Zoekresultaten 1401-1450 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:131 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-432/DB/ZWB

    Raadbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen ongegrond. De raad overweegt dat het de taak van verweerder was om de belangen van zijn cliënt te behartigen en in dat verband in de procedure die standpunten naar voren te brengen en die stukken en getuigenverklaringen in het geding te brengen waarmee naar zijn oordeel de belangen van zijn cliënt het beste werden gediend. Dat verweerder daarbij de belangen van klager nodeloos heeft geschaad, is de raad niet gebleken. Klager verwijt verweerder dat hij in het gerechtsgebouw tegen klager heeft gezegd: “Jij spoort niet”, althans woorden van gelijke strekking. Verweerder heeft erkend dat hij in klagers bijzijn heeft gezegd “hij spoort niet”, althans woorden van gelijke strekking. In zoverre staat de feitelijke grondslag van dit klachtonderdeel vast. De raad is van oordeel dat verweerder er weliswaar beter aan had gedaan om andere bewoordingen te bezigen, maar dat, gezien de context waarbinnen de uitlating is gedaan, van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6822

    klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Verweerder heeft de enkel van klaagster geopereerd. Klaagster bleef klachten houden en de enkel begon schever te staan. Klaagster verwijt verweerder dat hij een onjuiste behandeling heeft ingezet en een onprofessionele sfeer tijdens een consult heeft gecreëerd. Het college oordeelt dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:126 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-626/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn uit artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:127 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-620/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster in haar brief van 7 februari 2024 bewust gebruik heeft gemaakt van onjuiste informatie en zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klager. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:128 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-513/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van executeur kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster mist als erfgename een eigen, rechtstreeks betrokken belang. Verweerder behartigt als executeur de belangen van de nalatenschap. Hij behartigt niet de belangen van klaagster. Verweerder dient eerst rekening en verantwoording af te leggen over de afwikkeling van de nalatenschap. Pas daarna komt de afwikkeling van de nalatenschap, inclusief de declaraties van verweerder, vast te staan. Pas op dat moment ondervindt klaagster daarvan de feitelijke gevolgen en wordt zij ook rechtstreeks in haar belangen getroffen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:153 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2259

    Klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Klager is vader van twee kinderen. De orthopedagoog-generalist heeft in het kader van een echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing een civiel forensisch diagnostisch onderzoek verricht naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager is van mening dat het onderzoek en de rapporten ondeugdelijk zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2260

    Klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Klager is vader van twee kinderen. De orthopedagoog-generalist heeft in het kader van een echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing een civiel forensisch diagnostisch onderzoek verricht naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager is van mening dat het onderzoek en de rapporten ondeugdelijk zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2271

    Klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft civiel forensisch psychologisch onderzoek bij klager verricht en daarvan een rapportage opgesteld. Klager vindt dat de gz‑psycholoog haar werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Hij verwijt haar onder meer dat zij geen professionele houding richting hem heeft gehad, dat zij ondeugdelijk onderzoek heeft gedaan en een ondeugdelijk rapport heeft opgemaakt, dat zij hem onvoldoende heeft geïnformeerd over zijn rechten en dat zij het concept-rapport onbeveiligd digitaal aan hem heeft gestuurd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het laatste klachtonderdeel gegrond en de overige klachtonderdelen ongegrond en legt de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen een deel van deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:156 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2405

    Klacht tegen huisarts. Klaagster is patiënte de huisartsenpraktijk waar de huisarts als praktijkhouder werkzaam is. Klaagster verwijt de huisarts dat zij klaagster onnodig een hartfilmpje heeft laten maken, dat zij haar beroepsgeheim en andere patiënten rechten van klaagster heeft geschonden en dat zij heeft gehandeld uit andere belangen dan het belang van de gezondheidszorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:249 Hof van Discipline 's Gravenhage 240010

    Klacht over belangenverstrengeling. Hoger beroep ingesteld door klager. Klager is al jaren gedetineerd in de Verenigde Staten. Hij probeert met bijstand van mr. I, zijn advocaat in Nederland, eveneens al jaren om te worden overgedragen naar Nederland. Mr. I en verweerder hebben in 2014 contact gehad over de zaak van klager. In 2018 heeft verweerder aan het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) een advies uitgebracht over de zaak van klager. Volgens klager heeft verweerder zich met zijn werkzaamheden in 2014 en later in 2018 schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Het hof is van oordeel dat, hoewel omtrent de werkzaamheden van verweerder in 2014 er geen formele opdrachtrelatie tussen verweerder en klager heeft bestaan, en verweerder niet als advocaat voor klager heeft opgetreden, in de gegeven omstandigheden wel kan worden vastgesteld dat sprake was van een hieraan gelijk te stellen situatie. In 2018 bestond naar het oordeel van het hof tussen verweerder en BuZa een advocaat-cliënt relatie. Het hof stelt vast dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat verweerder vertrouwelijke documenten heeft gebruikt bij de advisering aan BuZa. De klacht van klager spitst zich toe op de vraag of verweerder tegen een cliënt of een voormalig cliënt heeft opgetreden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Klager en BuZa hadden van aanvang af hetzelfde, gemeenschappelijke belang. Niet is in geschil immers dat er zowel in 2014 als in 2018 gekoerst werd op het terug naar Nederland halen van klager. Het hof is van oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verweerder ‘tegen’ een voormalig cliënt heeft opgetreden. Bekrachtiging beslissing raad (klacht ongegrond).

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6949

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klager een phalloplastiek (penisopbouw) met plasbuisverlenging uitgevoerd. Klager verwijt de plastisch chirurg dat hij ernstige, verminkende littekens heeft overgehouden aan de operatie. Het college oordeelt dat klager adequaat is geïnformeerd over het optreden van littekenvorming. De plastisch chirurg heeft geprobeerd de zichtbaarheid van de littekens te beperken, maar hij heeft geen invloed op het uiteindelijke resultaat. Dat er bij klager uitgebreide littekenvorming is opgetreden valt dan ook niet toe te rekenen aan verwijtbaar handelen van de plastisch chirurg.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6648

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft klager gezien voor uitleg na excisie van een zwelling bij de schouder. De chirurg heeft klager onderzocht en een controle over zes maanden geadviseerd. Vier jaar later heeft klager een collega-chirurg bezocht vanwege toenemende klachten. Klager is toen verwezen voor verdere behandeling van een tumor. Klager verwijt de chirurg dat hij hem niet tijdig heeft geïnformeerd over de aard van de tumor, er geen vervolgafspraak en MRI is gemaakt en dat hij klager niet heeft doorverwezen. Afgaande op de verslaglegging heeft het college geen aanleiding te twijfelen aan de door verweerder gevolgde handelswijze en beoordeling. De verantwoordelijkheid voor het maken van een vervolgafspraak lag bij klager. Het niet maken van een MRI is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar aangezien de MRI niet bedoeld was voor diagnostiek, maar uitsluitend als nulmeting voor volgende onderzoeken. Er was destijds geen medische noodzaak tot doorverwijzing. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2414

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster bezocht de huisarts met een ernstige zwelling in de linkerborst. Daarna heeft een screening plaatsgevonden bij een ziekenhuis bij klaagster in de buurt. Klaagster wilde niet naar dat ziekenhuis, maar heeft daar op aandringen van de huisarts in verband met de vereiste spoedige diagnostiek wel mee ingestemd. Uit dit onderzoek kwam een vermoeden op een maligne lymfoom naar voren. Klaagster wilde niet verder in het nabijgelegen ziekenhuis behandeld worden, maar wilde worden verwezen naar een ander, academisch ziekenhuis. Klaagster verwijt de arts dat hij haar heeft tegengewerkt in haar wens om te worden verwezen naar het andere ziekenhuis, door summiere informatie aan dat ziekenhuis te verstrekken. Volgens klaagster heeft deze nalatigheid tot een ernstige vertraging in haar behandeling geleid en daarmee haar genezing belemmerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:251 Hof van Discipline 's Gravenhage 240013

    Klacht tegen eigen advocaat. Beroep ingesteld door klager. Een huurgeschil tussen klager en de verhuurder van zijn woning met een voor klager teleurstellende afloop – ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning – vormt de aanleiding voor deze klacht. Verweerder heeft klager bijgestaan in een procedure tussen klager en de verhuurder en volgens klager was de bijstand van verweerder ontoereikend. Bekrachtiging beslissing raad, inhoudende ongegrondverklaring beide klachtonderdelen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6647

    Klacht tegen plastisch chirurg deels verjaard en deels ongegrond. De plastisch chirurg heeft bij klager een zwelling op de rug operatief verwijderd. Klager vindt dat verweerder geen goed onderzoek heeft verricht voordat hij overging tot de operatie en hij vindt ook dat verweerder niet heeft zorggedragen voor een goede/volledige overdracht aan de oncologisch chirurg. De klacht over het onderzoek voorafgaand aan de operatie is verjaard. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Het college kan niet vaststellen dat klager niet is geïnformeerd over de aard van de tumor. In het dossier staat dat klager wel is geïnformeerd en het college heeft geen aanleiding om te twijfelen aan deze aantekening. De plastisch chirurg heeft de uitslag in de overdracht naar de oncologisch chirurg correct weergegeven. Met de overdracht is de behandelingsovereenkomst tussen klager en de plastisch chirurg geëindigd. De plastisch chirurg kan niet worden verweten dat hij niet meer de situatie heeft omgekeken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:252 Hof van Discipline 's Gravenhage 240016

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Beroep ingesteld door verweerder. Verweerder heeft de ex-partner van klaagster bijgestaan in een familiekwestie. Klaagster heeft hierover geklaagd omdat verweerder een bekende was van klaagster en de echtgenote van verweerder een dubbelrol heeft gespeeld omdat zij zowel juridisch medewerkster is op het kantoor van verweerder als een goede vriendin van de ex-schoonmoeder van klaagster is en bovendien ook zelf contact heeft gezocht met klaagster na haar relatiebreuk. Klaagster is van mening dat verweerder onvoldoende onafhankelijk kan optreden ten opzichte van klaagster in de familiekwestie tussen zijn cliënt en klaagster. Het hof is van oordeel dat verweerder zijn onafhankelijkheid in gevaar heeft laten komen. Schijn van belangenverstrengeling. Beroepsgronden verworpen. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende: berisping), proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:246 Hof van Discipline 's Gravenhage 240031

    In deze zaak is aan de orde of verweerder klager voldoende heeft geïnformeerd over zijn recht op gefinancierde rechtsbijstand. Daarnaast verwijt klager verweerder dat hij bij aanvang van de opdracht geen inschatting heeft gegeven van de te verwachten kosten en hem ondanks zijn verzoek daartoe het dossier niet heeft toegezonden. Het beroep tegen de beslissing van de raad inzake de laatste twee klachtonderdelen wordt ongegrond verklaard. Het beroep tegen de beslissing van de raad inzake de eerste klacht slaagt. Aan verweerder wordt (alsnog) de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:247 Hof van Discipline 's Gravenhage 230274

    Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad verkort.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:124 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-591/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klager heeft zich op 12 juni 2024, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over de kwaliteit van verweerders dienstverlening tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klager niet eerder dan op 12 juni 2024 heeft kunnen klagen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. De voorzitter zal de klacht op grond van het voorgaande met toepassing van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk verklaren.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:248 Hof van Discipline 's Gravenhage 230390

    Klacht over eigen advocaat. Klagers zijn als groep één van de deelnemers geweest aan het gebiedsontwikkelingsproject “Oosterwold” van de gemeente Almere. De gemeente heeft op 4 januari 2019 de grondprijs van het project verhoogd. De gemeente heeft daarbij voor deelnemers die al vóór 4 januari 2019 met de gemeente een intentieovereenkomst hadden getekend een coulanceregeling gehanteerd op basis waarvan die deelnemers aanspraak konden maken op de oude grondprijs. Klagers stellen dat zij door vertraging van de kant van de gemeente pas ná januari 2019 hun intentieovereenkomst hebben kunnen tekenen waardoor zij geen aanspraak konden maken op de lagere grondprijs. Volgens klagers is verweerder tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klagers en in zijn advisering. Klagers verwijten verweerder – voor zover in hoger beroep bij het hof nog van belang - dat hij klagers niet heeft afgeraden om op 30 januari 2020 de koopovereenkomst met de gemeente met daarin de hogere grondprijs – zonder enig voorbehoud – te ondertekenen en hen te adviseren een kort gedingprocedure tegen de gemeente te voeren terwijl dit kansloos was. Daarnaast verwijten klagers verweerder dat hij meerwerk heeft gefactureerd terwijl er een fixed-fee was afgesproken en dat hij in zijn communicatie hierover een indringende toonzetting heeft gebezigd. Het hof is anders dan de raad van oordeel dat verweerder niet is tekortgeschoten in zijn advisering. Het oordeel van de raad dat verweerder wel financieel onzorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig hierover heeft gecommuniceerd blijft wel in stand. Gelet op de bijzondere omstandigheden in dit geval, ziet het hof aanleiding om te volstaan met de maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:125 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-554/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Uitganspunt is dat verweerster mag uitgaan van de informatie die zij van haar cliënt heeft ontvangen. Verweerster kwam de vrijheid toe om een gerechtelijke procedure te starten voor haar cliënt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-903/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht over (gestelde) grievende en onjuiste mededelingen wordt door de raad ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-002/AL/GLD

    ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:235 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-076/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat. Klachten over (onder meer) het verstrekken van het dossier en het neerleggen van de opdracht worden door de raad ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:191 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6945

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster heeft zich ziekgemeld bij haar werkgever. Daarop heeft de bedrijfsarts klaagster gezien in het kader van een spoedconsult en een ‘Bijstelling Probleemanalyse & Advies opgesteld. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij haar tijdens het consult onbeschoft heeft behandeld, haar voet en knie niet deugdelijk heeft onderzocht, geen gehoor heeft gegeven aan haar klachten en dat hij ten onrechte aan haar werkgever geen urenbeperking per dag heeft geadviseerd. De bedrijfsarts heeft deze verwijten weersproken. Het college is van oordeel dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:151 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2381

    Klacht tegen een huisarts in opleiding (haio). Klaagster is de dochter van patiënte. Patiënte is medio 2020 vanuit een ziekenhuis opgenomen op de revalidatie-afdeling van een verpleeghuis. Doel van de opname was overplaatsing naar huis. Patiënte is enkele weken later op de revalidatie-afdeling van het verpleeghuis overleden. De haio werkte in het kader van haar opleiding tot huisarts enkele maanden onder meer op de revalidatie-afdeling van het verpleeghuis. Daar is zij bij de behandeling van patiënte betrokken geweest. Klaagster is ontevreden over de manier waarop de haio haar moeder heeft behandeld en voert daarover acht klachtonderdelen aan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:102 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744594 / DW RK 24/10 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet ongegrond. Klachtonderdelen over een periode van langer dan drie jaar geleden. Het kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten dat er zoveel onduidelijkheid in het dossier van klaagster is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:231 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Ne bis in idem. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7600

    Klager is kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht tegen een lid-beroepsgenoot van een Regionaal Tuchtcollege. De klacht gaat over de behandeling van een klacht door het tuchtcollege en de inhoud van de beslissing van het college. De verweten gedraging heeft geen weerslag op de individuele gezondheidszorg.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:232 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-594/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Verweerster mocht als partijdig advocaat afgaan op de van haar cliënten verkregen informatie zonder nader onderzoek. Dat zij tijdens de zitting onjuiste feiten of standpunten heeft verkondigd, is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:97 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735181 / DW RK 23/207 LvB/WdJ

    Klacht ongegrond. De kantonrechter heeft de juistheid van de vordering beoordeeld. Het is niet aan de gerechtsdeurwaarder om een vonnis waarvan nakoming wordt bevolen inhoudelijk te beoordelen. Niet gebleken dan wel aannemelijk gemaakt is dat de gerechtsdeurwaarder zich bij het betekenen van het vonnis grensoverschrijdend heeft gedragen. Het is niet tuchtrechtelijk laakbaar dat er geen datum van het voorgenomen beslag in de brieven is genoemd, nu klaagster in de brieven eerst nog in de gelegenheid is gesteld het voorgenomen beslag met betaling te voorkomen. De gerechtsdeurwaarder heeft in dit geval niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door niet aan het WOO-verzoek van de gemachtigde van klaagster te voldoen. De gerechtsdeurwaarder heeft steeds (correct) op e-mailberichten gereageerd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7601

    Klager is kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht tegen een lid-beroepsgenoot van een Regionaal Tuchtcollege. De klacht gaat over de behandeling van een klacht door het tuchtcollege en de inhoud van de beslissing van het college. De verweten gedraging heeft geen weerslag op de individuele gezondheidszorg.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:98 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/734978 / DW RK 23/201 LvB/WdJ

    Loonbeslag niet overbetekend. Niet met klager in overleg getreden voordat opnieuw beslag is gelegd. Bij het betekenen van het arrest is geen rekening gehouden met de door klager overgelegde (betaal)bewijzen en verklaringen. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:227 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-505/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaten. De klacht wordt wegens gebrek aan belang kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7602

    Klager is kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht tegen een lid-beroepsgenoot van een Regionaal Tuchtcollege. De klacht gaat over de behandeling van een klacht door het tuchtcollege en de inhoud van de beslissing van het college. De verweten gedraging heeft geen weerslag op de individuele gezondheidszorg.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:99 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742963 / DW RK 23/437 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet ongegrond. Uit het vonnis van de kantonrechter blijkt dat er een betalingsregeling is gesloten, welke klager niet is nagekomen. Indien klager van mening is dat er geen sprake was van een betalingsregeling, had hij dit in die procedure kunnen weerspreken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:228 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-518/AL/A

    Voorzittersbeslissing. klacht van advocaten. De voorzitter verklaard de klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:229 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-529/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:100 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744734 / DW RK 24/24 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet ongegrond. Niet gebleken en onvoldoende aannemelijk gemaakt is dat de gerechtsdeurwaarder de kantonrechter opzettelijk heeft misleid.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:101 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738614 / DW RK 23/302 LvB/WdJ

    Eerste aanmaning verzonden naar oude adres klager is niet tuchtrechtelijk laakbaar. Aanmaning na dagvaarding is tevens per e-mail verzonden aan klager. De gerechtsdeurwaarders kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door, na het vervallen van de betalingsregeling, executiemaatregelen aan te kondigen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-530/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Dat klager de gevoerde gesprekken tussen hem en zijn ex-partner niet kwalificeert als mediation, laat onverlet dat er gesprekken hebben plaatsgevonden. Als klager de benaming van verweerder voor die gesprekken niet juist vond, dan kon hij dat, al dan niet via zijn advocaat, naar voren brengen. Daarmee is nog niet gezegd dat verweerder hierover onwaarheden heeft verkondigd door te spreken over meerdere conflictbemiddelingstrajecten en een viergesprek in mediation-setting. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-05, 24-06, 24-07 en 24-08

    Klager verwijt de (kandidaat-)notarissen en de toegevoegd notaris partijdig handelen. De notarissen hebben aangevoerd dat klager geen belang heeft bij de levering, omdat de erven zich tijdens de procedure niet op het standpunt hebben gesteld dat zij het appartement wilden behouden voor eigen bewoning. Er was alleen discussie over de koopprijs. De Kamer verklaart klager ontvankelijk. De klacht tegen notaris [C] is tijdens de zitting ingetrokken. De klachten tegen de toevoegd-notaris, de notaris en de kandidaat-notaris zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:20 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/57

    Met het oog op hun leeftijd en de continuïteit van het familiebedrijf wensten klagers het familiebedrijf aan hun zoon over te dragen. Zij hebben daarom een fiscaal en juridisch adviseur benaderd. Deze adviseur heeft klagers geadviseerd.De klacht gaat over de in het kader van de bedrijfsovername door de oud-notaris gepasseerde akte van levering van aandelen. De oud-notaris wordt verweten dat hij klagers niet heeft geïnformeerd over/gewezen op de fiscale gevolgen van de levering van de aandelen om niet ten aanzien van de in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) neergelegde aanmerkelijk belangregeling en dat hij zich er niet van heeft vergewist dat de adviseur klagers daarover had geïnformeerd. Klagers stellen dat zij na de aandelenoverdracht onaangenaam werden verrast toen zij een heffing inkomstenbelasting ontvingen.De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. De oud-notaris heeft de fiscale advisering namelijk uitdrukkelijk uitgesloten van de door klagers aan de oud-notaris gegeven opdracht en naar het oordeel van de kamer mocht de oud-notaris dat in de gegeven omstandigheden ook doen. Bovendien had de oud-notaris goede grond erop te kunnen vertrouwen dat klagers zichzelf door de adviseur al op de hoogte hadden laten stellen en daarmee vooraf al voldoende inzicht hadden in de fiscale gevolgen van de aandelenoverdracht voor de inkomstenbelasting.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:155 Raad van Discipline Amsterdam 24-523/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak. Van schending van gedragsregels 6, 7 en 8 is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:156 Raad van Discipline Amsterdam 24-586/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak; Van schending van gedragsregel 8 is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:245 Hof van Discipline 's Gravenhage 240061D

    De raad heeft het dekenbezwaar tegen verweerder gegrond verklaard en hem de maatregel van schrapping opgelegd, omdat verweerder (onder meer) onbereikbaar was voor de deken en voor cliënten, met de deken gemaakte afspraken niet nakwam en zich aan het toezicht van de deken onttrok. Verweerder is in hoger beroep gekomen met het verzoek aan het hof om hem niet de meest ingrijpende maatregel op te leggen. Het hof is van mening dat voortzetting van de praktijk van verweerder niet verantwoord is en bekrachtigt de uitspraak van de raad bij vervroeging.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:152 Raad van Discipline Amsterdam 24-459/A/A

    Verzoek artikel 60b Advocatenwet toegewezen: schorsing en benoeming waarnemer.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:153 Raad van Discipline Amsterdam 24-507/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft de belangen van zijn cliënte behartigd aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënte hem heeft verschaft. Het stond verweerder eveneens vrij om als partijdige belangenbehartiger in het belang van zijn cliënte een voorlopig getuigenverhoor te gelasten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:154 Raad van Discipline Amsterdam 24-495/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster heeft geen gebruik gemaakt van een ongeoorloofd middel, noch van een middel waarmee zij onevenredig nadeel aan klaagster heeft toegebracht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:243 Hof van Discipline 's Gravenhage 230339

    Klacht over eigen advocaat. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij haar werkzaamheden voor klager te laat (te kort voor de termijn om cassatiemiddelen in te dienen) heeft afgerond, dat zij een onjuist en ondeugdelijk cassatieadvies heeft afgegeven, dat zij na het afgeven van het negatieve advies geen, dan wel onvoldoende overleg met klager heeft gehad en dat zij heeft geweigerd een uitstelverzoek voor het indienen van de cassatiemiddelen bij de Hoge Raad in te dienen. De raad heeft de klachtonderdelen van klager ongegrond verklaard. Uit het beroepschrift van klager kan weliswaar worden afgeleid dat hij tijdig een beroepsgrond tegen het feitencomplex van de beslissing van de raad heeft ingediend, maar hij heeft deze beroepsgrond niet onderbouwd in het beroepschrift. Als onvoldoende onderbouwd slaagt het beroep niet. Het hof is het voor het overige eens met de beslissing van de raad. Bekrachtiging raadbeslissing.