ECLI:NL:TAHVD:2024:174 Hof van Discipline 's Gravenhage 240142

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2024:174
Datum uitspraak: 05-07-2024
Datum publicatie: 11-07-2024
Zaaknummer(s): 240142
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.


Beslissing van 5 juli 2024 in de zaak 240142 naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1    DE PROCEDURE

Bij de raad
1.1     Het hof verwijst naar de beslissing van 27 september 2023 van de voorzitter van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Den Haag. De voorzitter heeft met die beslissing (zaaknummer: 23-474/DH/DH) de klacht van klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard met toepassing van artikel 46g, lid 1 onder a, van de Advocatenwet, en gedeeltelijk kennelijk ongegrond. Deze beslissing is onder nummer ECLI:NL:TADRSGR:2023:203 op tuchtrecht.nl gepubliceerd. 

1.2    Klager heeft tegen deze beslissing verzet ingesteld. De raad heeft in een beslissing van 25 maart 2024 het verzet van klager gedeeltelijk gegrond verklaard en de klacht ongegrond verklaard (hierna: de beslissing op verzet). De beslissing op verzet is onder nummer  ECLI:NL:TADRSGR:2024:65 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

Bij het hof
1.3    Het beroepschrift van klager tegen de beslissing op verzet is op 6 mei 2024 ontvangen door de griffie van het hof. Verder bevat het dossier van het hof:
-    de stukken van de raad;
-    het bericht van klager van 29 mei 2024, waarin hij onder meer toelicht waarom de beroepstermijn is overschreden;
-    het verweer van verweerster.

1.4    De zaak is in raadkamer behandeld.

2    BEOORDELING

Ontvankelijkheid 
2.1    In artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet is bepaald dat gedurende dertig dagen na verzending van de beslissing van de raad hoger beroep kan worden ingesteld tegen die beslissing. 

2.2    De beslissing is door de raad verzonden op 25 maart 2024. Dit betekent dat klager tot en met 24 april 2024 de tijd had om beroep in te stellen. Het hof heeft het beroep van klager echter pas op 6 mei 2024 ontvangen. Klager is in de gelegenheid gesteld om uit te leggen waarom hij te laat was met het instellen van beroep. 

2.3    Klager heeft, kort samengevat, gesteld dat hij na ontvangst van de beslissing op verzet de raad heeft gevraagd om het proces-verbaal van de zitting te verstrekken. De raad was niet voortvarend met afgifte van het proces-verbaal en daarom heeft klager pas na het verstrijken van de appeltermijn van 30 dagen beroep ingesteld. Volgens klager was het gerechtvaardigd om het proces-verbaal af te wachten, omdat de inhoud ervan van belang was voor het beroep en de aan te voeren beroepsgronden. Daarom moet de overschrijding van de termijn verschoonbaar worden geacht. Dit is temeer het geval omdat klager moest constateren dat het proces-verbaal, toen het eenmaal verstrekt was, ondeugdelijk bleek te zijn. 

2.4    Het hof is van oordeel dat klager geen gronden heeft aangevoerd die kunnen leiden tot de conclusie dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Het hof erkent dat de inhoud van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij de raad weliswaar voor de behandeling en beoordeling van het beroep van belang is, maar dat geldt niet voor het instellen van hoger beroep. Een beroep richt zich immers niet tegen een proces-verbaal, maar tegen de beslissing van de raad. De stelling van klager dat de raad met het verstrekken van het proces-verbaal heeft getreuzeld, kan daarom ook geen geslaagd beroep op verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding opleveren. 

2.5    De slotsom is dat klager in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen. 

3    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

3.1    verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.


Deze beslissing is gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. K. van Dijk en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2024.
 

griffier    voorzitter             

De beslissing is verzonden op 5 juli 2024.