ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0123 Kamer van toezicht Rotterdam 09-08

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0123
Datum uitspraak: 23-10-2008
Datum publicatie: 12-02-2009
Zaaknummer(s): 09-08
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Notaris heeft verklaring van erfrecht opgesteld met benoeming van één erfgenaam terwijl er meerdere erfgenamen zijn. Beslissing: klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 09/08

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

[naam],

                                                              wonend te [plaats],

klager,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1.  Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-       klaagschrift d.d. 7 april 2008;

-       aanvullend klaagschrift d.d. 11 mei 2008

-       verweerschrift d.d. 12 juni 2008.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 23 oktober 2008. Daarbij is de notaris, bijgestaan door prof. mr. A.I.M. van Mierlo, advocaat te Rotterdam verschenen. Klager is niet verschenen. De notaris heeft zijn standpunt tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht. De Kamer heeft na beraad mondeling uitspraak gedaan. De schriftelijke weerslag van deze uitspraak volgt hierna.

2.    De feiten

De Kamer gaat uit van de navolgende feiten:

2.1

Op 19 maart 1993 heeft de heer [naam] (hierna: erflater) een testament doen verlijden voor notaris mr. [naam] te [plaats]. Dit testament bevat – naast de gebruikelijke herroeping van eerdere wilsbeschikkingen – uitsluitend de beschikking dat erflater zijn kinderen benoemt tot zijn erfgenamen.

2.2

Klager was getrouwd met de dochter van erflater mevrouw [naam] (hierna: de dochter), zij hebben samen twee kinderen (hierna: de kleinkinderen). Voorts heeft erflater nog een zoon, te weten de heer [naam] (hierna: de zoon)

2.3

De vrouw is in 2002 overleden.

2.4

De erflater is op 24 juli 2004 overleden. De notaris heeft op 16 augustus 2004 een verklaring van erfrecht opgemaakt voor de nalatenschap van erflater, waarin de zoon tot enig erfgenaam wordt benoemd.

2.5

Klager en de kleinkinderen hebben op 25 maart 2005 inzage gekregen in het testament van erflater.

                   3.  De klacht

3.1

In essentie stelt klager dat de notaris ten onrechte alleen de zoon als erfgenaam heeft genoemd in het testament. Hij is van mening dat ook de kleinkinderen als erfgenaam moeten worden aangemerkt. Klager stelt dat de notaris de zoon, volgens klager een persoonlijke vriend van de notaris, ten onrechte heeft bevoordeeld bij het afwikkelen van de nalatenschap van erflater, waardoor de kleinkinderen schade hebben geleden.

4.  Standpunt van de notaris

Primair voert de notaris aan dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. Subsidiair voert de notaris gemotiveerd verweer tegen de klacht.

5.  De beoordeling van de ontvankelijkheid

5.1

Op grond van artikel 99 lid 2 Wna, kan een klacht slechts worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde heeft kennis genomen van het handelen of nalaten van de notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven. Erflater is in 2004 overleden, op grond van hetgeen is genoemd onder 2.4 en 2.5 was klager reeds uiterlijk in maart 2005 op de hoogte van de inhoud van het testament en de verklaring van erfrecht van erflater. Nu klager de klacht eerst bij brief d.d. 7 april 2008 heeft ingediend en derhalve meer dan de bedoelde drie jaren zijn verstreken, dient hij niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht.

6.   De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

                   verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht;

Deze beslissing is gegeven door mrs. W. van Veen, R. Veenendaal, R. van der Galiën, H.M. Kolster en W.F.O Stricker in tegenwoor­digheid van de secretaris, W. Blokland.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 23 oktober 2008.

De secretaris,                                                      De voorzitter,

                   W. Blokland                                                       W. van Veen

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.