ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0466 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 040/2009
ECLI: | ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0466 |
---|---|
Datum uitspraak: | 22-07-2010 |
Datum publicatie: | 22-07-2010 |
Zaaknummer(s): | 040/2009 |
Onderwerp: | Onvoldoende informatie |
Beslissingen: | Niet-ontvankelijk |
Inhoudsindicatie: | Verweerder is als fysiotherapeut ingeschreven in het BIG register, doch is sinds lange tijd niet meer als zodanig werkzaam. De klacht richt zich op het functioneren van verweerder als patiëntenvertrouwenspersoon (klachtenfunctionaris). Het college overweegt dat niet valt in te zien dat de registratie als fysiotherapeut is verweven met verweerders functioneren als klachtenfunctionaris. Nu verweerder niet heeft gehandeld als fysiotherapeut, valt zijn handelen niet onder het tuchtrecht. Klagers zijn niet-ontvankelijk. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
Beslissing d.d. 22 juli 2010 naar aanleiding van de op 6 februari 2009 ingekomen klacht van
A, B en C , wonende te D,
k l a a g s t e r s
-tegen-
E , fysiotherapeut, werkzaam te D,
bijgestaan door mr. O.L. Nunes, advocaat te Utrecht,
v e r w e e r d e r
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Klaagsters hebben een klaagschrift met bijlagen en een aanvullend klaagschrift ingediend. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Klaagsters hebben vervolgens gerepliceerd met bijlagen en verweerder heeft gedupliceerd. Partijen zijn op 22 april 2010 gehoord in het kader van het mondelinge vooronderzoek. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
2. DE FEITEN
Verweerder is werkzaam als patiëntencontactpersoon (klachtenfunctionaris) in het ziekenhuis. Klaagsters hebben na het overlijden van hun echtgenoot en vader contact gehad met verweerder. Zij hebben hem verzocht om nadere informatie en zij hebben het verzoek gedaan om in contact te komen met een medepatiënte om te weten hoe de laatste nacht van hun echtgenoot en vader was geweest.
3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT
Klaagsters verwijten verweerder -zakelijk weergegeven- het volgende:
- hij heeft hen aan het lijntje gehouden, betreffende de aanvraag om met de medepatiënte van patiënt in contact te komen;
- hij heeft niet open en eerlijk gecommuniceerd;
- zij hebben te lang moeten aandringen om alle dossiers op tafel te krijgen.
4. HET STANDPUNT VAN VERWEERDER
Verweerder voert -zakelijk weergegeven- aan dat klaagsters primair niet ontvankelijk zijn. Verweerder is BIG-geregistreerd als fysiotherapeut maar is sinds 1996 niet meer in die hoedanigheid werkzaam. Verweerder is als patiëntencontactpersoon (klachtenfunctionaris) werkzaam in het ziekenhuis en heeft in die hoedanigheid contact gehad met klaagsters. Verweerder heeft ten opzichte van klaagsters niet als fysiotherapeut in de zin van de wet BIG gehandeld zodat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 1 en artikel 47 wet BIG.
5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE
5.1
Verweerder is als fysiotherapeut ingeschreven in het BIG-register, doch is sinds 1996 niet meer als zodanig werkzaam. De klacht richt zich op het functioneren van verweerder als patiëntenvertrouwenspersoon (klachtenfunctionaris), in welke hoedanigheid een BIG-registratie - naar verweerder onweersproken heeft aangegeven - niet is vereist. Niet valt in te zien dat de registratie als fysiotherapeut is verweven met verweerders functioneren als klachtenfunctionaris. Nu verweerder niet heeft gehandeld als fysiotherapeut, valt zijn handelen niet onder het tuchtrecht.
5.2
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat klaagsters niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun klacht.
6. DE BESLISSING
Het college verklaart klaagsters niet-ontvankelijk in hun klacht.
Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, en B.E Visser-Fijn van Draat en K.A. de Haan, leden-fysiotherapeuten, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Dijkman, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 22 juli 2010 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits.
voorzitter
secretaris
Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:
a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;
b. degene over wie is geklaagd;
c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.
Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.