Zoekresultaten 13351-13400 van de 13660 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0305 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 152/2008

    Het had verweerder op basis van de vigerende richtlijnen en publicaties al een aantal jaren duidelijk moeten zijn dat bij profylactische chirurgie bij vrouwen met een BRCA 1-genmutatie geen ovariëctomie maar een adnexectomie had moeten worden uitgevoerd. (Verweerder had uitsluitend de eierstokken verwijderd terwijl klaagster de eileiders vervolgens nog apart heeft moeten laten verwijderen) Op zijn minst had verweerder bij twijfel overleg moeten voeren met het UMCG die klaagster hadden verwezen. Klacht gegrond. Klacht over toegepaste operatietechniek ongegrond nu verweerder aan klaagster te kennen had gegeven dat hij de operatie niet laparoscopisch (de wens van klaagster) zou uitvoeren maar laparotomisch en dat klaagster naar een ander ziekenhuis kon gaan terwijl klaagster desondanks een afspraak met verweerder heeft gemaakt. Niet verwijtbaar dat verweerder niet naar een directe collega heeft verwezen omdat er onzekerheden waren of de collega zou blijven.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0300 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0935

    Klaagster verwijt verweerder, plastisch chirurg, dat klaagster sinds een mini facelift last heeft van oorsuizen. Klaagster heeft voorts pas na herhaald vragen het medisch dossier ontvangen, wat onduidelijk was en niet compleet. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat er geen aanwijzing is voor een causaal verband tussen de ingreep en het oorsuizen. Verweerder heeft op verzoek van de manager van de kliniek het operatieverslag overgeschreven, wat niet had mogen gebeuren, maar waarbij geen kwade opzet bestond. Dat het dossier niet compleet zou zijn staat niet vast. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0301 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0975

    Klager, beroepsvoetballer, verwijt verweerder, sportarts, dat hij in 1999 na een keuring binnen enkele dagen twee verschillende brieven heeft geschreven aan de voetbalclub en dat sprake is van belangenverstrengeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat de tuchtrechtelijke norm, gelet op de toenmalige bepalingen, niet is overschreden. De sportarts/behandelend arts dient zich te realiseren dat sprake kan zijn van belangenverstrengeling indien hij tevens als keuringsarts optreedt. Dat kan hier niet (meer) worden vastgesteld. Daarbij speelt het tijdsverloop een rol. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0302 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 059.dh

    Klager verwijt de tandarts dat hij bij het plaatsen van een implantaat een verkeerde behandeling heeft uitgevoerd, op een nalatige wijze een brug heeft aangebracht, geen onderzoek (foto’s) heeft gedaan, onvoldoende medicatie heeft voorgeschreven, een dubbele rekening in rekening heeft gebracht en tot slot dat hij klager tijdens het laatste consult onheus heeft bejegend. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de zes klachtonderdelen ongegrond geacht en de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0303 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 h 172.dh

    Klaagster verwijt de tandarts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld, door zonder toestemming en onverwacht de beugel van haar dochter te verwijderen. Voorts verwijt klaagster de tandarts orthodontie te hebben toegepast terwijl de tandarts niet als orthodontist was geregistreerd in het BIG-register. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft het eerste klachtonderdeel gerond geacht en het tweede klachtonderdeel afgewezen. Het College heeft de tandarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht alsmede aan het Nederlands Tandartsenblad, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0304 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 o 213.dh

    Klager verwijt de tandarts dat zij twee frames heeft gemaakt die, wegens de slechte toestand van klagers gebit, niet geïndiceerd waren. Voorts verwijt klager de tandarts dat zij die frames terug wil hebben, nu klager deze niet betaalt. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0299 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/391P

    De klacht van de Inspectie betreft het onprofessionele en grensoverschrijdende gedrag van de psychiater/psychotherapeut in 2001 jegens twee patiënten; met één van hen is hij inmiddels gehuwd. De psychiater/psychotherapeut heeft de klacht gemotiveerd betwist en heeft zich onder andere beroepen op artikel 8 EVRM. Het college oordeelde de klacht grotendeels gegrond en heeft de psychiater/psychotherapeut zowel in zijn hoedanigheid van arts als psychotherapeut de maatregel opgelegd van een onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van één jaar. Ook is aandacht besteed aan de bevoegdheid van de aangeklaagde om niet mee te werken aan het Inspectieonderzoek (cautie).

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0293 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0902a

    Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij in 2,5 uur een omvangrijke spoedklus heeft gedaan, waarvan zij veel napijn ondervond. Klaagster had niet om een spoedbehandeling gevraagd en evenmin om zo weinig mogelijk behandelingen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat v erweerder de op leeftijd zijnde klaagster ter wille heeft willen zijn door zoveel mogelijk verrichtingen uit te voeren in zo weinig mogelijk sessies. Niet is komen vast te staan dat de later bij klaagster gesignaleerde problemen door de behandeling van verweerder zijn ontstaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0294 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0902b

    Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij de rechter brug tegen haar wil in definitief heeft geplaatst op niet goed behandelde elementen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat ver weerder onweersproken heeft gesteld dat hij veel tijd en moeite heeft besteed aan de voorlichting van klaagster. Klaagster heeft weliswaar gesteld dat de rechter brug tegen haar wil in definitief is geplaatst, maar heeft dat op generlei wijze onderbouwd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0295 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09103

    Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij haar, toen zij veel pijn had na een wortelkanaalbehandeling, het telefonische advies heeft gegeven de noodvulling er met een tandenstoker uit te pulken. Toen dit niet lukte, weigerde verweerder haar met spoed te helpen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat het advies van verweerder niet onjuist is. Toen klaagster weer belde, heeft verweerder zich keurig opgesteld: hij heeft haar het nummer van de spoedeisende hulp gegeven en aangeboden haar de volgende ochtend te zien. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0296 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0993

    Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij haar verzoek om spoedeisende hulp te verlenen heeft afgewezen en haar heeft geadviseerd een paracetamol in te nemen. Klaagster, 7 maanden zwanger, had toen hevige kiespijn. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat vast is komen te staan dat er sprake is geweest van een uiterst kort telefoongesprek, waarbij verweerder alleen heeft gesproken met de moeder van klaagster. Op een latere voice-mail van de moeder heeft verweerder niet gereageerd. Verweerder is door deze opstelling tekortgeschoten in de communicatie naar klaagster toe. Klacht gegrond: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0297 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/107

    Klaagster verwijt de dermatoloog dat hij een geneeskundige behandeling heeft verricht waartoe hij niet bevoegd was. De klacht heeft voorts betrekking op de informatieplicht. De dermatoloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft geoordeeld dat de dermatoloog bevoegd en onder ander gezien zijn ervaring en het aantal uitgevoerde behandelingen bekwaam was de desbetreffende handelingen – het inspuiten van een relatief nieuw middel New Fill- uit te voeren. De klacht met betrekking tot de informatieplicht achtte het college ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0298 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/391

    De klacht van de Inspectie betreft het onprofessionele en grensoverschrijdende gedrag van de psychiater/psychotherapeut in 2001 jegens twee patiënten; met één van hen is hij inmiddels gehuwd. De psychiater/psychotherapeut heeft de klacht gemotiveerd betwist en heeft zich onder andere beroepen op artikel 8 EVRM. Het college oordeelde de klacht grotendeels gegrond en heeft de psychiater/psychotherapeut zowel in zijn hoedanigheid van arts als psychotherapeut de maatregel opgelegd van een onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van één jaar. Ook is aandacht besteed aan de bevoegdheid van de aangeklaagde om niet mee te werken aan het Inspectieonderzoek (cautie).

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0289 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0997

    Klagers verwijten verweerder, neuroloog, dat hij tekort is geschoten in de zorg van de, inmiddels overleden, moeder van klagers. Zo wilde hij geen (nadere) kennis nemen van de wilsverklaring en euthanasieverklaring van moeder en heeft hij te laat onderkend dat moeder terminaal ziek was. Ook de communicatie met de familie schoot tekort. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college overweegt dat a ls verweerder moeite had met het thema euthanasie, het op zijn weg lag daarvoor de chirurg, oncoloog en/of huisarts in te schakelen. Er was daarnaast geen sprake van enig beleid in de zin van een constructief, coherent, weloverwogen medisch beleid, afgestemd op de medische situatie van patiënte en adequaat gecommuniceerd met de naasten van patiënte. Klachten gegrond: berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0290 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0921d

    Klaagster verwijt verweerder, chirurg n.p. en medisch adviseur in particuliere verzekeringszaken, dat zijn rapportage onvolledig is, dat hij heeft gerapporteerd zonder klaagster ooit gezien te hebben en dat hij de verklaringen van de specialisten klakkeloos aanvaardt. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Naar het oordeel van het college zijn de rapportages zorgvuldig en genuanceerd verricht. Verweerder kan niet worden verweten dat hij heeft geadviseerd zonder klaagster gezien te hebben. Niet alleen is het zien van een patiënt(e) in het kader van advisering in particuliere verzekeringszaken niet gebruikelijk, maar ook heeft verweerder de mogelijkheid van consultatie opengehouden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0291 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09142

    Klaagster verwijt verweerster, neuroloog, dat zij met de diagnose dat klaagster een borderline stoornis zou hebben, maar geen ADHD, een uitspraak heeft gedaan die buiten haar vakgebied ligt. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat het voor klaagster duidelijk moest zijn dat de conclusie die verweerster in haar brief naar de huisarts op neuropsychologisch gebied weergaf, deel uitmaakt van het neuropsychologisch onderzoek dat door de neuropsycholoog, en niet door verweerster, was uitgevoerd. Het verwijt dat verweerster zich heeft begeven op een vakgebied dat het hare niet is, is dan ook niet juist. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0281 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/231

    Nadat klager en zijn echtgenote bij de gz-psycholoog in relatietherapie zijn geweest, dient klager een klacht in over de onbehoorlijke wijze waarop klager bij die relatietherapie door de gz-psycholoog is behandeld. Het Regionaal Tuchtcollege legt de gz-psycholoog ter zake een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege legt aan de gz-psycholoog een voorwaardelijke schorsing op (duur van zes maanden) met bijzondere voorwaarden (volgen training systeemtherapie en supervisie) vanwege verweerders gebrek aan professionele (basis)kennis, technische vaardigheid en professionele distantie en diens vooringenomenheid, met publicatie. Er is sprake van recidive.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0287 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 151

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij een ondeskundige, amateuristische operatie heeft uitgevoerd wardoor ernstige complicaties zijn ontstaan bij de buikwandcorrectie en de borstvergroting. Verder verwijt zij de arts dat hij zonder ervaring of diploma op het gebied van chirurgie klaagster heeft geopereerd. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft een van de twee klachtonderdelen gegrond geacht en de gynaecoloog een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0275 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/059

    Klacht tegen orthopedisch chirurg over implanteren heupprothese. In eerste aanleg wordt klacht deels gegrond verklaard en waarschuwing opgelegd. Het principale beroep van klaagster betreft aspect van behandeling dat heeft meegewogen bij oordeel dat klacht deels gegrond is. Principaal beroep verworpen. In incidentele beroep: Met toepassing van artikel 74, 4e lid Wet BIG toetst Centraal Tuchtcollege de oorspronkelijke klacht in volle omvang. Oorspronkelijke klacht wordt geheel gegrond bevonden. Het Centraal Tuchtcollege acht voor het door arts ingezette afwachtend beleid geen goede argumenten aanwezig. Maatregel van waarschuwing wordt gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/169

    Klager verweet de psychiater dat deze zonder hem te hebben gezien en gesproken een rapport heeft opgesteld waarin verregaande uitspraken over hem worden gedaan, die zijn gebaseerd op een verklaring van de ex-echtgenote. De psychiater heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de psychiater de maatregel van een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de psychiater door in haar rapportage uitspraken te doen over de geestesgesteldheid van klager niet heeft voldaan aan de richtlijn psychiatrische rapportage van de NVvP.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0282 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/239

    Klacht tegen uroloog over onder zijn verantwoordelijkheid door verpleegkundige uitgevoerde blaasspoeling. Centraal Tuchtcollege bevestigt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat niet is komen vaststaan dat opgetreden infectie gevolg is van vierde blaasspoeling. Infectie is zorgvuldig behandeld. De arts valt geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0288 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 116

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij zich heeft voorgedaan als plastisch chirurg. Tevens verwijt klaagster de gynaecoloog dat hij is tekortgeschoten in de nazorg. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de twee klachtonderdelen gegrond geacht en de gynaecoloog een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0276 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/087

    Klaagster verwijt verloskundige dat zij (1) onzorgvuldig heeft gehandeld met name door op door klaagster afgegeven signalen geen actie te hebben ondernomen en (2) niet inzichtelijk te hebben gemaakt volgens welke protocollen in praktijk waar zij regelmatig als zelfstandig verloskundige werkzaam is wordt gewerkt. Regionaal Tuchtcollege acht eerste onderdeel van klacht in zoverre gegrond dat de verloskundige in ieder geval nogmaals de hartslag van de foetus had moeten meten en voorts meer de vinger aan de pols had moeten houden en legt de maatregel van waarschuwing op. Tweede klachtonderdeel wordt ongegrond bevonden. In hoger beroep oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat verloskundige gehandeld heeft volgens de geldende standaarden en dat niet is gebleken van omstandigheden die aanleiding hadden moeten zijn om anders te handelen. Eerste klachtonderdeel wordt alsnog ongegrond verklaard en opgelegde maatregel vervalt daarmee.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0269 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/130

    De klacht betreft de behandeling van klagers echtgenote, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis tot aan haar overlijden. Hij verwijt beide artsen dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten door onder andere te weigeren euthanasie toe te passen, met als gevolg dat patiënte onnodig heeft geleden en er sprake was van langdurige verstikking. Zowel de internist-oncoloog als de internist-endocrinoloog hebben de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten afgewezen omdat niet is gebleken dat patiënte zèlf de wens tot euthanasie had uitgesproken. Ook voor het overige zijn de klachten wegens gebrek aan feitelijke grondslag afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0283 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/240

    Klaagster verwijt longarts dat trombose is ontstaan door stoppen van profylactische stolling. Regionaal Tuchtcollege acht het gevoerde beleid juist. Klaagster wordt in het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0277 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/121

    Klacht tegen psychotherapeut/GZ-psycholoog. Klager heeft de klacht in beroep ingetrokken. De behandeling van de klacht wordt gestaakt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/163

    De huisarts heeft aan de voormalige echtgenote van klager een verklaring afgegeven waarin hij heeft verklaard dat hij haar in de voorgaande 20 jaar niet psychiatrisch heeft behandeld. Klager verwijt de huisarts dat deze verklaring onjuist is en dat hij daarmee de arts-patiënt relatie heeft geschonden. Daarnaast verwijt hij de huisarts dat hij de voormalige echtgenote heeft ingelicht over het feit dat klager een tuchtklacht tegen hem had ingediend. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0270 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/131

    De klacht betreft de behandeling van klagers echtgenote, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis tot aan haar overlijden. Hij verwijt beide artsen dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten door onder andere te weigeren euthanasie toe te passen, met als gevolg dat patiënte onnodig heeft geleden en er sprake was van langdurige verstikking. Zowel de internist-oncoloog als de internist-endocrinoloog hebben de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten afgewezen omdat niet is gebleken dat patiënte zèlf de wens tot euthanasie had uitgesproken. Ook voor het overige zijn de klachten wegens gebrek aan feitelijke grondslag afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0278 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/137

    Klacht tegen fysiotherapeute over behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege Zwolle heeft de fysiotherapeute berispt en publicatie van de beslissing bepaald (no. 142/2008 ). De fysiotherapeute wordt in het beroep niet ontvankelijk verklaard omdat het beroep na het verstrijken van de zes weken termijn is ingediend.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/009

    De klacht betreft het medisch handelen van een verzekeringsgeneeskundige die in het kader van een beroepsprocedure op verzoek van het UWV diende te reageren op de rapportage van een door de bestuursrechter ingeschakelde psychiater. Het RTG te Groningen wijst de klacht af en gelast de publicatie. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast de publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0285 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/315

    Klager genoot een uitkering krachtens de ziektewet. Klager is bij de verzekeringsarts op spreekuur geweest voor een beoordeling in het kader van reïntegratie. Nadat klager geweigerd heeft toestemming te geven voor het opvragen van informatie bij de curatieve sector heeft de arts de opdrachtgever gemeld dat een beoordeling niet mogelijk was. Klager verwijt de arts dat hij tegen de afspraak klager in oktober in plaats van december heeft opgeroepen, ten onrechte zijn handtekening heeft gevraagd voor het opvragen van medische informatie terwijl klager nog op de wachtlijst stond en te veel informatie over klager heeft overgelegd. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager heeft het beroep te laat ingediend. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager om die reden niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0273 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/044

    De klacht betreft een verzekeringsarts die als geneeskundig adviseur werkzaam is in de particuliere verzekeringssector de mate van arbeidsongeschiktheid van klaagster heeft beoordeeld. Klaagster verwijt de verzekeringsarts - kort samengevat – 1. dat hij heeft getracht onafhankelijke deskundigen te beïnvloeden, 2. dat hij klaagsters privacy en zijn beroepsgeheim heeft geschonden, 3. dat hij arbeidskundige conclusies en beschouwingen presenteert hetgeen uitsluitend is voorbehouden aan arbeidsdeskundigen en 4. de schending van het inzage- en correctierecht. Het RTG te Zwolle acht de klachten 1, 2 en 4 (deels) gegrond, legt een waarschuwing op en gelast de publicatie. De arts komt in hoger beroep en klaagster stelt incidenteel beroep in. In het principaal appel wordt de bestreden beslissing bevestigd en in het incidenteel appel wordt klaagster niet-ontvankelijk verklaard met betrekking tot een nieuwe klacht alsmede de beslissing waarvan beroep bevestigd met publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0280 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/180

    Klaagsters zoon is met een TBS-maatregel opgenomen in een kliniek waar de psychiater de directeur behandeling was. Bij patiënt is een hersentumor vastgesteld die inmiddels operatief is verwijderd. Volgens klaagster is zij door de hulpverlening ten onrechte aangewezen als zondebok voor de gedragsproblemen van haar zoon. Klaagster verwijt de arts dat de diagnose te laat is gesteld en deze diagnose niet aan klaagster is medegedeeld. Het RTG heeft klaagster deels niet-ontvankelijk verklaard (patiënt is meerderjarig en heeft niet met en de klacht ingestemd) en de klacht deels ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege heeft deze beslissing met een aanvulling bevestigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0286 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009O199

    Kenmerk 2009 O 199 De Inspectie verwijt de gynaecoloog dat de onder zijn verantwoordelijkheid verleende zorg niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Gebleken is dat vele patiënten door het handelen van de arts onnodig in gevaar zijn gebracht en ernstige schade hebben opgelopen. De tekortkomingen zijn door de Inspectie uitvoerig in de stukken toegelicht. Daarbij heeft de Inspectie onder andere meldingen overgelegd van 53 patiënten. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat de verwijten jegens de gynaecoloog grotendeels gegrond zijn. De aard en de omvang van het tekortschieten van de gynaecoloog zijn ernstig en daarmee zorgelijk voor de toekomst. Het college legt aan de gynaecoloog op de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het register ex artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en schorst de inschrijving van de arts in het BIG-register met onmiddellijke ingang. Tevens bepaalt het college dat deze beslissing op voet van artikel 71 van de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch contact met het verzoek tot plaatsing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0274 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/051

    Klaagster is in 2001 door de verzekeringsgeneeskundige werkzaam voor het UWV op grond van psychische klachten volledig arbeidsongeschikt bevonden. In 2003 ontving het UWV een fraudemelding. Klaagster verwijt de verzekeringsarts dat zij door het verstrekken van informatie over klaagster haar beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle is van oordeel dat de verzekeringsarts zich weinig professioneel heeft gedragen, legt de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie. De verzekeringsarts komt in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van de arts gegrond, vernietigt de bestreden beslissing, wijst de klacht af en gelast de publicatie.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0264 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09194d

    Klaagster verwijt verweerder dat in zijn apotheek onvoldoende afspraken met de assistenten bestonden over de afhandeling van recepten met risicovolle geneesmiddelen, signalen uit de computer ten aanzien hiervan en over de begeleiding van vervolguitgiften hiervan. Tussen verweerder en zijn tweede apotheker bestonden geen afspraken over de afhandeling van risicovolle geneesmiddelen. Ook bestond er geen afspraak over de taakverdeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college verwijt verweerder dat hij heeft nagelaten tijdig adequate organisatorische maatregelen in zijn apotheek te treffen om calamiteiten met risicovolle geneesmiddelen, zoals het onderhavige Alkeran, zo veel mogelijk te voorkomen. Gegrond. Verweerder moet als gevestigd apotheker de eindverantwoordelijkheid in de apotheek nemen en diende daarover afspraken met de tweede apotheker te treffen. Gegrond. De werking van het AIS-systeem heeft geen rol gespeeld bij het onderhavige incident. Ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0265 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09194b

    Klaagster verwijt verweerder dat hij bij de uitgifte van vier herhaalrecepten niet heeft opgemerkt dat het recepten cytostatica betrof waarvoor een onderbreking in de kuur noodzakelijk was. Verweerder heeft nagelaten contact op te nemen met de voorschrijver, de gevestigd apotheker of de patiënt. Er waren onvoldoende afspraken met de assistenten over afhandeling van recepten met risicovolle geneesmiddelen, signalen uit de computer ten aanzien hiervan en over de begeleiding van vervolguitgiften hiervan. Tussen verweerder en de gevestigd apotheker bestonden geen afspraken over de afhandeling van risicovolle geneesmiddelen en over de taakverdeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college acht de eerste klacht gegrond. Alkeran wordt niet regelmatig en veelvuldig in een apotheek uitgegeven. Verweerder had moeten zien dat er geen stopweken in acht werden genomen. Verweerder had tijdig bij de gevestigd apotheker aan moeten dringen op het nemen van adequate organisatorische maatregelen in de apotheek om calamiteiten met risicovolle geneesmiddelen, zoals het onderhavige Alkeran, zo veel mogelijk te voorkomen en op het maken van afspraken over de afhandeling van risicovolle geneesmiddelen. Gegrond. De werking van het AIS-systeem heeft geen rol gespeeld bij het onderhavige incident. Ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0266 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09194A

    Klaagster verwijt verweerster dat er in de poliklinische apotheek onvoldoende afspraken waren met de assistenten over de afhandeling van recepten met risicovolle geneesmiddelen, signalen uit de computer ten aanzien hiervan en het eerste uitgiftebeleid hiervan. Ook in de eigen apotheek van verweerster bestonden deze afspraken niet. Verweerster heeft geen actie genomen toen zij door de assistente gebeld werd over signalen uit het AIS. Verweerster heeft geen actie ondernomen bij de eindedagcontrole. Verweerster heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerster als waarnemer niet zodanig verantwoordelijk is voor de organisatorische gang van zaken in de apotheek, dat het klachtwaardig zou zijn dat in de apotheek geen afspraken en protocollen bestonden over de uitgifte van risicovolle geneesmiddelen en een beleid bij eerste uitgifte daarvan. Verweerster heeft op juiste wijze gereageerd op de contra-indicaties die het AIS-systeem aangaf. Het is niet onbegrijpelijk dat verweerster bij de eindedagcontrole geen reden zag op te treden. Geheel ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0292 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09194c

    Klaagster verwijt verweerder dat in zijn apotheek onvoldoende afspraken met de assistenten bestonden over de afhandeling van recepten met risicovolle geneesmiddelen, signalen uit de computer ten aanzien hiervan en het eerste uitgiftebeleid. De assistenten hebben geen contact opgenomen met de voorschrijver van het onderhavige onvolledige en onduidelijke recept. Verweerder neemt geen actie tegen het bericht van het bestuur van het ziekenhuis dat alle risicovolle receptuur bij voorkeur via de poliklinische apotheek van verweerder moet lopen. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college verwijt verweerder dat hij heeft nagelaten tijdig adequate organisatorische maatregelen in zijn apotheek te treffen om calamiteiten met risicovolle geneesmiddelen, zoals het onderhavige Alkeran, zo veel mogelijk te voorkomen. Gegrond. De signalen die uit het computersysteem AIS zijn op juist wijze afgehandeld. Ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder op enige wijze gevolg heeft gegeven of heeft willen geven aan het door de Raad van Bestuur voorgestelde beleid met betrekking tot de verstrekking van risicovolle geneesmiddelen. Ongegrond. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0267 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09194c

    Klaagster verwijt verweerder dat in zijn apotheek onvoldoende afspraken met de assistenten bestonden over de afhandeling van recepten met risicovolle geneesmiddelen, signalen uit de computer ten aanzien hiervan en het eerste uitgiftebeleid. De assistenten hebben geen contact opgenomen met de voorschrijver van het onderhavige onvolledige en onduidelijke recept. Verweerder neemt geen actie tegen het bericht van het bestuur van het ziekenhuis dat alle risicovolle receptuur bij voorkeur via de poliklinische apotheek van verweerder moet lopen. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college verwijt verweerder dat hij heeft nagelaten tijdig adequate organisatorische maatregelen in zijn apotheek te treffen om calamiteiten met risicovolle geneesmiddelen, zoals het onderhavige Alkeran, zo veel mogelijk te voorkomen. Gegrond. De signalen die uit het computersysteem AIS zijn op juist wijze afgehandeld. Ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder op enige wijze gevolg heeft gegeven of heeft willen geven aan het door de Raad van Bestuur voorgestelde beleid met betrekking tot de verstrekking van risicovolle geneesmiddelen. Ongegrond. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0263 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/279T

    Klager verweet de tandarts dat hij hem onvoldoende had geïnformeerd over de voorgestelde behandeling aan element 46 en over eventuele alternatieven daarvan. De klacht had voorts betrekking op de wijze waarop de tandarts een wortelkanaalbehan-deling aan dit element heeft verricht. De tandarts heeft de klacht betwist. Het college heeft de tandarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd. Het college overwoog dat de toestand waarin de 46 verkeerde de tandarts kracht van argumenten had moeten geven nader onderzoek te doen. De tandarts is uitgegaan van de veronderstelling dat klager geen intra-orale röntgenfoto’s wenste terwijl dit instrumenteel was voor het verkrijgen van zijn diagnose en behandelplan. Het tweede onderdeel van de klacht achtte het college ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0261 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09128

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0262 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09115

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0260 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 113/2007

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster heeft pijnklachten in één van haar borsten. In beide borsten zijn in 1989 implantaten geplaatst. Naar aanleiding van op een echo geconstateerde mogelijke lekkage wordt patiënt geadviseerd de implantaten te laten vervangen. Deze zitten na de ingreep niet goed, ze staan te hoog en verschuiven bij fysieke bewegingen. Niet is komen vast te staan dat de ingreep niet goed is uitgevoerd. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Hetzelfde geldt voor een tegelijkertijd uitgevoerde littekencorrectie. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0258 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 h 038.dh

    Klaagster verwijt de psychiater grensoverschrijdend gedrag. De psychiater heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht, bestaande uit drie onderdelen, op twee onderdelen gegrond geacht en de psychiater de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0259 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 h 033.dh

    Klaagster verwijt de internist haar op een onzorgvuldige en onvoldoende wijze te hebben geïnformeerd over de aard en ernst van haar ziekte en daardoor te hebben bijgedragen aan het dramatisch beeld dat zij had van haar ziekte. De internist heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht grotendeels gegrond geacht en de internist de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0257 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/058T

    Klaagster verweet de tandarts dat hij inadequaat had gereageerd op de pijnklachten aan element 25. De klacht had voorts betrekking op de bejegening. De tandarts heeft de klacht betwist. Het college heeft de klacht afgewezen omdat de tandarts in redelijkheid had kunnen handelen zoals zij had gedaan. Klaagster had toen zij bij hem kwam geen koorts en zij gebruikte geen pijnstilling. Hij heeft haar gezegd dat zij bij verergering van de pijn de praktijk kon bellen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0255 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09146

    Klagers verwijten verweerster, oncoloog, dat zij de patiënt in gevaar heeft gebracht door een onvolledig recept te schrijven, onvoldoende informatie over de medicatie te verstrekken en geen bloedcontroles af te spreken. Ook klagen zij over onvoldoende dossiervorming, invulling van de taak als eindverantwoordelijke en zelfinzicht. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de wijze waarop in casu het recept is voorgeschreven alsmede de dossiervorming onvoldoende zorgvuldig. Op deze onderdelen is de klacht gegrond. Volgt

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0256 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09156

    Klaagster verwijt verweerder, chirurg, dat hij klaagster bij een borstvergroting onvoldoende heeft geïnformeerd, dat een onjuiste diagnose is gesteld, geen nazorg is verleend, klaagster ten onrechte met open wonden heeft rondgelopen en dat zij een zwijgcontract heeft moeten tekenen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat voorlichting en diagnose voldoende waren evenals de behandeling en nabehandeling. Het opleggen van de verplichting af te zien van juridische stappen en zich te onthouden van negatieve publiciteit is onzorgvuldig. Dit klachtonderdeel is gegrond. Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0252 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 034/2009

    Klacht tegen verpleegkundige, werkzaam als groepsleider bij een GGZ-instelling. Rechtbank en gerechtshof hebben verweerder veroordeeld wegens ontucht met twee patiëntes en mensenhandel met betrekking tot één van hen. Naast vier jaar gevangenisstraf heeft hij een verbod gekregen om gedurende 7 jaar in de zorg werkzaam te zijn. Verweerder is met vroegpensioen gegaan en heeft zich, na de indiening van de tuchtklacht door zijn voormalige werkgeefster, laten uitschrijven uit het BIG-register. Het tuchtcollege ontzegt verweerder het recht om zich weer in het BIG-register in te schrijven.