ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0423 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09151

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0423
Datum uitspraak: 12-07-2010
Datum publicatie: 12-07-2010
Zaaknummer(s): 09151
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt verweerster dat zij nalatig is geweest om actie te ondernemen, waardoor de echtgenoot van klaagster is overleden. Klaagster vraagt zich af of het juist is, dat verweerster bij overdracht van de dienst niet naar patiënt is gaan kijken. Bovendien klaagt zij over de bejegening. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerster verwijtbaar te kort is geschoten door na de overdracht, waarbij zij vernam dat het (stabiel) slecht ging met de patiënt, niet naar de patiënt te gaan kijken. Ook de communicatie met de familie van patiënt is tuchtrechtelijk verwijtbaar nu verweerster haar professionele handelen ten behoeve van een patiënt heeft laten beïnvloeden door het optreden van de familie. Waarschuwing. Voor het overige heeft verweerster correct gehandeld.  

Uitspraak: 12 juli 2010

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 6 augustus 2009 binnengekomen klacht van:

A

thans verblijvende te B

klager

tegen:

C

verpleegkundige

werkzaam te D

verweerster

gemachtigde mr. J.C.C. Leemans te Amsterdam

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift en de aanvulling daarop

-         het verweerschrift

-         de repliek en de aanvulling daarop

-         de dupliek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De secretaris heeft op grond van het bepaalde in art. 66 lid 4 Wet BIG voorgesteld de klacht zonder verder onderzoek in raadkamer af te wijzen.

De zaak is op 2 juni 2010 in raadkamer behandeld.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klager wordt gedwongen behandeld in het forensisch psychiatrisch centrum waar verweerster als verpleegkundige, tevens persoonlijk begeleider van klager, werkzaam is.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Klager heeft een groot aantal klachten over de wijze waarop hij is behandeld. Het gaat over valsheid in geschrifte, het uitblijven van behandeling, het dwars zitten van klager, misbruik maken van de functie, het inperken van de post en telefoon, smaad, laster en het opleggen van een kamerprogramma

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster is van mening dat haar niets te verwijten is.

5. De overwegingen van het college

Voor zover verweerster al betrokken is geweest bij, dan wel verantwoordelijk kan worden gesteld voor de handelingen waarover wordt geklaagd, is op geen enkele wijze aannemelijk geworden dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

De klachten zullen daarom als kennelijk ongegrond worden afgewezen.

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klacht af.

Aldus beslist door mr. H.PH. van Griensven, als voorzitter, C.E.B. Driessen en

M. IJzerman als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart, als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2010 in aanwezigheid van de secretaris.

secretaris                                                                                                                           voorzitter