ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0121 Kamer van toezicht Rotterdam 30-07 B

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0121
Datum uitspraak: 17-04-2008
Datum publicatie: 12-02-2009
Zaaknummer(s): 30-07 B
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De notaris wordt verweten zonder toestemming van klagers een gewijzigde betaalopdracht van een derde aanvaard te hebben. De klacht is ongegrond verklaard.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 30/07B

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

[naam],

wonende te [plaats],

[naam],

Wonende te [plaats],

hierna te noemen klagers,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1. Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-  klaagschrift d.d. 25 juli 2007;

-  verweerschrift d.d. 28 september 2007;

-  pleitnota van de notaris overgelegd ter zitting.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 7 februari 2008. Daarbij zijn zowel klagers, bijgestaan door mr. drs. D.H. Sterke, advocaat te Rotterdam, als de notaris, bijgestaan door mr. J.C. Koops, advocaat te Amsterdam, verschenen. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.

2. De feiten

2.1

Op 7 juli 2005 heeft de notaris een hypotheekakte gepasseerd ten laste van klagers en ten behoeve van HypInvest B.V.

2.2

De hypothecaire lening is door bemiddeling van Geldgarant Consultancy B.V. (hierna: Geldgarant) tot stand gekomen. Het betrof een financiële constructie waarbij middels gebruikmaking van de overwaarde op het onroerend goed van klagers de vrijgekomen gelden zouden worden gebruikt voor belegging in een door Geldgarant aanbevolen fonds. Daarbij zou gezien het verschil tussen enerzijds de verschuldigde hypotheekrente en anderzijds het – hogere – rendement op de belegging een extra inkomen voor klagers worden gegenereerd. Daartoe zou maandelijks betaling plaatsvinden uit het hiervoor geopende depot bij het beleggingsfonds.

2.3

In eerste instantie zou het depot bij Zwitserleven ondergebracht worden. Op 20 juni 2005 hebben klagers een concept-nota van afrekening ontvangen waaruit bleek dat een bedrag van € 92.5000,-- zou worden overgemaakt naar Zwitserleven.

2.4

Enkele dagen voor het passeren van de hypotheekakte hebben klagers op advies van Geldgarant besloten het depot van € 86.000,-- bij Palladyne Bank Stroeve (hierna: Palladyne) onder te brengen. Geldgarant heeft deze wijziging op 6 juli 2005 aan de notaris doorgegeven.

2.5

Op de nota van afrekening d.d. 7 juli 2005 staat onderaan vermeld dat een bedrag van € 86.000,-- is overgemaakt: “Naar rekeningnummer 45.26.22.734 t.n.v. GeldGarant o.v.v. Palladin Bank Stroeve, cliënt [naam]”. De notaris heeft de notaris van afrekening op de dag van passeren aan klagers overhandigd.

2.6

Op 26 augustus 2005 hebben klagers een bedrag van € 12.000,-- overgemaakt naar rekeningnummer 54.26.22.734 met als omschrijving “Palladyne”.

2.7

In oktober 2005 hebben klagers contact opgenomen met Palladyne en is duidelijk geworden dat er geen overeenkomst is gesloten tussen klagers en Palladyne.

2.8

De bestuurder van Geldgarant heeft de gelden van klagers ten behoeve van het depot bij Palladyne verduisterd.

3. De klacht

3.1

Klagers stellen dat zij ervan uit zijn gegaan dat het geld voor het beleggingsfonds direct aan Palladyne zou worden overgemaakt. Zij gingen ervan uit dat het op de nota van afrekening vermelde rekeningnummer van Palladyne was. Klagers verwijten de notaris dat hij zonder schriftelijke toestemming en medeweten van klagers een betaalopdracht van een derde, zijnde Geldgarant heeft aanvaard. Het had volgens klagers op de weg van de notaris gelegen eerst de uitdrukkelijke toestemming van klagers te verlangen alvorens tot betaling aan Geldgarant over te gaan.

4. Standpunt van de notaris

4.1

De notaris betwist klachtwaardig te hebben gehandeld. Nadat de notaris op 6 juli 2005 de aangepaste instructie van Geldgarant ontving, was er niet voldoende tijd om de aangepaste concept-nota van afrekening aan klagers te sturen. De notaris heeft de nota van afrekening daarom voorafgaand aan het passeren met klagers besproken. De notaris stelt dat klagers dit ook met zoveel woorden erkennen door te stellen dat zij dachten dat het rekeningnummer op de nota van afrekening van Palladyne was. Tijdens die bespreking heeft de notaris klagers uitdrukkelijk gevraagd of zij akkoord waren met het verzoek het geld over te maken op de door Geldgarant aangegeven wijze. Op de nota van afrekening staat ook uitdrukkelijk aangegeven dat het geld naar Geldgarant zou worden overgemaakt. De notaris heeft klagers niet om een schriftelijke akkoordverklaring gevraagd, naar zijn mening was een mondelinge goedkeuring voldoende.

4.2

Voorts stelt de notaris dat het op de nota van afrekening vermelde rekeningnummer van Geldgarant niet bleek te kloppen toen hij het geld wilde overmaken. Klagers hebben meer dan een maand later nog € 12.000,-- overgemaakt naar Geldgarant. Zij moeten derhalve dus contact hebben opgenomen met Geldgarant om het juiste rekeningnummer te achterhalen.

4.3

Tot slot stelt de notaris dat klagers het slachtoffer zijn geworden van de frauduleuze praktijken van haar eigen tussenpersoon. Een tussenpersoon die zij zelf hebben benaderd en die zij volledig vertrouwden en die hen adviseerde en bijstond bij onderhavige transactie. Dit kan de notaris echter niet aangerekend worden.

5. De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

In deze klacht staat de vraag centraal of de notaris klagers erop heeft gewezen dat het geld naar Geldgarant zou worden overgemaakt en niet direct naar Palladyne. Niet betwist wordt dat de notaris de nota van afrekening voorafgaand aan het passeren van de hypotheekakte aan klagers heeft overhandigd. Op de nota van afrekening staat vermeld dat het geld naar Geldgarant wordt overgemaakt. Ter zitting hebben klagers voorts verklaard dat de nota van afrekening voorafgaand aan het passeren is besproken, maar dat zij zich niet kunnen herinneren wat er precies besproken is. De notaris stelt dat hij klagers uitdrukkelijk om goedkeuring heeft gevraagd voor de door Geldgarant voorgestelde betalingswijze. Gelet op het voorgaande ziet de Kamer onvoldoende aanknopingspunten voor de stelling van klagers dat de notaris hen er niet op heeft gewezen dat het geld aan Geldgarant zou worden overgemaakt.

5.3

Voorts staat ter beoordeling of de notaris genoegen mocht nemen met de mondelinge goedkeuring van klagers of dat hij een schriftelijke verklaring had moeten verlangen. Het is in de notariële praktijk gangbaar, althans niet ongebruikelijk, dat kort voor het passeren van een hypotheekakte nog wijzigingen worden gemaakt in de nota van afrekening en dat deze voorafgaand aan het passeren aan cliënten wordt overhandigd en mondeling besproken wordt met cliënten.

5.4

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de Kamer van oordeel dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.

6.   De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht ongegrond. 

Deze beslissing is gegeven door mrs. A.F.L. Geerdes, A.G. Scheele-Mülder, R. van der Galiën, R.G.M. Gores en J.P. van Loon in tegenwoor­digheid van de secretaris, W. Blokland.

Uitgesproken op 17 april 2008.

De secretaris,                                                                         De plaatsvervangend voorzitter,

W. Blokland                                                                           A.F.L. Geerdes

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.