ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0482 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/147

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0482
Datum uitspraak: 22-07-2010
Datum publicatie: 22-07-2010
Zaaknummer(s): C2009/147
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer 2009/147 van:

                                               1. A., 2. B., wonende respectievelijk te C. en te D.,

                                               appellanten in het principaal beroep, verweerders in het                                                          incidenteel beroep, tevens klagers in eerste aanleg,

                                               gemachtigde: mr. R. Vleugel, advocaat te Utrecht,

tegen

                                               E., cardio-thoracaal chirurg, wonende te F., destijds werkzaam                                              te G., verweerder in het principaal beroep, appellant in het                                                     incidenteel beroep, tevens verweerder in eerste aanleg,

                                               gemachtigde: mr. R.P.F. van der Mark, advocaat te Utrecht.

1.         Verloop van de procedure

            A. en B. - hierna klagers - hebben op 12 november 2007 bij het Regionaal    Tuchtcollege te Amsterdam tegen cardio-thoracaal chirurg E. - hierna de arts - een         klacht ingediend. Bij beslissing van 28 april 2009, onder nummer 07/325 heeft dat          College de klacht deels gegrond verklaard, de arts de maatregel van waarschuwing     opgelegd en de publicatie van de beslissing gelast (zodra zij onherroepelijk is          geworden). Klagers zijn tijdig in hoger beroep gekomen van de beslissing van het       Regionaal Tuchtcollege voor zover daarin klachtonderdelen ongegrond zijn             bevonden. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend en daarbij         incidenteel beroep ingesteld tegen de gegrond geoordeelde klachtonderdelen. Klagers        hebben hierop niet meer gereageerd. De zaak is in hoger beroep ter openbare    terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 3 juni 2010 behandeld. Ter     terechtzitting zijn verschenen klagers en H., bijgestaan door mr. R. Vleugel        voornoemd alsmede de arts, bijgestaan door mr. R.P.F. van der Mark voornoemd.

            De zaak is over en weer bepleit. Mr. R. Vleugel heeft dat gedaan aan de hand van een            pleitnota die hij aan het Centraal Tuchtcollege heeft overgelegd.

            Van de mondelinge behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

2.         Beoordeling van het hoger beroep

            Het Centraal Tuchtcollege acht zich op grond van de stukken en het verhandelde ter   terechtzitting nog onvoldoende ingelicht. De behandeling van de zaak zal daarom         worden aangehouden tot 21 september 2010 om 10.00 uur teneinde:

            A. De (gemachtigde van de) arts in de gelegenheid te stellen dat deel van het medisch dossier over te leggen waaruit blijkt dat en hoe van I. het “informed consent” is          verkregen en dat I. gewezen is op de aan de operatie verbonden risico’s.

            B. Voorts wenst het Centraal Tuchtcollege op die zitting als deskundigen te horen        J. werkzaam in het K. te L. en M. werkzaam in het N. te O..

             De vragen die het Centraal Tuchtcollege aan de deskundigen wil voorleggen zijn in     ieder geval de navolgende:

            1. Wat is uw oordeel over de keuze voor het gebruik van een partiële klem op de vena           cava superior in het licht van het alternatief van een shunt of van gebruik van een hart-        longmachine?

            2. Is een cuff van 1 a 2 mm boven de klem, in het algemeen voldoende?

            3. Kan het afglijden van een zodanige klem beschouwd worden als een gebeurtenis     die zich in de patiëntenzorg nu eenmaal een enkele keer zal voordoen? 

            4. Hebt u commentaar op de duur van de afklemming voor het herstel van de vena      cava? (vraag die de advocaat van klagers opwerpt)

            5.  Hoe zou het opmeten van de veneuze druk van invloed geweest zijn op het beloop             bij patiënt?

            6. Tussen partijen is een aantal punten in dispuut t.a.v. de behandeling van I. na het     herstel van het defect in de vena cava. Hadden die nog een wezenlijke invloed op de         uitkomst van de operatieve behandeling, of lag die uitkomst min of meer vast door de         toestand die er was na het optreden van de noodsituatie en het herstel met een patch   van de vena cava superior?

            7. Zijn er uws inziens nog andere punten van belang voor de beoordeling van deze      casus?

3.         Beslissing

            Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

                                               heropent het onderzoek en schorst het weer onmiddellijk;       

                                               bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt voortgezet op

                                               21 september 2010 om 10.00 uur.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter,

mr. L.F. Gerretsen-Visser en prof.mr. J.K.M. Gevers, leden-juristen en dr. R.T. Ottow en

dr. A.A. de Rotte, leden-beroepsgenoten en mr. H.J. Lutgert, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 22 juli 2010, door mr. A.H.A. Scholten, in tegenwoordigheid van de secretaris.

                                               Voorzitter   w.g.

                                               Secretaris  w.g.