ECLI:NL:TNORARL:2024:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426209 KL RK 23-109

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2024:8
Datum uitspraak: 21-02-2024
Datum publicatie: 07-03-2024
Zaaknummer(s): C/05/426209 KL RK 23-109
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Opdracht tot opstellen testament niet door moeder zelf gemaakt. De kamer heeft geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de gegeven toelichting van de kandidaat-notaris niet strookt met de waarheid. De kamer gaat er dan ook vanuit dat de kandidaat-notaris in opdracht van de moeder een testament heeft opgesteld, die uiteindelijk -eveneens op verzoek van de moeder- niet is gepasseerd.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/426209 / KL RK 23-109

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[klager],

wonende te [plaats],

klager,

tegen

mr. [kandidaat-notaris]

kandidaat-notaris te [plaats].

Partijen worden hierna klager en de kandidaat-notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit

- de klacht, van 4 oktober 2023;
- het verweer van de kandidaat-notaris van 17 november 2023.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 29 januari 2024 behandeld, waarbij zijn verschenen klager, de kandidaat-notaris en [naam kantoorgenoot].

2.         De feiten

2.1.      Klager is de zoon van mevrouw [naam moeder] (hierna: de moeder). Zij woont in het woonzorgcentrum [naam zorgcentrum] in [plaats].

2.2.      De kandidaat-notaris is op 14 september 2023 langs geweest bij de moeder om te spreken over het opstellen van een testament en een levenstestament.

2.3.      Op 25 september 2023 is een concept voor een testament bezorgd bij de moeder door de kandidaat-notaris. Op 26 september 2023 heeft de kandidaat-notaris de concept akte telefonisch met de moeder besproken.

2.4.      De akte zou op 2 oktober 2023 ondertekend worden. De collega van de kandidaat-notaris, [notaris 2], is daarvoor naar de moeder toegegaan. Uiteindelijk is de akte niet ondertekend. De declaratie voor de verrichte werkzaamheden is wel voldaan.

2.5.      Kort na 2 oktober 2023 heeft klager contact opgenomen met de kandidaat-notaris over het testament. Hij is uitgenodigd om langs te komen op het kantoor om de gang van zaken te bespreken. Klager wilde dat niet. Waarna hij deze klacht heeft ingediend.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klager verwijt de kandidaat-notaris dat zij de moeder een testament heeft opgedrongen en dat de kandidaat-notaris zijn moeder wilde dwingen om het testament te ondertekenen.

3.2.      Op het verweer van de kandidaat-notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en de andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

4.2.      Volgens klager heeft zijn moeder geen opdracht gegeven om een testament op te stellen. Klager gaat iedere dag langs bij zijn moeder en zij heeft tegen hem nooit gezegd dat ze een testament wil. Zijn moeder is 94 jaar, zit in een rolstoel en verblijft in een woonzorgcentrum. Klager verzorgt daarom deels haar financiën. Klager heeft aan de kandidaat-notaris gevraagd wie de afspraak heeft gemaakt en wie de factuur heeft betaald, omdat hij de factuur niet gezien heeft. Daar heeft hij van de kandidaat-notaris geen antwoord op gekregen.

4.3.      De kandidaat-notaris heeft aangegeven dat haar kantoor telefonisch is benaderd met het verzoek om bij de moeder langs te gaan voor een testamentbespreking. Die afspraak werd niet door de moeder gemaakt, maar wel namens haar. Zij is bij de moeder langs geweest en heeft haar een uur onder vier ogen gesproken. Uit dat gesprek volgde dat de moeder een testament wilde opstellen om alles goed te regelen en dat zij ook in staat was haar wil te bepalen. De concept akte heeft de kandidaat-notaris zelf bij het woonzorgcentrum  bezorgd en daarna telefonisch met de moeder besproken, waarna een afspraak is gemaakt om de akte te ondertekenen. Tijdens de passeerafspraak gaf de moeder aan dat zij redenen had om af te zien van het ondertekenen, de akte is dan ook niet gepasseerd.

4.4.      Gelet op de gang van zaken zoals de kandidaat-notaris heeft beschreven, is de kamer van oordeel dat de kandidaat-notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hoewel de afspraak niet door de moeder zelf is gemaakt, is niet gebleken dat de afspraak is afgedwongen. De kandidaat-notaris heeft in dat kader ter zitting verklaard dat zij bij aanvang van het gesprek met de moeder heeft gevraagd of het klopte dat namens haar een afspraak was gemaakt voor een testamentbespreking en dat de moeder dit bevestigde. De kamer heeft geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de gegeven toelichting van de kandidaat-notaris niet strookt met de waarheid. De kamer gaat er dan ook vanuit dat de kandidaat-notaris in opdracht van de moeder een testament heeft opgesteld, die uiteindelijk -eveneens op verzoek van de moeder- niet is gepasseerd. Voor zover klager heeft bedoeld te stellen dat de moeder niet in staat zou zijn om haar wil te bepalen geldt dat hij hieraan geen feiten of omstandigheden ten grondslag heeft gelegd anders dan de hoge leeftijd en haar lichamelijke beperking. Zonder toelichting, die niet is gegeven, volgt hieruit echter niet dat de kandidaat-notaris hierom aanleiding zou moeten hebben om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de moeder. Dat klager niet op de hoogte was van de initiële wens van de moeder om een testament op te stellen is niet aan de kandidaat-notaris te verwijten. De klacht is ongegrond.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. A.E. Zweers, voorzitter, L.T. de Jonge en C.G. Zijerveld, leden, en in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Gerwen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2024.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.