Zoekresultaten 2651-2700 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:90 Hof van Discipline 's Gravenhage 240023 240060

    Twee beklagzaken na afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat in samenhangende zaken ongegrond. In de eerste zaak had de deken een advocaat aangewezen, die zich heeft teruggetrokken. Klager meent ten onrechte dat de deken een tweede advocaat dient aan te wijzen vanwege vermeende ondeskundigheid van de aangewezen advocaat. In de tweede zaak heeft klager zelf een advocaat bereid gevonden om het door klager gewenste hoger beroep in te stellen, zodat klager bij dit beklag geen belang heeft.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:91 Hof van Discipline 's Gravenhage 230269D

    Het hof bepaalt na intrekking van het hoger beroep de ingangsdatum van de in eerste aanleg opgelegde schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:92 Hof van Discipline 's Gravenhage 240004

    Hoger beroep tegen een tussenbeslissing van de raad niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/728883 / DW RK 23/34 MdV/RH

    De gerechtsdeurwaarder heeft zich inhoudelijk met het geschil bemoeid. De tuchtkamer acht dit onverstandig maar in het onderhavige geval is het niet zodanig dat geroodeeld moet worden dat hij tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:93 Hof van Discipline 's Gravenhage 240044

    Appelverbod. Nu de door klager aangevoerde gronden uitsluitend zien op de inhoudelijke beoordeling van de zaak en niet raken aan fundamentele rechtsbeginselen, wordt het appelverbod niet doorbroken. Beroep klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5906

    Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg/genderchirurg. Klager is onder behandeling voor genderdystrofie. Door de plastisch chirurg is een phalloplastiek en verlenging van de urethra uitgevoerd. Klager verwijt de chirurg onvoldoende zorg rond de aangebrachte kathether, inadequate pijnbestrijding, negeren van klachten, onvoldoende bijhouden van het medisch dossier en op meerdere momenten onvoldoende of ondeugdelijke zorgverlening. Het college oordeelt dat de plastisch chirurg zeer regelmatig en waar nodig tijdig de katheter vervangen. Het is niet aannemelijk geworden, gelet op de frequente behandelcontacten, dat hij klachten van klager heeft genegeerd of onderschat. Het is voorts niet vast komen te staan, ondanks het horen van verschillende getuigen, dat klager bij ontslag na een operatie geen extra katheterzak en pijnstillers heeft meegekregen. Het medisch dossier is beknopt maar geeft in voldoende mate inzicht in het medisch beloop. Verder kan de plastisch chirurg niet verantwoordelijk worden gehouden voor zorg waar hij niet bij betrokken is geweest of verantwoordelijk voor was. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:94 Hof van Discipline 's Gravenhage 230038

    Klacht over dienstverlening door eigen advocaat. De raad heeft twee klachtonderdelen gegrond bevonden met oplegging waarschuwing. In het hoger beroep van klager tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen verklaart het hof nog een klachtonderdeel gegrond. Verweerder heeft klager te lang en te veel beloftes gedaan die hij niet kon nakomen over toezending van een concept-memorie. De gegrond verklaarde klachtonderdelen vertonen zodanige samenhang dat het hof de opgelegde waarschuwing handhaaft. Voor het overige volgt bekrachtiging.

  • Het accountantskantoor waaraan betrokkenen zijn verbonden, is veroordeeld een compensatie aan klagers te betalen. De klacht gaat over de financiële overzichten die een rol hebben gespeeld in de procedure bij het gerechtshof over het bepalen van de hoogte van deze compensatie. Volgens klagers hebben betrokkenen de ingeschakelde deskundige bewust onjuist c.q. misleidend geïnformeerd. Met name de posten onderhanden werk en voorziening debiteuren spelen daarbij een rol. Ook hebben klagers enkele klachten over andere posten in de jaarrekeningen van de accountantsorganisatie. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:88 Hof van Discipline 's Gravenhage 230140

    Klacht tegen eigen advocaat. Beroep verweerder slaagt. Klacht in zijn geheel ongegrond. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder niet kan worden verweten dat hij de zaak van klager onvoldoende voortvarend heeft behandeld en dat hij onvoldoende met klager heeft gecommuniceerd over de voortgang van de zaak of zaken die de voortgang belemmerden. Vernietiging beslissing raad en proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5244

    Psychotherapeut. Klacht: a) medisch dossier niet correct bijgehouden, b) documenten in dossier die klaagster niet kent, c) frustreren tuchtprocedure door niet verstrekken gespreksaantekeningen, d) in dossier ontbreken tussentijdse evaluaties, behandelovereenkomst en gespreksverslagen, e) behandeling niet conform gedragsregels afgewikkeld, f) behandeling had eerder moeten worden overgenomen door multidisciplinair team, g) geen gestructureerde en zorgvuldige dossieropbouw.College: b, d en e gegrond. Behandelplan moet worden besproken en voorgelegd voor akkoord. Omdat klaagster vaker na stoppen therapie toch wilde voortzetten, had verweerster hierover duidelijker moeten communiceren en bedoeling moeten achterhalen. Niet zorgvuldig gehandeld door sluiten dossier zonder bericht vooraf en zonder evaluatie behandeling. Gespreksaantekeningen onderdeel dossier. Niet gebleken dat verweerster tuchtprocedure heeft willen frustreren. Overige ongegrond.Maatregel: betrokken psychotherapeut, intensief behandeltraject, complexe problematiek. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5749

    Klacht tegen een huisarts die bij klaagster een koperspiraal geplaatst heeft. Klaagster is ondanks deze spiraal zwanger geworden. Klaagster verwijt de huisarts dat de spiraal mogelijk niet goed geplaatst was en dat er niet na zes weken een controle is gedaan. Klaagster verwijt de huisarts ook dat de nazorg na ontdekking van de zwangerschap onvoldoende was. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5846

    Gz-psycholoog. Klacht IGJ: strijd met zorgplicht door vriendschappelijke en vervolgens intieme (seksuele) relatie met cliënt tijdens zorgrelatie, althans zonder afkoelingsperiode.College: relatie met cliënt staat vast, alleen verschil van mening of tijdens behandelrelatie of kort na beëindigen behandelrelatie zonder afkoelingsperiode. Relatie tijdens nazorgtraject. Tijdens nazorgtraject ook behandelrelatie. Gegrond.Maatregel: Gezien ernst seksueel grensoverschrijdend gedrag schorsing uitgangspunt. Meegewogen: gz-psycholoog wist dat ze geen relatie mocht aangaan, regiebehandelaar, relatie aan niemand verteld, geven openheid uit eigenbelang, gz-psycholoog in therapie gegaan, openheid in procedure, huidige werkgever geïnformeerd, professionele inzichten uit therapie mager, kans op herhaling niet uitgesloten, wederom werkzaam met kwetsbare cliënten. Voorwaardelijke schorsing van één jaar met proeftijd van twee jaren. Publicatie in algemeen belang.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6451

    Een collega van de huisarts heeft bij klaagster een koperspiraal geplaatst. Klaagster is na vijf weken en vier dagen bij de huisarts op consult gekomen met klachten van aanhoudend vaginaal bloedverlies. Zij vroeg zich af of ze moest afwachten of de koperspiraal moest vervangen door een hormoonspiraal. De huisarts heeft klaagster geadviseerd nog een maand af te wachten of de klachten zouden verminderen. De huisarts heeft geen inwendig onderzoek gedaan. Klaagster is ondanks de spiraal zwanger geworden. Klaagster verwijt de huisarts dat de spiraal mogelijk niet goed geplaatst was en dat niet na zes weken een controle is gedaan. Klaagster verwijt de huisarts ook dat de nazorg na ontdekking van de zwangerschap onvoldoende was. Het college overweegt dat de huisarts een inwendig onderzoek (of nadere afspraken daarover) niet achterwege had mogen laten. De klacht is in zoverre gegrond. Volgt waarschuwing en (anonieme) publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5258

    Verwijt aan huisarts dat zij in het kader van zorgverlening in een hospice onvoldoende informatie over palliatieve sedatie heeft gegeven, onjuiste diagnoses heeft genoemd en tekortgeschoten is in communicatie, begeleiding, opvang en medisch handelen. Eigen verantwoordelijkheid om te informeren en te verifiëren of de informatie begrepen is. Onvoldoende uitleg over de aard van het lijden en waarom continue sedatie nodig was. Niet geverifieerd of toestemming voor palliatieve sedatie gegeven was. Besluit tot palliatieve sedatie niet gedragen door klinisch beeld. Communicatie en dossiervoering onvoldoende. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:84 Hof van Discipline 's Gravenhage 230105

    Klacht tegen advocaat wederpartij over gevoerde correspondentie. Verweerder heeft schoonfamilie van klager gemaild met verzoek om informatie. In dat bericht heeft hij vertrouwelijke en gevoelige informatie over klager opgenomen en niet duidelijk gemaakt dat hij niet de advocaat van klager, maar de advocaat van de wederpartij was. De raad achtte dit klachtonderdeel gegrond en een ander klachtonderdeel ongegrond. Dat laatste ging over een bericht van verweerder aan de advocaat van klager, dat de raad desondanks wel als ‘ongepast, niet respectvol en ongevoelig’ gekwalificeerde. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad op beide klachtonderdelen. Het hof acht beide klachtonderdelen gegrond en verzwaart de opgelegde maatregel (berisping) tot vier weken voorwaardelijke schorsing, mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4921

    Huisarts wordt verwijten gemaakt die verband houden met een AMK-melding, de zorg aan en inzage in het medisch dossier van de minderjarige dochter van klager, het gezag van klager over zijn dochter, het medisch dossier van klager en het beroepsgeheim. Geen mogelijkheid in wet BIG voor indienen pro forma klaagschrift. Klacht grotendeels verjaard en voor het overige deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:86 Hof van Discipline 's Gravenhage 230119

    Klacht tegen eigen (voormalig) advocaat in een familierechtzaak. Bekrachtiging beslissing raad. Niet het handelen (of nalaten) van verweerder is de oorzaak geweest van het niet tot stand komen van een omgangsregeling tussen klager en zijn dochter, maar de gebeurtenis(sen) tussen klager en zijn dochter. Kennelijk wilde de dochter klager niet meer zien. Ook de door klager overgelegde geluidsopname tussen klager en zijn dochter werpt geen ander licht op de zaak. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4922

    Huisarts wordt verwijten gemaakt die verband houden met een AMK-melding, de zorg aan en inzage in het medisch dossier van de minderjarige dochter van klager, het gezag van klager over zijn dochter, het medisch dossier van klager en het beroepsgeheim. Geen mogelijkheid in wet BIG voor indienen pro forma klaagschrift. Klacht grotendeels verjaard en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5725

    Klacht tegen bedrijfsarts kennelijk ongegrond. Klager heeft zich in 2020 ziekgemeld wegens medische klachten. Daarna is klager door verschillende bedrijfsartsen begeleid in het kader van het re-integratieproces. In 2023 is klager een aantal keer bij de bedrijfsarts geweest. Deze heeft meerdere rapportages opgesteld. Het advies was om klager niet te laten re-integreren in eigen werk. Klager was het daar niet mee eens en heeft een second opinion verzocht. De second opinion was sterk afwijkend van het eerdere advies van de bedrijfsarts. Klager maakt de bedrijfsarts verschillende verwijten over het door hem verrichte onderzoek en de door hem opgemaakte rapportages/conclusies. Het college oordeelt dat de bedrijfsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:87 Hof van Discipline 's Gravenhage 230120

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtzaak. Beslissing raad deels bekrachtigd, deels vernietigd. Ten aanzien van het informeren van de huisbankier van klager ziet het hof op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling te komen dan die van de raad. Verweerster heeft door de huisbankier van klager aan te schrijven, naar het oordeel van het hof, op een oneigenlijke wijze getracht om de (financiering van de) verbouwing van klager te voorkomen, althans stil te leggen. Het aanschrijven van de huisbankier was daarmee geen redelijk middel voor het beoogde doel (stoppen van aangekondigde sloopwerkzaamheden). Het hof weegt verder mee dat ten tijde van het informeren van de klagers’ huisbankier, nog geenszins vaststond dat de omgevingsvergunning in strijd met het recht was verleend. Gelet hierop had het op de weg van verweerster gelegen om zich van andere middelen te bedienen om de omgevingsvergunning aan te vechten, dan het aanschrijven van klagers' huisbankier. Met de raad is het hof van oordeel dat de verhouding tussen klager en zijn huisbankier er één is waar verweerster en/of haar cliënten buiten hadden behoren te blijven. Het hof acht om die reden dit klachtonderdeel gegrond. Anders dan de raad heeft geoordeeld is het hof van oordeel dat het weliswaar collegiaal van verweerster was geweest indien zij per omgaande aan de verzoeken van klagers' advocaat had voldaan, maar dat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake is. Verweerster heeft op diverse andere verzoeken wel afschriften van stukken verstrekt, zodat van een onwelwillende houding van verweerster niet kan worden gesproken. Van een patroon is evenmin sprake. In zoverre is de klacht van klager ongegrond. Oplegging maatregel van waarschuwing en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5712

    “Klacht tegen radioloog. Klager verwijt de radioloog dat hij röntgenfoto’s van klagers hand/pols onjuist heeft beoordeeld, waardoor hij een fractuur heeft gemist en klager wellicht blijvend letsel heeft opgelopen.Klacht ongegrond, het missen van de fractuur (scafoid fractuur met perilunate dislocatie) is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.”

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5780

    Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klaagster is in de periode van augustus tot december 2017 meerdere keren gezien door de chirurg in verband met pijnklachten aan haar rechter voorvoet. Na diverse onderzoeken en besprekingen heeft uiteindelijk een onderbeenamputatie plaatsgevonden. Klaagster verwijt verweerder dat een adequate behandeling van haar pijnklachten (te lang) is uitgebleven waardoor een amputatie noodzakelijk werd. Het college oordeelt dat de chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1872

    Klacht tegen cardioloog. De moeder van klaagster, patiënte, is begin 2021 met hartfalen opgenomen op de afdeling hartbewaking van het ziekenhuis waar de cardioloog werkzaam is. In de dagen daarna ontwikkelde zij een flebitis en bleek zij een ischemisch CVA te hebben gehad. Vervolgens werd een stafylokokkeninfectie en een endocarditis vastgesteld. Uiteindelijk is patiënte ruim een maand later in het ziekenhuis overleden. De cardioloog was hoofdbehandelaar in de periodes dat patiënte op de afdeling cardiologie was opgenomen. Klaagster verwijt de cardioloog als hoofdbehandelaar dat er op zijn afdeling geen oog en oor is geweest voor de verslechterende situatie van patiënte (ontbreken van regie) en dat patiënte niet de benodigde verzorging heeft gekregen die de beroerte en het uiteindelijke sterven had kunnen voorkomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1953

    Klacht tegen een uroloog. Klager was sinds 2012 onder behandeling bij de uroloog voor een prostaatcarcinoom. Aanvankelijk is er gekozen voor een afwachtend beleid met regelmatige controles. In 2018 steeg de PSA waarde van klager. Klager is vanaf dat moment ontevreden over de behandeling door de uroloog. Klager kreeg van de uroloog het advies de prostaat operatief te laten verwijderen of radiotherapie (uitwendige bestraling met fotonen) te ondergaan. Klager wilde geen operatie, hormoontherapie of fotonentherapie ondergaan. Hij stond wel open voor protonenbestraling. Protonenbestraling voor deze indicatie is in Nederland niet mogelijk. De uroloog heeft klager in januari 2020 verwezen naar de afdeling orthopedie om te beoordelen of het nemen van een biopt van een laesie in het linkerdijbeen, mogelijk een metastase van het prostaatcarcinoom, noodzakelijk was. Klager is daar verder behandelend door de orthopedisch chirurg. In maart 2021 werd duidelijk dat bij klager sprake was van botmetastasen in het linkerdijbeen. Klager verwijt de uroloog onder meer dat hij: (IV) dat hij de aanbeveling op het scintigram van 27 augustus 2019 en het advies op de PSMA-PET-scan van 6 januari 2020 heeft genegeerd en (V) dat hij klager foutieve informatie heeft verschaft door ‘groen licht’ te geven voor de protonenbehandeling in Praag. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager, dat uitsluitend ziet op de klachtonderdelen IV. en V.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:79 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-696/AL/NN

    Klacht tussen advocaten. Verweerder heeft zonder dat klager dat wist delen van een telefoongesprek opgevangen dat tussen klager en mr. S is gevoerd. Dat gesprek vond toevallig plaats in de werkkamer van verweerder waar verweerder met mr. S in bespreking was over overname van de zaak tegen de client van klager. Verweerder heeft daarna als opvolgend advocaat aan klager een e-mail gestuurd. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met die e-mail, door daarin te refereren aan het telefoongesprek tussen klager en mr. S dat hij onbedoeld heeft meegeluisterd, de onderliggende verhouding met klager op laakbare wijze verstoord en daarbij ook niet integer gehandeld. Verweerder had de keuze om niets te doen met de opgevangen informatie of had klager daarna kunnen bellen voor vertrouwelijk overleg. Voor dit verwijt wordt aan verweerder een berisping opgelegd omdat een kernwaarde is geschonden. De raad heeft daarbij ook rekening gehouden met de opstelling van verweerder richting klager en zijn houding tijdens de zitting van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:63 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-680/DH/RO

    Verweerder is ernstig tekort geschoten in adequate communicatie naar klaagster. Verweerster heeft zich bovendien niet gehouden aan de op haar rustende informatieverplichting. Kernwaarden deskundigheid en integriteit in het geding. De raad constateert – gelet ook op het tuchtrechtelijk verleden – een patroon van onbereikbaarheid en gebrekkige communicatie. Schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1954

    Klacht tegen uroloog (destijds aios urologie). Klager was sinds 2012 onder behandeling bij de supervisor van de aios (zie C2023/1953) voor een prostaatcarcinoom. Aanvankelijk is gekozen voor een afwachtend beleid met regelmatige controles. In 2018 steeg de PSA waarde van klager. Klager is vanaf dat moment ontevreden over de behandeling van de supervisor die klager adviseerde de prostaat operatief te laten verwijderen of radiotherapie (uitwendige bestraling met fotonen) te ondergaan. Klager wilde geen operatie, hormoontherapie of fotonentherapie ondergaan. Hij stond wel open voor protonenbestraling. Protonenbestraling voor deze indicatie is in Nederland niet mogelijk. De aios werd vanaf augustus 2019 tot eind december 2019 bij de behandeling van klager betrokken en zag klager poliklinisch. Klager had pijn in zijn anus en uitstralende pijn in zijn linkerbeen. Er werd een botscan en een MRI gemaakt die uitwezen dat er geen aanwijzingen (relatief lage PSA waarde en een solitaire afwijking in het femur) waren voor metastasen, maar wel dat er mogelijk sprake was van fibreuze dysplasie. Klager verwijt de uroloog onder meer dat hij: (III) dat hij de aanbeveling op het scintigram en het advies op de PSMA-PET-scan heeft genegeerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager, dat uitsluitend ziet op klachtonderdeel III.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:73 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-919/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over andere advocaat wordt kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2067

    Voordracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tot doorhaling vanwege ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van arts. Bij de arts is sprake van vroege remissie bij langdurige chronische verslavingsproblematiek met meermalen recidive, meestal binnen een jaar. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de arts weliswaar op de goede weg lijkt te zijn, maar dat er op het moment van de uitspraak nog onvoldoende tijd is geweest om blootstelling aan de risico’s van verslaving en de kans op terugval in misbruik te kunnen beoordelen. Er is op dat moment onvoldoende vertrouwen om te kunnen stellen dat de verslaving en het daarmee gepaard gaande gedrag dermate onder controle is dat er in de nabije toekomst geen risico zal zijn voor de patiëntveiligheid. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de voordracht toe en legt de MDL-arts de maatregel op van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de MDL-arts inmiddels ruim een jaar aantoonbaar op de goede weg is, vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover de inschrijving van de MDL-arts daarbij is doorgehaald, en zal de MDL-arts enkele aan de uitoefening van het beroep van arts verbonden bevoegdheden ontzeggen. Tevens zal het Centraal Tuchtcollege aan de beroepsbeoefening van de MDL-arts enkele voorwaarden verbinden. Tenslotte gelast het Centraal Tuchtcollege publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:64 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-447/DH/DH

    Gegrond verzet, omdat de voorzitter de klacht te beperkt heeft opgevat. Klacht (alsnog) ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-26

    Dierenarts wordt verweten, in hoofdzaak, tijdens een consult tekort te zijn geschoten in het onderzoek van een hond en dat zij die hond niet tijdig heeft verwezen naar een andere kliniek voor nader (echografisch) onderzoek. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-810/AL/NN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarde deskundigheid gehandeld door klager onjuist te informeren over diens bewijsmogelijkheden in zijn huurgeschil bij de kantonrechter. Daarnaast heeft verweerder, ook tijdens de zitting van de raad, weinig zelfinzicht getoond in het foutieve van zijn handelen. Ook heeft hij de oorzaken van de voor klager negatieve uitkomst van dat geschil vooral maar ten onrechte buiten zichzelf gelegd. Met zijn opstelling, ook tijdens de zitting, heeft verweerder niet integer gehandeld, zoals een behoorlijk advocaat wel zou betamen. Ook al heeft verweerder zich uitgeschreven, het ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen van verweerder noodzaakt tot oplegging van een voorwaardelijke schorsing van 4 weken, waarvan de proeftijd van 2 jaar start na zijn herinschrijving als advocaat.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:74 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-742/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Verweerder heeft klager in de kou laten staan door in meerdere opzichten bijstand te verlenen op een wijze die een behoorlijk handelende advocaat niet betaamt. Het wordt verweerder zwaar aangerekend dat hij door zijn nalatig handelen niet alleen volstrekt onbetamelijk heeft gehandeld ten opzichte van klager, maar ook het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad. De aard en ernst van de klachtwaardige handelwijze van verweerder kwalificeren als schending van de kernwaarden deskundigheid en integriteit en rechtvaardigen dan ook de oplegging van een ingrijpende maatregel. Naast de omstandigheden van deze klachtzaak wordt ook het uitgebreide tuchtrechtelijk verleden van verweerder meegewogen. Hoewel verweerder sinds 1 november 2023 geen advocaat meer is, is in de gegeven omstandigheden een lange onvoorwaardelijke schorsing wel op zijn plaats. Deze maatregel dient immers ook als signaal aan de beroepsgroep dat de klachtwaardige handelwijze van verweerder onaanvaardbaar is en niet zonder gevolgen blijft. Mocht verweerder zich in de toekomst weer als advocaat willen inschrijven op het tableau, is op deze manier bovendien verzekerd dat de desbetreffende Raad van de Orde zich ervan kan vergewissen dat er geen risico meer bestaat voor benadeling van toekomstige cliënten. Schorsing van 52 (tweeënvijftig) weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1986

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klager ontving vanaf eind 2021 (thuis)zorg via de thuiszorgorganisatie waar de verpleegkundige als Regiomanager Zorg werkzaam is.De thuiszorgorganisatie heeft in maart 2023 de dienstverlening aan klager per direct beëindigd. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij ten onrechte eenzijdig zijn zorg heeft beëindigd, waardoor hij in direct gevaar is gekomen. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard omdat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de verpleegkundige persoonlijk niet is gebleken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-474/DH/DH

    Verzet deels gegrond en deels ongegrond. Klacht ongegrond. Het is de raad niet gebleken dat verweerster met het ondertekenen en versturen van een brief vanuit haar functie bij het Huis voor Klokkenluiders het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:75 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-514/AL/GLD

    Raadsbeslissing. De raad heeft vastgesteld dat verweerder op een zitting mededelingen heeft gedaan over de inhoud van een mediationgesprek, waaraan zijn cliënte en de wederpartij hebben deelgenomen. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en rekening houdend met het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en gebonden is.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:40 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-46

    Dierenarts wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij als dienstdoend dierenarts tijdens een nachtelijk telefoongesprek een in nood verkerende hond geen hulp heeft geboden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:67 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1985

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager ontving vanaf eind 2021 (thuis)zorg via de thuiszorgorganisatie waar de verpleegkundige als coördinerend wijkverpleegkundige werkzaam is. Vanaf de start van de zorg was de verpleegkundige samen met een collega verantwoordelijk voor door de thuiszorgorganisatie geleverde zorg. De thuiszorgorganisatie heeft in maart 2023 de dienstverlening aan klager per direct beëindigd. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij ten onrechte eenzijdig zijn zorg heeft beëindigd, waardoor hij in direct gevaar is gekomen. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard omdat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de verpleegkundige persoonlijk niet is gebleken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:66 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-080/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk, omdat klaagster als wederpartij geen rechtstreeks belang heeft bij haar klacht over belangenverstrengeling en de wijze waarop verweerster haar cliënt bijstaat. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:61 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1866

    Klacht tegen een patholoog. De klacht gaat over een in 2012 door de patholoog verricht pathologisch onderzoek en zijn bevindingen. Volgens klaagster heeft de patholoog bij de beoordeling van een vulvabiopt van de moeder van klaagster een verkeerde diagnose gesteld en heeft de moeder van klaagster als gevolg hiervan geen goede behandeling gehad. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk op grond van art. 51 Wet BIG, omdat klaagster eerder al een klacht over hetzelfde onderwerp heeft ingediend, waarover het Centraal Tuchtcollege inmiddels een eindbeslissing heeft gegeven. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de niet-ontvankelijkverklaring.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:76 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-045/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:41 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-49

    Beklaagde wordt verweten, in hoofdzaak, dat zij bij een operatie ter verwijdering van de baarmoeder van een hond de ureter heeft afgebonden met als gevolg dat de rechter nier ontstoken is geraakt. Klacht gegrond, waarschuwing volgt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:68 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1958

    Klaagster is na het indienen van het beroepschrift overleden. Nabestaande van klaagster wensten de klacht niet voort te zetten. Het Centraal Tuchtcollege ziet geen redenen van algemeen belang aanwezig om de behandeling voort te zetten en staakt de behandeling van het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:67 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-082/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een geschil met de netbeheerder kennelijk ongegrond. De voorzitter kan zich voorstellen dat klaagster op een ander advies had gehoopt, maar verweerder heeft in zijn advisering en sluiting van het dossier correct gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:62 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1919

    Klacht tegen een patholoog. Bij de moeder van klaagster (patiënte) is in 2009 een vulvacarcinoom vastgesteld. Hieraan is zij in 2009 tweemaal geopereerd. In 2012 kreeg patiënte opnieuw klachten in dezelfde regio. De patholoog heeft in 2012 deelgenomen aan een multidisciplinair overleg (MDO) over de verdere behandeling van patiënte. Klaagster is van mening dat de patholoog voorafgaand aan het MDO eigen onderzoek had moeten verrichten naar het door een collega-patholoog beoordeelde weefsel om diens fouten te herstellen. Patiënte is in 2019 overleden aan de gevolgen van een recidief vulvacarcinoom. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:77 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-707/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt door het procesdossier in de artikel 12-procedure tegen de instructie van het gerechtshof in aan haar cliënte te verstrekken. De aard en ernst daarvan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Naast de omstandigheden van deze klachtzaak wordt rekening gehouden met het signaal dat van deze klachtzaak uitgaat naar de beroepsgroep. Ook wordt er rekening mee gehouden dat verweerster zich schuldbewust opstelt en dat zij openstaat voor een mediationgesprek bij de Orde van Advocaten. Verder weegt mee dat niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel aan verweerster is opgelegd. Al met al wordt aanleiding gezien om in dit geval te volstaan met het opleggen van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:42 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-58

    De klacht houdt in dat beklaagde tekort is geschoten in zijn diagnosestelling c.q. de beoordeling van door hem gemaakte röntgenfoto’s van het rechtervoorbeen van een veulen en dat hij een onjuist behandeladvies heeft gegeven. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing volgt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1957

    Klaagster is na het indienen van het beroepschrift overleden. Nabestaande van klaagster wensten de klacht niet voort te zetten. Het Centraal Tuchtcollege ziet geen redenen van algemeen belang aanwezig om de behandeling voort te zetten en staakt de behandeling van het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1920

    Klacht tegen een patholoog. Bij de moeder van klaagster (hierna: patiënte) is in 2009 een vulvacarcinoom geconstateerd. Hieraan is zij in 2009 tweemaal geopereerd. In 2012 kreeg patiënte opnieuw klachten in dezelfde regio. De patholoog heeft toen een vulvabiopt van patiënte beoordeeld. Klaagster is van mening dat de patholoog hierbij diverse fouten heeft gemaakt, als gevolg waarvan patiënte niet de juiste behandeling heeft gekregen. Patiënte is in 2019 overleden aan de gevolgen van een recidief vulvacarcinoom. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:78 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-551/AL/MN

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Verzetgronden slagen niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die in het klachtdossier zijn vermeld. Verzet ongegrond.