Zoekresultaten 101-150 van de 2895 resultaten
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/427977 / KL RK 23-128
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:17
Klager verwijt de notaris dat hij de opdracht tot doorhaling van de hypothecaire inschrijving kwalitatief onvoldoende en niet voortvarend genoeg heeft behandeld, dat de notaris niet heeft gereageerd op berichten van klager en op zijn verzoeken om (alle) dossierstukken aan klager te verstrekken, en dat de notaris niks heeft gedaan met de ingediende interne klacht tegen medewerker notaris. De kamer is van mening dat de zorgvuldigheidsnorm is geschonden. Ook heeft de notaris niet de volledige regie, zeggenschap en toezicht gehad over/op de werkzaamheden en zijn medewerker. De notaris heeft klager niet voldoende geïnformeerd over de voortgang van de werkzaamheden, heeft de ingediende interne klacht niet naar behoren behandeld en ook de kwaliteit van de uitvoering van de werkzaamheden was onder de maat. Door zijn handelen en nalaten heeft de notaris het vertrouwen geschaad dat rechtzoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. De gegronde klachtonderdelen zien op uit de Wna en daaraan gerelateerde regelgeving voortvloeiende kernwaarden in het notariaat zoals (de grootst mogelijke) zorgvuldigheid en deskundigheid. De notaris heeft geen blijk gegeven van het besef dat zijn handelen niet juist was. De kamer acht dit alles klachtwaardig en acht de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/423794 KL RK 23-82
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 29-04-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:15
Klagers voeren aan dat de inhoud van het testament niet rechtsgeldig tot stand is gekomen, mede omdat alles wordt nagelaten aan een dementerende vriendin. Deze klacht wordt door de kamer ongegrond verklaard op basis van de door klagers gestelde argumenten en met de overweging dat dementie geen beletsel vormt om te erven. Tevens wordt de verdere afhandeling van de nalatenschap van erflater in twijfel getrokken en wordt de notaris beschuldigd van belangenverstrengeling. Klagers zijn geen erfgenamen en geen executeur en worden daarom in deze niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426472 / KL RK 23-111
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 24-05-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:16
Een onderdeel van de klacht betreft de twijfel of het testament rechtsgeldig is, omdat geen onderzoek is gedaan naar de wilsbekwaamheid van erflaatster. Naar het oordeel van de kamer was de psychische problematiek van erflaatster echter wel een indicator voor de notaris om nader onderzoek te doen naar de wilsbekwaamheid van erflaatster. Dit onderzoek (Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening”) heeft de notaris vervolgens op een correcte wijze uitgevoerd. Het eerste klachtonderdeel is dan ook ongegrond. Een tweede onderdeel van de klacht betreft een verwijt dat de notaris de nalatenschap niet voortvarend afwikkelde en de afgifte van de urn van erflaatster verliep moeizaam. De kamer oordeelt dat klagers geen erfgenamen zijn en in beginsel geen recht hebben op afgifte van de urn en dat de notaris aan hen geen verantwoording of informatie verschuldigd is over de afwikkeling van de nalatenschap en acht dit klachtonderdeel ongegrond. Een derde klachtonderdeel betreft het verwijt dat de notaris niet correct en tijdig heeft gehandeld, met mogelijk financieel nadeel als gevolg. De kamer oordeelt dat ook deze klacht niet-ontvankelijk is, omdat bewindvoerder of de erfgenamen nimmer hebben geklaagd en bewindvoerder geen deel uit wenste te maken van deze klachtenprocedure.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:16 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/01 en SHE/2024/02
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:16
De klachten gaan over de gepasseerde (levens)testamenten van erflaatster, de handelwijze van de beide notarissen als gevolmachtigde van erflaatster en/of hun feitelijk handelen (namens een executeur-afwikkelingsbewindvoerder) bij de afwikkeling van erflaatsters nalatenschap. De klacht tegen notaris 2 is ongegrond verklaard. Ten aanzien van notaris 1 is de klacht - voor zover die betrekking heeft op het testament van erflaatster en op het verkooptraject van de woning - gegrond verklaard. Notaris 1 heeft dus op twee verschillende vlakken onzorgvuldig gehandeld. Hij heeft de kamer niet kunnen overtuigen dat hij voldoende aan eigen waarneming heeft gedaan om de wilsbekwaamheid en onafhankelijke wilsvorming van erflaatster naar behoren te kunnen beoordelen. Daarnaast is hij onvoldoende zorgvuldig geweest tijdens het verkooptraject van de woning. Notaris 1 heeft onvoldoende oog (gehad) voor de voorzienbare nadelige gevolgen die zijn tekortschieten voor erflaatsters nalatenschap heeft gehad. Mede in aanmerking genomen het blanco tuchtrechtelijk verleden van notaris 1 is volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/51
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:17
De klacht gaat over de handelwijze van de notaris die mede is opgetreden in zijn hoedanigheid van bestuurder van een Stichting Administratiekantoor (STAK), die de aandelen houdt in een familiebedrijf. De (inmiddels overleden) echtgenoot van klaagster was de grondlegger van dat familiebedrijf. Door onder andere de (advocaat)kosten van de eerder door klaagster en de dochter tegen de notaris gestarte klachtprocedures bij de holding van het familiebedrijf in rekening te brengen en een bestuursbesluit van de STAK vanaf een bepaald moment niet meer uit te voeren, heeft de notaris het vertrouwen geschaad dat klaagster mag stellen in het notariaat. De klacht is in zoverre gegrond verklaard. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd. Daarbij heeft de kamer in aanmerking genomen dat klaagster eerder een klacht tegen de notaris heeft ingediend en dat deze klachtprocedure op een eerdere klachtprocedure voortborduurt. In de eerste klachtzaak is aan de notaris al een berisping opgelegd. Verder neemt de kamer in aanmerking dat partijen elkaar op meerdere vlakken in de haren vliegen. Los van de eerdere klachtprocedure heeft klaagster de notaris vanaf 2019 in verschillende civiele procedures betrokken, in welke procedures haar vorderingen en verzoeken steeds zijn afgewezen.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-46
- Datum publicatie: 01-07-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:8
Klager verwijt de notaris dat zij onvoldoende voortvarend en actief te werk is gegaan in de afwikkeling van een simpele erfenis (erflaatster is in 2020 overleden). Klacht deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-32
- Datum publicatie: 01-07-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:9
Door klager is eerder onderzoek gedaan bij de notaris naar de naleving van poortwachtersverplichtingen. Nu opnieuw poortwachtersschendingen zijn geconstateerd, meent klager dat de notaris tuchtrechtelijk verantwoording dient af te leggen bij de Kamer. Een notaris moet als poortwachter voorkomen dat hij transacties faciliteert die mogelijk verband houden met fraude, witwassen en het financieren van terrorisme. Door in dit dossier niet te voldoen aan de poortwachtersrol van de notaris heeft de notaris de kernwaarden van het notariaat (zorgvuldigheidsplicht, onderzoeksplicht en meldingsplicht) geschaad. Klacht deels ongegrond en voor het overige gegrond. De notaris krijgt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:13 Kamer voor het notariaat Amsterdam 745840/NT 24-3
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 25-06-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:13
Klacht over uitvoeren werkzaamheden van de notaris in een nalatenschap ondanks door klaagster aangekondigd hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter. Ook wordt de notaris partijdigheid en excessief declareren verweten en heeft hij zich volgens klaagster onbehoorlijk uitgelaten tegen haar gemachtigde. De kamer acht de klacht deels ongegrond, deels niet-ontvankelijk (voor wat betreft het gedrag tegen de gemachtigde van klaagster).
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:14 Kamer voor het notariaat Amsterdam 744066/NT 23-46
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 25-06-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:14
De klacht betreft het niet-geven van uitvoering door de notaris aan een door klaagster beweerde opdracht in 2019. Een afspraak met klaagster en haar ex-partner op het notariskantoor op 20 juni 2019, ter bespreking van een wijziging van de huwelijkse voorwaarden, is, nadat de ex-partner de notaris had bericht dat zijn relatie met klaagster was verslechterd, niet doorgegaan. De kamer verklaart de klacht niet-ontvankelijk op grond van de vervaltermijn van artikel 99 lid 21 Wna.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:15 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/16
- Datum publicatie: 20-06-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:15
Bekrachtiging van ordemaatregel. Op verzoek van de notaris heeft de voorzitter van de kamer op grond van artikel 27 lid 1 Wna aan de notaris de ordemaatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt opgelegd voor onbepaalde tijd. De kamer ziet - net als de voorzitter - in het feit dat de notaris zelf heeft aangegeven dat hij wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand voor langere tijd niet in staat is/zal zijn tot het behoorlijk verrichten van zijn werkzaamheden de noodzaak van het door de notaris verzochte ingrijpen in de zin van genoemd artikel. De kamer heeft de door de voorzitter opgelegde ordemaatregel bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:13 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/428681 KL RK 23-139
- Datum publicatie: 20-06-2024
- Datum uitspraak: 22-05-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:13
De notaris heeft de opdracht gekregen om de overdracht van de woning te verzorgen. Klacht van klager in zijn hoedanigheid als executeur. Klager stelt dat de notaris ten onrechte kosten in verband met het verrichten van extra werkzaamheden bij de erfgenamen in rekening heeft gebracht. De notaris had deze kosten op grond van de koopovereenkomst bij de kopers van de woning in rekening moeten brengen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/429734 KL RK 23-145
- Datum publicatie: 20-06-2024
- Datum uitspraak: 28-05-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:14
Akte levering van de woning. Klacht over voorlichting, communicatie en afhandeling van het verzoek van klager aan de kandidaat-notaris om de verkoopopbrengst van de woning ongelijk tussen hem en zijn ex-echtgenote uit te keren. Kandidaat-notaris heeft Reglement beperking uitbetalen derdengelden te beperkt opgevat en toegepast. Kandidaat-notaris heeft klager onvoldoende gelegenheid gegeven zijn verzoek tot ongelijke uitkering nader te onderbouwen. Klachtonderdeel 1) gegrond, geen maatregel. Klachtonderdeel 2) ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/59 en SHE/2023/60
- Datum publicatie: 19-06-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:10
Klacht tegen een notaris over de totstandkoming van een testament en klachten tegen deze notaris en een toegevoegd notaris over de afwikkeling van de nalatenschap ingevolge dit testament. Klachttermijn. Invulling rol boedelnotaris: onderzoekplicht en regievoering. Beroep op geheimhoudingsplicht. Enkele klachtonderdelen onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd in de zin van artikel 5 Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat. Klachten gedeeltelijk niet-ontvankelijk en verder ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/52 en SHE/2023/53
- Datum publicatie: 17-06-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:11
Jarenlange fraude door boekhouder van notariskantoor, die ruim 3 miljoen euro heeft onttrokken aan derdengeldenrekening. Klacht van BFT tegen twee notarissen over (onopgemerkte) negatieve bewaringspositie en ontoereikende administratieve organisatie en interne controlemaatregelen. De kamer oordeelt dat de notarissen niet met de vereiste zorgvuldigheid hebben gehandeld door de bankpassen van de derdengeldenrekeningen van hun kantoren te bewaren in een (overdag niet afgesloten) kast op de financiële administratie. Daardoor hebben zij het risico voor lief genomen dat deze passen ook zouden kunnen worden gebruikt door anderen dan zij zelf of hun waarnemers, als dezen (onverhoopt) bekend zouden raken met hun pincode. Dit risico heeft zich verwezenlijkt omdat de boekhouder al jarenlang op de hoogte bleek te zijn van de pincode van één van de notarissen, waardoor hij overboekingen van de derdengeldenrekening naar zijn eigen rekeningen heeft kunnen klaarzetten, autoriseren, uitvoeren en (door op geraffineerde wijze gebruik te maken van PA-rekeningen) in de administratie heeft kunnen verhullen. Dit klachtonderdeel en het klachtonderdeel over de negatieve bewaringspositie worden gegrond verklaard. De klachtonderdelen over ontoereikende controle van de bewaringspositie, onjuiste berekening van de bewaringspositie en onvoldoende controle van (vervalste) betalingsopdrachten worden ongegrond verklaard. Gelet op de in de beslissing omschreven werkwijze van de boekhouder was sprake van dermate geraffineerde fraude dat van de notarissen niet kon worden verwacht dat zij daarop bedacht waren of dit zelf hadden kunnen ontdekken. Omdat ook de accountant en het BFT kennelijk nooit onraad hebben geroken, overweegt de kamer te hebben gemist dat het BFT (aantoonbaar) heeft gereflecteerd op de werking van de (wettelijk voorgeschreven) controlesystemen en daarbij ook de rol van de accountant en de eigen rol heeft betrokken met als doel hieruit lessen te leren die kunnen voorkomen dat zo’n grootschalige fraude zich kan herhalen. Mede omdat de notarissen – die zelf ook slachtoffer zijn van de fraude, die voor hen persoonlijk en voor hun medewerkers diepe impact heeft (gehad) – kosten noch moeite hebben gespaard om de gevolgen van de fraude waar mogelijk te beperken en hun (betalings-)organisatie te optimaliseren, acht de kamer een ontzetting uit het ambt of een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van het ambt niet passend. Een voorwaardelijke schorsing zou het meest passend zijn maar de Wna - anders dan de Advocatenwet - kent die mogelijkheid niet. Daarom volstaat de kamer met het opleggen van een berisping aan beide notarissen en worden zij in de proceskosten veroordeeld.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/50
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:12
Klager verwijt de notaris dat zij niet zorgvuldig en onpartijdig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster. Dat de notaris op een intimiderende en denigrerende wijze bij klager heeft aangedrongen op overlegging van bepaalde stukken is niet gebleken, evenmin dat de notaris in opdracht van de erfgenamen met een vooropgezet plan de laatste wil van erflaatster teniet heeft willen doen. Terzake het door de notaris overgebrachte verzoek van de erfgenamen tot overhandiging van persoonlijke bezittingen van erflaatster kan de notaris geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt worden. Van het verzoek tot afgifte van een theeservies was klager op de hoogte gebracht dat hij daar geen gehoor aan hoefde te geven. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/48
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:13
Klager verwijt de notaris dat hij de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager niet voortvarend, adequaat en kundig heeft opgepakt. De notaris zou er te snel vanuit zijn gegaan dat door een mede erfgenaam voorgeschoten kosten ten behoeve van moeder (die onder bewind stond) terzake van kosten gemaakt voor haar overlijden ten laste van de nalatenschap gebracht konden worden. Ook heeft de notaris te hoge kosten gemaakt ten behoeve van de verkoop van de woning van de moeder. De kamer is van oordeel dat de notaris geen tuchtrechtelijke verwijten te maken zijn en verklaard de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/11 en SHE/2023/26
- Datum publicatie: 11-06-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:14
Klagers (moeder en dochter) verwijten de kandidaat-notaris dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen van de akte van verdeling van de eenmanszaak van erflater (vader). De akte bevat een feitelijke onjuistheid en klagers zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de akte. Wel hebben klaagsters een factuur en herinneringen voor het opstellen van de akte ontvangen. Na diverse verzoeken heeft de moeder met toestemming van de dochter een afschrift van de akte van verdeling ontvangen. De dochter heeft geen afschrift ontvangen. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris het vertrouwen heeft geschaad dat rechtszoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. Gezien de ernst van de verweten gedragingen is een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:12 Kamer voor het notariaat Amsterdam 740208 / NT 23-38 743543 / NT 23-45
- Datum publicatie: 30-05-2024
- Datum uitspraak: 28-05-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:12
Notaris 1 heeft niet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gehandeld bij de oprichting van de besloten vennootschap en de inschrijving daarvan. Door slechts de website van [A] te bekijken en geen verder onderzoek te doen naar de persoon [A] heeft de notaris de ogen gesloten voor mogelijke risico’s verbonden aan (i) de oprichting van de BV en (ii) inschrijving op een door [A] opgegeven adres, zonder huurovereenkomst of toestemming van klaagster (de eigenaar van de bedrijfsruimte op dat adres). De notaris heeft zijn functie van poortwachter veronachtzaamd. Naar het oordeel van de kamer is sprake van ernstig tekortschieten, wat het opleggen van de maatregel van berisping rechtvaardigt.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 730535 / NT 23-11 730549 / NT 23-13
- Datum publicatie: 30-05-2024
- Datum uitspraak: 23-04-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:10
De kamer verklaart de klacht over het afhandelen van de nalatenschap ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 740207 / NT 23-37
- Datum publicatie: 30-05-2024
- Datum uitspraak: 28-05-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:11
Klacht is deels gegrond. Onprofessionele bejegening. Gelet op het door de notaris gemaakte excuus legt de kamer geen maatregel op. De klacht is voor het overige ongegrond. De kamer kan niet vaststellen dat de notaris met klager en de ex-partner niet over de gevolgen van de wijziging van de samenlevingsovereenkomst heeft gesproken. Daartoe heeft klager onvoldoende gesteld. De kamer acht niet aannemelijk dat de vermogensoverheveling naar de ex-partner vóór overlijden van klager door de notaris zou zijn vastgelegd indien dat niet conform de wensen van klager en de ex-partner was geweest. Daarbij komt dat de “Wijziging samenlevingsovereenkomst” inhoudelijk slechts bestaat uit één artikel, dat bij het passeren niet makkelijk over het hoofd kan worden gezien.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-40, 23-41 en 23-42
- Datum publicatie: 29-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:7
In artikel 43 lid 4 Wna staat dat een akte door ieder der verschijnende personen onmiddellijk na voorlezing wordt ondertekend. Pas daarna tekent de notaris de akte. Op grond van artikel 43 lid 6 Wna mist de akte authenticiteit indien aan dit voorschrift niet wordt voldaan. Verder is in artikel 40 lid 3 Wna bepaald dat als in een akte het tijdstip van passeren opgenomen moet worden, de notaris dat tijdstip opneemt voordat hij de akte ondertekent. De kandidaat-notaris heeft in strijd gehandeld met beide wetsartikelen. Vast staat dat de passeerafspraak na 15.50 uur begon. Ter zitting heeft de kandidaat-notaris verklaard dat zij, zonder aanwezigheid van de gemachtigde van de ex-echtgenote, na klager de akte van verdeling heeft ondertekend. Pas nadat klager was vertrokken, heeft de gemachtigde de akte van verdeling getekend en is er door deze gemachtigde het (bovendien onjuiste) tijdstip van passeren, namelijk 15.50 uur, in de akte gezet. Hierdoor mist de akte mogelijkerwijs authenticiteit. De Kamer acht de klacht in zoverre gegrond en legt de kandidaat-notaris een waarschuwing op. Voor het overige is de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/44
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:7
Klacht tegen notaris. De notaris heeft de door haar aanvaarde opdracht niet voortvarend uitgevoerd en zij heeft nagelaten daarover te communiceren met klager. Schending zorgplicht. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/41
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:8
Klacht tegen een notaris over de afwikkeling van een nalatenschap. Voor zover de notaris als boedelnotaris zou moeten worden aangemerkt, zou het een omissie zijn dat zij zich niet als zodanig heeft ingeschreven in het boedelregister. Gelet op de betrekkelijk geringe ernst hiervan, ziet de kamer in dat geval echter geen aanleiding voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Dit geldt temeer nu het voor klaagster altijd duidelijk is geweest dat de notaris betrokken was bij de afwikkeling van moeders nalatenschap en zij ook op de hoogte was van de door de notaris verrichte werkzaamheden.Klacht is voor een deel niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de klachttermijn (artikel 99 lid 21 Wna). Voor het overige is de klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/29 en 30
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:9
Klachten tegen een notaris en een oud-notaris. De klachten van klaagster gaan in de kern over de (afwikkeling van de) beëindigde samenwerking tussen partijen. De kamer gaat onder andere in op de vraag of de beklaagde (oud-)notarissen tuchtrechtelijk aansprakelijk moeten worden gehouden voor hun handelwijze als (voormalige) bestuurders-aandeelhouders van de BV/samenwerkingspartners van klaagster.De klachten tegen de (oud-)notarissen zijn gedeeltelijk gegrond. Aan de oud-notaris wordt een berisping opgelegd en aan de notaris wordt een berisping en een geldboete van € 1.000,-- opgelegd
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:8 Kamer voor het notariaat Amsterdam 739703 / NT 23-33
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 11-04-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:8
Klacht is ongegrond. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld door de opdracht van de bank om over te gaan tot voorbereiding en uitvoering van executoriale verkoop van het registergoed te aanvaarden, reeds omdat de notaris een ministerieplicht heeft tegenover degene die de diensten van de notaris inroept. Weliswaar is de ministerieplicht niet absoluut en kan de notaris onder omstandigheden een opdracht weigeren, doch daartoe dient zij op grond van feiten en omstandigheden haar weigering te kunnen motiveren. Aanvaarding van de opdracht en uitvoering daarvan neemt niet weg dat de notaris bij de uitvoering van die taak ook de belangen van sommige derden in het oog dient te houden. Terecht heeft de notaris aangevoerd dat klager zijn stelling dat sprake is van subrogatie niet voldoende heeft onderbouwd. Echter, ook al zou sprake zijn van subrogatie, dan betekent dat op zichzelf niet dat het hypotheekrecht van de bank weg is. Daarvoor is doorslaggevend of er nog een gezekerde vordering van de bank bestaat of onder omstandigheden kan ontstaan. Dat heeft klager niet aannemelijk gemaakt en is ook niet gebleken. Dat er sprake zou zijn van onrechtmatig handelen van de bank is tot slot niet voldoende door klager onderbouwd en ook anderszins niet gebleken.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:9 Kamer voor het notariaat Amsterdam 739707 / NT 23-34
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 11-04-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:9
De kandidaat-notaris heeft de belangen van klagers veronachtzaamd door bij de redactie van de geldleningsovereenkomst zijn oren te laten hangen naar de wensen van de wederpartij van klagers. Vervolgens had hij geen medewerking moeten verlenen aan de doorverkoop van de onroerende goederen. In de akte van geldlening was opgenomen dat deze niet zonder toestemming van klagers vervreemd mochten worden. Ook het feit dat deze feitelik werden overgedragen van vader op zoon had bij de kandidaat-notaris alarmbellen moeten laten afgaan. De kamer legt de kandidaat-notaris de maatregel van ontzegging van de waarnemingsbevoegdheid voor de duur van zes weken op.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-01
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:6
De notaris heeft in 2022 een royementsakte gepasseerd, waarbij een hypotheekrecht, ingeschreven in het Kadaster in het geheel is doorgehaald. In plaats van een algehele doorhaling had het een gedeeltelijke doorhaling moeten zijn ten behoeve van twee registergoederen. Door de algehele doorhaling zijn ten onrechte alle hypotheekrechten van Vestia met betrekking tot de ondergezette registergoederen (circa 8500 percelen met een gekoppelde waarde van ongeveer 8 miljard euro) doorgehaald. De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door niet de regie, zeggenschap en toezicht te behouden. Klacht gegrond. De notaris wordt de maatregel van schorsing voor de duur van twee weken opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:6 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/49
- Datum publicatie: 10-05-2024
- Datum uitspraak: 29-04-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:6
Uitvoering van laatste wil door oud-notaris, die bij testament was benoemd tot executeur van de nalatenschap en medebestuurder van de stichting die erflaatster bij testament had opgericht. Erflaatster overleed in 2009 en de stichting was haar enige erfgename. Het BFT heeft in 2016 geconstateerd dat de oud-notaris de stichting nog niet had ingeschreven in het Handelsregister en nog geen bankrekening op naam van de stichting had geopend. Vanaf 2020 heeft de oud-notaris jaarlijks donaties gedaan overeenkomstig het doel van de stichting. In 2022 heeft het BFT geconstateerd dat de stichting nog altijd niet was ingeschreven in het Handelsregister, dat nog geen bankrekening op naam van de stichting was geopend en dat het bestuur van de stichting niet overeenkomstig de statuten was samengesteld en in oktober 2023 heeft het BFT een klacht ingediend over het gestelde voortdurende nalaten van de oud-notaris vanaf 2010. De kamer verklaart die klacht niet-ontvankelijk voor zover deze ziet op de handelwijze vanaf 2010 tot oktober 2020 en vanaf 8 mei 2023, omdat de oud-notaris voor gedragingen na die datum niet meer aan tuchtrechtspraak onderworpen is. De kamer verklaart de klacht verder gegrond en overweegt dat het ervoor moet worden gehouden dat de oud-notaris feitelijk jarenlang het enige bestuurslid is geweest van de (slapende) stichting en dat hij in die hoedanigheid en/of als executeur geheel naar eigen inzicht invulling heeft gegeven aan de door hem veronderstelde wensen van erflaatster en dat hij het aanzienlijke vermogen dat erflaatster aan de stichting had nagelaten buiten de openbaarheid heeft gehouden waardoor hij geen verantwoording hoefde af te legen over de wijze waarop hij dat vermogen had besteed. Daardoor heeft de oud-notaris het vertrouwen geschaad dat rechtzoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen en dit rekent de kamer hem ernstig aan. Geldboete van € 4.000,00 en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/421939 KL RK 23-67
- Datum publicatie: 02-05-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:11
Klacht tegen kandidaat-notaris inzake opstellen verklaring van erfrecht. Kandidaat-notaris zou niet voortvarend te werk zijn gegaan. Declaratiegeschil. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/424614 KL RK 23-91 C/05/424615 KL RK 23-92
- Datum publicatie: 02-05-2024
- Datum uitspraak: 03-04-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:12
Klager klaagt terecht dat de notaris de koopovereenkomst niet heeft ingeschreven in het Kadaster. Indien de notaris van mening was dat hij de koopovereenkomst niet in kon schrijven omdat hij executeur was, dan had hij dat aan klager moeten berichten.Het is niet gebleken dat klager opdracht heeft gegeven aan de notarissen om hem te adviseren over het verkooptraject van de woning. Het is ook niet gebleken dat de notarissen partijdig hebben gehandeld. De klacht is gedeeltelijk gegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-19
- Datum publicatie: 02-05-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:5
Het notariskantoor is belast met de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager. Klager heeft een klacht ingediend, omdat hij het niet eens is met de handelwijze van de notaris in het dossier.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:7 Kamer voor het notariaat Amsterdam 735926 / NT 23-25
- Datum publicatie: 01-05-2024
- Datum uitspraak: 27-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:7
Hoewel het belanghebbenden-begrip ruim moet worden uitgelegd, is de kring van belanghebbenden niet zo wijd dat een ieder in het kader van het algemeen belang van bescherming van de rechtszekerheid en het vertrouwen in het notariaat een klacht kan indienen. Klager heeft niet concreet onderbouwd dat hij in de strafzaak in verband met de veiling geconfronteerd zal worden met een vordering tot schadevergoeding van de bv’s dan wel de deelnemers in de Stichtingen. Van welke strafbare feiten hij wordt verdacht en wat de samenhang daarvan met de veiling zou kunnen zijn heeft hij niet toegelicht. Zonder nadere toelichting is ook niet te volgen dat de bv’s, dan wel de Stichtingen schadevergoeding zouden willen vorderen voor gemist verkooprendement omdat de verkoop aan [F]/[F BV] niet is doorgegaan. Dit geldt temeer waar het kennelijk (volgens de eigen stellingen van klager) niet aan klager te wijten is geweest dat de verkoop aan [F]/[F BV] niet is doorgegaan. De volgens klager te verwachten schadevergoedingsvordering in de strafzaak is daarmee naar het oordeel van de kamer onvoldoende om een afgeleid belang voor klager te creëren. Een andere directe of indirecte betrokkenheid van klager die zou leiden tot een belang van klager in de zin van artikel 99 lid 1 Wna, is naar het oordeel van de kamer niet aangetoond. De kamer is daarom van oordeel dat klager niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van artikel 99 lid 1 Wna.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:6 Kamer voor het notariaat Amsterdam 737097 / NT RK 23-29 737093/ NT RK 23-28
- Datum publicatie: 24-04-2024
- Datum uitspraak: 27-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:6
Vooropgesteld wordt dat de klacht zich niet richt op de samenwerking tussen het notariskantoor en de stichting als zodanig. Klager stelt zich ook niet op het standpunt dat die samenwerking niet deugt, maar wijst erop dat de notarissen niet hebben gehandeld overeenkomstig het Stappenplan en hun eigen protocol. De kamer volgt klager hierin en is van oordeel dat de notarissen onvoldoende invulling hebben gegeven aan hun eigen verantwoordelijkheid om de wilsbekwaamheid van moeder te toetsen.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-35
- Datum publicatie: 11-04-2024
- Datum uitspraak: 20-03-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:3
Als erkend staat vast dat de partner, dementerend en op leeftijd, uit het verpleeghuis waar hij verbleef is meegenomen naar het kantoor van de notaris. Dat gebeurde met instemming van de notaris en door een derde, die niet verbonden was aan het kantoor van de notaris. Het was daarnaast buiten medeweten van klaagsters, die de opdrachtgeefsters van de notaris waren. Die gang van zaken, ongeacht de bedoeling, betaamt een behoorlijk notaris niet.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-53
- Datum publicatie: 11-04-2024
- Datum uitspraak: 20-03-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:4
De toegevoegd notaris had ervoor zorg moeten dragen dat het eigendom van de gemeenschappelijke woning tegelijk met de volledige verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke schuld bij de partner terecht kwamen. Zij had dus moeten wachten met levering van de woning aan de partner, totdat klaagster als erfgenaam was ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de met het hypotheekrecht gezekerde schuld aan de bank. De toegevoegd notaris heeft achteraf ook wel erkend dat het ‘beter (was) geweest de akte ter uitvoering van het verblijvingsbeding te tekenen tegelijk met de nieuwe hypotheek’. Verder heeft de toegevoegd notaris erkend dat zij had moeten controleren of de door de partner opgegeven bankrekeningen daadwerkelijk gemeenschappelijke bankrekeningen waren of niet. Nu de toegevoegd notaris dit alles heeft nagelaten heeft zij onzorgvuldig gehandeld. Zij heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat door het passeren van de akte de positie van derden, te weten die van klaagster, in het geding was. De akte was meer dan alleen een partijverklaring van de partner. De klacht is gegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:4 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/47
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:4
De klacht gaat over het in het kader van de herstructurering van een bedrijf door de notaris gegeven advies en over haar communicatie. Klagers verwijten de notaris dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door het belang van klagers als opdrachtgevers niet te dienen. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:5 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/38
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:5
Klager verwijt de notaris dat:1) hij heeft verzuimd het splitsingsverbod in de akte van levering op te nemen;2) hij weigert het onder 1 genoemde gebrek in de akte van levering te helen door klager een kopie van de gespreksaantekeningen van de passeerafspraak te verstrekken of door schriftelijk te bevestigen dat het splitsingsverbod/de publiekrechtelijke belemmering op zijn kantoor is besproken met klager en de BV.De kamer gaat voorbij aan de stelling van de notaris dat het oogmerk van klager om door middel van de tuchtprocedure zijn civiele positie jegens de BV te versterken misbruik van tuchtrecht oplevert. Klager is dus ontvankelijk in zijn klacht.De kamer is van oordeel dat het vermeende splitsingsverbod geen informatie betrof die de notaris op grond van artikel 11 lid 2 Vgb 2011 of een andere (wettelijke) bepaling in de akte van levering had moeten opnemen. Klachtonderdeel 1 wordt daarom ongegrond verklaard.De motivering van klachtonderdeel 2 bouwt voort op de onderbouwing van klachtonderdeel 1. Aangezien de kamer ten aanzien van klachtonderdeel 1 tot het oordeel is gekomen dat van een gebrek in de akte van levering geen sprake is, mist het in klachtonderdeel 2 aan de notaris gemaakte verwijt dat hij weigert om het gebrek in de akte van levering te “helen” feitelijke grondslag. Ook klachtonderdeel 2 wordt daarom ongegrond verklaard
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 735508/NT23-24
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:4
De kamer komt ten aanzien van alle klachtonderdelen in de negen dossiers tot het oordeel dat de klacht ongegrond is. Voor zover de notaris een verwijt valt te maken, is dit in het licht van het totale plaatje van onvoldoende gewicht om tot een gegronde klacht te leiden. Bij haar oordeel heeft de kamer ook de duur van het onderzoek/de indiening van de klacht (bij elkaar iets meer dan 3 jaar) en de impact die dat heeft gehad op de notaris en zijn kantoor laten meewegen.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 721341/NT 22-25 721342/NT 22-26
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:5
Klacht betreft geheimhoudingsplicht notarissen. Gelet op de op klager rustende verplichtingen uit hoofde van zijn verkrijgingstitel was de informatie over de overdracht van de onroerende zaak bedoeld om met de Beheervereniging, als belanghebbende, te delen. In de koopovereenkomst wordt ook de vastgoedbeheerder (de Beheervereniging) expliciet genoemd als partij waarmee de notarissen persoonsgegevens mogen delen. Vast staat bovendien dat klager bekend was met het voornemen, de noodzaak en de intentie van de notarissen om de Beheervereniging te informeren en dat hij de toegevoegd notaris daartoe, desgevraagd, de contactgegevens van de Beheervereniging heeft verstrekt. Van enig bezwaar van klager tegen het informeren van de Beheervereniging is de kamer niet gebleken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/421296 KL RK 23-62
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:10
De notaris is op 8 augustus 2018 benoemd tot vereffenaar in de nalatenschap van erflaatster. Klager verwijt de notaris dat hij niet reageert naar klager en zijn taken als vereffenaar niet uitvoert. De kamer is van oordeel dat de notaris de vereffening van de nalatenschap niet voortvarend adequaat en kundig heeft opgepakt. De notaris geeft geen inzicht in welke werkzaamheden hij als vereffenaar heeft uitgevoerd. De kamer acht de maatregel van berisping passend omdat na de behandeling van de eerste klacht de notaris de communicatie naar klager niet heeft verbeterd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418133 KL RK 23-32
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:9
Door in de akte van levering een passage op te opnemen uit de koopovereenkomst, waarin geen relevante informatie staat voor het passeren van de akte en waarvan die informatie zelfs schadelijk is voor klagers, heeft de notaris in strijd gehandeld met de voor een notaris vereiste zorgvuldigheid. De notaris is geen lijdelijk doorgeefluik van partijen hij dient zich er steeds van te vergewissen of door partijen gewenste inhoud van een akte als een leveringsakte voor de levering relevant is. Zo dat niet het geval is, dient de notaris die inhoud te weigeren. Klacht gegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 736436/NT 23-26
- Datum publicatie: 14-03-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:3
Het handelen van de notaris waarop de klacht betrekking heeft betreft het afleggen van de verklaring onder ede ter gelegenheid van de mondelinge behandeling bij de rechtbank van de zaak die de dochter van verkoper van een registergoed tegen klaagster en haar echtgenoot had aangespannen. Volgens klaagster had de notaris niet zo kunnen en mogen verklaren als hij heeft gedaan, omdat de details in zijn verklaring niet kloppen. En als die details niet kloppen, dan kan volgens klaagster de verklaring ook niet juist zijn. De kamer is van oordeel dat de notaris zich te stelling heeft uitgelaten over hetgeen hij meende dat was voorgevallen bij de overdracht van het perceel. De notaris heeft niet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gehandeld. De kamer legt de notaris de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-42
- Datum publicatie: 08-03-2024
- Datum uitspraak: 28-02-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:1
Na het overlijden van erflater vernam klager dat de notaris een akte constatering wettelijke verdeling inzake de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster heeft gepasseerd. Uit de akte blijkt dat alleen erflater als langstlevende partij was. Klager heeft geen kennis kunnen nemen van een concept of van een afschrift van de akte, terwijl hij belanghebbende is en hij samen met erflater en de zus als erfgenamen partij had moeten zijn. Door deze partijdige handelwijze van de notaris zijn de belangen van klager geschaad
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-24
- Datum publicatie: 08-03-2024
- Datum uitspraak: 28-02-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:2
De verwijten die klager de notaris maakt zijn samengevat: het niet opgeven van nevenbetrekkingen, het nalaten van vermogensbeheer, het versturen van niet gespecificeerde nota’s en het benoemen van familieleden in het ANBI-bestuur.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:25 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-14
- Datum publicatie: 08-03-2024
- Datum uitspraak: 20-12-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:25
Klagers hebben de notaris benaderd, omdat zij het niet eens zijn met de totstandkoming en inhoud van het testament en het levenstestament van moeder. Moeder is nog in leven.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:26 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-16 en 23-17
- Datum publicatie: 08-03-2024
- Datum uitspraak: 20-12-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:26
Klager ervaart [kandidaat-notaris A] als klantonvriendelijk, arrogant en incompetent. Volgens klager is [kandidaat-notaris B] bij de afhandeling van de boedel in de fout gegaan. Klager verwijt het notariskantoor in de kern dat zij na het overlijden van erflater de rol van executeur naar zich toe heeft getrokken om meer geld te verdienen, terwijl zij daarvoor nooit was gevraagd en ingehuurd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426209 KL RK 23-109
- Datum publicatie: 07-03-2024
- Datum uitspraak: 21-02-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:8
Opdracht tot opstellen testament niet door moeder zelf gemaakt. De kamer heeft geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de gegeven toelichting van de kandidaat-notaris niet strookt met de waarheid. De kamer gaat er dan ook vanuit dat de kandidaat-notaris in opdracht van de moeder een testament heeft opgesteld, die uiteindelijk -eveneens op verzoek van de moeder- niet is gepasseerd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:5 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425234 KL RK 23-96
- Datum publicatie: 07-03-2024
- Datum uitspraak: 16-02-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:5
De notaris heeft klagers verkeerd geïnformeerd over de opeisbaarheid van hun legitieme vordering. Hij heeft ook op een later moment niet de onjuistheid van zijn voorlichting aan klagers zelf erkend. De kamer legt de notaris de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/424009 KL RK 23-86
- Datum publicatie: 07-03-2024
- Datum uitspraak: 16-02-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:6
Klacht over de vrije wilsvorming/wilsonbekwaamheid van erflater. Klacht ongegrond. De kamer heeft geen redenen om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de notaris, waaruit volgt dat zij voldoende alert is geweest op de wilsbekwaamheid van erflater, dat zij geen aanleiding had aan die wilsbekwaamheid te twijfelen en dat haar van ongewenste beïnvloeding door de partner van erflater ook niet is gebleken.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425564 KL RK 23-103
- Datum publicatie: 07-03-2024
- Datum uitspraak: 20-02-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:7
Klagers verwijten de notaris dat hij de werkwijze van de VvE niet heeft gerespecteerd, waardoor de VvE niet tijdig de verklaring zoals bedoeld in artikel 5:122 lid 5 BW kon afgeven. De kamer is van oordeel dat de notaris op de juiste wijze heeft gehandeld.