Zoekresultaten 13301-13350 van de 13660 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0362 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/174

    Klaagster heeft vanwege een erfelijke vorm van kanker haar beide borsten preventief laten amputeren. De plastisch chirurg heeft bij klaagster de reconstructieve borstchirurgie uitgevoerd. Klaagster verwijt de arts onzorgvuldig handelen. Zo stelt zij o.m. geen toestemming te hebben gegeven voor de uiteindelijk gekozen operatietechniek. Het RTG heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0349 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 124/2009

    Patient is na een hartinfarct ongeveer 10 jaar bij verweerder (cardioloog) onder controle geweest. Na ongeveer 10 jaar kreeg patiënt een hartstilstand als gevolg van ventrikelfibrilleren en is hij opogenomen in een ander ziekenhuis. Hij is daar gedotterd en heeft een ICD gekregen. Korte tijd later is patiënt overleden. De klacht betreft met name het niet adviseren/bespreken van het implanteren van een ICD. Het college wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0356 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09160

    volgt

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0350 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09136a

    Verweerder, psychiater, heeft samen met een psycholoog, verweerder in zaak 09136b, een gemeenschappelijk onderzoeksverslag geschreven over klaagster en haar ex-echtgenoot. Dit gebeurde op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. Klaagster klaagt er onder meer over dat de psychiater niet onafhankelijk was omdat hij kennis had van eerdere rapportages over klaagster. Daarnaast had de rapportage volgens klaagster niet aan de Raad verstrekt mogen worden nu klaagster daarvoor uitdrukkelijk geen toestemming had verleend. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft geen feiten en/of omstandigheden kunnen ontwaren die zouden kunnen doen twijfelen aan de onafhankelijkheid van verweerder. Het college is daarnaast van oordeel dat aan klaagster geen blokkeringsrecht toekwam. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0351 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09136b

    Verweerder, psycholoog, heeft samen met een psychiater, verweerder in zaak 09136a, een gemeenschappelijk onderzoeksverslag geschreven over klaagster en haar ex-echtgenoot. Dit gebeurde op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. Klaagster klaagt er onder meer over dat de psycholoog niet onafhankelijk was omdat hij kennis had van eerdere rapportages over klaagster. Daarnaast had de rapportage volgens klaagster niet aan de Raad verstrekt mogen worden nu klaagster daarvoor uitdrukkelijk geen toestemming had verleend. Ook zijn sommige uitspraken in de rapportage onbehoorlijk en kwetsend. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft geen feiten en/of omstandigheden kunnen ontwaren die zouden kunnen doen twijfelen aan de onafhankelijkheid van verweerder. Het college is daarnaast van oordeel dat aan klaagster geen blokkeringsrecht toekwam. Van een krenkende of verwijtende toon is geen sprake. Wel had verweerder op een aantal punten genuanceerder te werk moeten gaan en zijn conclusies uitgebreider moeten motiveren c.q. onderbouwen. Dit is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0353 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09168

    Klagers zijn de zonen van patiënte. Patiënte is overleden aan de gevolgen van een aortadissectie. Klagers verwijten verweerder, cardioloog, dat hij bij de opname van patiënte onvoldoende (lichamelijk) onderzoek heeft verricht en verwijtbaar niet (tijdig) de juiste diagnose heeft gesteld. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Anders dan verweerder heeft aangevoerd, moet het college ervan uitgaan dat de bloeddruk onvoldoende is opgemeten, nu niet uit het medisch dossier blijkt dat dit wel adequaat is gebeurd. Dit klachtonderdeel is gegrond. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0354 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09150

    volgt

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0355 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09123

    volgt

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0344 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 050B

    Klagers verwijten de arts dat zij de gezondheid van hun zoon zeer ernstig in gevaar heeft gebracht door hem een te hoge dosis morfine toe te dienen. De arts heeft verweer gevoerd en meent zorgvuldige medische zorg te hebben verleend. Het College heeft de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0345 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 050C

    Klagers verwijten de verpleegkundige dat zij de gezondheid van hun zoon zeer ernstig in gevaar heeft gebracht doordat hem een te hoge dosis morfine is toegediend en daarna onvoldoende op de situatie van hun zoon is gelet. De verpleegkundige heeft verweer gevoerd. Het College heeft de klacht gegrond geacht en de verpleegkundige een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0346 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 050D

    Klagers verwijten de verpleegkundige dat zij de gezondheid van hun zoon zeer ernstig in gevaar heeft gebracht. De verpleegkundige heeft verweer gevoerd. Het College heeft de klacht gegrond geacht en de verpleegkundige een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0347 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 127

    Klager verwijt de verpleegkundige dat zij zonder klagers toestemming zijn minderjarige dochter heeft onderzocht. In het bijzonder worden de verpleegkundige acht punten verweten. De verpleegkundige heeft zich op het standpunt gesteld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht, aangezien de dochter van klager niet haar cliënte is, maar zijn ex-echtgenote. Het College heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, aangezien de verpleegkundige niet heeft gehandeld in haar hoedanigheid van verpleegkundige maar in die van psychosociaal therapeut.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0348 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 065

    Klager verwijt de verpleegkundige – werkzaam als casemanager - dat zij zonder klagers toestemming bij zijn fysiotherapeut medische gegevens heeft opgevraagd. In het bijzonder wordt de verpleegkundige verweten dat zij de privacywet heeft overtreden en dat zij misbruik heeft gemaakt van het feit dat ze verpleegkundige is. De verpleegkundige heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0342 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 196

    Klager verwijt de huisarts dat hij de klachten van zijn moeder (patiënte) niet serieus heeft genomen en voorts dat hij haar ten onrechte op een bepaalde dag niet heeft onderzocht en twee dagen erna heeft nagelaten haar nader te onderzoeken of door te verwijzen naar een specialist. De huisarts heeft erkend dat hij patiënte niet heeft onderzocht en dat hij besloten heeft af te wachten met nader onderzoek en heeft aangegeven zich er verantwoordelijk voor te voelen dat patiënte pas twee dagen later dan nodig was de juiste behandeling heeft gekregen. Het College heeft de klacht gegrond geacht en de huisarts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0343 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 050A

    Klagers verwijten de kinderarts dat zij de gezondheid van hun zoon zeer ernstig in gevaar heeft gebracht door hem een te hoge dosis morfine toe te dienen. De kinderarts heeft verweer gevoerd en meent zorgvuldige medische zorg te hebben verleend. Het College heeft de klacht gegrond geacht en de arts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0341 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 206/2009

    Klacht tegen huisarts. Klager meldt telefonisch dat hij bang was te zijn besmet door bloed in voedsel dat hij had gegeten. Verweerder sprak bloedonderzoek af op HIV, HEP B en EBV. Dezelfde dag is bloed geprikt bij klager. De dag daarop belde klager weer en deelde mee dat hij toch geen bloedonderzoek wilde. Verweerder kreeg later de uitslag van het bloedonderzoek en heeft hier kennis van genomen. Hieruit bleken geen afwijkingen die behandeling noodzakelijk maakten. De klacht houdt in dat verweerder ten onrechte geen preventieve medicatie heeft voorgeschreven en niet kennis had mogen nemen van de uistlag van het laboratoriumonderzoek Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0338 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 176b

    Klaagster verwijt de arts dat zij ten onrechte heeft nagelaten om, na de laatste aanpassingen aan de navelvene-katheter (lijn) bij de pasgeboren baby van klaagster, de eindpositie van de katheter door middel van een röntgenfoto te controleren. De arts had rekening moeten houden met de kans dat er sprake was van een verkeerde ligging van de katheterlijn. Door dit na te laten is de arts tekortgeschoten in het verlenen van de noodzakelijke medische zorg. Bovendien verwijt klaagster de arts dat zij klaagster onjuist heeft ingelicht over de toestand van haar kind. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0339 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 176d

    Klaagster verwijt de kinderarts dat zij ten onrechte niet de mogelijkheid dat er sprake was van een onjuist ingebrachte navelvene katheterlijn, en eventueel daarmee samenhangende schade, heeft overwogen, waardoor door de kinderarts geen adequate behandeling is ingesteld bij de baby van klaagster. Voorts wordt de kinderarts verweten dat zij heeft nagelaten de ouders onverwijld op de hoogte te stellen en is geruime tijd verstreken voordat de ouders in kennis werden gesteld van de ontstane situatie. De kinderarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft beide klachtonderdelen afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0340 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 061

    Klager verwijt de huisarts a) gebrek aan objectiviteit in communicatie met hem als gezagdragend ouder, b) suggestieve dossieropbouw, weigering van verstrekking van het verslag en onnodige belasting van patiënt c.q. niet nakoming zorgplicht en c) onrechtmatige weigering tot overdracht. Toen het verslag later alsnog in het bezit van klager werd gesteld, bleek het verslag onjuist te zijn. Voorts wordt de huisarts nog verweten te hebben geweigerd de zienswijze van klager op volgens klager valse beschuldigingen in het dossier op te nemen. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft in raadkamer alle klachtonderdelen afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0335 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 211/2009

    null

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0336 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 095/2008

    Klacht tegen radioloog. Tijdens plaatsing van een stent ontstaat een ruptuur omdat, naar later blijkt, de stent zich in het verkeerde vat bevond. Ten onrechte heeft de radioloog niet tevoren overleg met de verwijzende chirurg gevoerd en -toen het plaatsen moeizaam verliep- niet een een controle-angiografie gemaakt. Ook de overdracht aan uitsluitend de verpleging van de dagbehandeling was te beperkt. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0331 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/276

    Klacht tegen psychiater. CTG verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege omdat het beroep te laat is ingesteld.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0337 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 069

    Klager verwijt de huisarts, werkzaam bij de huisartsenpost, dat hij de gezondheidsklachten van de echtgenote van klager onvoldoende heeft onderzocht en een verkeerde diagnose heeft gesteld. De huisarts heeft verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0332 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/275

    Klacht tegen psychiater. CTG verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege omdat het beroep te laat is ingesteld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0333 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/126

    Klacht tegen verloskundige houdt in dat verloskundige (1) er niet alles aan heeft gedaan om te voorkomen dat de ongeboren baby meconium zou inslikken, (2) pas twee uur nadat klaagster had gebeld dat zij bruin vocht verloor kwam en klaagster eerst een uur daarna heeft ingestuurd, (3) nadat onderhavige klacht was ingediend in status heeft aangetekend dat klaagster was gestript, wat ook nog onjuist was en (4) na geboorte van baby niet met klaagster in gesprek is gegaan. Regionaal Tuchtcollege heeft onderdelen (3) en (4) gegrond verklaard en waarschuwing opgelegd. In het beroep van klaagster wordt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat klachtonderdelen (1) en (2) ongegrond zijn vernietigd en worden deze onderdelen alsnog gegrond verklaard. Tevens volgt vernietiging van opgelegde maatregel van waarschuwing en wordt verloskundige berispt en publicatie van de beslissing bepaald.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0334 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09132b

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0328 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09129

    Klagers verwijten verweerster, huisarts, onder meer dat zij niet de waarheid heeft verteld, dat zij zonder overleg of uitleg klagers naar een andere praktijk heeft laten overschrijven en dat zij een gesprek met klagers heeft geweigerd. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerster na de uithuisplaatsing van de kinderen openheid had moeten geven over haar rol daarin. Zij had met het AMK geen afspraak mogen maken dat de door haar verstrekte informatie geheim zou blijven. De behandelovereenkomst is beëindigd op een wijze zoals het niet behoort. Klagers hadden recht op een gesprek. De klacht is in deze onderdelen gegrond. Volgt: berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0329 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09124

    Klager verwijt verweerder, bedrijfsarts, onder meer dat hij zijn eigen mening boven die van andere medici heeft gesteld. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder een zelfstandige afweging mocht maken bij zijn advisering in het kader van de arbeidsgeschiktheid van klager. Verweerder heeft kennis genomen van de beschikbare medische informatie en heeft overleg gevoerd met de verzekeringsartsen, voor zover deze een (gedeeltelijk) andere visie op de belastbaarheid van klager hadden. Voorts heeft verweerder nog intern nader overleg gevoerd met een collega.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0330 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09148

    Klager verwijt verweerder, psychiater, onder meer dat hij zonder medeweten en toestemming van klager een onderzoek heeft verricht, een onjuiste diagnose heeft gesteld en klager onjuist heeft behandeld. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder niet onafhankelijk was en het onderzoek niet had mogen doen. Voor het onderzoek is onvoldoende informatie gegeven en klager is niet gewezen op het recht van inzage en correctie. De inhoud van het rapport voldoet niet aan de eisen van het Centraal Tuchtcollege. De klacht is in deze onderdelen gegrond. Volgt: berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0325 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 155/2008

    Klacht tegen neurochirurg over spondylodese (fixatie) van ruggewervels, waarna klaagster (vergergering van) een klapvoet heeft. De ter zitting gehoorde deskundige heeft daags na de zitting laten weten dat hij zich waarschijnlijk heeft vergist met betrekking tot een röntgenfoto die hij pal voor de zitting voor het eerst te zien kreeg. Het college bepaalt dat het onderzoek wordt heropend en de deskundige opnieuw ter zitting zal worden gehoord.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0326 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 180/2008

    Orthopedisch chirurg vaart ten onrechte blind op uitslag botscan en laat na nader overleg te voeren met radioloog en nucleair geneeskundige dan wel nader onderzoek te doen. Tumor in heupregio wordt gemist. Arts geeft in zijn verweer en ter zitting inzicht in falend handelen en heeft organisatorische maatregelen genomen teneinde vergelijkbare missers te voorkomen. Dat maakt dat volstaan wordt met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0327 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 181/2008

    Patiënt was i.v.m. een SLE-nefritis en chronisch nierfalen onder behandeling van een internist. Klager meldde veelvuldig klachten van pijn in de heupregio en is zowel door huisarts als internist verwezen naar verweerder. Gelet op het feit dat de klachten van klager die op grond van een foto uit 2008 leken te kunnen worden toegeschreven aan een os pubisfractuur, in plaats van afgenomen, juist waren toegenomen en in het bijzonder gelet op de omstandigheid dat die uitslag van de foto niet overeenkwam met de informatie gebaseerd op een later gemaakte botscan had verweerder nader onderzoek moeten doen en klager niet uit behandeling mogen ontslaan. Klacht gegrond, Klager bleek later een grote tumor in zijn bekken te hebben, vermoedelijk gemetastaseerd niercarcinoom. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0318 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09155

    Klaagster is op zesjarige leeftijd aangereden, als gevolg waarvan zij bekkenletsel heeft opgelopen. Daarnaast bestonden bij klaagster psychische klachten waaronder een aversie tegen lichamelijk onderzoek door welke arts in welke vorm dan ook. In het kader van een verzoek van klaagster een Wajong-uitkering te krijgen heeft verweerder op verzoek van het UWV in januari 2007 klaagster gehoord en gezien. Klaagster is van mening dat verweerder tekort is geschoten in c.q. gehandeld heeft in strijd met hetgeen van hem als arts mocht worden verwacht doordat hij conclusies heeft getrokken terwijl het onderzoek niet volledig heeft kunnen plaatsvinden en daarbij ten onrechte heeft aangenomen dat klaagster wordt beperkt door haar overgewicht. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Uit het dossier en hetgeen tijdens de behandeling van de zaak naar voren is gebracht is naar het oordeel van het college gebleken dat verweerder binnen de hem door het UWV gegeven opdracht een, gelet op de omstandigheden, gedegen en zorgvuldig onderzoek heeft verricht.De klacht wordt dan ook ongegrond bevonden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0312 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013c

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat zij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat zij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De gz-psycholoog heeft primair aangevoerd dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht en subsidiair verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0319 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09166

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0313 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 007

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij onaanvaardbare betrokkenheid heeft getoond bij de echtscheiding van klager en vooral dat zij klagers minderjarige kinderen heeft behandeld op een ontoelaatbare wijze en tevens zonder medeweten en toestemming van klager. De gz-psycholoog heeft primair het verweer gevoerd dat klager deels niet-ontvankelijk is en heeft voorts verweer gevoerd. Het College heeft klager ontvankelijk verklaard in zijn klacht en heeft het eerste klachtonderdeel geheel en het tweede klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond geacht. Het College heeft de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan Medisch Contact, het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht alsmede aan het tijdschrift GZ-psychologie, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0320 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09153

    Klaagster verwijt verweerder, arts, dat hij de hulpvraag van klaagster structureel heeft genegeerd en haar, ook na haar schrijven, niet te woord heeft gestaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder in zijn zorgplicht tekort is geschoten en weegt bij de op te leggen maatregel mee dat verweerder niet in het register is geregistreerd als psychiater, terwijl hij zich wel als zodanig presenteert. Volgt berisping en bepaling dat beslissing zal worden gepubliceerd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0314 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 139

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld, althans een oordeel te hebben gegeven tegenover de kinderrechter over klaagster, dit zonder haar ooit te hebben gezien of onderzocht. Ook heeft zij de verzoekschriften tot verlenging van de uithuisplaatsing gefiatteerd zonder klaagster te hebben gezien of onderzocht. Voorts verwijt klaagster de gz-psycholoog dat zij heeft gehandeld in strijd met het algemeen belang van de individuele gezondheidszorg door te weigeren haar BIG-registratie kenbaar te maken. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0321 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09134

    Klaagster verwijt verweerder, huisarts, dat hij ten aanzien van knobbeltje in de borst niet heeft gehandeld volgens NHG-Standaard. Dit heeft geleid tot uitstel van diagnose en behandeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college ziet geen reden waarom in dit geval van de richtlijn kon worden afgeweken. Klacht is (deels) gegrond; volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0315 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 167

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat hij klager niet heeft onderzocht naar diens geschiktheid voor een meerpersoonscel, voorts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en tot slot dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft het eerste en derde klachtonderdeel gegrond geacht, het tweede klachtonderdeel afgewezen. Het College heeft de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan de tijdschriften “Gezondheidszorgpsycholoog” en “De Psycholoog”, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0322 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09178

    Klaagster verwijt verweerder, huisarts, dat hij zich onder valse voorwendselen heeft voorgedaan als haar huisarts en zonder haar toestemming haar medisch dossier heeft opgevraagd en dit verder onder derden verspreid. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Verweerder maakte als huisarts deel uit van een Commissie voor Bemiddeling en Advies en had opdracht gegeven om in het kader van bemiddeling medische informatie op te vragen. Hoewel bericht van klaagster duidelijker verwoord had kunnen worden, mocht verweerder er op vertrouwen dat klaagster met haar e-mail een machtiging had verleend. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0316 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 222a

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij klaagsters zoon heeft onderzocht zonder toestemming van klaagster. Daarnaast had klaagster graag gezien dat de onderzoeksgegevens waren vernietigd. De gz-psycholoog heeft verweer gevoerd en o.m. aangegeven direct maatregelen te hebben genomen toen bleek dat er vooraf geen toestemming was verleend door klaagster. Het College heeft de klacht in haar geheel in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0310 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013a

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat zij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat zij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot de diagnose bij haar echtgenoot en heeft voorts de klacht voor het overige afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0323 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0973

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0317 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0996

    Klaagster verwijt verweerder dat: 1. hij voorafgaand aan de operatie slechts een vluchtig gesprek met patiënte heeft gevoerd; patiënte was het niet helemaal duidelijk wat de ingreep zou behelzen; 2. de heup door hem verkeerdis gezet, waardoor er dusdanige complicaties (infecties) optraden dat de prothese binnen 15 maanden weer verwijderd moest worden; 3. hij na de operatie patiënte slechts eenmaal gezien; verweerder heeft niet tijdig en adequaat op de complicaties gereageerd. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht het tuchtrechtelijke niet verwijtbaar dat verweerder slechts een kort informatief gesprek met patiënte heeft gevoerd alvorens haar te opereren. Onweersproken is dat patiënte op de SEH en door de opnemend orthopeed al was geïnformeerd over de aard van het letsel en de noodzaak van snel opereren met de daaraan verbonden eventuele risico’s. In het dossier is naar het oordeel van het college geen adstructie te vinden voor het standpunt van klaagster dat verweerder de heup verkeerd heeft gezet. Met betrekking tot de klacht dat verweerder patiënte na de operatie slechts één keer heeft gezien merkt het college op dat het aan de zaalarts is na de operatie de verdere begeleiding van patiënte te verzorgen. De orthopeed komt alleen als het nodig is. Bovendien is patiënte na 14 dagen overgeplaatst naar de afdeling interne. De klacht wordt op alle onderdelen ongegrond bevonden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0311 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013b

    Klaagster verwijt de psychotherapeut dat hij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat hij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat hij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De psychotherapeut heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot de diagnose bij haar echtgenoot en heeft voorts de klacht voor het overige afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0307 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/159

    Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij tekortgeschoten is in de zorg die klager van hem mocht verwachten door onder meer hem onheus te bejegenen. De bedrijfsarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college overwoog dat de bedrijfsarts verwijtbaar onjuist had gehandeld door zich te veel door zijn irritatie te laten meeslepen en uitdrukkingen te bezigen als "u bent gek/of "u bent een idioot", en voorts geen oog te hebben voor de onderliggende problematiek van klager. Het college achtte dit handelen jegens klager laakbaar en heeft de bedrijfsarts de maatregel van een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0308 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/141

    De klacht betreft de behandeling van klaagsters moeder: verder patiënte te noemen. Patiënte was bekend met een mammacarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onzorgvuldig jegens patiënte heeft gehandeld en geen ziekenhuisopname heeft geregeld voor het uitvoeren van euthanasie. Patiënte is overleden. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld. Dat het de huisarts niet was gelukt een opname te regelen viel hem niet aan te rekenen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0309 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/284

    Klaagster verweet de huisarts dat hij met betrekking tot de hem gemelde klachten over onder meer pijn in de buik, koorts en braken een onjuiste diagnose had gesteld. Bij opname van klaagster in het ziekenhuis is de diagnose geperforeerde appendicitis gesteld. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft geoordeeld dat de huisarts klaagster voor nader onderzoek had moeten verwijzen naar het ziekenhuis en heeft hem de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0306 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 003/2009

    Klaagster is de echtgenote van patiënt die zich in 2006 in psychiatrisch centrum Zon en Schild heeft gesuïcideerd. Patiënt was een Azerbedjaanse asielzoeker. Hij had een ernstige PTTS en een psychose. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet direct na opname is gestart met een gerichte behandeling (cognitieve gedragstherapie), dat hij onvoldoende op de hoogte was van de voorgeschiedenis van patiënt en dat hij onvoldoende kennis en ervaring had m.b.t. de behandeling van oorlogsslachtoffers. Het college wijst de klachten af.