ECLI:NL:TGZRZWO:2024:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6727

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2024:86
Datum uitspraak: 15-07-2024
Datum publicatie: 18-07-2024
Zaaknummer(s): Z2023/6727
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Gegrond, (voorwaardelijke) schorsing inschrijving register
Inhoudsindicatie: Klacht tegen een tandarts. Klaagster was patiënt van de tandarts. Vanaf medio juni 2023 was de praktijk van de tandarts plotseling gesloten en niet bereikbaar. Klaagster verwijt de tandarts dat hij is vertrokken zonder iets van zich te laten horen. Daarnaast verwijt klaagster de tandarts dat hij geweigerd heeft haar dossier te verstrekken en dat zij extra kosten heeft moeten maken omdat de nieuwe tandarts röntgenfoto’s opnieuw heeft moeten maken, terwijl deze al voorhanden waren. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt als maatregel een voorwaardelijke schorsing op.


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

ZWOLLE

Beslissing van 15 juli 2024 op de klacht van:

A,

wonende in B,

klaagster,

gemachtigde: M. de Jong, werkzaam bij Univé Rechtshulp,

tegen

C,

tandarts,

destijds werkzaam in D,

verweerder, hierna ook: de tandarts.

1. De zaak in het kort

1.1 Klaagster was patiënt van de tandarts. Vanaf medio juni 2023 was de praktijk van de tandarts plotseling gesloten en niet bereikbaar. Klaagster verwijt de tandarts dat hij is vertrokken zonder iets van zich te laten horen. Daarnaast verwijt klaagster de tandarts dat hij geweigerd heeft haar dossier te verstrekken en dat zij extra kosten heeft moeten maken omdat de nieuwe tandarts röntgenfoto’s opnieuw heeft moeten maken, terwijl deze al voorhanden waren.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt als maatregel een voorwaardelijke schorsing op. Hierna licht het college dat toe.

2. De procedure

2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 15 december 2023;
  • het verweerschrift;
  • de brief van de gemachtigde van klaagster, binnengekomen op 27 mei 2024;
  • de twee e-mails van de gemachtigde van klaagster van 31 mei 2024 met als bijlagen de patiëntendossiers, de foto’s en röntgenfoto’s van het gebit van klaagster;
  • de brief van de tandarts van 10 juni 2024.

2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

2.3 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 25 juni 2024. Klaagster is verschenen, bijgestaan door een kantoorgenoot van haar gemachtigde, R. Timmer. Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Klaagster en haar gemachtigde hebben haar standpunt mondeling toegelicht.

3. De feiten

3.1 Klaagster was onder behandeling bij de tandarts, die tot medio juni 2023 praktijk voerde in D. Op 4 juli 2023 plaatste RTV E een bericht waaruit bleek dat patiënten van de tandarts, ondanks een afspraak, al twee weken voor een gesloten deur stonden. De praktijk was dicht en niet bereikbaar. Per e-mail van 27 juli 2023 vroeg klaagster haar medisch dossier op bij verweerder. Zij mailde hem:

Ik wil graag nogmaals vragen of u mijn dossier zou willen sturen. Ik heb namelijk een spoedbehandeling nodig en zou graag hebben dat de nieuwe tandarts deze kan inzien. De nieuwe tandarts is (RTG: naam tandartsenpraktijk). Maar naar mijn eigen mailadres mag ook.”

Op 17 november 2023 vroeg de gemachtigde namens klaagster haar medisch dossier op bij verweerder. Klaagster noch haar gemachtigde ontvingen een reactie van verweerder op de verzoeken.

3.2 Daarop diende klaagster op 15 december 2023 een klacht in bij het tuchtcollege.

4. De klacht en de reactie van de tandarts

4.1 Klaagster verwijt de tandarts dat hij:

  1. is vertrokken zonder iets van zich te laten horen;
  2. haar dossier niet heeft verstrekt. Klaagster heeft diverse problemen met het gebit en heeft extra kosten moeten maken omdat de nieuwe tandarts röntgenfoto’s opnieuw heeft moeten maken, terwijl deze al voorhanden waren.

4.2 De tandarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Hij heeft vanaf december 2022 geprobeerd zijn praktijk te verkopen omdat er personeelskrapte was. In juni 2023 was de praktijk één week gesloten omdat er geen personeel was. De bank heeft toen zijn zakelijke rekening geblokkeerd waardoor hij ook niet meer in zijn systemen kon. Alles bleek afgesloten. Inmiddels is de praktijk overgedragen, patiënten zijn hierover geïnformeerd.

In een aanvullende reactie stelt de tandarts onder andere nog dat het Nederlands recht niet van toepassing is omdat hij geen woonplaats en ook geen tandartspraktijk in Nederland meer heeft. De voicemail van de praktijk was ingesproken en klaagster kon naar de spoedgevallendienst, aldus de tandarts. De tandarts werkt inmiddels in F.

4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college


De bevoegdheid van het college

5.1 De tandarts heeft gesteld dat het college onbevoegd is van de klacht kennis te nemen en dat Nederlands recht niet van toepassing is omdat hij geen woonplaats en ook geen tandartspraktijk meer in Nederland heeft. Dit verweer wordt verworpen.
De doelstelling van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) is het beschermen van het belang van de Nederlandse gezondheidszorg. Dat belang bestaat niet alleen uit de bescherming van patiënten tegen onkundige/onzorgvuldige zorgverleners die in Nederland werkzaam zijn of (op grond van hun BIG-registratie) kunnen zijn, maar ook uit het kwaliteitsbelang van een BIG registratie, waarop derden mogen vertrouwen.De tandarts is een in Nederland BIG-geregistreerde tandarts en het handelen waarover wordt geklaagd heeft binnen het rechtsgebied van het college plaatsgevonden. De woonplaats van een BIG geregistreerd tandarts is niet van belang voor de toepasselijkheid van de Wet BIG (zie de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg van 10 december 2015, geregistreerd onder ECLI:NL:TGZCTG:2015:373). Dat de tandarts geen praktijk meer heeft in Nederland, neemt ook niet weg dat het college nog steeds bevoegd is om kennis te nemen van de klacht.

De criteria voor de beoordeling

5.2 De vraag is of de tandarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende tandarts. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

Klachtonderdeel a) de tandarts is zonder bericht vertrokken
5.3 Klaagster verwijt de tandarts dat hij zonder bericht achter te laten en zonder voor vervanging zorg te dragen is vertrokken. Zijn praktijk was gesloten en onbereikbaar. De telefoon werd niet opgenomen en op de voicemail stond dat de praktijk gesloten was. Volgens de tandarts was de praktijk wegens personeelskrapte in juni 2023 een week
gesloten. Daarna heeft de bank ten gevolge van verkeerde mediaberichten zijn zakelijke rekening geblokkeerd en kon de tandarts niet meer bij zijn praktijkinformatie. Patiënten konden terecht bij de spoedgevallendienst.


5.4 In feite ontkent de tandarts niet dat zijn praktijk gesloten is zonder bericht aan zijn patiënten, dat er niet voor vervanging was zorggedragen anders dan de spoedgevallendienst en dat hij onbereikbaar was voor patiënten. Deze situatie heeft tenminste enkele maanden geduurd. De tandarts heeft geen rechtvaardiging aangevoerd om zijn patiënten op deze manier in de steek te laten. Uit niets is gebleken dat de tandarts zich enige moeite heeft getroost om zijn verplichting om de continuïteit van de mondzorg voor zijn patiënten te garanderen dan wel te realiseren. De tandarts was onbereikbaar voor zijn patiënten zowel voor het verstrekken van informatie als om een overdracht aan een opvolgende tandarts te realiseren. De tandarts heeft niet voor vervanging zorggedragen. Anders dan de enkele stelling van de tandarts dat patiënten naar de spoedgevallendienst konden gaan, blijkt nergens uit dat de tandarts zich voldoende heeft ingespannen voor continuïteit van de zorg. Als patiënten al de zorg hebben gekregen die zij nodig hadden, is dit niet het gevolg van adequate tussenkomst van de tandarts. Dit klachtonderdeel is gegrond.

Klachtonderdeel b) het niet verstrekken van het dossier aan klaagster
5.5 Klaagster en haar gemachtigde hebben tenminste tweemaal om haar dossier gevraagd. Op grond van artikel 7:454 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet een tandarts een dossier bijhouden over de behandeling van een patiënt. Als een patiënt daarom vraagt, zal een tandarts op grond van artikel 7:456 van het BW inzage in en een afschrift van gegevens uit het medisch dossier aan hem of haar moeten geven. Op grond van artikel 12 lid 3 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) dient de tandarts bovendien een verzoek tot inzage/afschrift binnen een maand te honoreren. Deze termijn kan, indien nodig, met twee maanden worden verlengd onder vermelding van de reden tot vertraging. Op grond van art. 12 lid 4 van de AVG dient de tandarts, als hij aan een verzoek tot inzage/afschrift geen gevolg geeft, binnen een maand aan betrokkene mede te delen wat de reden daarvoor is en betrokkene te informeren over de mogelijkheid een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit en beroep bij de rechter in te stellen. In de KNMT-richtlijn Patiëntendossier (herziening 2020) wordt ook gewezen op deze wettelijke verplichtingen (zie met name de artikelen 5.1 en 5.11).


5.6 De tandarts heeft het dossier van klaagster of een kopie daarvan niet verstrekt, ondanks herhaalde verzoeken. Sterker nog, hij heeft zelfs niet gereageerd op verzoeken van klaagster en haar gemachtigde, ondanks dat uit de inhoud van die verzoeken bleek dat klaagster een spoedbehandeling moest ondergaan en haar nieuwe tandarts haar dossier wilde inzien. Uiteindelijk heeft klaagster haar dossier maanden later en na het indienen van deze tuchtklacht verkregen van de opvolgers van de tandarts, nadat de praktijk was overgedragen. De tandarts zelf heeft niet gereageerd. Dit klachtonderdeel is gegrond.

Slotsom
5.7 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht gegrond is.

Maatregel

5.8 Bij de op te leggen maatregel houdt het college rekening met de grote mate van onzorgvuldigheid van het handelen van de tandarts, die van de ene op de andere dag de praktijk heeft gesloten. Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat zij bij een praktijkbeëindiging daarvan tijdig op de hoogte worden gebracht en dat een zorgvuldige overdracht van de patiëntgegevens plaatsvindt. Voor zover de tandarts per post, per e-mail en telefonisch niet bereikbaar was, komt dat geheel voor zijn rekening. Van de tandarts mag immers worden verwacht dat hij voor zijn communicatie naar de patiënten beschikbaar en bereikbaar is, totdat zijn praktijk correct is overgedragen. Dat hij dat heeft nagelaten vormt ook een aspect van de onzorgvuldigheid van zijn handelen. De tandarts heeft niet gereageerd op gemotiveerde verzoeken om het dossier van klaagster te verstrekken. De tandarts heeft summier verweer gevoerd en is ter zitting niet verschenen, omdat hij naar zijn zeggen “op zijn minst 150 km verder weg zit”. Van een toetsbare opstelling en/of enige reflectie van de tandarts op de gang van zaken is niet gebleken. De tandarts heeft geen blijk gegeven van enig verantwoordelijkheidsgevoel. Hij is ernstig tekort geschoten in de zorg die hij ten opzichte van zijn patiënten in acht behoort te nemen. Nu het college is gebleken dat de tandarts inmiddels weer als tandarts werkzaam is in F, is dit extra zorgelijk. Het college acht het opleggen van de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van één jaar met een proeftijd van twee jaar op zijn plaats.

Publicatie
5.9 In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd. Dit algemeen belang is erin gelegen dat andere tandartsen mogelijk iets van deze zaak kunnen leren. De publicatie zal plaatsvinden zonder vermelding van namen of andere tot personen of instanties herleidbare gegevens.

6. De beslissing

Het college:

  • verklaart de klacht gegrond;
  • schorst de bevoegdheid van de tandarts om de aan de inschrijving in het register verbonden bevoegdheden uit te oefenen voor de duur van een jaar, echter geheel voorwaardelijk met bevel dat de maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij het bevoegde regionale tuchtcollege later anders mocht bepalen op grond dat de tandarts voor het einde van een proeftijd van twee jaren zich heeft schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat in strijd is met de goede zorg die hij als tandarts behoort te betrachten dan wel in strijd is met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt;
  • bepaalt dat de proeftijd uitsluitend geldt gedurende de periode dat de tandarts in het register is ingeschreven en bevoegd is de daaraan verbonden bevoegdheden uit te oefenen;
  • bepaalt dat de proeftijd ingaat op de dag dat deze beslissing onherroepelijk is geworden;
  • bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie, Medisch Contact en NT/Dentz.

Deze beslissing is gegeven door H.L. Wattel, voorzitter, W.R. Kastelein, lid-jurist,
P. de Haan, H.C. van Renswoude en B.D. van der Meulen, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door M.H. van Ham, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2024.

secretaris voorzitter



Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

  1. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
  • het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
  • als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

  1. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
  1. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.


U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.