Zoekresultaten 51-100 van de 44920 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7773
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 28-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:139
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is bij klager op huisbezoek geweest vanwege klachten van koude handen en algehele malaise. De volgende ochtend heeft de echtgenote van klager gebeld met de mededeling dat de klachten waren verergerd. De huisarts is toen niet bij klager langs gegaan. Een paar uur later is klager per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Daar is de diagnose tamponade gesteld en is met spoed een pericardiocentese uitgevoerd. Het college is van oordeel dat het lichamelijk onderzoek onvoldoende is geweest en dat de huisarts breder differentiaal diagnostisch had moeten denken en een vangnetadvies had moeten geven. Naar aanleiding van het telefoontje van de volgende ochtend had de huisarts moeten langsgaan. Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:109 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-938/DH/RO
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:109
Raadsbeslissing. Verweerder heeft niet voldaan aan de zware zorgplicht die op hem als gemeenschappelijk echtscheidingsadvocaat rust. Beperkt per e-mail gecorrespondeerd en vrijwel niets vastgelegd. Hij heeft klaagster en de man alleen gezamenlijk in persoon gespreken in verband met de ondertekening van het verzoekschrift. Van het informeren, laat staan adviseren, van klaagster iet niet gebleken. Berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:45 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/759110 / DW RK 24/387 HE/WdJ
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 28-05-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:45
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich onder meer over het gelegde loonbeslag en stelt dat hij nooit een helder overzicht heeft ontvangen van de vermeende schuld. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:110 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-217/DH/RO
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 28-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:110
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een erfrechtelijk geschil kennelijk ongegrond. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/760460 / DW RK 24/416 HE/WdJ
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 28-05-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:46
Beslissing op verzet. Klager stelt dat sprake is van verjaring en dat nergens uit blijkt dat de gerechtsdeurwaarder is gemachtigd en verzocht om de betwiste vordering te incasseren. Klager beklaagt zich verder over de beslagvrije voet en de in rekening gebrachte kosten. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:82 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-531/DB/LI
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:82
Raadsbeslissing. Eindbeslissing na twee tussenbeslissingen en terug verwijzing naar de deken. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De klacht is deels niet-ontvankelijk omdat klaagster daarbij geen rechtstreeks belang heeft, deels ongegrond en deels gegrond. De klacht heeft betrekking op een – beweerdelijk – door verweerder bedachte onrechtmatige juridische constructie op grond waarvan ten laste van klaagster beslag is gelegd en op de wijze waarop verweerder in de procedure als advocaat van klaagsters wederpartij(en) heeft geopereerd. Verweerder heeft naar voren gebracht dat hij zich niet inhoudelijk kan verweren omdat hij niet is ontheven van de op hem rustende geheimhoudingsplicht die hij jegens zijn cliënte(n) in acht behoort te nemen. Hij heeft op grond daarvan een beroep gedaan op zijn verschoningsrecht. Klaagster heeft weersproken dat verweerder een gegrond beroep doet op zijn verschoningsrecht. De raad heeft de zaak terug verwezen naar de deken met het verzoek aan de raad te rapporteren of de geheimhoudingsplicht van verweerder inderdaad in de weg staat aan het voeren van verweer. De deken heeft de raad bericht dat verweerder ter zake de klachtonderdelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 een gegrond beroep heeft gedaan op zijn geheimhoudingsplicht. De raad volgt de conclusies van de deken. Het gegronde beroep van verweerder op zijn verschoningsrecht maakt niet alleen dat verweerder wordt belemmerd in het voeren van verweer tegen de klacht maar ook dat van een deugdelijke toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor niet kan worden gesproken. De raad kan aldus de met deze klachtonderdelen samenhangende feiten en omstandigheden niet in voldoende mate vaststellen. Bij die stand van zaken moeten deze klachtonderdelen, bij gebreke van feitelijke grondslag, als ongegrond worden afgewezen. Klachtonderdeel 9, inhoudend dat verweerder vertrouwelijke stukken uit de mediation heeft overgelegd in procedures, is gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7241
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 27-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:135
Deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De ex-partner van klaagster is behandeld door de GZ-psycholoog. Klaagster was betrokken bij die behandeling. Zij maakt de GZ-psycholoog verschillende verwijten, onder andere dat zij een onterechte melding bij Veilig Thuis heeft gedaan. Voor zover klaagster de GZ-psycholoog verwijten maakt over de behandeling van de partner is het college van oordeel dat klaagster daarin niet-ontvankelijk is. Verder stelt het college vast dat de GZ-psycholoog niet betrokken was bij de totstandkoming van de melding bij Veilig Thuis. Dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:88 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2555
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:88
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is langdurig uitgevallen voor zijn werk. De bedrijfsarts heeft hem in het kader van zijn re integratie begeleid. Klager heeft in een periode van één jaar in totaal tien gesprekken met de bedrijfsarts gehad, steeds telefonisch. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij klager niet goed heeft begeleid en zich onvoldoende voor hem heeft ingespannen, dat hij medisch niet goed heeft gehandeld en dat hij heeft samengespannen met klagers werkgever, waardoor hij – klager – geen eerlijke behandeling heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en aan de bedrijfsarts een waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de ongegrondverklaring van vier klachtonderdelen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7674
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 23-05-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:61
Klacht tegen gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Klager werd voor diagnostiek en behandeling door de huisarts verwezen naar de gz-psycholoog. Tijdens de intakefase vonden er meerdere gesprekken plaats om de hulpvraag van klager te verduidelijken en om te bekijken wat passende zorg was. Nadat er bij klager boosheid ontstond over het betalen van het eigen risico werd de intakefase afgesloten. Klager verwijt de gz-psycholoog onder andere dat er geen passende verwijzing heeft plaatsgevonden en dat zij zonder zijn toestemming contact opnam met de huisarts. De klacht gaat ook over rapportages in het medisch dossier. Het college is van oordeel dat de gz-psycholoog geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7271
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 27-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:136
Deels gegronde klacht tegen een klinisch psycholoog. Klaagster is ontevreden over de behandeling die zij vanaf 2016 van de klinisch psycholoog heeft ontvangen. Zij maakt de klinisch psycholoog verschillende verwijten. Het college oordeelt onder andere dat door de klinisch psycholoog geen goede regie is gevoerd. Over de contacten die hij met klaagster had is weinig gedocumenteerd. Er is geen behandelplan opgesteld dat kon dienen als leidraad bij de contacten en ook is door de klinisch psycholoog geen duidelijke diagnose gesteld. Het college legt de maatregel op van berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:89 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2411
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 20-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:89
Klager en verweerder zijn tandarts in dezelfde plaats. De verhoudingen tussen beide tandartsen zijn al jaren ernstig verstoord. Klager verwijt verweerder dat hij zich zodanig niet collegiaal gedraagt dat dit in strijd is met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Ook verwijt klager hem valsheid in geschrifte en het niet verstrekken van medische dossiers van naar klager overgestapte patiënten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en verweerder een berisping opgelegd. Verweerder heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht op een aanvullend punt gegrond en legt aan verweerder de maatregel van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:90 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2543
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:90
De psychiater werkt als psychiater in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van een Penitentiaire Inrichting (PI). Klager is hier in 2017 en 2021 opgenomen geweest. Klager verwijt de psychiater dat aan hem in april 2017 en januari 2021 dwangmedicatie is toegediend zonder de juiste medische indicatie, aanleiding en criteria. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:91 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2627
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:91
Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is gedurende ongeveer 1,5 jaar in een fysiotherapiecentrum behandeld in verband met kaak- en nekklachten aan de voorzijde. De fysiotherapeut is drie keer als vervanger van de vaste behandelaar bij de behandeling van klaagster betrokken geweest. De eerste keer zou hij vanwege spierspanning dry needling hebben uitgevoerd in de wangkauwspier. Klaagster verwijt de fysiotherapeut onder meer dat hij geen informatie heeft gegeven over de uit te voeren behandeling en de risico’s daarvan en de behandeling niet goed heeft uitgevoerd waardoor zij sindsdien dagelijks heftige spierpijn heeft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:92 Raad van Discipline Amsterdam 24-927/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:92
Klacht over de advocaat van de ex-partner in een echtscheidingskwestie gedeeltelijk niet-ontvankelijk (gebrek aan belang) en gedeeltelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:86 Raad van Discipline Amsterdam 24-873/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:86
Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening, de communicatie en de voortvarendheid in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:49 Accountantskamer Zwolle 24/2178 Wtra AK 24/2179 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:49
Klacht over goedkeurende controleverklaringen bij geconsolideerde jaarrekeningen 2013, 2014 en 2015 van een vennootschap op Sint Maarten. Eén van de aangeklaagde accountants was de engagement leader op deze opdracht. Het belangrijkste actief (circa $ 460 mln) van de vennootschap betreft een perceel grond op Sint Maarten. Volgens klagers is dat perceel voor een te hoge waarde opgenomen in de gecontroleerde jaarrekeningen. Ook de latente belastingverplichting op de balans maakt dat de jaarrekeningen volgens klagers geen getrouw beeld geven van de werkelijke financiële situatie van de vennootschap. Klacht is (grotendeels) gegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:93 Raad van Discipline Amsterdam 24-917/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:93
Klacht tegen de eigen advocaat in een familiekwestie over de kwaliteit van de bijstand ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:87 Raad van Discipline Amsterdam 24-893/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:87
Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:94 Raad van Discipline Amsterdam 24-706/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:94
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:88 Raad van Discipline Amsterdam 24-884/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:88
De klacht is gericht tegen de advocaat van een derde. Klager stelt dat verweerder in zijn rol van advocaat van die derde uitlatingen heeft gedaan over klager die beledigend zijn. De raad stelt vast dat verweerder kritisch is geweest over handelen van klager. De raad heeft echter onvoldoende grond om aan te nemen dat dit niet passend was binnen de context van de advisering aan zijn cliënt. De raad verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:89 Raad van Discipline Amsterdam 24-892/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:89
Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Het verwijt is dat verweerder in een kwestie over de overdracht van aandelen valse informatie heeft gebruikt, cruciale informatie te laat heeft gedeeld en klager onnodig onder druk heeft gezet. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:90 Raad van Discipline Amsterdam 24-668/A/NH
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:90
Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit en de wijze van bijstand. Verweerder heeft klager niet adequaat geïnformeerd over het verbeuren en verjaren van dwangsommen en over een vorderingen in verband met verzekeringspremies. Verweerder heeft klager verder onvoldoende bijgestaan na een voor klager gunstig vonnis op basis waarvan de eigendom van een woning in het buitenland moest worden overgedragen. De raad heeft de indruk dat verweerder onvoldoende expertise had om de overdracht in het buitenland te begeleiden en dat verweerder de regie over de zaak verloor. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:91 Raad van Discipline Amsterdam 24-787/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:91
Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de bijstand in een arbeidszaak gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft klaagster onvoldoende gewezen op de mogelijkheden en de termijn voor het instellen van cassatie en daarmee heeft hij de belangen van klaagster geschaad. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:85 Raad van Discipline Amsterdam 24-647/A/A
- Datum publicatie: 26-05-2025
- Datum uitspraak: 12-05-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:85
Raadsbeslissing. Deels gegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Naar het oordeel van de raad had verweerder, alvorens er mee in te stemmen dat zijn herinnering aan de inhoud van de gemaakte afspraken in de brief werd opgenomen, in overleg moeten treden met zijn cliënt. Dat verweerder dit niet heeft gedaan, acht de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Nu de raad niet heeft kunnen vaststellen dat verweerder klager bewust niet heeft betrokken bij zijn handeling en in de veronderstelling verkeerde klager hiermee juist een dienst te bewijzen, is van een schending van de geheimhoudingsplicht, zoals klager verweerder verwijt, geen sprake. Wel ziet de raad dat verweerder hiermee niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van hem in de gegeven omstandigheden mocht verwacht. De raad acht alles overziend een waarschuwing op zijn plaats.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7545
- Datum publicatie: 23-05-2025
- Datum uitspraak: 23-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:131
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De klacht hangt samen met zaak A2024/7544. Klager klaagt namens zijn overleden vader over een behandeling in de tandartspraktijk waar de tandarts werkzaam is, waarbij een nabloeding is ontstaan. Ook vindt hij het onzorgvuldig dat hij en zijn familie zijn uitgeschreven bij de tandartspraktijk nadat zijn broer een negatieve review op internet heeft geplaatst. Het college komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is, maar dat de tandarts geen verwijt kan worden gemaakt van de klachtonderdelen die gaan over de behandeling van de vader van klager omdat de tandarts daar niet bij betrokken is geweest. Ten aanzien van de beëindiging van de behandelingsovereenkomst isde klacht gegrond. Het college komt tot het oordeel dat de tandarts de behandelrelatie niet conform de regels heeft beëindigd, omdat onvoldoende is gebleken dat hij zich voldoende heeft ingespannen om de relatie te herstellen. Het college bepaalt dat er geen maatregel wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7357
- Datum publicatie: 23-05-2025
- Datum uitspraak: 23-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:132
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft bij klager een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd. Klager is ontevreden over de uitvoering van de behandeling, de informatieverstrekking voorafgaand aan de behandeling, de dossiervoering en de nazorg door de tandarts. Het college vindt dat voldoende vaststaat dat klager zelf indiener van de klacht is, maar heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7528
- Datum publicatie: 23-05-2025
- Datum uitspraak: 23-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:133
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster heeft bij de tandarts een keramisch implantaat laten plaatsen. Dat is niet goed gegaan, omdat kort daarna al bleek dat er een ontsteking is ontstaan van het bot rondom het implantaat. Klaagster heeft (meerdere) keren haar medisch dossier opgevraagd in verband met een second opinion. Klaagster en de tandarts hebben discussie over de behandeling en de kosten gehad, waarna wegens verstoorde verhoudingen de behandelrelatie door de tandarts is beëindigd. Klaagster heeft een aantal klachten geformuleerd over onder meer het ontbreken van informed consent, de behandeling en de inrichting van het patiëntendossier. Het college overweegt dat de tandarts toch is meegegaan in de wens van klaagster om een keramisch implantaat te plaatsen, wat op zich kan maar dan had klaagster wel goed voorgelicht moeten worden welke risico’s daaraan kleefden. Hiervoor biedt de patiëntenkaart geen aanknopingspunten en klaagster heeft uitdrukkelijk weersproken dat zij adequaat is voorgelicht. Daarnaast overweegt het college dat de tandarts bij de behandeling zelf niet heeft gehandeld volgens de beroepsnomen. Tot slot stelt het college vast dat het patiëntendossier niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Het college verklaart drie klachtonderdelen gegrond en legt de tandarts een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7414
- Datum publicatie: 23-05-2025
- Datum uitspraak: 23-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:134
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De zoon van klagers is van zijn fiets gevallen, waardoor er een indicatie was om zijn voortand te trekken. De tandarts heeft dit gedaan. Klagers verwijten de tandarts onder andere dat hij hun zoon onvoldoende verdoofd heeft bij het trekken van de tand, hij klagers en hun zoon niet heeft voorgelicht over de voorgenomen behandeling en dat hij hen onheus heeft bejegend. Het college heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/33
- Datum publicatie: 22-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:9
De klacht gaat over een op het laatste moment aangebrachte verandering in de door de kandidaat-notaris voorbereide akte van levering. De klacht is niet-ontvankelijk verklaard, voor zover deze een verzoek inhoudt om de kandidaat-notaris ertoe te zetten om de akte van levering aan te passen. Aangezien de kandidaat-notaris, alle omstandigheden van dit geval in aanmerking genomen, voldoende alert is geweest op haar informatieverplichting naar klager toe, is de klacht voor het overige ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:7 Kamer voor het notariaat Amsterdam 7555715 / NT 24-30
- Datum publicatie: 22-05-2025
- Datum uitspraak: 24-04-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:7
Klacht over afwikkeling nalatenschap. De klacht bestaat uit verschillende klachtonderdelen. Deels worden die klachtonderdelen ongegrond verklaard, deels gegrond. De kamer legt de notaris een waarschuwing op omdat hij zich heeft gemengd in een verdelingsprocedsure waarin hij geen partij is, op de wijze zoals hij dat heeft gedaan. Van een notaris mag worden verwacht dat hij professioneel omgaat met partijen die niet tevereden zijn over zijn handelwijze, ook als dat in de ogen van de notaris onterecht is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:100 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-1007/DH/DH
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:100
Dekenbezwaar tegen advocaat als bestuurder van twee stichtingen (ten behoeve van een kasteel) gegrond. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarden (financiële) integriteit en onafhankelijkheid. Schorsing van 8 weken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:96 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-844/DH/RO
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 12-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:96
Klacht tegen de eigen advocaat. Verweerder is, nadat klager het voorschot heeft betaald, volledig onbereikbaar. Hij laat daarmee zijn cliënt in de steek. Verweerder reageert niet op verzoeken van de deken en laat ook bij de tuchtrechter verstek gaan. Schrapping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:101 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-874/DH/RO
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:101
Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiekwestie. Klacht is deels niet-ontvankelijk, vanwege gebrek aan belang. Klacht voor het overige ongegrond omdat de juistheid van de verwijten niet kan worden vastgesteld.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:97 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-028/DH/RO
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 12-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:97
Klacht tegen de eigen advocaat. Verweerder is ernstig tekortgeschoten in de communicatie met en bijstand aan klaagster. Na een periode van slechte bereikbaarheid, is hij voor klaagster helemaal niet meer te bereiken. Zij heeft zich daardoor genoodzaakt gezien het bij de rechtbank indiende verzoek in te trekken, omdat zij – vanwege verweerders onbereikbaarheid – zonder vertegenwoordiging zat. Verweerder heeft klaagster in de steek gelaten. Verweerder reageert niet op verzoeken van de deken en laat ook bij de tuchtrechter verstek gaan. Schrapping.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024-7074
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 21-05-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:64
Tandarts. KLACHT: 1) onzorgvuldig gehandeld bij plaatsen implantaat, 2) bij tweede implantaat dezelfde fout gemaakt, 3) gebrekkige dossiervoering, 4) geen klachtenregeling, 5) niet (volledig) of heel laat voldoen aan informatieverzoeken tandheelkundige adviseur rechtsbijstandsverzekeraar en gemachtigde van klaagster, 6) gedurende hele proces grenzen redelijk bekwame beroepsuitoefening overschreden.COLLEGE: Klachtonderdeel 2) ongegrond. Andere klachtonderdelen gegrond: 1): Tandarts had eerder onderzoek moeten doen naar oorzaak klachten klaagster, zeker na onderzoek door KNO-arts en foto kaakchirurg waaruit scheefstand implantaat en perforatie sinusbodem bleek. 3): Tandarts had diagnose, indicatie en bevindingen röntgenfoto’s, informed consent, datum verwijderen eerste implantaat en verslag daarvan in dossier moeten vastleggen. Dossiervoering onvoldoende. 4): Tandarts had geen klachtenregeling conform Wkkgz. Niet behulpzaam geweest klacht in goede banen te leiden. 5): Op grond van 7:456 lid 1 BW had tandarts binnen een maand afschrift dossier moeten verstrekken. 6) Grenzen redelijk bekwame beroepsuitoefening overschreden.MAATREGEL: Berisping met aantekening in het BIG-register. College heeft aard en ernst gegronde klachtonderdelen meegewogen, dat tandarts zich niet toetsbaar heeft opgesteld en eerdere beslissing CTG (C2017.304).OVERIG: Publicatie in Nederlands Tandartsenblad en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:102 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-877/DH/DH
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:102
Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure niet-ontvankelijk: deels vanwege termijnoverschrijding, deels vanwege gebrek een rechtstreeks belang.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:98 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-656/DH/DH
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 12-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:98
Klacht tegen advocaat in andere hoedanigheid. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de (toenmalige) werkgever van klager zonder redelijke grond te betrekken in een kwestie die speelde tussen klager en een kantoorgenote van verweerder, waarbij de werkgever van klager geen enkele rol speelde. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7407
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 21-05-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:65
Verweerster, huisarts, wordt verweten dat zij patiënte een consult, en daarmee essentiële zorg heeft onthouden, waarmee de beklemde liesbreuk met complicatie van een necrotiserende darm tijdig had kunnen worden gediagnosticeerd, en operatief ingrijpen en blootstelling aan volledige narcose was vermeden. Het college overweegt dat patiënte zich heeft gepresenteerd met klachten passend bij een gewone liesbreuk. Er waren geen aanwijzingen voor een beklemde liesbreuk en dit rechtvaardigt de adviezen van de assistentes en het accorderen van deze adviezen door de huisarts. Niet gebleken is dat operatief ingrijpen en blootstelling aan narcose had kunnen worden vermeden bij aanbieden van een consult aan patiënte. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:103 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-187/DH/RO
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 21-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:103
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft namens zijn cliënten klachten ingediend bij de SKJ en het Klachtenportaal Zorg. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder daarbij onjuiste informatie heeft verstrekt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:99 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-169/DH/RO
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 14-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:99
Voorzittersbeslissing. Klacht van een advocaat en zijn cliënt, tegen de advocaat van de wederpartij. De klacht van de advocaat dat verweerder zich onwelwillend heeft opgesteld is kennelijk ongegrond. De klacht van de cliënt over de gang van zaken rondom beslaglegging is kennelijk niet-ontvankelijk. Het beslag is namelijk niet gelegd op de banktegoeden van de cliënt en de cliënt heeft daarom geen belang bij de klacht.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7121
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 21-05-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:66
Tandarts. KLACHT: 1) anamnese, verslag oraal onderzoek, diagnose en behandelplan ontbreken, 2) geen behandelplan besproken en geen kostenbegroting, 3) geen informed consent, 4) zeer summiere verslaglegging, 5) geen vastlegging bevindingen gebitsmodellen en scans, 6) ten onrechte code C012, F126A en F132A gedeclareerd, 7) kwalitatieve slechte laterale headplate en geen vastlegging bevindingen.COLLEGE: Geheel ongegrond. Klachtonderdelen 1) tot en met 5): Uit dossier blijkt anamnese afgenomen, verslaglegging van onderzoeken, behandelplan, bevindingen modellen besproken en consequenties vastgelegd. Dossier is summier, maar bevat de noodzakelijke informatie. Ter zitting vastgesteld sprake van informed consent, en behandelplan en kosten met klaagster besproken. Klachtonderdeel 6): Codes C012 en F126A terecht gedeclareerd. Voor code F132A alle werkzaamheden uitgevoerd. Geen akkoord ziekenhuis voor kaakoperatie. Declareren code niet zonder machtiging zorgverzekeraar, maar gezien omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klachtonderdeel 7): Foto volstond voor doel waarvoor deze was gemaakt. Geen reden nieuwe foto, ook gezien ALARA-principe.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7707
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 20-05-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:60
Klacht tegen een verpleegkundige gegrond. Maatregel: waarschuwing. Klager kwam in 2024 voor de uitslag van zijn jaarlijkse hart- en vaatziekten controlemetingen bij de verpleegkundige op consult. Daar bleek dat er ook een PSA-onderzoek was gedaan zonder dat klager dat wist. De PSA-waarde van klager was te hoog. De verpleegkundige kwam erachter dat zij de aanvraag had gedaan zonder klager daarover te informeren. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij zonder toestemming een PSA-onderzoek heeft aangevraagd en niet open en eerlijk heeft gecommuniceerd. Naar het oordeel van het college lag het op de weg van de verpleegkundige om eerder en proactief contact op te nemen met klager. De verpleegkundige is als professional verantwoordelijk voor een zorgvuldige communicatie met de patiënt in een geval iets niet goed is gegaan bij de door haar verleende zorg. Dat zij daarin tekort is geschoten is onzorgvuldig geweest en in zoverre tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:104 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-200/DH/DH
- Datum publicatie: 21-05-2025
- Datum uitspraak: 21-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:104
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat c.q. eigen zoon. Klacht deels te laat en daarom niet-ontvankelijk, voor zover de klacht ziet op bijstand bij de echtscheiding. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond. Het gaat om handelen van verweerder in een privé kwestie. Niet gebleken dat verweerder het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7462
- Datum publicatie: 20-05-2025
- Datum uitspraak: 20-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:129
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich begin 2024 ziekgemeld bij zijn werkgever. De werkgever van klager wisselde anderhalve maand na zijn ziekmelding van arbodienst. De bedrijfsarts was als stafarts werkzaam bij deze nieuwe arbodienst, en werd verantwoordelijk voor de begeleiding van klager. Klager verwijt haar - in meerdere klachtonderdelen - dat zij niet op de juiste wijze heeft gehandeld bij zijn verzuimbegeleiding. De bedrijfsarts betwist dit. Het college komt tot het oordeel dat de bedrijfsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.Kenmerk: onjuiste verklaring of rapport
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:137 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-971/AL/MN
- Datum publicatie: 20-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:137
Raadsbeslissing. De door verweerster in stukken gericht aan de rechtbank gebruikte bewoordingen zijn niet onnodig grievend. Verder is niet aangetoond dat verweerster feiten heeft geponeerd waarvan zijn de onjuistheid kende of zou moeten kennen. Evenmin is aangetoond dat verweerster geen doelmatige behandeling van de zaak zou nastreven. De raad verklaart de klacht in al zijn klachtonderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:91 Hof van Discipline 's Gravenhage 240128
- Datum publicatie: 20-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:91
Klacht over eigen advocaat. Het hoger beroep van verweerster ziet uitsluitend op de opgelegde maatregel van (onvoorwaardelijke) schorsing voor de duur van twee weken. Het hof vernietigt beslissing raad voor zover het hoger beroep is onderworpen aan het hof en ziet aanleiding om de maatregel te wijzigen en wel in die zin dat aan verweerster de maatregel zal worden opgelegd van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes weken.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439690 / KL RK 24-105
- Datum publicatie: 20-05-2025
- Datum uitspraak: 14-05-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:17
Klager verwijt de notaris dat hij 1) bij de totstandkoming van het testament onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid van erflaatster 2) onvoldoende waarborg heeft gegeven tegen ongewenste beïnvloeding door de zus van klager.De kamer overweegt dat de notaris zich er steeds van heeft vergewist dat erflaatster bij de besprekingen wilsbekwaam was en uit vrije wil (en dus zonder beïnvloeding van de zus) tot haar wensen over de inhoud van het testament was gekomen. De notaris heeft bij zijn beoordeling het Stappenplan gevolgd en mede door het stellen van vragen en het voeren van individuele gesprekken onder vier ogen, zorgvuldig onderzocht of erflaatster haar wensen zelfstandig had gevormd. De notaris heeft geen signalen ontvangen die wezen op beïnvloeding door derden. De notaris heeft op basis van zijn eigen waarneming niet getwijfeld aan de wilsbekwaamheid van erflaatster en is tot de conclusie gekomen dat zij wilsbekwaam was. Hij moest daarom zijn ministerie verlenen. De feiten en omstandigheden die door klager zijn gesteld maken niet dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, nu deze zien op de situatie (ver) voor het passeren van het testament. De notaris dient op grond van de wet- en regelgeving een beoordeling te maken op het moment dat hij erflaatster zelf ziet en spreekt. De kamer is van oordeel dat de notaris dit genoegzaam heeft gedaan. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:138 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-182/AL/MN
- Datum publicatie: 20-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:138
voorzittersbeslissing. De voorzitter stelt vast dat klager nimmer cliënt van verweerster is geweest maar de wederpartij van 2 opvolgende cliënten. Verweerster is aanvankelijk voor de bewindvoerder van de moeder van klager gaan optreden in geschil over de uitbetaling van de vordering van klager op zijn (netto) erfdeel in de nalatenschap van de vader van klager. Daarover is toen niets beslist omdat de moeder van klager is overleden en de taak van de bewindvoerder daardoor is geëindigd. Na het overlijden van de moeder van klager is verweerster, met instemming van de bewindvoerder, gaan optreden voor de broer van klager over de nalatenschap van de moeder met daarin de de vordering van klager in de nalatenschappen van beide ouders. Gedragsregel 15 is niet één op één van toepassing. Daarom toetst de voorzitter aan de algemene betamelijkheidsnorm van artikel 46 Advocatenwet en de strekking van gedragsregel 15. De voorzitter is op grond van de stukken niet gebleken dat verweerster met haar handelwijze genoemde norm heeft overschreden door de gerechtvaardigde belangen van klager te schenden. Dat is door klager onvoldoende concreet onderbouwd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7544
- Datum publicatie: 20-05-2025
- Datum uitspraak: 20-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:130
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De klacht hangt samen met zaak A2024/7545. Klager klaagt namens zijn overleden vader over een behandeling door de tandarts, waarbij een nabloeding is ontstaan. Ook vindt hij het onzorgvuldig dat hij en zijn familie zijn uitgeschreven bij de tandartspraktijk nadat zijn broer een negatieve review op internet heeft geplaatst. Het college komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is en dat de tandarts op twee onderdelen onzorgvuldig heeft gehandeld. Het college overweegt kort gezegd dat de tandarts zich extra had moeten inspannen om zekerheid te verkrijgen over of en welke medicatie door de vader van klager werd gebruikt, juist omdat er extractie zou plaatsvinden van vijf elementen. Daarnaast komt het college tot het oordeel dat de tandarts de behandelrelatie niet conform de regels heeft beëindigd, omdat onvoldoende is gebleken dat hij zich voldoende heeft ingespannen om de relatie te herstellen. Het college legt de tandarts een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:92 Hof van Discipline 's Gravenhage 240320
- Datum publicatie: 20-05-2025
- Datum uitspraak: 19-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:92
Beklag betreft afwijzing verzoek ex artikel 13 Advocatenwet. Het hof oordeelt dat deze mededeling geen beslissing is die op rechtsgevolg is gericht, zodat daartegen geen beklag openstaat. Ten overvloede overweegt het hof nog dat het standpunt van de deken juist is. Nu het verzoek betrekking heeft op een procedure waarin geen bijstand of vertegenwoordiging van een advocaat is vereist, is artikel 13 Advocatenwet niet van toepassing.