Zoekresultaten 2901-2950 van de 3399 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:112 Hof van Discipline 's Gravenhage 240109
- Datum publicatie: 18-04-2024
- Datum uitspraak: 18-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:112
Klacht tegen de deken niet verwezen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:64 Raad van Discipline Amsterdam 24-102/A/A
- Datum publicatie: 18-04-2024
- Datum uitspraak: 08-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:64
Voorzittersbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de (voormalig) eigen advocaat is in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster in haar communicatie richting klager op enig moment tekort is geschoten of onduidelijke afspraken met hem zou hebben gemaakt, noch dat zij onduidelijkheid heeft laten bestaan over de zaken waarin zij klager niet zou bijstaan. Van het maken van fouten door verweerster in haar communicatie over het beslag richting de rechtbank, is de voorzitter evenmin gebleken. Alhoewel verweerster zich al had onttrokken als advocaat van klager en haar communicatie hierna mogelijk enigszins verwarrend voor klager kan zijn geweest, is ook hier geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster. Verweerster handelde in het kader van nazorg. Dat het verweerster enkel te doen was om eigen financieel gewin, zoals klager verweerster verwijt, blijkt naar het oordeel van de voorzitter nergens uit.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:65 Raad van Discipline Amsterdam 24-107/A/A
- Datum publicatie: 18-04-2024
- Datum uitspraak: 08-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:65
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft gehandeld binnen de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6343
- Datum publicatie: 18-04-2024
- Datum uitspraak: 16-04-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:41
Klacht tegen een physician assistant dat zij onbevoegd het medisch dossier van klaagster heeft ingezien. De physician assistant erkent dat zij dit heeft gedaan. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en verweerster wordt een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5392
- Datum publicatie: 18-04-2024
- Datum uitspraak: 18-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:28
Het verwijt aan verweerster (specialist ouderengeneeskunde) is onder meer: 1) onvoldoende gedaan om agitatie/agressie bij de patiënte en urineweginfecties te voorkomen, 2) zonder overleg en informatie medicatie voorgeschreven/opgehoogd en 3) medicatie niet gestopt na signalen over ernstige bijwerkingen en afwezigheid van het beoogde effect. De patiënte had Alzheimer en vertoonde gedragsproblemen. Oordeel college: verweerster handelde conform het beleid binnen het verpleeghuis met betrekking tot het informeren van vertegenwoordigers van patiënten over gemaakte afspraken en de met klager gemaakte afspraken. Zij nam preventieve maatregelen. Medicatie was nodig voor het geven van zorg, bieden van comfort en opheffen van ongemak aan/bij de patiënte. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:60 Raad van Discipline Amsterdam 24-145/A/A
- Datum publicatie: 18-04-2024
- Datum uitspraak: 08-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:60
Voorzittersbeslissing; Klager heeft geen rechtstreeks belang bij zijn verwijt dat aan verweerder de opdracht tot juridische dienstverlening onbevoegd zou zijn gegeven. De klacht is in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk. Verder mocht verweerder afgaan op de informatie die hij van zijn cliënt had verkregen en hoefde hij deze informatie niet te verifiëren. In zoverre is de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6591
- Datum publicatie: 18-04-2024
- Datum uitspraak: 16-04-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:42
Klacht tegen verpleegkundige ingediend door de ex-werkgever. De verpleegkundige is in mei 2023 in dienst getreden bij klager. De verpleegkundige was onder andere verantwoordelijk voor aan cliënten verstrekte medicatie. In oktober 2023 heeft de werkgever van de verpleegkundige (klager) een onderzoek ingesteld, omdat er onregelmatigheden in de medicatievoorraad waren opgemerkt. De verpleegkundige is hiermee geconfronteerd en heeft toegegeven dat zij tijdens haar werk opiaten (sterke pijnstillers, rustgevende medicatie en slaapmedicatie) voor eigen gebruik heeft gestolen. Zij gebruikte deze middelen in privétijd en tijdens haar werk als verpleegkundige in de directe patiëntenzorg. De verpleegkundige heeft ook erkend dat zij verslaafd is (geweest) aan opiaten. Daarover klaagt de werkgever, omdat dit handelen in strijd is met de voor de verpleegkundige geldende normen, protocollen en gedragsregels. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van doorhaling van inschrijving in het BIG-register en directe schorsing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5819
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:90
Klacht tegen een psychiater. De zoon van klaagster is onder behandeling geweest bij de psychiater en is vier maanden na het afronden van de behandeling overleden. Klaagster verwijt de psychiater dat hij nalatig is geweest in de behandeling. Daarnaast verwijt zij de psychiater dat niet naar haar werd geluisterd en haar waarschuwingen werden genegeerd. Het college oordeelt dat klaagster kennelijk niet-ontvankelijk is in de klacht die zij namens haar zoon heeft ingediend. Ten aanzien van het gedeelte van de klacht waarvoor zij een eigen klachtrecht heeft is zij wel ontvankelijk, maar dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Uit het medisch dossier blijkt dat het de uitdrukkelijke wens van patiënt was om klaagster niet bij de behandeling te betrekken. Ondanks dat heeft de psychiater tijdens de behandelperiode toch aan klaagster de mogelijkheid geboden om haar zorgen te uiten en heeft hij daaraan aandacht besteed. Hiermee heeft de psychiater zorgvuldig gehandeld. Dat de door klaagster geuite zorgen niet hebben geleid tot een aanpassing van de behandeling of het medicatiebeleid kan de psychiater niet tuchtrechtelijk worden verweten. Voor het bepalen van het behandelplan is immers de wil van patiënt zelf beslissend. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:77 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1983
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:77
Klacht tegen plastisch chirurg. De klacht gaat over de operaties aan de middelvinger van klaagster. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij niet heeft gewaarschuwd voor mogelijke scheefstand van de vinger na de operatie en de operatie en de daarop volgende hersteloperaties onkundig heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-797/DH/DH
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:82
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft in strijd met de kernwaarde deskundigheid gehandeld, omdat het hem al van meet af aan bekend had kunnen zijn wat de kansen van de procedure waren. Verweerder heeft daarnaast een processtuk ingediend zonder klaagsters reactie op het concept af te wachten en zonder haar akkoord te krijgen. De pleitnota is ook op een zeer laat moment voorgelegd aan klaagster en haar opmerkingen daarop zijn niet doorgevoerd. Verweerder heeft verder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door op de zitting bij het gerechtshof tegen de raadsheren te zeggen dat hij zich zou gaan onttrekken aan de zaak. Verweerder heeft vervolgens nagelaten om (tijdig) zijn toezegging aan het gerechtshof na te komen, om schone dossiers in te dienen. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:78 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2173
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:78
Klacht tegen internist. De klacht is ingediend door de dochter van een patiënte. Klaagster is niet tevreden over de behandeling die haar moeder heeft gekregen en de communicatie tijdens de ziekenhuisopname. Klaagster verwijt de internist dat zij haar niet goed geïnformeerd heeft over de behandeling, het medisch dossier onjuistheden bevat en er onvoldoende naar patiënt en naar klaagster is geluisterd. De internist was afgezien van één dagdienst, waarop een familiegesprek heeft plaatsgevonden, niet betrokken bij de behandeling van patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de internist niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:83 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-414/DH/DH/D
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:83
Dekenbezwaar. Ontvankelijk dekenbezwaar. Geen strijd met artikel 6 EVRM. Onvoldoende onderbouwd dat verweerder structureel niet de zorg jegens zijn cliënten betracht of een verdienmodel heeft om toevoegingen met een minimale inspanning de maximale vergoedingen te declareren. Het dekenbezwaar is wel gegrond voor zover verweerder zich regelmatig onprofessioneel uitlaat over cliënten, ketenpartners, de Orde en de deken. Uit het dossier volgt dat verweerder zich meerdere keren onfatsoenlijk uitlaat over cliënten en zich oneerbiedig opstelt richting de deken. De intensiteit van verweerders communicatie is onprofessioneel. Verweerder toont geen zelfinzicht en legt de schuld steevast bij anderen. Verweerder heeft met het gelijktijdig volgen van meerdere cursussen zijn vakbekwaamheid niet onderhouden en in strijd het gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Voorwaardelijke schorsing van 8 weken. Begeleiding door coach als bijzondere voorwaarde.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:72 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1978 en C2023/2001
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:72
Klacht tegen huisarts. Klager is van juli 2020 tot eind juni 2022 patiënt bij de huisarts geweest. Klager had last van slaapproblemen. Op een gegeven moment heeft de huisarts aan klager quetiapine (25 mg) voorgeschreven voor zijn slaapproblemen. Klager verwijt de huisarts dat zij hem een antipsychoticum heeft voorgeschreven en daarbij geen, of onvoldoende, informatie heeft gegeven over de risico’s van deze medicatie en over eventuele alternatieven. De huisarts bevestigt dat zij off-label quetiapine heeft voorgeschreven. De huisarts stelt dat zij dit weloverwogen en in overleg met klager heeft gedaan en dat haar hierin tuchtrechtelijk geen verwijt kan worden gemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van zowel klager als het beroep van de inspectie. Het Centraal Tuchtcollege legt artikel 68 van de Geneesmiddelenwet uit en overweegt dat het ontbreken van een richtlijn of protocol niet zonder meer in de weg staat aan off-label voorschrijven. Ook ander bewijs (‘evidence based’) en de stand van de wetenschap en de praktijk kan het voorschrijven van medicatie zonder dat dit in een richtlijn is beschreven, rechtvaardigen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:79 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2201
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:79
Klacht tegen een internist. Klaagster heeft zich eind april 2014 in de avond gemeld bij de SEH van het ziekenhuis waar de internist op dat moment supervisie had. Klaagster voelde zich gedrogeerd en was bang dat haar ex-partner iets radioactiefs bij haar had ingespoten. De dienstdoende arts-assistent heeft klaagster lichamelijk onderzocht en het bloed en de urine van klaagster laten onderzoeken. De bevindingen heeft de arts-assistent telefonisch met de internist besproken. Klaagster verwijt de internist valsheid in geschrifte. De internist heeft volgens klaagster ook in strijd met de artseneed gehandeld.Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:84 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-142/DH/RO
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:84
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiegeschil kennelijk ongegrond. Verweerster heeft de stukken in zaken waarin klager werd bijgestaan aan klagers advocaat gestuurd. In zaken waarin klager niet werd bijgestaan, was verweerster gehouden de stukken aan klager te zenden die zij ook bij de rechtbank indiende. Dat zij de toevoegingen in deze zaken niet aan klager heeft verstrekt, is niet klachtwaardig.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6074
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:26
Klaagster verwijt de internist dat hij: a) haar gedurende anderhalf uur de toegang tot haar moeder heeft ontzegd; b) haar niet de kans heeft gegeven met de jurist van het ziekenhuis te spreken; c) heeft geprobeerd af te dwingen dat zij het met hem eens was, anders mocht zij haar moeder niet zien; d) haar alle zeggenschap over haar moeder heeft ontnomen. Het college oordeelt dat de omstandigheden, te weten de onrustige gemoedstoestand van moeder op de dag dat klaagster haar wilde ophalen, de internist hem ertoe hebben gebracht om te handelen zoals hij heeft gedaan. De communicatie had beter gekund maar geen tuchtrechtelijk verwijt. Geen recht van klaagster om met jurist van ziekenhuis te spreken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:73 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1814
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:73
Klacht tegen een radioloog. Klaagster verwijt de radioloog dat hij de MRI-scan die is gemaakt in 2018 onjuist heeft geïnterpreteerd. De groei van de tumor en de toegenomen verdringing van het ruggenmerg is niet opgemerkt. Hierdoor is de neuroloog van onjuiste informatie voorzien. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat de radioloog bij zijn beoordeling onzorgvuldig en niet als een redelijk bekwaam en redelijk handelend radioloog te werk is gegaan. De groei van tumoren met een complexe groei zoals een schwannoom is moeilijk te beoordelen. Dat de groei van de tumor destijds niet is opgemerkt, maakt niet dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat bij vergelijking van de MRI-scan van 2018 met de eerdere MRI-scans vanaf 2014 zowel de groei van de tumor als de toegenomen verdringing van de ruggenmerg zichtbaar is en deze mate van groei door de radioloog had moeten worden opgemerkt. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege, is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat er geen sprake is van een beeld dat op verdedigbare gronden anders geïnterpreteerd kon worden of zodanig onduidelijk is dat het missen van de groei de radioloog niet kan worden aangerekend. Daarnaast geldt dat de verslaglegging van de radioloog niet voldoet aan de daarvoor geldende richtlijnen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de radioloog een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:85 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-164/DH/RO
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:85
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiegeschil kennelijk ongegrond. Een door verweerster ingediende productie verschil van het origineel: verweerster heeft daar een afdoende verklaring voor en de productie is nog steeds voldoende leesbaar. Verweerster mocht namens haar cliënt het standpunt innemen dat zij het niet in het belang van het kind acht dat klager het (vijfjarige) kind rechtstreeks in de juridische strijd betrekt.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:101 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-099/AL/MN
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:101
Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegrond: verweerster heeft duidelijk gemaakt vanaf het begin welke werkzaamheden zij voor klaagster kon en wilde doen. Verweerster moest hierin als dominus litis de regie houden en dat heeft zij op zorgvuldige (en geduldige ) wijze gedaan.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:80 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2257
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:80
Klacht tegen internist-infectioloog. Vanaf 2009 was klager onder behandeling bij de internist voor zijn HIV-infectie. Klager verwijt de internist onder andere dat zij hem niet heeft geïnformeerd over alternatieve medicatie (met minder bijwerkingen) en deze medicatie niet heeft voorgeschreven toen hij daarom vroeg. Hierdoor heeft klager jarenlang onnodige gezondheidsklachten ervaren zoals diarree en gewichtsverlies.Klager is in 2018 overgestapt naar een ander ziekenhuis, waar de medicatie van klager direct is aangepast. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5311
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:27
Klaagster verwijt de internist dat hij a) geen goede medische zorg aan de vader van klaagster heeft geleverd, na de acute fase van longontsteking; b) niet heeft gehandeld volgens de WGBO door een wilsbekwaamheidsbeoordeling uit te voeren zonder een duidelijke medische aanleiding of motivatie vast te leggen. De beoordeling is niet conform de richtlijn en niet conform de wens/het belang van vader; c) onzorgvuldig is geweest in zijn communicatie met de vader van klaagster en met klaagster als eerste contactpersoon; d) besloten heeft om zonder legitieme reden de wens/machtiging van vader voor klaagster als eerste contactpersoon te negeren en moeder de status van eerste contactpersoon te geven; e) onterecht een beroep heeft gedaan op het medisch beroepsgeheim; f) niet de verantwoordelijkheid heeft genomen als beheerder van het medisch dossier van vader. Het college verklaart klaagster niet-ontvankelijk in vijf van de zes klachtonderdelen omdat het college van oordeel is dat klaagster niet de wil van (wijlen) haar vader vertegenwoordigt. Er was sprake van tweespalt binnen de familie over de behandeling van vader. De echtgenote van de vader van klaagster en hun zoon hadden een andere visie dan klaagster en haar zus. Moeder was evenwel op grond van artikel 7:465 lid 3 BW wettelijk vertegenwoordiger en gebleken is dat zij tevreden was over de behandeling. Het klachtonderdeel over de communicatie met klaagster verklaart het college als ongegrond. Het college beoordeelt die communicatie als zorgvuldig.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:74 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1901
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:74
Klacht tegen vertrouwensarts, werkzaam bij Veilig Thuis. Klaagster is de moeder van vier kinderen. Eind 2018 werd een melding gedaan bij Veilig Thuis, waarna Veilig Thuis een onderzoek is gestart en een rapport heeft uitgebracht. Klaagster verwijt de vertrouwensarts dat zij 1) complete huisartsendossiers heeft opgevraagd zonder toestemming, 2) zich heeft gemengd in behandelovereenkomsten zonder bevoegdheid en toestemming, 3) niet over afdoende adequate kennis beschikt en 4) opmerkingen heeft laten opnemen in het huisartsendossier zonder toestemming. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:86 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-119/DH/RO
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:86
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een huurgeschil. Verweerder het steeds op zakelijke wijze het standpunt van de verhuurder verwoord. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1903
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:75
Klacht tegen cardioloog. De cardioloog is door de rechtbank tot deskundige benoemd in een beroepsprocedure tussen klager en de uitvoeringsinstantie over de weigering om klager een uitkering toe te kennen. De cardioloog heeft klager in januari 2022 gezien en een aantal dagen later aan de rechtbank gerapporteerd. Klager verwijt de cardioloog dat hij toezeggingen aan klager niet is nagekomen, dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan en dat de rapportage onjuist is en blijk geeft van vooringenomenheid. Ook zou sprake zijn van belangenverstrengeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1935
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:76
Klacht tegen internist-nefroloog. Klaagster is vanaf 1992 onder behandeling van verweerder geweest in verband met dunne membraan nefropathie. Vanaf medio 2016 ervoer klaagster buikklachten. Verweerder heeft buikonderzoek gedaan. Verweerder kon geen verklaring vinden voor de klachten. Daarna zijn er vier consulten van klaagster bij de endocrinoloog geweest en is klaagster nog een keer door verweerder gezien. Verweerder heeft toen nader onderzoek voorgesteld. Klaagster stemde hier niet mee in. De consulten bij de endocrinoloog zijn beëindigd waarbij door de endocrinoloog in het dossier is aangegeven dat er geen gastro-intestinale klachten waren. Daarna vonden er twee consulten van klaagster bij verweerder plaats waarbij de klachten opnieuw zijn besproken en door verweerder nader onderzoek is geadviseerd. Dit onderzoek is door klaagster geweigerd. Klaagster is door verweerder verwezen naar een endocrinoloog en later naar een MDL-arts en diëtist. Klaagster verwijt verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met c.q. is tekortgeschoten in hetgeen van een behoorlijk handelend arts mag worden verwacht. In het bijzonder verwijt klaagster verweerder dat hij: 1. zich tot driemaal toe grensoverschrijdend heeft gedragen; 2. een verwijtbare vertraging in de behandeling heeft veroorzaakt; 3. zijn beroepsgeheim heeft geschonden door een persoonlijke brief over klaagster te sturen naar beoogd opvolgend nefroloog. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het beroep van klaagster beperkt zich tot het tweede klachtonderdeel dat gaat over de vertraging in de behandeling. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-424/DH/DH
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:81
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. De kwaliteit van de dienstverlening door verweerder is ondermaats geweest. Verweerder heeft in een periode van vier maanden geen werkzaamheden verricht, terwijl klaagster dat wel mocht verwachten. Niet kan worden uitgegaan van de stelling dat verweerder in de tussentijd al een conceptdagvaarding per post had verzonden. Verweerder is ook niet transparant geweest in de werkzaamheden die hij voor klaagster zou uitvoeren. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:91 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-481/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:91
Raadsbeslissing. Verzetschrift is door klaagster te laat ingediend wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van haar verzet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-758/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:98
Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. De inhoud van de brief van verweerder aan klagers is buiten proportie. De aanleiding voor de brief is geen toereikende rechtvaardiging voor de gebruikte zware bewoordingen, de dreigementen en de ernstige, maar klaarblijkelijk ongefundeerde beschuldigingen. Verder mag een advocaat niet zonder het te verifiëren aan een wederpartij schrijven dat er bij de politie aangifte van een strafbaar feit is gedaan. Klacht deels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:110 Hof van Discipline 's Gravenhage 230078
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:110
Klaagster is een onderneming. Verweerder was lange tijd de vaste advocaat van klaagster. Na het aftreden van de toenmalig bestuurder en het aantreden van diens zoon als nieuwe bestuurder, heeft de nieuwe bestuurder vragen aan verweerder gesteld over de door verweerder aan klaagster gestuurde facturen. De raad heeft de klacht van klaagster niet-ontvankelijk / ongegrond verklaard. Klaagster heeft hiertegen beperkt hoger beroep ingesteld. Hoger beroep verweerder te laat. Het beroep van klaagster slaagt ten aanzien van de niet-ontvankelijkverklaring als gevolg van te laat klagen. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat voor de aanvang van de verjaringstermijn derhalve niet de datum waarop de brief (destijds) door klaagster is ontvangen of had moeten zijn ontvangen bepalend is, maar het moment waarop klaagster bekend werd met het feit dat verweerder, bij navraag, onjuiste informatie had gegeven. Daarmee werd klaagster op een later moment (als gevolg van een dekenklacht) bekend geworden. Dit leidt overigens niet tot een gegrondverklaring van de klacht. Klaagster heeft verweerder veelvuldig bestookt met een veelheid aan vragen over het verleden, die hun oorzaak vinden in het niet op orde zijn van de interne administratie van klaagster. Onder die omstandigheden past het niet verweerder op een mogelijke onjuiste feitelijke mededeling ter zake tuchtrechtelijk aan te spreken. Bekrachtiging beslissing van de raad voor het overige. Klachten niet-ontvankelijk/ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:92 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-594/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:92
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-892/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:99
Raadbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft het ouderschapsplan te onbepaald geformuleerd ten aanzien van zowel de ingangsdatum van de alimentatieplicht als de opschortende voorwaarde. Hierdoor is tussen partijen onduidelijkheid ontstaan die eenvoudig te voorkomen was geweest. Bovendien moeten afspraken dusdanig worden vastgelegd dat incassomogelijkheden bestaan in geval van niet-nakoming door één van de partijen. Klacht gegrond. Kernwaarde deskundigheid geschonden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-669/DH/DH
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:77
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door aan de (advocaat van) de wederpartij van klager meer mede te delen dan enkel het bericht dat hij niet langer voor klager optreedt. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:111 Hof van Discipline 's Gravenhage 230226
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:111
Klacht tegen advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Anders dan de raad merkt het hof nog op dat de uitlatingen van verweerder op hun eigen merites moeten worden beoordeeld en de beoordeling daarvan niet afhankelijk is van de wellicht scherpe uitlatingen aan de zijde van klager. Verweerder heeft er als advocaat (van de wederpartij) voor te waken dat het conflict verder escaleert. Hoger beroep klager slaagt niet. De mededeling van verweerder over de schriftelijke aanwijzing was niet onjuist, maar eerder niet volledig. Hoewel het verweerder had gesierd om melding te maken van het feit dat de schriftelijke aanzegging inmiddels was ingetrokken, acht het hof het achterwege laten daarvan niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daarnaast is het hof met de raad van oordeel dat de woordkeuze 'misbruik' niet de meest gelukkige woordkeuze is geweest, maar dat gelet op de context waarin het is gebruikt, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De uitlatingen van verweerder zijn bovendien niet onnodig grievend geweest en voldoende duidelijk is dat verweerder de bewoordingen van zijn cliënt heeft aangehaald. Ook het gebruik van het woord mishandeling is niet onjuist en evenmin zodanig kwetsend dat verweerder zich daarvan had moeten onthouden. Bevestiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-601/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:93
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:46 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-759/DH/RO/D
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 04-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:46
Dekenbezwaar. Verweerster is ook na een eerder opgelegde voorwaardelijke schorsing in gebreke gebleven om de deken tijdig te informeren over de voortgang van het opgelegde coachingstraject. Het mocht, gelet op de uitspraak van het hof van discipline, van verweerster worden verwacht dat zij voortvarend aan de slag zou gaan met het coachingstraject en dat zij in ieder geval tijdig zou voldoen aan de verzoeken van de deken. Ook bij het aanleveren van de financiële kengetallen heeft verweerster niet tijdig gereageerd. Illustrerend is ook de (on)bereikbaarheid van verweerster in deze tuchtprocedure geweest. Laatste kans tot verbetering. Voorwaardelijke schorsing van 26 weken met een kantoororganisatiecoach als bijzondere voorwaarde.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-684/DH/DH
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:78
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een huurgeschil. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder de zitting niet goed heeft voorbereid. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door geen hoger beroep in te stellen tegen het vonnis, omdat klagers uitdrukkelijk hadden laten weten dat verweerder niet meer voor hen mocht optreden. Niet gebleken dat verweerder ondeskundig is in het huurrecht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-098/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:100
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-897/AL/OV
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:94
Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft zich in zijn conclusie van antwoord niet onnodig grievend uitgelaten. Een advocaat hoeft in een processtuk niet nadrukkelijk te vermelden dat het niet zijn eigen mening is, maar die van zijn cliënt die hij daarin verwoordt. Denkbaar is dat bepaalde stellingen van een cliënt van dien aard zijn, dat een advocaat daar in zijn bewoordingen nadrukkelijk afstand van moet nemen, maar daarvan is hier geen sprake. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-703/DH/RO
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:79
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder is zijn toezegging om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie in te dienen, niet nagekomen waardoor de alimentatie niet al in augustus 2022 is verlaagd, maar pas vanaf september 2022. Verweerder is tekortgeschoten in het nakomen van zijn contractuele verplichting om een bindend adviesprocedure bij de Geschillencommissie Advocatuur mogelijk te maken, zoals in zijn algemene voorwaarden is opgenomen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:107 Hof van Discipline 's Gravenhage 240021 en 240022
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:107
Hoger beroep van verweerder te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. Het hof stelt de ingangsdatum van de door de raad opgelegde schorsing vast.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-530/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:95
Klacht van advocaat over andere advocaat. Klacht over rechtstreeks benaderen van de wederpartij en over uitlatingen van verweerder over klaagster zijn gegrond. De raad heeft geoordeeld dat dit handelen in beginsel de oplegging van een maatregel rechtvaardigt. De raad houdt er echter rekening mee dat de behandeling van deze klacht erg lang heeft geduurd. Gelet op deze omstandigheid zal de raad volstaan met de (gedeeltelijke) gegrondverklaring van de klacht en geen maatregel opleggen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6174
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 16-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:88
Deels gegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster was onder behandeling bij een GGZ instelling in verband met PTSS. Voor de medicamenteuze ondersteuning kwam zij bij de psychiater in behandeling. Naast de medicatie heeft klaagster ook een (geneeskundige) verklaring gevraagd over haar behandeling/medicatie in verband met een lopende strafzaak waarin zij benadeelde partij is. Over deze verklaring is tussen klaagster en de psychiater wrijving ontstaan. Zij heeft hierover een klacht ingediend bij GGZ instelling. Daarna is de behandeling beëindigd tegen de wil van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater onder meer onheuse bejegening ten aanzien van de gevraagde brief en onrechtmatige opzegging van de behandelovereenkomst. De klacht over de beëindiging van de behandelovereenkomst is gegrond verklaard. Het college begrijpt dat op medisch-inhoudelijke gronden de behandelingsovereenkomst met klaagster is beëindigd, maar de wijze waarop de psychiater de beëindiging van de behandelovereenkomst heeft vormgegeven is niet voldoende zorgvuldig. Het had op de weg van de psychiater, tevens regiebehandelaar, gelegen om hierover zelf een persoonlijk gesprek met klaagster te organiseren. De overige klachtonderdelen worden afgewezen. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 230376
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:108
Beklag art. 13. Deken heeft op juiste gronden het verzoek van klager om toewijzing van een advocaat heeft afgewezen. Voor het doen van een aangifte is geen verplichte bijstand van een advocaat nodig. De deken heeft in haar afwijzende beslissing van 6 december 2023 er verder terecht op gewezen dat klager zo nodig hulp kan inroepen van een (niet) jurist of een andere gemachtigde bij het doen van aangifte. Artikel 13 Advocatenwet biedt dan ook geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek van klager. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-661/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:96
Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerster in strijd met de waarheid heeft gesteld dat zij bepaalde stukken van klager, de wederpartij van haar cliënte, niet had ontvangen. De raad acht dat onzorgvuldig, mede omdat de rechtbank klager had veroordeeld om op straffe van een hoge dwangsom (onder meer) die stukken te overleggen. In het voordeel van verweerster houdt de raad er rekening mee dat zij niet eerder door de tuchtrechter in veroordeeld. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden, is de raad van oordeel dat het opleggen van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-778/DH/RO
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:80
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft nagelaten bewijsstukken die voor klager belangrijk waren in te dienen bij het gerechtshof. Ook heeft verweerder nagelaten om klagers medische onderbouwing aan de verzekeraar te sturen en de vragen van klager te beantwoorden, ondanks vele herinneringen. Verweerder heeft op geen moment gereageerd op de ingediende tuchtklacht. Mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder legt de raad de maatregel van schrapping op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A23023/5641
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 16-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:89
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft klager in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de eerder gestelde diagnose Autismespectrumstoornis bevestigd en dat in een gesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager verwijt de psychiater dat zij een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en die hem schade heeft berokkend en dat de psychiater hem tijdens het gesprek onheus heeft bejegend. Het college heeft geen aanwijzingen dat het onderzoek van de psychiater onzorgvuldig is geweest; de diagnose kon uit haar bevindingen volgen. Het college kan niet vaststellen dat klager onheus is bejegend. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 230176
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:109
Klacht tegen advocaat wederpartij. De advocaat van de man wordt verweten in een procedure over het gezag van de dochter een tweetal verklaringen van een psycholoog van de man in het geding te hebben gebracht terwijl zij wist dat voor een van de verklaringen de psycholoog door het regionaal medisch tuchtcollege is berispt. Het hof volgt de raad dat het (ongeclausuleerd) overleggen van de verklaringen waarin grievende uitlatingen over de vrouw staan, onnodig waren. De belangen van klaagster zijn daardoor nodeloos geschaad. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-163/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:97
Voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Klaagster wordt in een aantal klachten kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat die klachten het algemeen belang betreffen en de deken daarover alleen kan klagen. Overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:103 Hof van Discipline 's Gravenhage 240029
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:103
Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:104 Hof van Discipline 's Gravenhage 230151
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:104
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder mocht niet optreden in een geschil tegen klaagster over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door een advocaat die later zijn kantoorgenoot is geworden. In de opdrachtbevestiging had die advocaat de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat het verweerder als huidige kantoorgenoot van de advocaat die destijds de overeenkomsten had opgesteld, ook niet vrij stond om tegen klaagster op te treden. Toen verweerder op hoogte raakte van de verplichting van zijn kantoorgenoot had hij zich moeten terugtrekken om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Bekrachtiging.