Zoekresultaten 3651-3700 van de 44677 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:163 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1825

    Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige werkt als sociaal psychiatrischverpleegkundige bij een instelling waar de ex-partner van klager en moeder van zijn minderjarige kinderen, in behandeling is. Vanaf het moment van opname is er een behandelrelatie (geweest) tussen de ex-partner en de verpleegkundige en is de verpleegkundige op die manier betrokken geraakt bij het gezin van klager. In oktober 2021 heeft de verpleegkundige een voortgangsbrief geschreven over hoe het team van de verpleegkundige aankijkt tegen de psychiatrische en verslavingsproblematiek van de ex-partner. De verpleegkundige heeft na het eerste huisbezoek in augustus 2021 een melding gedaan bij Veilig Thuis. In november 2021 heeft de rechtbank onder meer bepaald dat de kinderen aan de ex-partner zullen worden toevertrouwd en bepaald dat een onderzoek moet worden verricht. De verpleegkundige heeft in het kader van dat onderzoek informatie verstrekt aan de onderzoekende instantie. Klager maakt de verpleegkundige meerdere verwijten over de voortgangsbrief en over de informatie die hij heeft verstrekt. Hij vindt onder meer dat de verpleegkundige een veel positiever beeld van zijn ex-partner heeft geschetst dan op dat moment de werkelijkheid was en klager in een kwaad daglicht heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen a en c gegrond, de overige klachtonderdelen ongegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Klager komt in beroep tegen de ongegrondverklaring van de klacht over de voortgangsbrief. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:302 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-463/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/721273 / DW RK 22/305 MdV/SM

    Gegrond. Maatregel: Afzien van maatregel. Klager heeft terecht gesteld dat zijn adressen niet in de exploten vermeld hadden mogen worden. De gerechtsdeurwaarder direct heeft ingegrepen om te voorkomen dat de stukken en daarmee de adresgegevens van klager in handen kwamen van de wederpartij.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:309 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-515/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij van klager. Niet valt in te zien in welke zin verweerster zich onprofessioneel en lasterlijk richting klager heeft gedragen waardoor klager in zijn belangen is geschaad. Verweerster mocht het nog niet onherroepelijke strafvonnis van klager in het belang van haar cliënte in de procedure overleggen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5494

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is onder behandeling geweest bij de fysiotherapeut. In die periode was er – ook buiten de behandelmomenten om – contact tussen beiden. Zij hadden ook meerdere malen seksueel contact. Klaagster verwijt de fysiotherapeut onder meer dat hij geen professionele houding heeft aangenomen en misbruik heeft gemaakt van haar gevoelens. De fysiotherapeut erkent dat hij in strijd met de voor hem als fysiotherapeut geldende normen heeft gehandeld. Hij verzoekt bij het opleggen van een maatregel rekening te houden met de inmiddels door hem gezette stappen en de door hem ondervonden gevolgen. De klacht wordt gegrond verklaard. Maatregel: schorsing van 12 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk en drie maanden onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:220 Raad van Discipline Amsterdam 23-438/A/A

    Raadsbeslissing; Verweerster heeft zich naar het oordeel van de raad voldoende vergewist of de aan haar verstrekte opdracht door een bevoegde vertegenwoordiger van de VvE is gedaan. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:303 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-504/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen kantoor kennelijk niet ontvankelijk. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:97 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707361 / DW RK 21/420 MdV/SM

    Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder onder meer dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte vakantiegeld heeft ingehouden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:221 Raad van Discipline Amsterdam 23-543/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Het is de raad niet gebleken dat tussen klaagster en de cliënt van verweerster voordat er vonnis was gewezen een vaststellingsovereenkomst tot stand was gekomen. Verweerster heeft dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het vonnis aan klaagster te laten betekenen en ten uitvoer te leggen. Verweerster heeft als partijdige belangenbehartiger gehandeld in het belang van haar cliënt en is daarmee binnen de grenzen gebleven van de ruime mate van vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij geniet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1827

    Klacht tegen oncologisch chirurg. Klaagster is eind november 2012 geopereerd door de oncologisch chirurg en een plastisch chirurg (ook aangeklaagd: C2023/1828). Deze operatie bestond uit een ablatio mammae (door de oncologisch chirurg) aan beide zijden en een directe reconstructie van de borst (door de plastisch chirurg) door middel van borstimplantaten. De operatie is ongecompliceerd verlopen. Begin december 2012 heeft klaagster contact opgenomen met de SEH vanwege een zwart rondje rondom de tepel. Na diverse ingrepen is het implantaat verwijderd en is een tissue expander aangebracht. Twee dagen na deze operatie is een infectie ontstaan rondom de tissue expander en is deze onder narcose verwijderd. Klaagster verwijt de oncologisch chirurg dat zij niet aan klaagster heeft meegedeeld wie de hoofdbehandelaar was voor en na de operatie, zij geen (hoofd)verantwoordelijkheid heeft genomen en niet adequaat heeft gehandeld naar aanleiding van het consult half december 2012, waardoor besparing van de rechterborst wellicht nog mogelijk was geweest. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:310 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-512/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klagers verwijten verweerster dat zij in 2015 excessief heeft gedeclareerd en dat zij, eveneens in 2015, heeft verzuimd om conform gedragsregel 17 klagers op de hoogte te stellen van het feit dat de kosten aanzienlijk hoger zouden uitvallen dan aanvankelijk ingeschat. De gemachtigde van klagers heeft zich op 15 juli 2022, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46 g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, namens klagers met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klagers niet eerder dan op 15 juli 2022 hebben kunnen klagen. Het beroep op de uitzondering van artikel 46g lid 2 Advocatenwet gaat niet op. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:304 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-508/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij. Verweerster mag in beginsel uitgaan van de waarheid van de informatie die zij van haar cliënte ontvangt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:222 Raad van Discipline Amsterdam 23-712/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafzaak. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht is om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn. Weliswaar heeft verweerder pas na het indienen van een klacht, gereageerd op het verzoek van klager om toezending van een afschrift van het proces-verbaal van verhoor, maar hiervoor heeft verweerder zijn verontschuldigingen aangeboden. Uit de reactie van het OM naar aanleiding van verweerders verzoek dat verweerder alsnog deed, volgt bovendien dat het OM nooit een kopie van het proces-verbaal zou toezenden nu de zaak bijna twee jaar geleden onvoorwaardelijk is geseponeerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:305 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-528/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in de hoedanigheid van klachtenfunctionaris. Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerster klagers klacht zorgvuldig heeft beoordeeld en haar bevindingen gemotiveerd aan klager heeft toegelicht. Van een gedraging waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad is niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1828

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster is eind november 2012 geopereerd door een oncologisch chirurg (ook aangeklaagd: C2023/1827) en de plastisch chirurg. Deze operatie bestond uit een ablatio mammae (door de oncologisch chirurg) aan beide zijden en een directe reconstructie van de borst (door de plastisch chirurg) door middel van borstimplantaten. De operatie is ongecompliceerd verlopen. Begin december 2012 heeft klaagster contact opgenomen met de SEH vanwege een zwart rondje rondom de tepel. Twee dagen daarna heeft klaagster de polikliniek van de collega chirurg bezocht. Zij heeft twee collega’s in consult gevraagd. In de namiddag die dag heeft de plastisch chirurg klaagster gezien. Hij achtte haar toestand niet acuut, in die zin dat een opname was geïndiceerd en antibiotica voor. De plastisch chirurg heeft de dag erna onder lokale verdoving de necrose van de rechtertepel verwijderd. Na diverse vervolgingrepen is ook het implantaat verwijderd en is een tissue expander aangebracht. Twee dagen na deze operatie is een infectie ontstaan rondom de tissue expander en is deze onder narcose verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij niet aan klaagster heeft meegedeeld wie de hoofdbehandelaar was voor en na de operatie eind november 2012, dat hij de operatie eind november 2012 niet naar behoren heeft uitgevoerd en dat hij geen (hoofd)verantwoordelijkheid heeft genomen en klaagster niet naar behoren heeft behandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:223 Raad van Discipline Amsterdam 23-713/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Op grond van de stukken is het de voorzitter onvoldoende gebleken dat verweerder bij de behartiging van de belangen van de ex-echtgenoot de belangen van klaagster onnodig heeft geschaad, danwel onnodig escalerend heeft opgetreden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:216 Hof van Discipline 's Gravenhage 230135

    klacht tegen eigen advocaat. Klacht klaagster gaat in de kern om de vraag of verweerder als redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat klaagster heeft mogen adviseren een verzoekschrift tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter in te dienen, dan wel direct een (dagvaardings)procedure had moeten starten om de bestuurders van de voormalige vennootschap, klaagster werkgever, aansprakelijk te stellen en/of een kort geding had moeten starten teneinde een (voorschot) op loon dan wel schadevergoeding te krijgen. Het hof is van oordeel dat hoezeer de door verweerder gekozen processtrategie, naar uitsluitend juridische maatstaven gemeten, niet de juiste of meest optimale was, dit nog niet maakt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het gaat hier om een keuze die tot de professionele vrijheid van verweerder als advocaat behoort. Het door klaagster ingestelde beroep slaagt niet. Klacht derhalve ongegrond. Wel is het hof van oordeel dat verweerder klaagster schriftelijk had moeten informeren over het gegeven advies en de voorgestelde strategie. Door dit na te laten heeft verweerder tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. In zoverre is dit klachtonderdeel gegrond. Daarnaast heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door pas na herhaald verzoek van klaagster het proces-verbaal van de zitting op te vragen. Niet is gebleken dat het proces-verbaal op korte termijn moest worden verkregen of dat klaagster enig nadeel heeft ondervonden. Het stond verweerder bovendien vrij zich naar aanleiding van een e-mail van klaagster direct aan de zaak te onttrekken. Klaagster heeft geen nadeel van de onttrekking ondervonden. Hoger beroep verweerder slaagt op dit punt. Klacht ongegrond, Maatregel van waarschuwing en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:237 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-612/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft in de echtscheidingsprocedure het standpunt van haar cliënt naar voren gebracht. Niet gebleken is dat de standpunten ongeoorloofd zijn, onnodig grievend zijn of onevenredig nadeel aan klaagster of haar zoon hebben toegebracht. Voor een inhoudelijke discussie is in het tuchtrecht geen plaats.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:217 Hof van Discipline 's Gravenhage 220291

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klachten ongegrond. Klager heeft geen rechtens te respecteren belang bij het indienen van zijn klacht tegen verweerder nu ook zijn eigen advocaat dezelfde visie deelde als verweerder over de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Verweerder heeft belangen van zijn cliënte willen behartigen. Gelet op art. 10a Advw kan deze vrijheid niet ten gunste van een klager worden beknot. Van een nodeloos of op ontoelaatbare wijze schaden van de belangen van klager door verweerder is het hof niet gebleken. Omvang HB. Klager niet-ontvankelijk voor zover hij meent dat verweerder een proceskostenveroordeling zou moeten betalen om de kosten van de belastingbetaler te dekken omdat de fouten van verweerder het rechtssysteem hebben belast, nu klager geen belanghebbende is. Klager kan enkel opkomen tegen handelen of nalaten van verweerder waardoor klager rechtstreeks in zijn eigen belang is geraakt. Daarnaast is klager, gelet op art. 56 lid 1 aanhef onder sub a. Advw niet-ontvankelijk voor zover zijn beroep gericht is tegen de opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:238 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-672/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Gelet op de voorgeschiedenis en context acht de voorzitter de gewraakte e-mail niet onbetamelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:239 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-683/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over belangenverstrengeling kennelijk ongegrond. Klager is geen (oud) cliënt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:240 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-688/DH/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:215 Hof van Discipline 's Gravenhage 230070

    Klacht over eigen advocaat. bekrachtiging beslissing raad. Verweerster heeft de klacht gemotiveerd betwist. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerster (onder andere) te laat heeft gehandeld, incidenteel hoger beroep heeft ingesteld zonder voorafgaand overleg met klager en onvoldoende bereikbaar was voor klager. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-374/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Anders dan klager betoogt, heeft verweerster verweer gevoerd tegen de gevorderde dwangsommen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:218 Raad van Discipline Amsterdam 23-689/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:255 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5631

    Gegronde klacht tegen een openbaar apotheker. Klager (cosmetisch arts) heeft voor zichzelf een handgeschreven recept uitgeschreven voor een antibioticum. De apotheker heeft geweigerd de medicatie af te leveren omdat het recept handgeschreven was. Volgens klager heeft de apotheker op oneigenlijke gronden geweigerd de medicatie af te leveren waardoor hij is blootgesteld aan een onaanvaardbaar medisch risico. Het college is van oordeel dat de apotheker goede gronden had om terughoudend te zijn bij het uitgeven van de medicatie aan klager. Bij een handgeschreven recept is namelijk niet meteen duidelijk of een zorgvuldige risicoanalyse heeft plaatsgevonden. Verder heeft de apotheker onweersproken toegelicht dat hij in het systeem kon zien dat klager regelmatig voor zichzelf handgeschreven recepten uitschrijft, terwijl artsen wordt aangeraden terughoudend te zijn met het voorschrijven van geneesmiddelen voor eigen gebruik. De apotheker heeft ook onweersproken toegelicht dat de kuurlengte ongebruikelijk lang was. Volgens het college getuigt het dan ook van zorgvuldigheid dat de apotheker de medicatie in deze omstandigheden niet zonder meer heeft afgeleverd. Het lag evenwel op de weg van de apotheker om het gesprek aan te gaan met klager. Om duidelijk te krijgen of één van de uitzonderingssituaties van artikel 4 van de KNMG-richtlijn elektronisch voorschrijven zich voordeed. Tot dit inhoudelijke gesprek is het niet gekomen. Het college kan niet vaststellen wie daarvan een verwijt valt te maken. Dit laat onverlet dat de apotheker klager in dit geval had moeten helpen en het afleveren van de medicatie niet had mogen weigeren. In het bijzonder omdat het een antibioticum betrof. In het algemeen geldt immers dat zo snel mogelijk met een antibioticakuur moet worden gestart. De apotheker had er bovendien voor kunnen kiezen voorlopig een kleinere hoeveelheid mee te geven. Gelet op het voorgaande acht het college een waarschuwing een passende maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:215 Raad van Discipline Amsterdam 23-175/A/A

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Het gedrag van verweerder heeft niet voldaan aan de professionele standaard, inhoudende dat een advocaat dient te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Verweerder heeft niet alleen nagelaten klaagster schriftelijk te waarschuwen dat de vaste prijsafspraak niet meer gold en hij per uur zou gaan declareren, maar bovendien verzuimd om vervolgens periodiek en deugdelijk gespecificeerde declaraties te versturen. Door dit na te laten heeft verweerder wegens strijd met gedragsregels 16 lid 1 en 2 en 17 lid 2 en 4 tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Mede gelet op verweerders blanco tuchtrechtelijk verleden acht de raad een waarschuwing in dit geval passend en geboden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:214 Hof van Discipline 's Gravenhage 220305

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Volgens klaagster zijn de uitlatingen van verweerder over de vermeende liefdesleven van klaagster en het herhaalde gebruik van het woord 'labiel' of 'hoer' in de verweerschriften en e-mailberichten onnodig grievend en niet functioneel in het kader van de echtscheidingszaak. Het hof ziet dit anders. De gewraakte uitlatingen dienen te worden bezien tegen de achtergrond van het tussen partijen bestaande geschil over de wijze waarop door beide partijen invulling werd gegeven aan het ouderschap en zijn in dat kader functioneel. Het hof is verder van oordeel dat de wijze waarop verweerder dit heeft gedaan, weliswaar geen schoonheidsprijs, maar evenmin het predicaat onnodig grievend verdient. Ten aanzien van het gebruik van het woord 'labiel' weegt het hof mee dat verweerder daarmee het standpunt van zijn cliënt verwoordde en het woord niet gebruikte in medische zin, maar ter aanduiding van ambigu gedrag. Voor het gebruik van het woord 'hoer' geldt dat dit deel uitmaakt van een citaat en dat niet uit de mond van verweerder of diens cliënt maar - volgens verweerders cliënt - uit die van roddelende derden is opgetekend. Verweerder heeft op de juistheid daarvan mogen afgaan. Tegen deze achtergrond is de citaat niet onnodig grievend. Conclusie hof: lat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niet gehaald. Vernietiging beslissing raad. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:136 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-172/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:216 Raad van Discipline Amsterdam 23-625/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak grotendeels gegrond. Verweerder heeft in zijn afwegingen bij de uitvoering van de opdracht van zijn cliënten zich teveel laten leiden door de wensen van zijn cliënten en onvoldoende oog gehad voor het belang van zo min mogelijk escalatie in de familiesituatie. Verweerder heeft ter zitting geen goede reden kunnen geven voor het starten van een procedure in deze familierechtelijke kwestie. Verweerder heeft daarnaast verwijtbaar gehandeld door de rechtbank in strijd met de waarheid te informeren dat sprake was van een eenstemmig verzoek tot uitstel en zich in strijd met gedragsregel 20 lid 2 tot de rechtbank te wenden zonder de advocaat van klager hiervan op de hoogte te stellen. Aangezien verweerder deze fout direct de volgende dag heeft rechtgezet en zijn excuses hiervoor heeft aangeboden rekent de raad verweerder dat laatste minder zwaar aan. De raad komt tot de slotsom dat oplegging van een waarschuwing passend is in deze situatie, waarbij de raad betrekt het feit dat verweerder opnieuw ter zitting oprecht spijt heeft betuigd voor zijn gedragingen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-337/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een machtiging.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:217 Raad van Discipline Amsterdam 23-319/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:254 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5444

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. De echtgenoot van klaagster (de patiënt) is overleden in het ziekenhuis. Klaagster verwijt de internist onder andere dat hij zonder haar medeweten en toestemming palliatieve sedatie heeft gegeven aan de patiënt. Het college overweegt het volgende; dat de opname in het ziekenhuis vanwege de toestand van de patiënt alleen nog maar een palliatieve insteek kon hebben, heeft de internist besproken met de patiënt en klaagster, zoals voldoende blijkt uit de brief aan de huisarts. Het college acht het, mede gelet op de beschrijving in het dossier, aannemelijk dat de internist de tijd heeft genomen voor dit gesprek en dat hij heeft uitgelegd dat de behandeling volledig zou worden gericht op het welbevinden van de patiënt.Verder oordeelt het college dat de internist de patiënt, die in de terminale fase verkeerde, goede pijnstilling in de juiste dosering heeft gegeven. Het college ziet geen aanwijzingen dat sprake is geweest van palliatieve sedatie. Aangezien de patiënt ten tijde van de opname en ook op momenten daarna nog aanspreekbaar was, heeft de internist klaagster niet hoeven vragen om haar toestemming voor palliatieve pijnbestrijding. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5440

    Voorzittersbeslissing in een klacht tegen een psychiater naar aanleiding van een Pro Justitia rapport. Klager verwijt de psychiater dat hij heeft geweigerd inzage te geven in zijn rapport en dat hij klagers leven kapot heeft gemaakt met zijn advies. Vaststaat dat klager heeft kennisgenomen van de inhoud van het rapport. Niet blijkt dat hij nadien nog verzocht heeft om inzage of een afschrift. De voorzitter is van oordeel dat het tweede klachtonderdeel feitelijke grondslag mist. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:294 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-409/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Op grond van het klachtdossier kan niet worden vastgesteld dat verweerder feiten heeft gesteld waarvan hij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen. Verweerder behartigt uitsluitend de belangen van zijn cliënte en hij mocht daarbij afgaan op de juistheid van de informatie die hij van zijn cliënte had gekregen. Verder heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een kort geding aan te zeggen. Het stond verweerder vrij om daartoe in het belang van zijn cliënte over te gaan. Daarbij is het niet gebleken dat de belangen van klager onevenredig zijn geschaad. De klacht is in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-460/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht tegen een voormalig eigen advocaat deels niet-ontvankelijk (wegens gebrek aan belang) en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:133 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-734/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij een in de visie van klager onjuiste berekening heeft gemaakt om de door klager aan verweerders cliënte verschuldigde bruto-alimentatie te bepalen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:184 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5174

    Klagers hebben de klacht ingediend namens hun minderjarige dochter. Zij is opgenomen geweest met ernstige problematiek in een instelling waar verweerster werkzaam was. Verweerster was destijds regiebehandelaar en gedurende een korte periode ook behandelaar van de dochter van klagers. Klagers verwijten verweerster, samengevat, dat zij als (regie)behandelaar ernstig heeft gefaald waardoor hun dochter met complexe problematiek niet de juiste hulp en zorg heeft gekregen. Verweerster heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt aan verweerster de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-481/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Klaagster laat na haar klacht te concretiseren.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:134 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-735/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Omdat niet is gebleken dat verweerster de belangen van klaagster onnodig of onevenredig heeft geschaad door op 24 maart 2023 geen vervanging te regelen is dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond. Omdat verweerster is afgegaan en ook mocht afgaan op de van haar cliënt verkregen informatie over de hoogte van de rente kan verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van haar onjuiste mededeling over de hoogte van het te betalen rentebedrag. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:297 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-476/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Geen aanknopingspunten dat verweerster klager onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van de lopende artikel 12-procedure of tekort is geschoten in de belangenbehartiging ter zitting. Niet vast te stellen dat verweerster geen of slechts een incompleet dossier aan klager heeft verstrekt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:213 Hof van Discipline 's Gravenhage 230111

    Schending zorgplicht jegens cliënte. Omvang HB: de beroepsgrond uit verweerders beroepschrift blijft beperkt tot de hoogte van de door de raad opgelegde maatregel, nu de beroepsgronden tegen de gegrondverklaring door de raad ontbreken. Het hof gaat daarom uit van de onherroepelijkheid van die gegrondverklaring. Verweerder heeft geen inhoudelijke gronden tegen de hoogte van de maatregel aangevoerd. Hof bepaalt ambtshalve welke maatregel passend en geboden is. Klachtonderdelen klaagster gegrond. Verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting klaagster. Verweerder heeft onvoldoende oog gehad voor de belangen van klaagster en haar niet op deskundige en voortvarende wijze bijgestaan. Er lijkt sprake van meer dan incidenteel tekortschieten in de beroepsuitoefening door verweerder. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:135 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-173/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4628

    Klager is vader van twee kinderen. In het kader van de echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing is verweerster via het NIFP verzocht om een civiel forensisch diagnostisch onderzoek te verrichten naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager stelt, samengevat, dat verweerster een ondeugdelijke rapportage heeft opgesteld. Verweerster voert gemotiveerd verweer. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:298 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-462/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4629

    Klager is vader van twee kinderen. In het kader van de echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing is verweerster via het NIFP verzocht om een civiel forensisch diagnostisch onderzoek te verrichten naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager stelt, samengevat, dat verweerster een ondeugdelijke rapportage heeft opgesteld. Verweerster voert gemotiveerd verweer. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-461/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het door verweerder verstrekken van feitelijke onjuiste informatie bij het Hof van Discipline kennelijk ongegrond. Verweerder heeft een toelichting gegeven op het door hem, in de civielrechtelijke procedure, namens zijn cliënt ingenomen standpunt. Dat stond hem vrij. De voorzitter is van oordeel dat klager misbruik maakt van het klachtrecht, omdat dit klagers vijfde (ongegronde) tuchtklacht tegen verweerder is en klager ook meermaals onterecht heeft gewraakt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:236 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-091/DH/RO

    Verzet ongegrond. In een beslissing is het niet noodzakelijk dat alle naar voren gebrachte feiten volledig worden weergegeven; een zakelijke opgave van de voor de beslissing meest relevante feiten volstaat. Het staat de voorzitter daarom vrij om uit de gepresenteerde producties die feiten te putten die voor de beoordeling van belang zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4930

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in het kader van verplichte zorg opgenomen geweest in een zorginstelling. De psychiater is voorzitter van de raad van bestuur van deze zorginstelling. Klaagster maakt hem meerdere verwijten. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk omdat de klachten niet zien op concreet handelen van de psychiater tegen klaagster. De psychiater is ook niet betrokken geweest bij klaagsters behandeling. Zijn enige betrokkenheid is dat hij klaagster een brief heeft gestuurd in het kader van een aansprakelijkstelling door klaagster van de instelling. Verwijten die hierop zien, kan de voorzitter echter niet uit het (aanvullend) klaagschrift halen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-662/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klaagster verwijt verweerder dat hij eind 2013 met een vervalste en geantedateerde arbeidsovereenkomst het faillissement van HCIN aangevraagd. Vast staat dat klaagster reeds in 2014 kennis heeft genomen van het handelen van verweerder waarover zij zich thans beklaagt. Klaagster heeft zich op 11 december 2022, derhalve na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerder tot de deken gewend. Omdat de termijn is verstreken zal de voorzitter de klacht niet-ontvankelijk verklaren. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar zou zijn is naar het oordeel van de voorzitter niet gebleken.