ECLI:NL:TNORARL:2024:25 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/431035 / KL RK 24-15

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2024:25
Datum uitspraak: 04-07-2024
Datum publicatie: 15-07-2024
Zaaknummer(s): C/05/431035 / KL RK 24-15
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Notaris heeft zich voldoende vergewist van de wilsbekwaamheid van moeder. Hij heeft voldaan aan zijn ministerieplicht. Klachten ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/431035 / KL RK 24-15

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1. [naam klaagster 1],

te [woonplaats klaagster 1]

2. [naam klaagster 2],

te [woonplaats klaagster 2]

3. [naam klaagster 3],

te [woonplaats klaagster 3],

gemachtigde: klaagster 1

tegen

[naam notaris],

notaris te [standplaats notaris].

Partijen worden hierna respectievelijk klaagsters en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, van 18 januari 2024
  • het verweer van de notaris van 27 februari 2024

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 31 mei 2024 behandeld, waarbij zijn verschenen klaagster 1 en de notaris.

2. De feiten

2.1.      Klaagsters zijn zussen. De moeder van klaagsters (hierna: moeder) is op 24 december 2023 overleden.

2.2.      Medio 2020 is er contact opgenomen met het kantoor van de notaris om het opstellen van het levenstestament van moeder en het wijzigen van haar bestaande testament te bespreken. Naar aanleiding hiervan hebben er meerdere besprekingen plaatsgevonden tussen de notaris en moeder. De notaris heeft vervolgens de conceptstukken opgesteld.

2.3.      Op 28 december 2020 zijn het levenstestament en het gewijzigde testament van moeder bij de notaris gepasseerd.

2.4.      In mei 2021 zijn klaagsters erachter gekomen dat moeder in haar levenstestament een algehele volmacht aan hun [naam zus] ‘zus’, heeft afgegeven.

2.5.      Klaagster 1 heeft in juni 2021 aan de notaris kenbaar gemaakt dat moeder graag met hem wilde bellen over haar (levens-)testament. Ook heeft klaagster 1 de notaris laten weten dat moeder toestemming aan haar heeft gegeven om het testament te mogen inzien.

2.6.      De notaris wilde een gesprek met moeder aangaan op zijn kantoor, buiten aanwezigheid van haar kinderen. De notaris zou dan ook een afschrift van haar testament aan moeder afgeven. Voor een dergelijk gesprek op het kantoor van de notaris is echter geen afspraak gemaakt door moeder.

2.7.      Na het overlijden van moeder hebben klaagsters op 5 januari 2024 het testament van moeder opgevraagd bij de notaris. Zij hebben geconstateerd dat Monique als enig erfgenaam in het testament is opgenomen.

3. De klacht en het verweer

3.1.      Klaagsters verwijten de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld en dat hij niet heeft voldaan aan zijn ministerieplicht. De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen:

1. de notaris heeft zich er onvoldoende van vergewist dat geen sprake was van beïnvloeding door [naam zus], bij het opstellen en wijzigen van het (levens-)testament van moeder;

2. de notaris heeft niet voldaan aan zijn ministerieplicht, door naderhand te weigeren moeder te helpen om haar (levens-)testament opnieuw te wijzigen.

3.2.      Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

Algemene norm

4.1.      Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Klachtonderdeel 1

4.2.      De vraag is aan de orde of de notaris voldoende heeft gewaarborgd dat moeder haar wil op onafhankelijke wijze – zonder beïnvloeding van derden – aan de notaris heeft kunnen overbrengen. De kamer is van oordeel dat dit het geval is op grond van het navolgende.

4.3.      Bij de beoordeling van deze vraag stelt de kamer voorop dat een notaris in beginsel zijn ministerie (dienst) moet verlenen en op verzoek van de betrokken cliënt moet doen wat nodig is om bijvoorbeeld een (levens-)testament in een akte vast te leggen.

4.4.      Het is de verantwoordelijkheid van de notaris om te waken voor de vrije en onafhankelijke wilsvorming van een testateur. De notaris dient dan ook het nodige te doen om zich ervan te vergewissen dat de testateur bij het vormen en uiten van zijn wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed door een derde. Het is aan de notaris overgelaten om te bepalen op welke wijze hij uitvoering geeft aan deze verplichting.

4.5.      De notaris heeft in dit verband gesteld dat hij in aanloop naar het passeren van de akten drie besprekingen met moeder heeft gevoerd. Enkel bij het eerste oriënterende gesprek was [naam zus] ook aanwezig. Pas bij het tweede en het derde gesprek is daadwerkelijk de inhoud van het (levens-)testament met moeder besproken. Het tweede gesprek voerde de notaris grotendeels alleen met moeder en tijdens het derde gesprek, voorafgaand aan het passeren van de akten, waren naast moeder op verzoek van de notaris enkel twee getuigen aanwezig.

4.6.      Naast het voeren van gesprekken met moeder alleen, dan wel in het bijzijn van getuigen, heeft de notaris het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid (‘het Stappenplan’) van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) doorlopen. Dit heeft hij gedaan om met zekerheid te kunnen vaststellen dat sprake was van een vrije en onafhankelijke wilsvorming bij moeder. De notaris heeft op grond van de gesprekken en het Stappenplan geoordeeld dat moeder haar wil op onafhankelijke wijze, zonder beïnvloeding door derden, heeft kunnen vormen en aan hem kenbaar heeft kunnen maken.

4.7.      Door klaagsters zijn deze stellingen van de notaris over de door hem gevolgde handelswijzen niet betwist. De kamer gaat dan ook uit van deze gang van zaken.

4.8.      De kamer is hiermee van oordeel dat de notaris voldoende onderzoek heeft gedaan om tot de conclusie te kunnen komen dat moeder niet werd beïnvloed door derden bij het bepalen van wat er al dan niet in haar (levens-)testament moest worden opgenomen. De notaris heeft voldaan aan zijn verplichting om zich ervan te vergewissen dat moeder bij het vormen en uiten van haar wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed door een derde. De notaris heeft naar het oordeel van de kamer dan ook niet verwijtbaar gehandeld op dit punt.

4.9.      De kamer oordeelt, alles overwegende, de klacht zoals opgenomen onder klachtonderdeel 1 ongegrond.

Klachtonderdeel 2

4.10.    Artikel 21 lid 1 Wna verplicht de notaris de hem bij of krachtens de wet opgedragen of de door een partij verlangde werkzaamheden te verrichten. Hij dient zijn dienst evenwel te weigeren wanneer naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem wordt verlangd leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft.

4.11.    De notaris heeft betwist dat hij niet aan zijn ministerieplicht heeft voldaan. Immers heeft hij de hulpvraag van moeder na het passeren van de gewijzigde akte niet geweigerd, maar aangegeven “gezien de situatie” graag eerst een gesprek met haar op zijn kantoor te willen aangaan alvorens hij aan deze hulpvraag kon voldoen. De stelling van de notaris is onderbouwd met de door klaagsters overgelegde stukken. Deze afspraak is echter nimmer gemaakt voor het overlijden van moeder.

4.12.    De notaris heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat hij de indruk had (uit de e-mailwisselingen begrijpt de kamer) dat er door klaagsters steeds “over moeder” werd gesproken, maar niet “met” moeder. In het licht van die opmerking is het niet anders dan zorgvuldig te noemen dat de notaris moeder zelf wilde spreken op zijn kantoor om zich ervan te vergewissen dat de hulpvraag daadwerkelijk een vraag vanuit moeder zelf kwam. De kamer oordeelt dan ook dat de notaris met deze handelwijze zijn ministerie niet heeft geweigerd.

4.13.    Ook heeft de notaris klaagsters nog geadviseerd een andere notaris aan te zoeken, om een eventuele nieuwe wijziging van het (levens-)testament van moeder mee te bespreken. Door alle gevoerde correspondentie met hem leek het de notaris wellicht beter dat een collega notaris de zaak verder zou behandelen. Dit advies is echter niet opgevolgd.

4.14.    Nu de kamer van oordeel is dat de notaris zijn ministerie niet heeft geweigerd, kan hem ook op dit klachtonderdeel geen verwijt worden gemaakt. De kamer oordeelt dan ook dat klachtonderdeel 2 eveneens ongegrond is.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht ongegrond

Deze beslissing is gegeven door mrs. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, V. Oostra en  

M.R.H. Goossens, leden, en in tegenwoordigheid van mr. E.W.A. Nabbe, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2024.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.