsluitend op basis van de informatie van klaagster dat dit in het verleden aan de orde was geweest terwijl dit niet het verzuim in die periode bepaalde. Overige klachtonderdelen, onder meer over ontbreken klachtenregeling, ongegrond. Het college acht het wel dienstig dat er ook voor zelfstandige bedrijfsartsen de mogelijkheid komt om gebruik te maken van een uniforme klachtenregeling. Zulks bestaat immers al voor bedrijfsartsen in dienst van een organisatie die is aangesloten bij de Uniforme Klachtregeling Arbodiensten en voor bedrijfsartsen, aangesloten bij het ZBA-netwerk, terwijl overigens de KNMG-gedragsregels voor artsen en de Beroepscode voor bedrijfsartsen de aanwezigheid van een klachtenregeling veronderstellen. Waarschuwing en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 287/2009

    Klacht tegen oogarts. Klager wordt verwezen door de MDL-arts met het verzoek te bezien of de oogklachten te maken kunnen hebben met de medicatie tegen hepatitis C. Na onderzoek stelt verweerder klager gerust. Klager is van oordeel dat hij niet serieus is genomen en onheus is bejegend. Klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0388 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 149/2009

    Klacht tegen verzekeringsarts. Verweerder heeft in het kader van een herbeoordeling WAO over klaagster gerapporteerd. Klaagster stelt dat verweerder onbevoegd en ondeskundig de diagnose narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft gesteld, zonder de huisarts of andere deskundigen te raadplegen en zonder (voldoende) eigen diagnostisch onderzoek. Ook heeft verweerder allerlei gegevens over klaagster onjuist vermeld. Zij noemt de rapportages verre van objectief en getuigen van rancune en minachting. Het college constateert dat verweerder uitsluitend als diagnose een aanpassingsstoornis heeft vermeld, hetgeen hij kon doen zonder (specialistisch) vervolgonderzoek. De klacht wordt ook voor het overige als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0395 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 288/2009

    Klacht tegen revalidatiearts. Klager wordt in verband met aanhoudende rug- en voetklachten door zijn huisarts verwezen naar verweerder. Deze verwijst naar een fysiotherapeut, een orthopedisch schoenmaker, een neuroloog, de polikliniek anesthesie voor een pijnblokkade en een multidisciplinair poliklinisch revalidatieprogramma. Klager verwijt verweerder een onheuse bejegening, onvoldoende zorg, verkeerde doorverwijzing en het niet willen afgeven van zijn dossier. De klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0389 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 190/2009

    Klacht tegen huisarts. Klager is bekend met een alcoholprobleem en is gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek. Hij heeft verlof en wordt geacht zich weer te melden, maar doet dat niet. Verweerder wordt in de waarneming gebeld, eerst door een buurvouw en dan door klager zelf. Verweerder belt met de kliniek en verneemt dan dat klager net is bezocht door een verpleegkundige. Op basis hiervan adviseert hij klager telefonisch om zich te melden bij de kliniek en biedt hij aan een ambulance te bellen. Klager weigert. Klacht, inhoudende dat verweerder medische zorg heeft onthouden, wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0396 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/026

    Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen beslissing van het Regionaal Tuchtcollege dat klacht ongegrond is. Het beroepschrift bevat niet de gronden van het beroep. Klager is in de gelegenheid gesteld dit verzuim te herstellen, maar ook uit zijn reacties blijkt onvoldoende waarom hij het niet eens is met het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0390 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 191/2009

    Klacht tegen huisarts. Het verwijt luidt dat verweerder aan de jongste zoon van klager heeft gezegd dat klager al meer dan 30 jaar alcoholist is en dit in de p.c. heeft opgenomen waar alle huisartsen inzage in hebben. Dit is overgenomen door de volgende huisarts en heeft een rol gespeeld bij een gedwongen opname van klager. Het college oordeelt dat het dossier geen houvast biedt voor de stelling van klager en wijst de klacht als kennelijk ongegegrond in raadkamer af.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0391 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 192/2009

    Klacht tegen huisarts. Deze heeft een brief opgesteld op verzoek van de psychiater ter ondersteuning van de rechterlijke machtiging. Vervolgens wordt klager met een voorlopige machtiging gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek. Klacht dat informatie zonder toestemming is verleend en dat verweerster geen diagnose heeft kunnen stellen. College oordeelt dat informatieverschaffing is gebaseerd op de Wet BOPZ en dat geen diagnose is gesteld. Klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0392 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 203/2009

    Klacht tegen arts. Arts contateert na foto sleutelbeenbreuk en maakt vervolg afspraak voor over een week. Klager verwijt de arts dat zij geen nader onderzoek heeft gedaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0393 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 250/2009

    Klacht tegen verzekeringsarts. Beoordeling einde wachttijd in het kader van de WIA door verweerder. Klachten: vervalsing officiële documenten, belediging, bedreiging van het leven van klager, veroorzaking van spanning bij klager en verspilling collectieve middelen. Klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0402 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/185

    Klacht tegen plastisch chirurg over correctie van wallen onder de ogen van klager. Klager maakt de plastisch chirurg verwijten over (1) het verloop en uitvoering van de ingreep en (2) het resultaat ervan. Voorts (3) verwijt klager de plastisch chirurg dat hij met klager geen contact heeft op genomen over een hersteloperatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. In hoger beroep acht het Centraal Tuchtcollege ten aanzien van het eerste onderdeel van de klacht niet aannemelijk gemaakt dat de aanwezigheid van een huidtherapeute in opleiding tijdens de ingreep heeft geleid tot een gebrek aan concentratie bij de plastisch chirurg. Voor het overige wordt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0398 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/148

    Klagers zijn de echtgenote en broer van een patiënt die is geopereerd aan een tumor aan de vena cava superior en de rechter longkwab. Door het afglijden van een partiële klem is patiënt uiteindelijk door hersenschade overleden. Klagers verwijten de cardio-thoracaal chirurg dat hij heeft afgezien van het direct vervangen van de vena cava superior. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klagers niet-ontvankelijk met betrekking tot de eerst in hoger beroep geuite klacht en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0399 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/099

    Chirurg. Klaagster, zus en curator van overleden patiënt, verwijt de arts aan de patiënt onvoldoende nazorg te hebben geboden na operatieve ingreep en haar als curator niet op de hoogte te hebben gesteld van de verslechtering van de toestand van de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege laat uitdrukkelijk in het midden of de patiënt door de arts in de vroege ochtend van 18 april 2006 toen de arts weer dienst had, is onderzocht, zoals de arts stelt maar door klaagster wordt betwist en ook niet in de status staat, nu niet is gebleken dat de zorg voor de patiënt die ochtend niet adequaat is geweest. Beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0400 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/100

    Klacht tegen arts-assistent in opleiding tot (orthopedisch) chirurg. Klaagster, zus en curator van overleden patiënt, verwijt de arts aan de patiënt onvoldoende nazorg te hebben geboden na operatieve ingreep en haar als curator niet op de hoogte te hebben gesteld van de verslechtering van de toestand van de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het beroep tegen dit oordeel wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0401 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/096

    Klager verwijt cardioloog (1) lakse en vooringenomen houden mbt tot voorschrijven medicatie, (2) hem te hebben afgewezen voor hartrevalidatie en (3) onnauwkeurig onderzoek. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen af. In hoger beroep worden de klachtonderdelen (1) en (2) ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege voorgelegd. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0397 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/170

    Chirurg. Klacht ziet op de behandeling van patiënt en communicatie met wettelijk vertegenwoordiger. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in beide onderdelen af maar legt de chirurg ambtshalve een waarschuwing op wegens onvoldoende dossiervoering. Beroep van klagers tegen afwijzing van de klacht wordt verworpen. Centraal Tuchtcollege wijst het incidenteel appel van chirurg tegen opgelegde maatregel toe. Niet is gebleken dat de chirurg gebrekkige dossiervoering heeft onderkend als afzonderlijk verwijt en uit het proces-verbaal van de zitting blijkt evenmin dat chirurg had moeten begrijpen dat de tuchtrechtelijke toetsing zich tot dat punt uitstrekte.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2010:YF0244 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2008/57

    Veeverloskundige handelt buiten zijn bevoegdheden.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2010:YF0249 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2009/22

    Castreur weigert administratie te tonen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0385 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/195

    De plastisch chirurg heeft een osteofyt/exofyt aan het eerste kootje van de linker middelvinger bij klaagster verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg –kort samengevat- dat hij tijdens deze ingreep onzorgvuldig heeft gehandeld. De klacht heeft voorts betrekking op de preoperatieve informatieverstrekking en het postoperatieve onderzoek. De plastisch chirurg heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat de plastisch chirurg tijdens de ingreep lege artis had gehandeld. Voorts kon hem zowel met betrekking tot zijn informatieplicht als met betrekking tot het postoperatieve onderzoek geen verwijt worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0386 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/135

    Klaagster verwijt de chirurg –kort samengevat- dat hij tijdens de door hem verrichte laparoscopische cholcystectomie onzorgvuldig heeft gehandeld. Als gevolg daarvan heeft klaagster onder andere een extra operatie moeten ondergaan. De chirurg heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat de chirurg tijdens de operatie lege artis had gehandeld. Ook het college kon achteraf niet beoordelen hoe de gallekkage na de operatie heeft kunnen ontstaan en was van oordeel dat sprake is geweest van een niet-verwijtbare complicatie die kan voorkomen bij een operatie als deze.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0387 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/150

    De klacht betreft de behandeling van klaagsters echtgenoot, verder patiënt te noemen. Klaagster verwijt de chirurg dat hij jegens patiënt, die bekend was met een peritoneum metastase, en voorts diens naasten is tekortgeschoten in de zorg die zij van hem mochten verwachten door hen onjuiste/onvolledige informatie verstrekken over de genezingskansen van patiënt en door te laat een kijkoperatie te verrichten. De klacht heeft voorts betrekking op de bejegening. Patiënt is overleden. De chirurg heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht gegrond verklaard. Het college is van oordeel dat chirurg duidelijker had moeten zijn in zijn communicatie met de familie van patiënt met betrekking tot de kans op genezing en had moeten verifiëren of zijn informatie goed begrepen was. Er is geen maatregel opgelegd omdat de chirurg onderkend heeft dat zijn wijze van communiceren ontoereikend was geweest en mede omdat hij zijn werkwijze op dit punt heeft aangepast.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0382 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 089/2009

    Huisarts werd gebeld door een medewerker van de reclassering die om informatie verzocht over een patiënt. Huisarts heeft de gevraagde informatie verstrekt en daarbij ook informatie verstrekt over klaagster, de dochter van patiënt. Huisarts had voor het verstrekken van die informatie geen toestemming gevraagd en verkregen. Hij heeft het beroepsgeheim geschonden. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0383 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 090/2009

    Huisarts werd gebeld door een medewerker van de reclassering die om informatie verzocht over een patiënt. Huisarts heeft de gevraagde informatie verstrekt en daarbij ook informatie verstrekt over klaagster, de toenmalige echtgenote van patiënt. Huisarts had voor het verstrekken van die informatie geen toestemming gevraagd en verkregen. Hij heeft het beroepsgeheim geschonden. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0381 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 075/2009

    Klacht tegen tandarts. Klaagster was verwezen naar verweerder. Zij had een uigebreide voorgeschiedenis. Verweerder wil alleen een behandelrelatie aangaan als klaagster ook psychiatrische hulp zoekt. Klaagster weigert dit. Het college overweegt dat het wel lang heeft geduurd voordat verweerder het dossier van klaagster -in de onderhavige procedure- heeft overgelegd, maar dat dit gelet op het geheel van de omstandigheden, waaronder het feit dat van een daadwerkelijke behandeling geen sprake is geweest en verweerder de indruk kon krijgen dat het klaagster ging om het ziekenhuisdossier, te ver gaat verweerder met betrekking tot deze ongelukkige gang van zaken een verwijt te maken. De klacht is ook voor het overige kennelijk ongegrond. Volgt afwijzing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0384 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 180/2009

    Klacht tegen psychiater. Verweerder is door de bezwaarverzekeringsarts van het UWV gevraagd om een expertise. Door zich uit te laten over de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) zonder zich daarbij nadrukkelijk te beperken tot die onderdelen die tot zijn vakgebied horen, heeft verweerder niet gehandeld overeenkomstig de voor hem geldende richtlijn. Klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0380 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 222c

    Klaagster verwijt de KNO-arts haar zoon zonder haar toestemming te hebben behandeld, de diagnose te hebben afgegeven op een computeruitdraai, waardoor de herkomst en betrouwbaarheid van de diagnose onzeker was en een onjuiste diagnose te hebben gesteld. De KNO-arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft alle klachtonderdelen ongegrond geacht en de klacht in haar geheel in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0377 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 092

    Klager, een diabetespatiënt, verwijt de dermatoloog een onjuiste behandeling van zijn teen door een inadequate arts in opleiding waarvoor de arts verantwoordelijk was en klaagt voorts over de wijze waarop een medewerkster die de afspraken maakt hem tegemoet is getreden. De dermatoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel ongegrond verklaard en afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0378 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 113a

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij, gelet op de toestand van haar zoon, ook in de dagen daarvoor, had moeten ingrijpen door een longfoto te laten maken en haar zoon in het ziekenhuis te laten opnemen. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0379 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 113b

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij tijdens zijn huisbezoek aan haar zoon onvoldoende onderzoek heeft gedaan en voortzetting van pijnmedicatie heeft geadviseerd terwijl deze niet hielp en voorts dat hij zich onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid op het bezoek. Toen de huisarts ervan op de hoogte raakte na het afleggen van het huisbezoek dat de zoon van klaagster suikerpatiënt is, heeft hij zijn advies niet aangepast. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft alle klachtonderdelen ongegrond geacht en de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0374 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/303

    Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij in zijn advies –in het kader van een vreemdelingenrechtelijke procedure- aan de IND onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat de bedrijfsarts uiterst zorgvuldig te werk was gegaan. Ook gelegd langs de meetlat van de inmiddels vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg aan welke criteria een advies moet voldoen, had de bedrijfsarts goed gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0375 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/182

    De klacht betreft de behandeling van klagers lichamelijk gehandicapte zoon, die in een woonzorgcentrum woont. Klagers zijn tevens zijn bewindvoerder en mentor. De klacht houdt onder andere in dat de huisarts –zonder toestemming en zonder dat sprake was van een spoedeisende situatie - medische zorg aan hun zoon heeft verleend. De huisarts heeft de klacht betwist. Het college heeft de klacht afgewezen onder meer omdat het van oordeel was dat het aan klagers was om duidelijk te maken aan de instelling welke afspraken in het verleden over de te verlenen zorg. Verweerster heeft bovendien tevergeefs enkele malen getracht in contact te komen met klagers. Zij waren zodoende op de hoogte dat zij de medische zorg verleende aan hun zoon.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0370 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/008

    Klacht tegen psychotherapeut ziet zowel op de wijze waarop de psychotherapeut klaagster heeft behandeld als op de wijze waarop deze de behandeling heeft beëindigd. In beroep deelt het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht in beide onderdelen gegrond is. Het Centraal Tuchtcollege vindt aanleiding om een minder zware maatregel op te leggen dan de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde berisping. Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0376 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/115

    Klaagster verwijt de bedrijfsarts –kort samengevat- dat zij haar ten onrechte volledig arbeidsgeschikt heeft verklaard. De bedrijfsarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college oordeelde dat niet kon worden gezegd dat de bedrijfsarts onzorgvuldig had gehandeld door te streven naar volledige reïntegratie op zekere termijn. Wel had van de bedrijfsarts een meer genuanceerde benadering van de problematiek van klaagster mogen worden verwacht. Dit laatste was echter onvoldoende om te concluderen dat de bedrijfsarts onzorgvuldig of anderszins verwijtbaar had gehandeld. Het college heeft de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0371 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/332

    Klager heeft nadat hij was overgestapt naar een andere apotheek, bij zijn oude apotheek zijn medicatiedossier opgevraagd. Klager verwijt verweerster als apotheker van zijn oude apotheek dat haar medewerkers hem geen kopie van zijn dossier konden verstrekken en dat verweerster in zijn medicatiedossier wijzigingen heeft aangebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten van klager in raadkamer als kennelijk ongegrond afgewezen, oordelend dat verweerster ten tijde van het opvragen van het medicatiedossier niet werkzaam was bij klagers oude apotheek en voorts dat uit de medicatiehistorie blijkt dat verweerster niet zonder recept slaapmedicatie aan het dossier heeft toegevoegd en dat het middel aan klager is geleverd. Het Centraal Tuchtcollege heeft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd met een aanvulling wat betreft de feitelijkheden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0372 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/287GZP

    Klaagster verwijt de GZ-psycholoog –kort samengevat- dat zij een rapport over haar minderjarige kinderen heeft opgesteld, welk rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen van onder andere zorgvuldigheid, deskundigheid en objectiviteit. Het college oordeelde onder meer dat verweerster bij haar weergave van de problematiek van de vader een veel gunstiger beeld van hem had geschetst dan van klaagster waardoor de schijn van vooringenomenheid of ten minste een gebrek van objectiviteit is ontstaan. Deze schijn van vooringenomenheid werd versterkt door de gebrekkige onderbouwing van de voor klaagster zeer nadelige conclusies in het rapport. Het college heeft de klacht deels gegrond geacht en aan verweerster de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0373 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/212GZP

    De klacht heeft betrekking op de behandeling van klaagsters minderjarige dochter. Klaagster, die met het gezag over haar dochter is belast, verwijt de GZ-psycholoog dat zij zonder voorafgaand overleg een behandeling heeft ingesteld. De klacht heeft voorts betrekking op de door de GZ-psycholoog uitgebrachte rapportage en de wijze waarop zij heeft gereageerd op vragen van haar gemachtigde. De GZ-psycholoog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de GZ-psycholoog berispt daar zij op meerdere punten is te kort geschoten bij het opstellen van het rapport en ten onrechte klaagster niet heeft betrokken bij de behandeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0367 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/168

    De klacht betreft de begeleiding van klaagsters bevalling en houdt in dat de gynaecoloog is tekortgeschoten in de zorg die patiënte van haar mocht verwachten. De klacht betreft onder andere het onvoldoende bijhouden van het dossier, in het bijzonder het niet vastleggen van de tussen de gynaecoloog en patiënte gemaakte afspraken en het niet formuleren van een behandelbeleid. Het kind van patiënte is overleden. De gynaecoloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht in alle onderdelen gegrond verklaard en de maatregel van een berisping op gelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0368 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/196

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en, mede gelet op haar voorgeschiedenis, geen cardiologische oorzaak voor haar klachten heeft uitgesloten. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht gegrond verklaard en de huisarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.