ECLI:NL:TAHVD:2024:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 230376

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2024:108
Datum uitspraak: 12-04-2024
Datum publicatie: 16-04-2024
Zaaknummer(s): 230376
Onderwerp: Aanwijzing, subonderwerp: Artikel 13 Advocatenwet: aanwijzing van een advocaat
Beslissingen: Beklag
Inhoudsindicatie: Beklag art. 13.  Deken heeft op juiste gronden het verzoek van klager om toewijzing van een advocaat heeft afgewezen. Voor het doen van een aangifte is geen verplichte bijstand van een advocaat nodig. De deken heeft in haar afwijzende beslissing van 6 december 2023 er verder terecht op gewezen dat klager zo nodig hulp kan inroepen van een (niet) jurist of een andere gemachtigde bij het doen van aangifte. Artikel 13 Advocatenwet biedt dan ook geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek van klager. Beklag ongegrond. 


    Beslissing van 12 april 2024 in de zaak 230376
    
    naar aanleiding van het beklag van:

    klager
    


    tegen:


     
    de deken


1    HET BEKLAG 

1.1    Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen met zijn beslissing van 6 december 2023. Klager heeft op 11 december 2023 een beklag tegen de beslissing van de deken ingediend bij het Hof van Discipline (hierna: het hof). Klager heeft op 15 januari 2024 zijn beklagschrift aangevuld. 


2    DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

2.1    Het beklag van klager van 11 december 2023 is op 13 december 2023 ontvangen door de griffie van het hof en de aanvulling op het beklag van 15 januari 2024 is op 22 januari 2024 ontvangen. 

2.2    Verder bevat het dossier het verweer van de deken van 1 februari 2024 met bijlagen. 

2.3    Het hof heeft het verzoek in raadkamer behandeld op basis van de stukken uit het dossier. 


3    FEITEN

Het hof stelt de volgende feiten vast.

3.1    Klager heeft op 9 november 2023 de deken aangeschreven met het verzoek tot toewijzing van een advocaat omdat hij bijstand nodig heeft bij “het hapklaar maken van een aangifte” en om zich “juridisch te weren tegen personen (een tiental) oa. Pseudoafperser O. .(..)”.  

3.2    Op 22 november 2023 heeft de deken klager naar aanleiding van zijn brief van 9 november 2023 als volgt bericht: 

“Bij brief van 9 november 2023, ontvangen op 13 november 2023, schrijft u de deken aan in verband met het feit dat u geen advocaat kunt vinden die u wil helpen zich juridisch te verweren tegen een tiental personen die wonen en verblijven aan de [..] nrs. 14, 16bis, 18 en 20. Hun doel is, zo schrijft u, met allerlei soorten van geweld u uit het pand [..]-16 te verwijderen. 

Op grond van artikel 13 Advocatenwet kan de deken een advocaat aanwijzen, indien is 
voldaan aan de volgende voorwaarden:
a de rechtzoekende moet er aantoonbaar niet in zijn geslaagd om zelf een advocaat 
te vinden om hem of haar bij te staan;
b het moet gaan om een kwestie waarbij bijstand/vertegenwoordiging door een 
advocaat verplicht is;
c de zaak moet dienen in het arrondissement [..];
d de deken moet er van overtuigd zijn dat u voldoende belang bij de zaak heeft.

Gelet op deze wettelijke voorwaarden verzoek ik u mij een kopie van de brieven waaruit blijkt dat u een ontruiming van uw woning aan de [..] is aangezegd dan wel andere schriftelijke informatie die voor de beoordeling van uw verzoek van belang kan zijn (..)” 

3.3    Bij brief van 29 november 2023 heeft klager de deken laten weten een tweetal advocaten te hebben benaderd, te weten mr. S. en mr. B. (het hof begrijpt: mr. B.). Beide advocaten zouden klager hebben medegedeeld dat zij niets voor hem te kunnen betekenen. Verder licht klager nogmaals de reden toe voor het inschakelen van een advocaat. Hij schrijft dat hij de bijstand van een advocaat nodig heeft om “strafbare feiten / dan wel mogelijke strafbare feiten te rubriceren/in kaart te brengen/hapklaar te maken tbv het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar.”

3.4    Op 6 december 2023 heeft de deken klager hierop als volgt bericht: 

“U wilt aangifte doen van strafbare feiten door derden. 

Voor deze procedure geldt dat bijstand van een advocaat of vertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht is. Voor een aanwijzing op grond van art. 13 Advocatenwet is dat wel een vereiste. U kunt zich namelijk ook laten bijstaan door een jurist (niet-advocaat) of een sociaal raadsman/vrouw. 

Ik zie op basis van de door u verstrekte informatie dan ook geen rol weggelegd voor de deken [..] en zal niet overgaan tot aanwijzing van een advocaat”.


4    BEOORDELING

Beklag

4.1    Klager is het niet eens met de beslissing van de deken om hem geen advocaat toe te wijzen. Het hof begrijpt het beklag van klager zo dat het klager tot op heden niet is gelukt om een advocaat te vinden die hem wil bijstaan bij het doen van aangifte en dat hij om die reden de deken heeft gevraagd om hierin te bemiddelen. 

Verweer deken

4.2    De deken verweert zich als volgt. Voor het doen van aangifte is geen verplichte bijstand van een advocaat noodzakelijk en klager kan zich laten bijstaan door een (niet) jurist of een andere gemachtigde. Artikel 13 Advocatenwet biedt geen grondslag voor de toewijzing van het verzoek van klager. Gelet hierop verzoekt de deken het hof om het beklag van klager ongegrond te verklaren. 

Toetsingskader

4.3    Op grond van artikel 13 Advocatenwet kan een rechtzoekende die niet (tijdig) een advocaat bereid vindt hem bij te staan in een zaak waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven of bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, zich wenden tot de deken met het verzoek een advocaat aan te wijzen. De deken kan een verzoek op grond van dit artikel alleen wegens gegronde redenen afwijzen. Een dergelijke reden kan onder meer bestaan indien de door klager gewenste procedure geen verplichte procesvertegenwoordiging kent, of indien de procedure geen redelijke kans van slagen heeft.

Beoordeling

4.4    Wat er van de beklaggrond zij, het hof overweegt dat de deken op juiste gronden het verzoek van klager om toewijzing van een advocaat heeft afgewezen. Voor het doen van een aangifte is geen verplichte bijstand van een advocaat nodig. De deken heeft in haar afwijzende beslissing van 6 december 2023 er terecht op gewezen dat klager zo nodig hulp  kan inroepen van een (niet) jurist of een andere gemachtigde bij het doen van aangifte. Artikel 13 Advocatenwet biedt dan ook geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek van klager. 

4.5    Het hof zal het beklag dan ook ongegrond verklaren. 


5    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van 6 december 2023 van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam ongegrond. 

Deze beslissing is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, voorzitter, mrs. B.J.R. van Tongeren en Chr. H. van Dijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Bor, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2024.

griffier     voorzitter

De beslissing is verzonden op 12 april 2024