ECLI:NL:TNORAMS:2024:13 Kamer voor het notariaat Amsterdam 745840/NT 24-3

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2024:13
Datum uitspraak: 25-06-2024
Datum publicatie: 27-06-2024
Zaaknummer(s): 745840/NT 24-3
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht over uitvoeren werkzaamheden van de notaris in een nalatenschap ondanks door klaagster aangekondigd hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter. Ook wordt de notaris partijdigheid en excessief declareren verweten en heeft hij zich volgens klaagster onbehoorlijk uitgelaten tegen haar gemachtigde. De kamer acht de klacht deels ongegrond, deels niet-ontvankelijk (voor wat betreft het gedrag tegen de gemachtigde van klaagster).

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing in de klacht met nummer 745840 / NT 24-3 van:

1. [naam klaagster],

klaagster,

wonende te [plaats]

en

2. [naam klager],

klager,

wonende te [plaats],

gemachtigde: mr. H. Heerebout, advocaat te Hoofddorp,

tegen:

[naam notaris],

notaris te [plaats]. 

Partijen worden hierna klagers (respectievelijk klaagster en klager) en de notaris genoemd.

1.          Ontstaan en loop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het klaagschrift met bijlagen van 25 januari 2024;
  • het verweerschrift met bijlage van 18 maart 2024;
  • e-mail met bijlage van de notaris van 13 mei 2024.

1.2.      De kamer heeft de zaak mondeling behandeld op de openbare zitting van 14 mei 2024. Klaagster was aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, die ook namens klager het woord heeft gevoerd. Ook de notaris was aanwezig. Partijen hebben een toelichting gegeven, de notaris mede aan de hand van pleitaantekeningen.

1.3.      Op de zitting heeft de gemachtigde van klagers het klachtonderdeel dat de notaris de werkzaamheden van zijn secretaresse zou hebben gedeclareerd op basis van zijn eigen uurtarief, ingetrokken. De gemachtigde van klaagster heeft geen bezwaar geuit tegen de op 13 mei 2024 door de notaris verzonden e-mail aan de kamer.

2.          De feiten

2.1.      Bij beschikking van 23 oktober 2023 heeft de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) de notaris per dezelfde datum benoemd tot executeur van de nalatenschap van de heer [naam], de vader van klagers (hierna: erflater) en gelijktijdig klaagster ontslagen als executeur.

Daarbij heeft de kantonrechter klaagster opgedragen binnen vier weken rekening en verantwoording af te leggen aan de notaris en aan hem de goederen over te dragen die zij in beheer heeft.

2.2.      De nalatenschap van erflater bestaat uit een perceel met woonhuis, gelegen aan [adres] (hierna: de woning). De kantonrechter heeft bij voornoemde beschikking daarover als volgt overwogen:
“(..)
4. [naam notaris] dient (..) zorg te dragen voor verkoop van het onroerend goed tegen het hoogste bod door middel van inschakeling van een makelaar bekend met de lokale woningmarkt. Hierover behoeft hij geen overleg met de
erfgenamen te voeren.
(…)
6. Aan de erfgenamen dient na een redelijke termijn (ter bepaling van de makelaar en [naam notaris]) inzage te worden gegeven in de biedingen en aan hen dient de mogelijkheid te worden geboden om met inachtneming van een redelijke termijn (wederom ter bepaling van de makelaar en [naam notaris]) zelf een bod uit te brengen, waarna het onroerend goed tegen het hoogste bod zal worden verkocht.
7. De erfgenamen zijn gehouden aan deze verkoop hun volledige medewerking te verlenen, alsmede aan redelijke verzoeken van [naam notaris] noodzakelijk voor het soepel verlopen van het verkoopproces gehoor te geven.
(..)"


2.3.      Bij e-mail van 15 november 2023 hebben zowel klaagster als de gemachtigde van klagers de notaris bericht dat klaagster in hoger beroep zou gaan tegen voornoemde beschikking. De gemachtigde van klagers schreef onder meer: “(..) De beschikking is echter niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard (..) Dat betekent dat de uitvoering van de beschikking van rechtswege is geschorst en cliënte geen uitvoering zal geven aan deze beschikking. U hoeft derhalve geen kosten te maken en deze zullen door cliënte ook niet worden geaccepteerd. Overigens kon cliënte niet ontheven worden van haar executeurstaak nu zij geen executeur meer was. U ben derhalve ook geen executeur. Een verdelingsvordering kon niet bij de kantonrechter worden aangebracht dus ook heeft u geen bevoegdheid om de nalatenschap te verdelen of de wijze daarvan te bepalen.”

2.4.      Bij e-mail van 24 november 2023 heeft de gemachtigde van klagers er bij een medewerkster van de notaris nogmaals op aangedrongen dat vanwege het door klaagster in te stellen hoger beroep de notaris geen kosten mocht maken ten laste van de nalatenschap.

2.5.      Bij brief van 1 december 2023 heeft de notaris aan de erfgenamen van erflater geschreven:       
“(..)
Om mijn opdracht als executeur uit te kunnen voeren is door mij de voormalig executeur op kantoor uitgenodigd voor de overdracht van de administratie en andere benodigdheden in genoemde nalatenschap. Tijdens de bijeenkomst op 31 oktober 2023 heeft de voormalig executeur aangegeven zich te beraden op haar positie en nog niet tot overdracht van de stukken te willen overgaan. Vervolgens is er een vervolgafspraak ingepland op 16 november 2023 welke afspraak is afgezegd door de voormalig executeur met als reden dat de voormalig executeur/erfgenaam in hoger beroep gaat tegen het vonnis. Op dit moment bevinden de stukken zich bij de voormalig executeur en niet op mijn kantoor en voer ik derhalve niet het beheer van de nalatenschap. Volgens opgave van de advocaat van de voormalig executeur is er hoger beroep aangetekend waardoor de beschikking is geschorst en derhalve mijn benoeming tot executeur niet in werking is getreden.
Vanuit mijn perspectief is er bij mij als notaris wel een zorgplicht aanwezig om alle erfgenamen er op te wijzen dat de voormalig executeur hangende het beroep wederom in functie danwel dat de erfgenamen tezamen bevoegd zijn om de nalatenschap te beheren (en uiteraard over de nalatenschap te beschikken).
Mijn oproep aan alle erfgenamen is om met elkaar in overleg te treden hoe nu over te gaan tot afwikkeling van de nalatenschap zodat verdere procedures bij de rechtbank voorkomen worden. Ik nodig hiertoe alle erfgenamen uit om op dinsdag 16 januari om 13.00 uur op mijn kantoor aanwezig te zijn voor overleg.”

2.6.      Bij brief van 2 januari 2024 heeft de notaris aan de erfgenamen van erflater geschreven:
“(..)
Ondertussen heb ik de Rechtbank gevraagd om verduidelijking van het vonnis op dit moment. In principe ben ik executeur, alleen is er momenteel discussie over de werkzaamheden welke ik mag verrichten. Vandaar dat ik geen werkzaamheden zal uitvoeren.
De Rechtbank gaf aan dat de voormalig executeur, mevrouw [naam klaagster] geen executeur meer is en zij ook niet meer kan beheren over de nalatenschap. Aangezien de erfgenamen niet op één lijn liggen, lijkt het mij verstandig om het beheer over de nalatenschap van uw vader bij ons kantoor te leggen. Vandaar nogmaals het verzoek om de administratie af te geven. Tevens heb ik vernomen dat de sloten in de woning zijn vervangen. Om verdere discussie te voorkomen verzoek ik u allen om alle sleutels in te leveren, zodat niemand mee zonder toestemming van de anderen zich in de woning kan bevinden.”(..)”

2.7.      Bij e-mail van 16 januari 2024 heeft een medewerkster van de notaris aan de erfgenamen een declaratie verzonden voor de verrichte werkzaamheden, verricht van 10 oktober 2023 tot en met 16 januari 2024.

2.8.      Bij brief van 19 januari 2024 heeft het gerechtshof Amsterdam de notaris bericht dat klaagster hoger beroep heeft ingesteld tegen de beschikking van 23 oktober 2023.

2.9.      Bij e-mails van 19 en 20 januari 2024 heeft de gemachtigde van klaagster de notaris - onder meer - verzocht zijn ontslag te nemen als executeur, geen kosten meer in rekening te brengen bij de nalatenschap en alleen de kosten tot 15 november 2023 in rekening te brengen.

3.          De klacht

Klagers verwijten de notaris het volgende - zakelijk - weergegeven:

3.1.      De notaris negeert artikel 360 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De beschikking van de rechtbank van 23 oktober 2023 is immers niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Ondanks het bericht van klaagster en haar gemachtigde van 15 november 2023 dat hoger beroep zou worden ingesteld bleef de notaris echter werkzaamheden uitvoeren en heeft hij deze ten onrechte in rekening gebracht.

3.2.      De notaris declareert excessief.

3.3.      De notaris is partijdig door van de wederpartij van klagers aan te nemen dat de sloten van de woning zijn vervangen.

3.4.      De notaris laat zich onbehoorlijk uit tegen de gemachtigde van klagers.

Het standpunt van klagers zal voor zover relevant worden besproken in de beoordeling.

4.          Het verweer

De notaris heeft verweer gevoerd.

Het standpunt van de notaris zal voor zover relevant worden besproken in de beoordeling.

5.          De beoordeling

5.1.      Notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen voor handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de Wet op het notarisambt (Wna) gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen voor wie zij optreden en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging oplevert in de zin van artikel 93 lid 1 Wna.

uitvoeren van werkzaamheden ondanks mededeling hoger beroep

(klachtonderdeel 3.1.)

5.2.      De gemachtigde van klagers heeft op de zitting aangevoerd dat hij meent dat de kantonrechter ten onrechte in de beschikking heeft overwogen op welke wijze de verkoop van de woning diende plaats te vinden. Verdelingswerkzaamheden kunnen zijns inziens niet bij beschikking, maar alleen bij vonnis worden bepaald.
De gemachtigde van klagers heeft er daarom op aangedrongen dat de notaris zich zou terugtrekken als executeur. Door na de e-mails van klaagster en de gemachtigde van klaagster van 15 november 2023 willens en wetens door te gaan met zijn werkzaamheden, ondanks de mededeling over het ingestelde hoger beroep, heeft de notaris op oneigenlijke wijze declaraties gegenereerd, aldus klagers.

5.3.      De notaris heeft verklaard dat hij heeft getracht de werkzaamheden zo beperkt mogelijk te houden. Daarbij komt dat hij in het dossier ook uren niet heeft gedeclareerd die hij wel heeft gemaakt. De notaris kan zich niet terugtrekken als executeur, omdat hij dan van de wederpartij van klaagster een klacht zou krijgen, aldus de notaris. Het was de bedoeling van de notaris om de erfgenamen tot elkaar te brengen.

5.4.      De kamer oordeelt als volgt. Er was geen sprake van een boedelvolmacht voor de afhandeling van de nalatenschap. Klaagster was geen executeur meer. De benoeming van de notaris tot executeur hing door het aangekondigde hoger beroep “in de lucht”, maar dat brengt niet mee dat de notaris geen werkzaamheden meer mocht verrichten. De erfgenamen lagen kennelijk niet op één lijn. In de impasse, hangende het hoger beroep, heeft de notaris gemeend dat hij de zorgplicht had om met alle erfgenamen in overleg te gaan over hoe de nalatenschap kon worden afgewikkeld. Dat hij daartoe werkzaamheden heeft verricht is naar het oordeel van de kamer dan ook gerechtvaardigd. De kamer zal het klachtonderdeel dus ongegrond verklaren.

de notaris declareert excessief (klachtonderdeel 3.2.)

5.5.      Voor zover klagers de notaris verwijten dat zijn declaratie excessief is, overweegt de kamer als volgt. Voor declaratiegeschillen tot € 10.000 geldt de Geschillenregeling Notariaat. De kamer verwijst in dit verband naar artikel 55 lid 2 Wna in samenhang met artikel 5 van de Verordening Klachten- en geschillenregeling en artikel 2 van het Reglement Geschillencommissie Notariaat. De kamer kan een declaratiegeschil slechts toetsen in het licht van de hiervoor weergegeven, in artikel 93 lid 1 Wna omschreven, tuchtnorm. De kamer kan niet vaststellen dat de declaratie onbetamelijk is. De kamer zal ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren. Ten overvloede merkt de kamer op dat klagers desgewenst een klacht over de declaratie kunnen voorleggen aan de Geschillencommissie Notariaat.

de notaris is partijdig door van de wederpartij van klagers aan te nemen dat de sloten van de woning zijn vervangen (klachtonderdeel 3.3.)

5.6.      In een situatie waarin erfgenamen kennelijk in onmin leven, dient een notaris terughoudendheid te betrachten bij het als feit brengen van informatie van de ene erfgenaam aan de andere erfgenaam. Daarmee kan de schijn van partijdigheid worden gewekt.
De kamer is echter van oordeel dat daarvan in dit geval geen sprake is.
In zijn brief van 2 januari 2024 heeft de notaris geschreven: “Tevens heb ik vernomen dat de sloten in de woning zijn vervangen. Om verdere discussie te voorkomen verzoek ik u allen om alle sleutels in te leveren, zodat niemand meer zonder toestemming van de anderen zich in de woning kan bevinden.”
Daaruit blijkt niet dat de notaris aanneemt dat de sloten van de woning zijn vervangen, maar enkel dat hij dat heeft vernomen. De notaris toont zich voorts onpartijdig door alle erfgenamen te verzoeken hun sleutels van de woning bij hem in te leveren. Dat is niet klachtwaardig, maar hoort bij de regie van de notaris als executeur.

5.7.        De kamer verklaart klagers niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel.

de notaris laat zich onbehoorlijk uit tegen de gemachtigde van klagers (klachtonderdeel 3.4.)

Klagers kunnen niet in dit klachtonderdeel worden ontvangen, omdat zij niet als belanghebbende bij de uitspraak over die klacht worden aangemerkt. Zij hebben er geen belang bij om te klagen over het handelen van de notaris tegen hun gemachtigde, terwijl deze zelf niet klaagt.

6.          De beslissing

De kamer voor het notariaat:

  • verklaart klagers niet-ontvankelijk in klachtonderdeel 3.4.;
  • verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.V. Ulrici, voorzitter, T.H. van Voorst Vader, E.F. van Bolhuis, K.Th.J. van Duin en O. Schlaman, leden, en uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2024, in aanwezigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).