ECLI:NL:TADRAMS:2024:65 Raad van Discipline Amsterdam 24-107/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2024:65
Datum uitspraak: 08-04-2024
Datum publicatie: 18-04-2024
Zaaknummer(s): 24-107/A/A
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen: Voorzittersbeslissing
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft gehandeld binnen de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam
van 8 april 2024 
in de zaak 24-107/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klaagsters

over:

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 15 februari 2025 met kenmerk 2249528/JS/AS digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4. Tevens heeft de voorzitter kennisgenomen van de namens klaagsters nagezonden stukken van 29 februari 2024. 

1    FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1    Klaagsters zijn aandeelhouders van Scotty Technologies B.V. ( hierna: ST).
1.2    Sideshore6 B.V. (hierna: S6) is ook aandeelhouder van ST. 
1.3    Enig aandeelhouder van S6 is de heer RH (hierna: RH).
1.4    Tussen klaagsters en S6/RH is een geschil ontstaan. Dit geschil ziet op de betrouwbaarheid van RH. 
1.5    Verweerder staat in dit geschil RH bij. 
1.6    Op 26 juni 2023 heeft een vergadering van aandeelhouders (hierna: AvA) van ST plaatsgevonden. Namens klaagsters waren hierbij hun vertegenwoordigers aanwezig. Namens klaagster 1  was dit onder andere de heer SvB, namens klaagster 2 betrof dit de heer S en namens klaagster 3 was de heer RB aanwezig. Namens S6 was RH aanwezig, vertegenwoordigd en bijgestaan door verweerder als zijn advocaat. 
1.7    Op 27 juni 2023 zijn de concept notulen van de AvA door de heer S rondgestuurd aan betrokkenen. In punt 10 van de concept notulen staat, voor zover relevant: 
“Wat betreft het boek “Zonder jou besta ik niet” voegt [de heer RB] nog toe dat ons een aantal van de vrouwen bekend is en dat hij het afschuwelijk vindt wat is gebeurd.
Desgevraagd door [de heer SvB] zegt [RH] dat er verder, behalve [mevrouw D], geen vrouwen zijn van wie [de heer RH] heeft geleend en waarvan [ST] enigerlei last zou kunnen krijgen. Helemaal niemand, aldus RH.” 
1.8    Op 30 juni 2023 heeft verweerder een aangepaste versie van de notulen teruggestuurd aan de heer S. Het onderwerp van het bericht is: “aangepaste notulen AVA d.d. 26 juni 2023, [ST]”. In het begeleidende e-mailbericht schrijft verweerder, voor zover relevant: “Hierbij zend ik U de aanpassingen van de concept notulen (…)”.
1.9    In punt 10 van de door verweerde gestuurde aangepaste notulen staat, voor zover relevant:  
“Wat betreft het boek “Zonder jou besta ik niet” voegt [de heer RB] nog toe dat ons een aantal van de vrouwen bekend is en dat hij het afschuwelijk vindt wat is gebeurd.
Desgevraagd door [de heer SvB] zegt [RH] dat er verder, behalve [mevrouw D], geen vrouwen zijn van wie [de heer RH] heeft geleend en waarvan [ST] enigerlei last zou kunnen krijgen. Het betreft privé aangelegenheden. Het treft helemaal niemand, aldus [RH].”  
1.10    De door verweerder toegevoegde zin in punt 10 “het betreft privé aangelegenheden” is rood gemarkeerd, evenals enkele overige door verweerder aangebrachte aanvullingen op het concept. De door verweerder in punt 10 toegevoegde zin: “Het treft helemaal niemand” is niet rood gemarkeerd. 
1.11    Op 12 juli 2023 hebben klaagsters bij de deken een klacht ingediend over verweerder

2    KLACHT
2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klaagsters verwijten verweerder dat hij in de  concept notulen van 30 juni 2023 heimelijk een relevante wijziging heeft aangebracht door de tekst “Helemaal niemand, aldus RH.” te veranderen in “Het treft helemaal niemand, aldus RH.” 

3    VERWEER
3.1    Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

4    BEOORDELING
4.1    De onderhavige klacht is gericht tegen de advocaat van de wederpartij. De voorzitter stelt bij de beoordeling van een klacht tegen de advocaat van de wederpartij voorop dat de advocaat partijdig is bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt. Daarbij hanteert de voorzitter de maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem in overleg met zijn cliënt passend voorkomt. Deze vrijheid is echter niet absoluut. Deze vrijheid kan onder meer worden ingeperkt doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag stellen waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel.
4.2    Klaagsters verwijten verweerder dat hij op heimelijke wijze een aanpassing heeft aangebracht in de door hem op 30 juni 2023 verstuurde notulen. De door hem onder punt 10 aangebrachte wijzing “het betreft privéaangelegenheden” was weliswaar rood gemarkeerd, maar ook in de zwarte – schijnbaar ongewijzigde – tekst bleek door verweerder een wijziging te zijn aangebracht. Het gaat hierbij om de woorden: “Het treft” in de zin: “Het treft helemaal niemand, aldus RH.” “Het treft helemaal niemand” heeft volgens klaagsters een wezenlijk andere betekenis dan “Helemaal niemand” zoals in de oorspronkelijke conceptnotulen stond vermeld. Ter onderbouwing van hun klacht voeren klaagsters aan dat er problemen met ST waren. Deze problemen zagen op de onbetrouwbaarheid van RH, waardoor ST moeite had om nieuwe investeringen aan te trekken en de nieuwe investeerders wegliepen. Gelet op het achterliggende geschil over deze betrouwbaarheid van DH, is het extra kwalijk dat verweerder nu juist deze zinssnede heimelijk heeft willen doorvoeren. Hiermee heeft verweerder de leugen van RH willen ontkrachten en heeft hij niet integer en laakbaar gehandeld, aldus klaagsters. 
4.3    Op grond van de inhoud van het klachtdossier stelt de voorzitter vast dat verweerder, nadat hij hiertoe door mr. S in de gelegenheid was gesteld, wijzigingen heeft aangebracht in de conceptnotulen. Afgezien van de door verweerder toegevoegde zin “Het treft helemaal niemand” heeft verweerder zijn aanpassingen van een rode markering voorzien. De conclusie van klaagsters dat verweerder (daarom) de zin “Het treft helemaal niemand” op “heimelijke wijze” zou hebben veranderd, volgt de voorzitter niet. Het niet rood markeren van deze door verweerder toegevoegde zin is (hooguit) slordig, maar dit levert geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op. Zoals verweerder ook genoegzaam heeft aangevoerd, had hij de wijzigingen toegezonden in een reactie op de aan hem toegestuurde conceptnotulen. De (oorspronkelijke) conceptnotulen waren daarbij nog steeds voor een ieder leesbaar en inzichtelijk. Door de oorspronkelijke concepttekst naast de door verweerder gewijzigde tekst te houden, kon er een vergelijk worden gemaakt. Van het door verweerder heimelijk veranderen is dan ook geen sprake. Daarbij was het, gelet ook op de inhoud en het onderwerp van het begeleidende mailbericht van 30 juni 2023, duidelijk dat het door verweerder (na overleg met zijn cliënt) aangebrachte aanpassingen betroffen. Van een definitieve versie van de notulen was dan ook (nog) geen sprake. 
4.4    Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder gehandeld binnen de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid en is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake. De voorzitter komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond is. 

BESLISSING
De voorzitter verklaart: 
de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. W. Aardenburg, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken in het openbaar op 8 april 2024.


Griffier         Voorzitter


Verzonden op: 8 april 2024