Zoekresultaten 2201-2250 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6814
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 24-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:124
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Tijdens het polijsten is bij klager een verwonding in zijn bovenlip ontstaan waardoor hij gedurende drie weken pijnklachten had. Volgens klager heeft de tandarts zich onvoldoende ingespannen om de lippen van klager te beschermen tijdens het polijsten, en was de tandarts tijdens de behandeling onvoldoende geconcentreerd, omdat zij met haar assistente over haar vakantie in gesprek was. Het college ziet geen aanleiding te veronderstellen dat de tandarts geen beschermingsmaatregelen in acht heeft genomen. Het feit dat de lip beschadigd is geraakt, hoe vervelend ook, betekent niet per definitie dat de tandarts onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Ook een gebrek aan nazorg kan de tandarts niet worden verweten. Het college kan niet vaststellen dat er sprake was van onvoldoende geconcentreerd werken tijdens de behandeling. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:96 Raad van Discipline Amsterdam 24-032/A/NH
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:96
Klacht tegen de eigen advocaat. Klager stelt dat verweerder zich onvoldoende voor hem heeft ingezet tijdens de behandeling van zijn strafzaak en dat hij daardoor is benadeeld. Die onvoldoende inzet bestaat onder meer uit het kort reageren door verweerder op e-mail of WhatsApp berichten van klager, uit het niet adequaat reageren tijdens de mondelinge behandeling van de strafzaak, uit het niet opkomen voor klager tegen de wijze waarop deze in de PI is behandeld en uit het niet direct doorsturen van de beslissing van de Hoge Raad op het door klager ingestelde cassatieberoep. Klager wordt in geen van deze klachtonderdelen door de raad gevolgd. De klacht is daarmee in al haar onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6622
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 24-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:125
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts kort samengevat dat hij kwalitatief slecht werk heeft geleverd en dat hij met zijn gedrag voor een gevoel van onveiligheid bij haar heeft gezorgd. Ook weigerde de tandarts om nadien te zoeken naar een oplossing. Het college kan niet vaststellen dat het werk in kwalitatieve zin niet in orde was, dit klachtonderdeel is ongegrond. De overige twee klachtonderdelen zijn wel gegrond. In de gedragsregels voor tandartsen is vermeld hoe de tandarts zich dient op te stellen in de relatie met de patiënt. Daarbij past niet het geïrriteerd en geagiteerd reageren op een patiënt, zodanig dat deze schrikt en/of angstig wordt en de behandelstoel verlaat. Ook is voldoende vast komen te staan dat de tandarts heeft nagelaten op constructieve wijze naar een oplossing te zoeken. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:97 Raad van Discipline Amsterdam 23-744/A/NH
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:97
Verzet tegen voorzittersbeslissing. Klager stelt dat de voorzittersbeslissing is gebaseerd op een onvolledig dossier, op onvolledige of onjuiste feiten en dat door de voorzitter een onjuiste toetsingsmaatstaf is toegepast. Klager wordt in geen van deze verzetsgronden door de raad gevolgd. Het verzet is daarmee ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5681
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 24-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:126
Ongegronde klacht tegen een arts. De arts is werkzaam bij de arbodienst. Klager verwijt de arts a) dat hij tijdens een consult ongepast opmerkingen heeft gemaakt, b) onterecht gevraagd heeft in welke teelbal klager kanker heeft gehad en c) de belastbaarheid onjuist heeft vastgesteld en de PTSS heeft gebagatelliseerd. De opmerking waarvan de arts heeft erkend dat hij deze heeft gemaakt, is niet zodanig ongepast dat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt. Voor het overige kan het college niet vaststellen dat de arts de gewraakte opmerkingen heeft gemaakt. De vraag naar de lokalisatie van klagers teelbalkanker was vanuit bedrijfsgeneeskundig opzicht irrelevant en dus overbodig. Dit is echter niet van dusdanig gewicht dat een tuchtrechtelijk gewicht op zijn plaats zou zijn. Ook de klacht over het vaststellen van de belastbaarheid en bagatellisering PTSS is ongegrond. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:91 Raad van Discipline Amsterdam 24-239/A/NH
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:91
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij; Niet gebleken is dat verweerster bij de behandeling van de zaak de grenzen heeft overschreden die zij als advocaat van de wederpartij in acht dient te nemen. Verweerster behartigde de belangen van de verhuurder en die belangen stonden lijnrecht tegenover de belangen van klager (de huurder). Dat maakte dat er stevig gediscussieerd is tussen verweerster en de advocaten van klager en dat verweerster namens de verhuurder sommaties heeft verstuurd. Dergelijke handelingen horen bij de taak van een advocaat als partijdige belangenbehartiger en de communicatie van verweerster kan niet als intimidatie of bedreiging worden gekwalificeerd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:92 Raad van Discipline Amsterdam 24-229/A/NH
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:92
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van een wederpartij in een familierechtzaak. Van het hanteren van onredelijk korte reactietermijnen en het dreigen met procedures is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6091
- Datum publicatie: 24-05-2024
- Datum uitspraak: 24-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:121
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is door de bedrijfsarts volledig arbeidsongeschikt geacht, terwijl klager van mening is dat hij beter gemeld kon worden. De klacht gaat over het advies van de bedrijfsarts, de totstandkoming daarvan en de terugkoppeling naar de werkgever. Daarnaast is klager ontevreden over de aanvraag van een second opinion. Het college overweegt dat uit het advies van de bedrijfsarts niet naar voren is gekomen dat de hij de niet fysieke werkzaamheden en fysieke werkzaamheden in zijn afwegingen heeft betrokken. Het had voor de hand gelegen dat klager in ieder geval deels arbeidsgeschikt was. Voor wat betreft de aanvraag van de second opinion overweegt het college dat volgens de richtlijnen de werknemer de second opinion arts dient te selecteren. Het maken van een voorselectie door de bedrijfsarts is in strijd met de richtlijnen en brengt een schijn van vooringenomenheid met zich. Verder heeft de bedrijfsarts in een terugkoppeling aan de werkgever meer informatie gedeeld dan noodzakelijk was. Gelet op zijn geheimhoudingsverplichting was hij niet bevoegd de betreffende informatie met de werkgever te delen. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping. Publicatie in algemeen belang.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:142 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-835/AL/GLD
- Datum publicatie: 23-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:142
Raadsbeslissing. Een klacht van een advocaat over een curator is door de raad ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:71 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-301/DB/ZWB
- Datum publicatie: 23-05-2024
- Datum uitspraak: 23-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:71
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de aan haar, in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:143 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-836/AL/GLD
- Datum publicatie: 23-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:143
Een klacht van een advocaat over de advocaat van een curator wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6677
- Datum publicatie: 23-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:57
Klacht van de (voormalig) werkgever tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige werkte als Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige in een FACT-team. De verpleegkundige heeft een (intieme) relatie gehad met een patiënte in de tijd dat hij als coördinerend behandelaar bij de zorg aan deze patiënte was betrokken. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat hij een langdurige niet-professionele en seksuele relatie is aangegaan met een kwetsbare patiënte. Ook verwijt klaagster de verpleegkundige dat hij pas openheid van zaken heeft gegeven nadat patiënte de relatie bekendmaakte. De verpleegkundige erkent dat hij een grensoverschrijdende relatie is aangegaan met een patiënte en dat hij niet (tijdig) openheid van zaken heeft gegeven. Er is onvoldoende zekerheid dat met een tijdelijke of voorwaardelijke beroepsbeperkende maatregel het risico op herhaling voldoende is weggenomen. Klacht gegrond, doorhaling.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-260/DB/LI
- Datum publicatie: 23-05-2024
- Datum uitspraak: 23-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:72
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:141 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-834/AL/GLD
- Datum publicatie: 23-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:141
Raadsbeslissing. Klacht van een advocaat over een curator is door de raad ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:70 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-085/DB/LI
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:70
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een herzieningsprocedure. Verweerder heeft het herzieningsverzoek onvoldoende voortvarend behandeld en heeft klager ook onvoldoende geïnformeerd over de voortgang van de zaak. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld voor zover hij klager heeft geïnformeerd over de afwijzing van het herzieningsverzoek. Niet onderbouwd dat verweerder klager en zijn familie zou hebben beledigd. Dat verweerder niet over de zaak met klagers familie wilde corresponderen zonder dat hij daarvoor toestemming had van klager, is juist wat van een advocaat wordt verwacht. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:141 Hof van Discipline 's Gravenhage 220335
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:141
In deze zaak heeft klager klachten ingediend tegen een advocaat die zijn ex-partner heeft bijgestaan in een complexe echtscheiding. Namens de ex-partner heeft verweerder diverse conservatoire beslagen laten leggen en procedures gevoerd over de alimentatie en de echtelijke woning. Klager heeft een opheffingskortgeding gevoerd. De klachten zien op het onjuist informeren van de rechter en de deken, het onnodig leggen van beslag en het rauwelijks aanvragen van het persoonlijk faillissement. De klachten zijn grotendeels ongegrond. Gegrond zijn klachten voor zover verweerder op grond van een achterhaald beslagverlof op grond van andere feiten en omstandigheden beslag heeft gelegd en verweerder rauwelijks een faillissementsverzoek naar klager heeft gestuurd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:137 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-259/AL/MN
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:137
Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Op grond van het klachtdossier kan niet worden vastgesteld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft klaagster uitgelegd waarom hij de opdracht van klaagster heeft neergelegd en dat heeft verweerder bovendien tijdig en zorgvuldig gedaan. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:138 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-702/AL/MN
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:138
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:139 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-708/AL/MN
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:139
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klaagster stelt dat verweerster grievende en onjuiste uitlatingen heeft gedaan. De raad heeft deze klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:68 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-088/DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:68
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een stafrechtelijke procedure ongegrond. Klacht over de strafrechtelijke procedure uit 2007 en getuigenverhoren van 3 juni 2020 niet-ontvankelijk gelet op de vervaltermijn van drie jaar. Klacht voor het overige ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door geen schorsingsverzoek in te dienen, omdat dat volgens hem geen kans van slagen had. Ook mocht verweerder zich op de pro-formazitting laten vervangen door een collega. De raad betrekt daar ook bij dat pro-formazittingen worden gepland door de Rechtspraak zonder overleg met de advocaten van verdachten en nog niet over de inhoud van de zaak gaan. Het is om die reden dan ook niet ongebruikelijk in de strafrechtadvocatuur dat advocaten voor elkaar waarnemen tijdens een pro-formazitting. Niet gebleken dat verweerder zich onbereikbaar hield. Uit de correspondentie van verweerder met de opvolgend advocaat blijkt dat verweerder juist contact probeerde te zoeken met klager. Verder volgt de raad klager niet in zijn klacht dat klager niet wist wat de onderzoekswensen waren en dat hij daar niet achter zou staan, gelet op zijn verklaring po de pro-formazitting. Tot slot kan de raad niet vaststellen of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door geen contact met de Inspectie Justitie en Veiligheid op te nemen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:139 Hof van Discipline 's Gravenhage 230025
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:139
Het gaat om een klacht tegen de eigen advocaat. Verweerder zou klager bijstaan in een geschil met zijn buurman. Verweerder heeft gaandeweg de periode dat hij klager bijstond onduidelijkheid laten bestaan over de vraag waar hij mee bezig was. Klager wist niet waar hij aan toe was. Nadat klager had gedreigd met een klacht heeft verweerder zich onttrokken aan de zaak. Verweerder heeft berust in het oordeel dat hij tekort is geschoten in deugdelijk vastleggen van belangrijke informatie. Verweerder valt verder geen verwijt te maken dat hij zich heeft onttrokken aan de zaak.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:69 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-909/DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:69
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een civielrechtelijk geschil. Klachtonderdeel a) niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem-beginsel. Klacht voor het overige ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een nog niet onherroepelijk vonnis te executeren. Ook mocht verweerder een faillissementsverzoek doen, ondanks de afspraak om de executie van een garagebox en appartementsrechten op te schorten. Verweerder heeft het beslag niet tijdig opgeheven, maar dit wordt onder de gegeven omstandigheden niet als tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Tot slot mocht verweerder ter zitting van de raad overbrengen dat klagers fysieke bezoek op zijn collega’s als intimiderend overkwam.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5737
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 22-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:120
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neurochirurg. De neurochirurg heeft klager geopereerd aan een kanaalstenose op twee plaatsen in de wervelkolom. Klager is niet tevreden over het resultaat van de operatie. Een aantal weken na de operatie kreeg klager progressief krachtsverlies in zijn rechteronderbeen en een balansstoornis. Het college vindt dat de neurochirurg de operatie naar behoren heeft uitgevoerd en de klachten aan klagers rechterbeen geen verband houden met het resultaat van de door hem uitgevoerde operatie. Tijdens de operatie is voldoende materiaal verwijderd om het beoogde effect te sorteren. De neurochirurg heeft er voorts juist aan gedaan door klager bij de nieuwe klachten aan zijn rechterbeen eerst naar zijn behandelende neuroloog te verwijzen voor hernieuwde diagnostiek. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:140 Hof van Discipline 's Gravenhage 230013
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:140
Klaagster, de moeder, heeft klachten ingediend tegen een advocaat die haar minderjarige dochter, die uit huis geplaatst was, zonder toestemming van de ouders heeft bijgestaan. De raad had al geoordeeld dat de advocaat niet onbetamelijk heeft gehandeld jegens klaagster door de dochter rechtshulp te verlenen. In hoger beroep gaat het nog om de vraag of verweerster jegens klaagster als ouder zorgvuldig heeft gehandeld bij de behartiging van de belangen van de dochter. Deze klachten zijn gegrond. De klachten, die betrekking hebben op het doorsturen van het advies van een deskundige door verweerster en op het bewerkstelligen dat de minderjarige dochter niet meer mee wilde werken aan het hulpverleningstraject, zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-227/AL/GLD
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:136
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen stafjurist. Verweerder heeft een deel van het onderzoek naar klagers klacht gedaan. Hij heeft daarbij niet opgetreden op eigen titel, maar alleen namens en onder verantwoordelijkheid van de deken. Klacht daarom kennelijk niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742143 / DW RK 23/407 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:39
Beslissing op verzet. Verzet en klacht gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft klager onvoldoende geïnformeerd over het kostenrisico bij het aangaan van rechtsmaatregelen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5680
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:116
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerder is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerder in de kern dat hij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt als volgt. Het college stelt vast dat verweerder op 10 januari 2022 een passende behandeling heeft ingezet voor de dysfunctionele tuba klachten. Ook op 25 april 2022 is zijn behandelbeslissing passend geweest: uit de kweek kwam een bacterie naar voren die verweerder heeft behandeld met sofradexdruppels. Dit is een passend middel bij een oorontsteking. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerder geen verwijt worden gemaakt. Zijn behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is hij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/44
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:7
Klacht tegen notaris. De notaris heeft de door haar aanvaarde opdracht niet voortvarend uitgevoerd en zij heeft nagelaten daarover te communiceren met klager. Schending zorgplicht. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6173
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:117
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen een huisarts namens haar overleden moeder. Zij verwijt de huisarts geen goede zorg te hebben gegeven aan haar 93-jarige verwarde, onrustige moeder nadat zij was gevallen. De huisarts besluit patiënte in te sturen naar het ziekenhuis voor een beoordeling door de geriater. De huisarts gaat terug naar de praktijk als zij de geriater niet direct telefonisch kan bereiken. Ondertussen ligt patiënte in het bijzijn van klaagster, zonder verdere professionele hulp, thuis op de grond. Tijdens het wachten op het telefoongesprek met de geriater verslechtert de situatie van patiënte. Klaagster belt 112. Die dag overlijdt patiënte in het ziekenhuis. Klaagster vindt dat haar moeder door de huisarts aan haar lot is overgelaten. Het college oordeelt als volgt. Nu de huisarts had besloten om patiënte in te sturen naar het ziekenhuis had het volgens het college op de weg van de huisarts gelegen om dit met (meer) spoed te doen gezien het klinische beeld, het huisartsenjournaal, de afwijkende controles en het niet kunnen meten van de vitale functies op dat moment. Naar het oordeel van het college had de huisarts patiënte en klaagster ook niet alleen mogen laten tijdens het wachten op de ambulance. In ieder geval niet zonder te verifiëren of de thuiszorg bij patiënte en klaagster zou blijven. De huisarts had ook duidelijke(re) instructies aan klaagster moeten geven over wat te doen als de situatie van patiënte zou verslechteren en concrete afspraken met klaagster moeten maken over wat de vervolgstappen waren die de huisarts voornemens was te gaan nemen en met welke urgentie. Nu dit niet is gebeurd verkeerden patiënte en klaagster onnodig lang in onzekerheid over wat er precies ging gebeuren en op welk moment. Ook had de huisarts voor een goede overdracht moeten zorgen naar het ambulancepersoneel. De klacht is deels gegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:66 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-216/DB/OB
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:66
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/41
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:8
Klacht tegen een notaris over de afwikkeling van een nalatenschap. Voor zover de notaris als boedelnotaris zou moeten worden aangemerkt, zou het een omissie zijn dat zij zich niet als zodanig heeft ingeschreven in het boedelregister. Gelet op de betrekkelijk geringe ernst hiervan, ziet de kamer in dat geval echter geen aanleiding voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Dit geldt temeer nu het voor klaagster altijd duidelijk is geweest dat de notaris betrokken was bij de afwikkeling van moeders nalatenschap en zij ook op de hoogte was van de door de notaris verrichte werkzaamheden.Klacht is voor een deel niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de klachttermijn (artikel 99 lid 21 Wna). Voor het overige is de klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742717 / DW RK 23/424 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:40
Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager heeft eerder een klacht over hetzelfde feitencomplex ingediend. Vordering is niet verjaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5793
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:111
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager had last van een scheefstand van zijn middenvoetsbeentje en de grote teen van zijn rechtervoet (hallux valgus). Verweerder werkt als orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft klager aan de hallux valgus van zijn rechtervoet geopereerd. Klager verwijt hem dat de operatie is mislukt en dat hij daardoor nog klachten heeft. De teen is ongeveer twaalf weken na de operatie weer in de oorspronkelijke scheefstand gaan staan en er is net als voor de operatie weer dagelijkse verzorging nodig. Er is sprake van open wondjes en klager kan niet meer zonder pijn lopen. Het college acht het niet aannemelijk, mede gezien het tijdsverloop, dat de wondproblemen in direct verband stonden met de operatie een half jaar ervoor. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6032
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:118
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klagers zijn de ouders van een dochtertje dat op een leeftijd van 23 maanden is overleden. Verweerder had dienst op de huisartsenpost en heeft het dochtertje op afstand beoordeeld middels videobellen. Enkele dagen daarna is zij overleden. Klagers verwijten verweerder dat hij het dochtertje niet adequaat heeft beoordeeld en behandeld. Het college oordeelt als volgt. Het gaat in deze zaak om het contact dat verweerder als regiearts op de huisartsenpost met klaagster en het dochtertje heeft gehad. De telefonische beoordeling heeft in eerste instantie plaatsgevonden door de triagiste. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden overeenkomstig de Nederlandse triage standaard, waarbij door de triagiste de juiste vragen aan klaagster zijn gesteld in geval van een kindje met koorts. De triagiste heeft vervolgens aan verweerder een beoordeling gevraagd of er sprake was van sufheid. Hierbij is gebruik gemaakt van videobellen. In het medisch dossier is over deze beoordeling door verweerder via videobellen vermeld dat werd waargenomen: een rechtop zittend kindje in kinderstoel, dat helder kijkt, wel wat afwezig is, een flesje aanpakt van moeder en niet heel bleek of grauw is. Dat verweerder bij deze beoordeling niet adequaat of niet volgens gangbare protocollen en richtlijnen heeft gehandeld of niet met een beoordeling via videobellen had kunnen volstaan, heeft het college niet kunnen vaststellen. Verweerder heeft een rechtop zittend kindje gezien dat wel wat afwezig was, maar niet suf. Het kindje pakte het flesje aan van moeder. Daarbij in aanmerking genomen dat het kindje één dag koorts had, dronk en plaste kan niet worden geoordeeld dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door het dochtertje niet fysiek te beoordelen of door te sturen naar de SEH. Aan klaagster is voorts uitgelegd dat zij opnieuw kon bellen bij nieuwe klachten of als het dochtertje niet zou opknappen. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:67 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-217/DB/OB
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:67
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van deken. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken op de punten die in deze tuchtzaak aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/29 en 30
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:9
Klachten tegen een notaris en een oud-notaris. De klachten van klaagster gaan in de kern over de (afwikkeling van de) beëindigde samenwerking tussen partijen. De kamer gaat onder andere in op de vraag of de beklaagde (oud-)notarissen tuchtrechtelijk aansprakelijk moeten worden gehouden voor hun handelwijze als (voormalige) bestuurders-aandeelhouders van de BV/samenwerkingspartners van klaagster.De klachten tegen de (oud-)notarissen zijn gedeeltelijk gegrond. Aan de oud-notaris wordt een berisping opgelegd en aan de notaris wordt een berisping en een geldboete van € 1.000,-- opgelegd
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729450 / DW RK 23/42 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:41
Klacht deels gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd een rekeningnummer op het bevel tot betaling te vermelden en heeft eigenhandig (en niet in opdracht van zijn opdrachtgever) een termijn van veertrien dagen in het exploot opgenomen om uitvoering te geven aan de inhoud van het betekende proces-verbaal.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5380
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 08-05-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:39
Neuroloog. Klager maakt verweerder verwijten over de gang van zaken bij het opstellen van rapportage. Het college stelt vast dat verweerder niet beschikte over een eerder rapport en dat dus ook niet (deels) kan hebben overgenomen. Het college acht het maken van een financiële afspraak voor het opstellen van het rapport niet verwijtbaar: het tast de onafhankelijkheid niet aan. Evenmin is verwijtbaar dat de conceptrapportage aan klager is gestuurd en dat diens bemerkingen aan het rapport zijn gehecht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5816
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:112
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager heeft tegenover de orthopedisch chirurg zijn vermoedens geuit over mogelijke piriformisklachten. Klager vindt dat de orthopedisch chirurg geen fysiek onderzoek hieromtrent heeft verricht, zich denigrerend heeft uitgelaten over een andere arts en bot en kortaf is geweest en niet goed op de hoogte is van de behandelingen in zijn specialisatiegebied. Feiten omtrent de bejegening kunnen niet worden vastgelegd. Uit de stukken blijkt wel voldoende dat fysiek onderzoek is verricht bij klager. Dat de orthopedisch chirurg de door klager voorgestelde operatie, zoals later verricht door de Belgische arts, niet als primaire behandeloptie heeft overwogen, is dus – gezien het huidige beleid in Nederland – te volgen, te meer nu uit de onderzoeken van de neuroloog, de orthopedisch chirurg en de radioloog niet was gebleken van bijzonderheden aan de piriformis. De orthopedisch chirurg had dus ook geen indicatie om klager te opereren. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5685
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:119
Deels gegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft bij klaagster een operatie uitgevoerd om haar gezicht te vervrouwelijken (facial feminization surgery). Klaagster verwijt de kaakchirurg dat zij haar niet goed heeft geïnformeerd over het risico op een beschadiging van de zenuw. Uit het medisch dossier kan het college niet opmaken wat de kaakchirurg precies met klaagster heeft besproken. De aantekeningen van de kaakchirurg in het dossier zijn hiervoor te summier. In het dossier is wel genoteerd dat is gesproken over complicaties, waarbij nervusletsel als mogelijke complicatie is genoemd, maar het ging bij klaagster over verschillende ingrepen, zoals een voorhoofdcorrectie met wenkbrauwlift en haarlijncorrectie, kincorrectie, kaakhoekreductie en jukbeencorrectie. De informatie over het risico op complicaties lijkt niet toegespitst te zijn op de verschillende onderdelen van de operatie, zoals de kincorrectie. Bij een dergelijke ingrijpende operatie is uitgebreide voorlichting cruciaal. Daarvoor is ook voldoende tijd beschikbaar omdat het om een geplande operatie gaat. Het college kan niet vaststellen dat de kaakchirurg adequate voorlichting heeft gegeven over het hoge risico op blijvende zenuwschade. Dit klachtonderdeel is gegrond. Het gaat hier om een belangrijk patiëntenrecht. Daarom acht het college een waarschuwing passend en geboden. Het overige klachtonderdeel is ongegrond verklaard. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-066/AL/NN
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:133
Raadsbeslissing. De klachten tegen de eigen advocaat zijn gegrond. Verweerder heeft niets gedaan met de onmiskenbare duidelijke signalen over het ontbreken van wilsbekwaamheid bij klager in de periode van het verstrekken van de opdracht en de uitvoering daarvan. Hij heeft niet alleen onderzoek naar de wilsbekwaamheid van klager achterwege gelaten, hij heeft onmiddellijk veel tijd gestoken in de zaak zonder met klager van gedachte te wisselen over de financiële consequenties van de opdracht. Onvoorwaardelijke schorsing van vier weken.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743439 / DW RK 23/453 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:42
Beslissing op verzet. Verzet en klacht gegrond. Maatregelen van berisping en geldboete opgelegd. Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft een exploot met bevel tot betaling aan klager betekend, terwijl de betalingstermijn nog niet was verstreken. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft niet goed met klager gecommuniceerd over het verzoek van klager om uitstel van betaling en beslag op de bankrekening van klager gelegd zonder hem in de gelegenheid te stellen de vordering alsnog te voldoen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6632
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:113
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een neurochirurg. De klacht is ingediend door een physician assistant, die tijdens haar opleiding (soms) onder supervisie van de neurochirurg stond. In die periode is tussen klaagster en de neurochirurg appcontact ontstaan waarbij ook foto’s zijn verstuurd. De neurochirurg heeft klaagster toen ook een keer thuis bezocht. Klaagster heeft de neurochirurg te kennen gegeven dat zij met dit contact wilde stoppen. Zij verwijt hem onder andere dat hij die wens niet voldoende heeft gerespecteerd, waardoor zij zich op bepaalde momenten in het ziekenhuis onprettig en onveilig heeft gevoeld. Volgens klaagster heeft de neurochirurg zich op de werkvloer seksueel grensoverschrijdend, bedreigend en intimiderend naar haar gedragen in een ongelijkwaardige relatie, waarbij klaagster zich in een afhankelijke positie bevond, en heeft hij zich als medisch specialist en supervisor niet verantwoordelijk opgesteld. Klaagster heeft een rechtstreeks belang en is ontvankelijk (tweede tuchtnorm). Het is duidelijk dat klaagster en de neurochirurg totaal verschillende perspectieven hebben op de contacten tussen hen en daarbij ook heel verschillende gevoelens hebben. Het college overweegt over de overgelegde appberichten dat daaruit niet kan worden afgeleid dat klaagster het contact van meet af aan onplezierig vond. De neurochirurg heeft wel erkend dat hij met het sturen van de foto’s te ver is gegaan. Ook het huisbezoek was grensoverschrijdend. Volgens de neurochirurg heeft hij bij de contacten met klaagster op het werk nooit de intentie gehad om haar te intimideren en is hij zich er ook niet van bewust geweest dat zijn gedrag dat effect op haar had of zou kunnen hebben. Bij gebreke van objectieve informatie, zoals verklaringen van derden, kan het college niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de neurochirurg niet is gestopt met contact zoeken met klaagster. Het is niet gebleken dat hij klaagster nog een noemenswaardig aantal appjes heeft gestuurd of haar bewust op een andere manier onprettig heeft benaderd. Naar het oordeel van het college zijn de door klaagster genoemde gedragingen, zoals het bekijken van haar LinkedIn-profiel en haar aanstaren, niet ernstig genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt. Deels gegronde klacht, geen maatregel, want de neurochirurg is zich bewust van zijn gedrag, patiëntenzorg is niet in gevaar geweest en het is niet gebleken van een duidelijk grensoverschrijdend gedrag van een zekere ernst.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-224/AL/MN
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:134
Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij van klager in een familiezaak. Dat verweerster de gewraakte onjuiste uitlatingen over klager op de zitting heeft gedaan, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730037 / DW RK 23/58 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:43
Klacht deels gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet alle e-mails van klaagster beantwoord.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5678
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:114
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college stelt vast dat verweerster op 30 september 2022 een adequaat beleid heeft uitgezet voor de klachten van klaagster. Zij heeft oordruppels voorgeschreven voor de otitis externa en triamcinolon tegen het eczeem. Dit zijn beide passende behandelingen voor deze klachten. Op 10 januari 2023 heeft verweerster ook adequaat gehandeld door klaagster te wijzen op de eerdere verwijzing naar de KNO-arts. Er was geen indicatie om opnieuw een kweek af te nemen alvorens de klachten te laten onderzoeken door de KNO-arts. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Haar behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-226/AL/GLD
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:135
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een lid van de Raad van de Orde. Verweerster heeft een deel van het onderzoek naar klagers klacht gedaan. Zij heeft daarbij niet opgetreden op eigen titel, maar alleen namens en onder verantwoordelijkheid van de deken. Klacht daarom kennelijk niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:44 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730366 / DW RK 23/67 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:44
Klacht deels gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarders, mede gelet op de hoogte van de vordering en het feit dat het beslag op een onroerend goed het gevorderde bedrag dekt, met het leggen van de (extra) beslagen op een ander pand van klager, buitenproportioneel beslag hebben gelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5679
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:115
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt als volgt. Het college stelt vast dat verweerster op 8 november 2022 enkel een vervolgvraag heeft gesteld om meer duidelijkheid over de situatie van klaagster te verkrijgen. Dat betekent niet dat zij klaagster niet serieus nam in haar hulpvraag. Verder heeft zij op 15 november 2022 een adequate behandeling ingezet voor de verschillende klachten van klaagster. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Voor het handelen van de andere huisartsen is zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5771
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:109
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster krijgt sinds 2018 morfine voorgeschreven. Meerdere pogingen tot afbouw van de morfine zijn mislukt en klaagster is juist steeds meer morfine gaan gebruiken. Toen klaagster op enig moment om extra morfine verzocht, heeft de huisarts dat geweigerd. Klaagster neemt de huisarts vooral zijn manier van communiceren kwalijk: hij heeft haar geen uitleg gegeven en een gesprek was ook niet meer mogelijk.Gezien de door partijen geschetste gesprekken en pogingen tot afbouw kan het college het besluit van de huisarts om geen extra morfine voor te schrijven begrijpen, ook gezien het ontbreken van een medische indicatie. De vraag ligt voor of de huisarts die weigering voldoende heeft toegelicht. Hoewel het netjes was geweest als hij dat uitgebreider had gedaan, levert het feit dat de huisarts dat heeft nagelaten naar het oordeel van het college in dit geval geen tuchtrechtelijk verwijt op. Het college kan volgen dat de huisarts aannam dat klaagster begreep waarom zij geen extra morfine kreeg. Dat neemt niet weg dat het hier gaat om een kwetsbare patiënte met een moeilijke behandeling. In het mondeling vooronderzoek heeft de huisarts zelf ook toegegeven dat een toelichting op zijn weigering op zijn plaats was geweest. Het college vindt dit ook, maar acht deze tekortkoming onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om de huisarts hierop tuchtrechtelijk aan te spreken. Daarbij weegt het college mee dat de situatie met klaagster, bij wie ondanks de inzet van de huisarts en zijn collega het morfinegebruik door de jaren heen eerder toenam dan afnam, tot onmacht en frustratie leidde bij de huisarts. De klacht is ongegrond. Publicatie.