ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0392 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 203/2009

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0392
Datum uitspraak: 24-06-2010
Datum publicatie: 24-06-2010
Zaaknummer(s): 203/2009
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen arts.  Arts contateert na foto sleutelbeenbreuk en maakt vervolg afspraak voor over een week. Klager verwijt de arts dat zij geen nader onderzoek heeft gedaan. Klacht ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 24 juni 2010 naar aanleiding van de op 26 augustus 2009 ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a g e r

-tegen-

C , destijds werkzaam te D,

bijgestaan door mr. E.J.C. de Jong, advocaat  te Utrecht,

v e r w e e r s t e r

1.      HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Klager heeft een klaagschrift met bijlagen ingediend. Verweerster heeft een verweerschrift ingediend. Zij hebben vervolgens gerepliceerd en gedupliceerd. Het mondeling vooronderzoek heeft plaatsgevonden op 29 maart 2010. Zowel klager als verweerster zijn hierbij verschenen, de laatste bijgestaan door mr. de Kock. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.

2.      DE FEITEN

Op grond van de stukken waaronder het medisch dossier dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager is op 27 april 2008 met zijn mountainbike gevallen. Verweerster had die dag dienst voor de afdeling spoedeisende hulp (SEH) en zag klager daar. Klager meldde zich met erge schouderpijn en schaaf- en snijwonden. Er is een foto van zijn linkerschouder gemaakt. Verweerster heeft klager onderzocht en heeft naast de clavicula ook pols, elleboog en schouder van de linkerarm onderzocht. Op de gemaakte röntgenfoto was de claviculafractuur duidelijk aanwezig. De schouder was vanwege deze fractuur lastig te onderzoeken door de pijn die dat met zich bracht. Verweerster heeft klager verteld dat hij zijn sleutelbeen gebroken had en dat vooralsnog volstaan werd met behandeling door middel van een mitella. Klager werd verzocht zich een week later ter controle op de polikliniek chirurgie te melden. Hierna is verweerster niet meer bij de behandeling van klager betrokken geweest.

Klager stelt op de nacontrole niet te zijn onderzocht. Na aanhoudende klachten is er een onderzoek gestart en is klager uiteindelijk in januari 2009 geopereerd.

3.      HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klager verwijt verweerster -zakelijk weergegeven- dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan en onvoldoende naar klager heeft geluisterd. Als zij een echo of een scan had laten maken had zij direct kunnen zien of er nog meer beschadigd was. Dat had klager veel tijd en ellende gescheeld. Ook heeft zij niet duidelijk in het dossier aangegeven dat de schouder vanwege de fractuur lastig te onderzoeken was.

4.      HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER

Verweerster voert -zakelijk weergegeven- aan dat zij van mening is dat de klacht ongegrond is. Zij heeft de schouder van klager volgens de regelen der kunst onderzocht. Er bestond geen aanleiding om meer onderzoek te verrichten.

5.      DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1               

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Verweerster heeft, zoals ook blijkt uit de brief naar de huisarts, de schouder, elleboog en pols van klager onderzocht. Tevens heeft zij genoteerd dat klager met de fiets was gevallen, dat er schaafwonden aanwezig waren en dat er krassen op klagers helm zaten. Klager kan derhalve niet gevolgd worden in zijn stelling dat verweerster niet naar hem heeft geluisterd.

Op basis van het lichamelijk onderzoek en de uitslag van de röntgenfoto mocht verweerster tot de conclusie komen dat er sprake was van een sleutelbeenbreuk. Het college is van oordeel dat er op dat moment geen aanleiding bestond om af te wijken van het protocol in de vorm van nader onderzoek. Verweerster heeft haar bevindingen voldoende vastgelegd en een afspraak voor over een week afgesproken. Ook deze handelwijze acht het college correct.

Voor al het overige is verweerster niet bij de behandeling van klager betrokken geweest.

5.3

Gelet op het bovenstaande dient de klacht als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.  

6.      DE BESLISSING

Het college wijst de klacht af.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, en dr. P.J.G Jörning en S. Tiemersma, leden-geneeskundigen, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Dijkman, secretaris en uitgesproken in het openbaar op 24 juni 2010 door de voorzitter in tegenwoordigheid van de secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.