ECLI:NL:TADRARL:2024:172 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-366/AL/GLD

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2024:172
Datum uitspraak: 15-07-2024
Datum publicatie: 18-07-2024
Zaaknummer(s): 24-366/AL/GLD
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen: Voorzittersbeslissing
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Tijdens de behandeling van een eerdere klacht van klager over verweerder heeft de gemachtigde van verweerder tijdens de behandeling van die klacht bij het Hof van Discipline WhatsApp-gesprekken tussen klager en mr. X, kantoorgenoot van verweerder , in het geding gebracht. Klager heeft daarvoor geen toestemming gegeven. Het staat een advocaat vrij om zijn standpunt over een klacht kenbaar te maken en zich daartegen te verdedigen op een wijze die hem goeddunkt. Deze vrijheid is niet onbeperkt. De grenzen van de betamelijkheid mogen niet worden overschreden. Daarvan is de voorzitter niet gebleken. Verweerder heeft uitgelegd waarom die stukken relevant waren in de tuchtprocedure. Van ontoelaatbare inbreuk op de privacy van klager is, gelet op de inhoud van die WhatsApp-gesprekken, evenmin sprake terwijl die stukken alleen zijn gebruikt in de beslotenheid van de tuchtrechtelijke procedure. Kennelijk ongegrond.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 15 juli 2024
in de zaak 24-366/AL/GLD

naar aanleiding van de klacht van:

klager

over

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief met bijlagen volgens de inventarislijst van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) van 22 mei 2024 met kenmerk K23/157. Ook heeft de voorzitter kennisgenomen van de e-mail van verweerder met bijlagen van 22 mei 2024.

1    FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1    Op 24 juli 2019 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder. In een beslissing van 17 mei 2021 heeft de raad de klacht deels gegrond verklaard. Klager heeft in die periode ook een klacht tegen mr. X, een kantoorgenoot van verweerder, ingediend. Op die klacht heeft de raad ook op 17 mei 2021 een beslissing gegeven.
1.2    Verweerder heeft op 16 juni 2021 tegen de beslissing van de raad hoger beroep ingesteld. Verweerder is in de tuchtprocedure in hoger beroep bijgestaan door mr. S. 
1.3    Mr. S heeft in die procedure bij het Hof van Discipline  WhatsApp-gesprekken in het geding gebracht. Dit betrof WhatsApp-gesprekken tussen klager en 
mr. X.
1.4    Het Hof van Discipline heeft op 15 september 2023 een beslissing op de klacht gegeven.
1.5    Op 8 oktober 2023 heeft klager een klacht tegen verweerder ingediend bij de klachtenfunctionaris van het kantoor van verweerder. In een brief aan klager van 18 oktober 2023 heeft de klachtenfunctionaris zijn oordeel over de klacht van klager gegeven en de klacht ongegrond verklaard.
1.6    Op 23 november 2023 heeft klager een klacht over verweerder bij de deken ingediend. Ook tegen mrs. X en S heeft klager klachten ingediend.

2    KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door zonder de toestemming van klager privacygevoelige berichten in te brengen in de tuchtprocedure.

3    VERWEER
Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

4    BEOORDELING
4.1    Een advocaat dient zich te onthouden van handelingen waardoor het vertrouwen in de advocatuur als zodanig wordt geschaad, en zich te allen tijde dient te onthouden van een handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Dergelijk handelen is immers in strijd met de in artikel 46 van de Advocatenwet omschreven normen. Uitgangspunt is dat een advocaat moet handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar mag worden verwacht. 
4.2    Klager heeft eerder een klacht over verweerder ingediend. Tijdens de behandeling van die klacht bij het Hof van Discipline heeft de gemachtigde van verweerder WhatsApp-gesprekken tussen klager en mr. X in het geding gebracht. Klager klaagt hier over. De voorzitter overweegt hierover over als volgt. Het staat een advocaat vrij om zijn standpunt over een klacht kenbaar te maken en zich daartegen te verdedigen op een wijze die hem goeddunkt. Deze vrijheid is niet onbeperkt. De grenzen van de betamelijkheid mogen niet worden overschreden. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Verweerder heeft uitgelegd waarom hij deze stukken relevant vond voor de beoordeling van de tegen hem ingediende klacht en gelet op de inhoud van de correspondentie is er van ontoelaatbare inbreuk op de privacy van klager, zoals door klager betoogd, geen sprake. Het stond (de gemachtigde van) verweerder dan ook vrij om deze communicatie in de klachtprocedure over te leggen. Bovendien zijn deze WhatsApp-gesprekken alleen in de beslotenheid van de tuchtrechtelijke procedure overgelegd. Deze communicatie is buiten die procedure niet openbaar gemaakt. Dat betekent dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Deze klacht wordt daarom kennelijk ongegrond verklaard. 

BESLISSING
De voorzitter verklaart: 
de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.H. van der Lecq, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2024.

Griffier         Voorzitter


Verzonden op : 15 juli 2024