Zoekresultaten 2751-2800 van de 2895 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0136 Kamer van toezicht Leeuwarden 19-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0143 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008

    Ingevolge artikel 3 van de Wet op het centraal testamentenregister (hierna te noemen: WCTR) is de notaris door of ten overstaan van wie een uiterste wil of herroeping ervan is verleden, verplicht uiterlijk op de eerste werkdag volgende op die waarop de akte is verleden aan het testamentenregister opgaaf te doen. Deze regel is in de notariële praktijk van cruciaal belang en dient met grote zorgvuldigheid te worden nageleefd. De veronderstelling van de notaris, dat het CTR een fout heeft gemaakt, is niet onderbouwd en wordt daarom gepasseerd. De (waarnemend) notaris die het testament heeft gepasseerd, dient te verifiëren dat het testament daadwerkelijk in het CTR ingeschreven wordt. Dat is in dit geval kennelijk niet gebeurd, omdat is komen vast te staan dat het testament van 23 augustus 2005 op 29 oktober 2007 niet was ingeschreven in het CTR. De notaris had daarvoor moeten zorgen, en dat hij dat niet heeft gedaan is een tuchtrechtelijk laakbare omissie. Dat door de notaris niet eerder een dergelijke fout is begaan doet hier niets aan af. Met betrekking tot het verweer van de notaris dat niet hij als waarnemer, maar de waargenomen notaris eindverantwoordelijk is, is oordeelt de Kamer als volgt. De notaris was ten tijde van het passeren van de akte reeds enige tijd werkzaam als kandidaat-notaris bij de waargenomen notaris. Hij kan daarom worden geacht voldoende ervaren te zijn geweest en bekend met de werkprocessen van het kantoor van de waargenomen notaris. De notaris behield ook als waarnemer zijn eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid. Hij was bovendien niet onervaren. Voorts is de Kamer niet gebleken - sterker nog: het tegendeel is door de notaris betoogd - van enig gebrek in de structuur of de organisatie van het kantoor van de waargenomen notaris met betrekking tot het inschrijven van testamenten. Daarom is de Kamer van oordeel dat de notaris als waarnemer zelf, en niet de waargenomen notaris, tuchtrechtelijk aansprakelijk. Dat strookt ook met het redelijke belang van de burger, die bij een gebleken fout zijn klacht moet kunnen richten tot de notaris, bij wie de desbetreffende akte daadwerkelijk is gepasseerd. In dit geval was dat de notaris die als waarnemer optrad en dus niet de notaris, voor wie de notaris waarnam. Echter: bij de beantwoording van de vraag, of een tuchtrechtelijke maatregel moet worden opgelegd, acht de Kamer relevant dat een notaris, na als waarnemer in het kantoor van de waargenomen notaris aktes te hebben gepasseerd, in de regel daarna weer zal vertrekken en niet in dat kantoor aanwezig zal blijven om feitelijk toezicht uit te oefenen op de administratieve verwerking van de door hem daar verrichte ambtshandelingen. Het ligt voor de hand dat hij dat overlaat aan de juridische administratieve ondersteuning van dat kantoor. Daarom valt de notaris van de onderhavige omissie niet zo'n ernstig verwijt te maken, dat oplegging van een maatregel geïndiceerd is.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0137 Kamer van toezicht Leeuwarden 20-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0144 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008

    Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in Nord ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Noord verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Zuid ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van CCC in Leeuwarden. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0138 Kamer van toezicht Leeuwarden 21-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn geweest.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0145 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2007

    Nu Y bij het passeren van de akte van levering van de door hem verkochte recreatiewoning ondubbelzinnig heeft aangegeven het niet eens te zijn met de courtagenota van klager voor zover dit betrof de extra in rekening gebrachte kosten van € 309,40, en er voorts niet is gebleken van andere aanknopingspunten die betaling van de courtagenota rechtvaardigen, is de notaris terecht niet tot uitbetaling hiervan overgegaan. Sterker nog: indien de notaris zonder instemming van Y tot betaling was overgegaan, dán had zij gehandeld in strijd met de notariële betamelijkheid. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0139 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2008

    Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in xxx ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Aaa verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Bbb ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van xxx in xxx. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2009:YC0133 Kamer van toezicht Leeuwarden 27-2008

    Klacht is te laat ingediend, nu er meer dan drie jaren zijn verstreken tussen de kennisneming door Klaagster van het handelen van De notaris en het indienen van de klacht. Ten overvloede overweegt de Kamer dat ook bij een inhoudelijke toetsing het optreden van De notaris niet kan leiden tot een gegrondverklaring van de klacht. Immers, De notaris was, anders dan Klaagster stelt, niet verplicht tot publicatie nu hij met instemming van de overgrote meerderheid van de erfgenamen, nota bene ook van Klaagster zelf, de verkoop kon realiseren tegen een koopprijs, die de getaxeerde waarde verre te boven ging. Dat de boerderij enkele maanden na deze verkoop voor een nog veel hoger bedrag werd doorverkocht doet aan dit oordeel niets af.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0131 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-32 en 08-33

    Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaat­notaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Dat het kantoorbeleid zo is opgesteld dat alleen de notaris een dergelijke melding doet, ontslaat de kandidaat-notaris niet van haar eigen verantwoordelijkheid daarin. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en haar (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0125 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-39

    Van een boedelnotaris, in een situatie waarbij de verhouding tussen de erven dermate is verstoord als uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken, mag verwacht worden dat hij de erven naar behoren informeert om tot onderlinge overeenstemming tussen de erven te kunnen komen en dat hij de erven daar waar mogelijk oplossingen voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap aanreikt. De Kamer stelt vast, gelet op de door de notaris gevoerde correspondentie en het verhandelde ter zitting, dat de notaris met de nodige behoedzaamheid jegens de erven is opgetreden, de erven, met inbegrip van klager en zijn toenmalige raadslieden, telkens uitvoerig heeft ingelicht over de standpunten van een of meer van de erven, zodra die in het verloop van de onderhandelingen over de afwikkeling gewijzigd waren, alsmede over wat hij in dat verband zag als de meest wenselijke oplossing voor de meningsverschillen tussen de erven. Dat de door de notaris aangedragen oplossingen in de gevallen waarin sprake was van enig verschil van mening tussen de erven niet altijd conform de wensen van klager luidden en dat klager zich naar zijn zeggen bij de bespreking op 6 september 2007 door de notaris onder druk gezet voelde, maakt de betreffende handelingen van de notaris niet tuchtrechtelijk laakbaar. Van belang is dat de notaris - het in de eerste alinea van deze beoordeling vermelde uitgangspunt in aanmerking nemend - zich naar het oordeel van de Kamer in voormelde gevallen voldoende terughoudend en niet partijdig heeft opgesteld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0132 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-15

    1. Eigen verantwoordelijkheid kandidaat-notaris bij afwikkeling leveringsakte. 2. Onjuiste taakopvatting en gebrek aan voortvarendheid bij kandidaat-notaris. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0126 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-34 en 08-35

    Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaat­notaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De omstandigheid dat het kantoorbeleid, zoals door de kandidaat-notaris geschetst in zijn verweer, een en ander tegenwerkte kan wellicht een verzachtende omstandigheid zijn, maar ontslaat de kandidaat-notaris niet (volledig) van zijn eigen verantwoordelijkheid. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en zijn (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0127 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-07

    Verzet. Met de doorzending van een conceptbrief bestemd voor de procureur van klager zou de notaris zich volgens klager onzorgvuldig jegens hem hebben gedragen. De Kamer oordeelt anders. De brief van 21 november 2007 van klager moet worden gezien in het kader van de onderhandelingen van klager met de notaris in diens hoedanigheid van vertegenwoordiger van de erven [...]. De bijgevoegde conceptbrief was gericht aan klagers procureur in de slapende rechtszaak tussen de erven en klager. Het is alleszins aanvaardbaar dat de notaris vervolgens in verband met genoemde onderhandelingen in zijn brief van 2 december 2007 aan deze procureur nadere uitleg heeft gevraagd en daarbij ter verduidelijking een kopie van de conceptbrief heeft meegezonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0128 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-19

    Wat er ook zij van de verschillende betalingsafspraken die klaagster, de notaris en de makelaar hebben gemaakt in het proces van aankoop en levering van het appartement, uiteindelijk had de notaris niet zelf de conclusie mogen trekken dat hij het door klaagster betwiste courtagebedrag aan de makelaar kon doorbetalen. Los daarvan, nu hij klaagster beloofd had om op de terugbetaling van het courtagebedrag toe te zien door deze via zijn kantoor te laten lopen, heeft hij verzuimd om te controleren of de makelaar diens toezegging bij e-mail van 31 maart 2008 om het courtagebedrag terug te storten was nagekomen en vervolgens klaagster hierover te berichten. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0129 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-17 en 08-18

    Onoorbare ABC-transacties bij notaris. Aantal normschendingen in 17 casus gegrond. 1 casus ongegrond. De aan de notaris gegrond bevonden verwijten zijn, tezamen en in onderling verband bezien, dusdanig ernstig dat zij een maatregel rechtvaardigen. Ten aanzien van de aard van de op te leggen maatregel overweegt de Kamer het volgende. Het notarisambt brengt mee dat een notaris de regelgeving ten aanzien van zijn praktijkvoering nauwgezet naleeft. Het notariaat ontleent zijn bijzondere plaats in het rechtsverkeer aan het vertrouwen dat de betrokken partijen en de samenleving als geheel moeten hebben in de naleving van dwingende voorschriften die de praktijkvoering betreffen. De bij de notaris waargenomen nalatigheden verdragen zich hiermee niet. De aard en het aantal van de gegrond verklaarde klachten brengen de Kamer tot het oordeel dat niet met een berisping kan worden volstaan, maar dat een schorsing in de ambtsuitoefening geboden is. Bij de duur van de op te leggen schorsing houdt de Kamer rekening met het onder 6.13 vermelde gegeven dat niet is gebleken van klachten van derden over het optreden van de notaris in een van de hier besproken gevallen. Daarnaast houdt de Kamer rekening met de omstandigheid dat de notaris zich ter zitting bewust heeft getoond van zijn falende praktijkvoering en de Kamer ervan heeft weten te overtuigen dat hij de nodige maatregelen op zijn kantoor heeft getroffen om herhaling te voorkomen. Schorsing voor 1 week.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0130 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-36 en 08-37

    In zijn algemeenheid is het mogelijk dat de gedragingen van een notaris, als werkgever, afbreuk doen aan de eer en het aanzien van het ambt dat de notaris bekleedt. In deze zaak raakt het optreden van de notaris als werkgever van de kandidaat-notaris diens functioneren als notaris zodanig dat dit handelen tuchtrechtelijk kan worden beoordeeld. De notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Wet arbeid vreemdelingen door de kandidaat-notaris in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. De kandidaat-notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Vreemdelingenwet 2000 door arbeid te verrichten buiten hetgeen haar volgens haar toenmalige vergunning - met beperking tot studiedoeleinden - was toegestaan. Van een behoorlijk en zorgvuldig handelend notaris mag verwacht worden, gelet op zijn kennis van het recht, dat hij ook de voor hem als werkgever geldende regels in acht neemt. Zijn verweer dat hij de onderhavige regels niet bewust heeft geschonden, gaat dan ook niet op. Dit geldt evenzeer voor de kandidaat-notaris. Berisping ieder.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0124 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/878

    Verzetzaak. De oud-notaris wordt verweten als bewindvoerder onrechtmatig en ondeskundig te hebben gehandeld. De Kamer van Toezicht is niet de instantie die een uitspraak doet over de vraag of een bewindvoerder goed heeft gefunctioneerd. De klachten hebben geen betrekking op het handelen van de betrokkene als notaris. Verzet gegrond. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0120 Kamer van toezicht Rotterdam 14-08

    Notaris is niet overgegaan tot het opstellen en passeren van een nieuw testament ondanks herhaalde opdrachten hiertoe. Notaris heeft een derde als bewindvoerder benoemd zonder overleg te voeren met de reeds benoemde bewindvoerders en de notaris wordt verweten zich ten onrechte bemoeid te hebben met het regelen van de uitvaart. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0121 Kamer van toezicht Rotterdam 30-07 B

    De notaris wordt verweten zonder toestemming van klagers een gewijzigde betaalopdracht van een derde aanvaard te hebben. De klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0122 Kamer van toezicht Rotterdam 04-08

    Notaris wordt verweten dat hij de belangen van de hypotheekhouders onvoldoende heeft bewaakt. Beslissing: klacht gegrond met berisping als maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0123 Kamer van toezicht Rotterdam 09-08

    Notaris heeft verklaring van erfrecht opgesteld met benoeming van één erfgenaam terwijl er meerdere erfgenamen zijn. Beslissing: klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0119 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/895

    Notaris heeft onbetamelijk gehandeld door stukken af te geven aan een derde, die verklaarde over mondelinge toestemming van de belanghebbende te beschikken om deze stukken in ontvangst te nemen. De notaris heeft nagelaten om bij belanghebbende te verifiëren of die toestemming daadwerkelijk was verleend. Handelen in strijd met eer en waardigheid van het notarisambt. Berisping.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0118 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/881

    Afwikkeling nalatenschap. De notaris heeft ten onrechte klaagster niet geïnformeerd over zijn standpunt dat uitstel van de boedelbeschrijving niet mogelijk was. De notaris heeft ten onrechte het restant van een ontvangen voorschot niet teruggestort en daarop zijn kosten verhaald. Fout in de notariële akte is van onvoldoende gewicht. Kosten van een klachtprocedure mag de notaris niet verhalen op klaagster of de boedel, noch afwenden op betrokkenen. De notaris mag de klacht en zijn verweer daartegen niet toezenden aan de andere partijen bij de afwikkeling van de nalatenschap.

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0178 Kamer van toezicht Maastricht N 03/123

    Verzet

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0175 Kamer van toezicht Maastricht N03/126

    Onvoldoende informatie / voorlichting door kand. notaris. Geen ruimte voor maatregel tegen kand. notaris wegens artikel 50 lid 1 Wna (oud)

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0117 Kamer van toezicht Maastricht N 04/002

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0176 Kamer van toezicht Maastricht N 04/12

    Onzorgvuldig handelen door notaris. onjuiste info verstrekt. Bejegening door notaris. Hoogte declaratie.

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0177 Kamer van toezicht Maastricht N 03/101

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0114 Kamer van toezicht Maastricht N 03/92

    Onzorgvuldig handelen door notaris bij afwikkeling nalatenschap. Ook heeft hij verzuimd rente te genereren over hem toevertrouwde gelden.

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0115 Kamer van toezicht Maastricht N 04/31

    Onzorgvuldig handelen door de notaris; onvoldoende gerechercheerd;.door verjaring eigenaar? niet geverifiëerd of X instemde met eigendomsclaim van C.

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2004:YC0116 Kamer van toezicht Maastricht N 04/64

    Zorgvuldig handelen door notaris. Openbare verkoop.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2008:YC0112 Kamer van toezicht Dordrecht 04/08

    Klager, in Polen woonachtig, en twee Nederlandse partners beogen een samenwerkingsverband aan te gaan en samen een BV op te richten. Notaris krijgt in dit kader van klager € 50.000,- op zijn derdengeldenrekening gestort onder vermelding van ”notary deposit.” Notaris boekt dit bedrag op instructies van de twee partners over aan een bedrijf waarvan één van de partners directeur en enig aandeelhouder is. Geoordeeld wordt dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld door het geld over te boeken, zonder zich ervan te vergewissen dat degene die het geld op zijn kwaliteitsrekening had gedeponeerd, klager, ermee akkoord was. Juist nu klager in het buitenland woont, is het van belang dat hij erop kan vertrouwen dat de notaris ook zijn belangen correct zou behartigen. Klacht is gegrond, aan de notaris wordt de maatregel waarschuwing opgelegd

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2008:YC0113 Kamer van toezicht Dordrecht 08/07

    Het BFT heeft geconstateerd dat de notaris negatieve bewaringsposities heeft laten ontstaan, onder andere door privé-opnames. De notaris heeft hiermee de tuchtrechtelijke norm overschreden. Volgt gegrondbevinding van de klacht en oplegging van de maatregel berisping

  • ECLI:NL:TNOKROE:2008:YC0192 Kamer van toezicht Roermond KL 8/2007

    De notaris heeft de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, zoals die verdeling tegenover de rechtbank Maastricht tussen de klaagster en de heer S. was overeengekomen, veranderd ten gunste van de heer S.waardoor de klaagster voor een bedrag van ongeveer € 3.000,00 ou zijn benadeeld. Tevens werd door de notaris klakkeloos aangenomen dat de klaagster bij de ondertekening van de verdelingsakte niet aanwezig wilde zijn. De advocaat van de klaagster werd niet in kennis gesteld van het feit dat de verdelingsakte gepasseerd zou worden. Vanwege de familierelatie heeft de notaris alleen maar het belang van de heer S. willen behartigen. Uit de eindafrekening blijkt dat de notaris te weinig geld aan de klaagster heeft overgemaakt.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2008:YC0111 Kamer van toezicht Roermond KL 6/2008

    Doel wettelijk notarieel tuchtrecht. Ne-bis-in-idem-regel geldt ook in het notarieel tuchtrecht. De notaris handelt zorgvuldig door zich op het standpunt te stellen dat hij een onder hem berustend geldbedrag eerst zal uitbetalen nadat in een tussen de klaagster en haar wederpartij aanhangige civiele procedure is uitgemaakt wie de rechthebbende op dat geldbedrag is.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0109 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-04

    Het had op de weg van de notaris, al dan niet via haar medewerker [notarieel jurist], gelegen om de erven van het begin af aan te waarschuwen dat de verklaring van erfrecht de nodige - lange - tijd zou kosten, gezien het vooralsnog niet te overziene - naar inmiddels is gebleken aanmerkelijk en groeiend - aantal erfgenamen, waarvan een deel bovendien in het buitenland woonplaats heeft. Dit had de notaris in ieder geval eerder kunnen onderkennen en aan klaagster meedelen, temeer nadat klaagster het notariskantoor herhaaldelijk expliciet had gevraagd om inlichtingen over de stand van de afgifte van de verklaring van erfrecht. Anderzijds heeft de notaris en haar medewerker klaagster en de overige erfgenamen - voor zover hun bekend - vervolgens wel adequaat van de voor hen beschikbare informatie hebben voorzien. Gelet op de gecompliceerdheid van het opstellen van de verklaring van erfrecht en de ontwikkelingen vanaf juni 2004 bij een deel van de erfgenamen, welke ontwikkelingen zoals de notaris naar voren heeft gebracht een vertragende invloed hebben gehad op de voortgang van de behandeling, is het begrijpelijk en aanvaardbaar dat de notaris de verklaring van erfrecht tot nu toe niet heeft kunnen opstellen. Bovendien bevindt de opstelling zich zoals blijkt uit het verhandelde ter zitting thans in haar laatste fase. Dit alles wegend is de aanvankelijke hapering in de communicatie vanuit het notariskantoor niet zwaarwegend genoeg is om tot een gehonoreerde klacht te leiden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0110 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-45

    1. Bejegening 2. De notaris heeft op correcte wijze de kwestie van het successierecht en de afwikkeling van de nalatenschap afgehandeld. Hij heeft klaagster in zijn brief van 31 augustus 2007 een concrete toelichting gegeven over de foutieve successieaangifte, klaagster zijn excuses hiervoor aangeboden, klaagster ingelicht over zijn daaropvolgende bezwaarschrift bij de Belastingdienst tot herstel van de fout en bovendien klaagster aangeboden de wettelijke rente te vergoeden. Daarbij heeft hij klaagster tweemaal de gelegenheid gegeven om een en ander in een persoonlijk gesprek te bespreken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0107 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-11

    Omdat de erven niet allemaal een verklaring aflegden omtrent de aanvaarding of verwerping van de nalatenschap heeft de notaris het saldo van de nalatenschap, behoudens € 644,37, overgemaakt aan de consignatiekas van het Ministerie van Financiën. De notaris heeft het bedrag van € 644,37 wellicht te lang onder zich gehouden. De notaris treft daarvan echter geen enkel verwijt, nu het de Kamer voorkomt dat hij dit - kennelijk met de beste bedoelingen - gedaan heeft in de toen gerechtvaardigde verwachting dat alle erven tot overeenstemming zouden komen over de betaling van dit bedrag aan [het kerkgenootschap] en hem de daartoe benodigde volmachten zouden geven. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0108 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-12

    De notaris is bij de afwikkeling van de levering tekortgeschoten in zijn regie over de gang van zaken en in zijn plicht tot “Belehrung” van klager (en diens echtgenote) als kopers bij de levering. Het had op de weg van de notaris gelegen om klager bij de BC-transactie te wijzen op de hoedanigheid van particuliere verkoper van [B], daar waar klager erop gerekend had dat het registergoed aanvankelijk aan hem zou worden verkocht door [A]. Bovendien had de notaris klager er uitdrukkelijk op dienen te wijzen dat hiermee [A] ten aanzien van resterende verplichtingen uit de koopovereenkomst (de mandelige weg) niet meer zijn wederpartij was. Ook had de notaris klager dienen te informeren over de risico’s voor klager betreffende de latere levering om niet van de mandelige weg. De notaris heeft aangevoerd dat hij de aanpassingen bij het bespreken van de leveringsakte uitgebreid aan klager en diens echtgenote heeft toegelicht en met hen heeft behandeld. Naar het oordeel van de Kamer is dat te laat en had hij deze omvangrijke en zeer relevante informatie eerder en schriftelijk onder de aandacht van klager dienen te brengen. Berisping.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0105 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 05-35

    Dat er twee executeurs in de nalatenschap waren benoemd, is een acceptabele reden voor de notaris om klager in de procedure voor de rechtbank in vrijwaring op te roepen. Dat de notaris via zijn advocaat getracht heeft met klager tot een minnelijke regeling te komen, is op zich niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het ligt alleszins in de rede dat de notaris stappen daartoe heeft ondernomen in het licht van zijn eerder bereikte minnelijke schikking met [de erven] en hun daarmee samenhangende intrekking van hun klacht bij de Kamer. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0106 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-20

    Klager niet-ontvankelijk in zijn klacht, vanwege: 1. verstrijken van de vervaltermijn van driejaren (artikel 99 lid 12 Wet op het notarisambt) 2. ontbreken van belang.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0102 Kamer van toezicht Rotterdam 07-08

    Notaris gaat over tot executieveiling van een registergoed terwijl volgens klager niet voldaan was aan de voorschriften. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0103 Kamer van toezicht Rotterdam 06-08

    De oud-notaris heeft zich als een makelaar opgesteld door -ongevraagd- kort na ontbinding van een koopovereenkomst mogelijke kopers voor verschillende panden aan te dragen. Voorts heeft de notaris klager onheus bejegend, door klagers niet persoonlijk op te roepen voor de levering. Klacht niet-ontvankelijk en in de overige onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2006:YC0104 Kamer van toezicht Rotterdam 06-06

    De notaris heeft in strijd met de Wet Melding ongebruikelijke transacties een uitbetaling van € 20.000,-- niet gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0101 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-17

    Verzet 1. Uit de stukken blijkt niet dat de notaris op de een of andere wijze een onjuist gebruik heeft gemaakt van zijn [mogelijke] bekendheid met de lening. 2. De notaris meldt dat zowel de voorbereidende bespreking als ook het passeren van de aanvullende testamenten op 6 december 2001 beide ten huize van de ouders van klager hebben plaatsgevonden, zoals dit ook reeds in eerdere procedures aan de orde is geweest. De enkele verklaring de auditu van de bewindvoerder levert niet het bewijs van het tegendeel. 3. Een tuchtrechtelijke procedure leent zich niet voor beantwoording van een vraag omtrent de rechtsgeldigheid van een testament. Daartoe dient een civielrechtelijke procedure diende te worden geëntameerd.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0100 Kamer van toezicht Amsterdam 375650/NT RK 07-22P

    Ambtshalve inschrijven akte van cessie; adviseren partijen met tegengestelde belangen; voortvarendheid

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0099 Kamer van toezicht Rotterdam 01-08

    Gebrekkige communicatie met klaagster, voortgang bij het afgeven van een verklaring van erfrecht, onjuiste aangifte successierecht ingediend.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0096 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-24

    1. Vervaltermijn van 3 jaren. 2. De opstelling van het testament is vervolgens niet door de kandidaat­-notaris, maar door ­ destijds ­ kandidaat­-notaris [C], die evenals de kandidaat-notaris als waarnemer van [A] fungeerde, ter hand genomen en het uiteindelijke testament blijkt ­ anders dan de kandidaat­-notaris op grond van haar bespreking met klager verwacht of met hem afgesproken had, maar wel met instemming naderhand van klager ­ door genoemde [C] te zijn uitgebreid met een regeling waarbij bij vroegtijdig overlijden van klagers zoon, de nalatenschap zou worden verkregen door ofwel eventuele nakomelingen van de zoon dan wel door andere ­ door klager in zijn testament te benoemen ­ verwachters van die nalatenschap. Tegen die achtergrond mocht klager er naar het oordeel van de Kamer niet meer op rekenen dat het honorarium voor het testament slechts € 250 zou bedragen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0097 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-28

    1. Een notaris mag – in het algemeen en behoudens uitzonderingen ‑ zijn declaratie niet zonder toestemming van de cliënt aan zich zelf voldoen uit derdengelden die hij onder zijn beheer heeft. Het is daarbij onverschillig of hij zich zou kunnen voldoen met een beroep op verrekening, hetgeen onder de oude Wet op het Notarisambt het geval zou kunnen zijn geweest, dan wel of hij zich als beschikkingsgerechtigde zou kunnen voldoen ten laste van een in artikel 25 van de thans geldende Wna bedoelde kwaliteitsrekening. 2. De notaris heeft bij de afwikkeling van de koop van het onderhavige pand op meerdere momenten verzuimd doortastend en adequaat te handelen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0098 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-36

    Voor alle onderdelen van de klacht geldt dat de notaris binnen de vereisten van het notariële ambt en naar vermogen het nodige heeft gedaan voor de afwikkeling van deze complexe nalatenschap, temeer daar er op onderdelen van de afwikkeling [kennelijk] geen sprake was van algehele overeenstemming tussen de erfgenamen, maar wel van misverstanden [klachtonderdelen 2 en 5] en soms zelfs van onenigheid tussen de erfgenamen [klachtonderdeel 4]. Dit zijn echter zonder uitzondering zaken die de notaris niet tuchtrechtelijk kunnen worden aangerekend. Het is immers niet aan de notaris om zijn visie aan de erfgenamen op te leggen en voor hen te beslissen.