Zoekresultaten 3801-3850 van de 4403 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6492
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 08-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:190
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster is verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. De bedrijfsarts heeft een verklaring opgesteld over het arbeidsvermogen van de ex-partner van klaagster. Deze verklaring is door de ex-partner ingebracht in de echtscheidingsprocedure. Tussen klaagster en de bedrijfsarts is geen sprake van een arts-patiëntrelatie. Ook worden in de verklaring geen uitlatingen over klaagster gedaan. De klacht heeft betrekking op de inhoud van de verklaring en de wijze van totstandkoming daarvan. De voorzitter verklaart klaagster kennelijk niet-ontvankelijk omdat zij geen rechtstreeks belanghebbende is.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:146 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-259/DB/OB
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:146
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:237 Hof van Discipline 's Gravenhage 230318
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:237
Hoger beroep tegen een ongegrond verklaard verzet. Geen schending fundamentele rechtsbeginselen. Niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:251 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-355/DH/DH
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:251
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:191 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5484
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:191
Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Verweerder is de chirurg die de operatie uitvoerde. Klaagster verwijt verweerder dat hij onzorgvuldig is geweest bij het noteren van de hoeveelheid bloedverlies en dat hij niet heeft geanticipeerd op de gevolgen van het bloedverlies. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:170 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1833
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:170
Klacht tegen een verpleegkundige. Klagers zijn de kinderen van patiënte. Patiënte is in de zomer van 2021 tien dagen opgenomen geweest vanwege persisterend braken. Zij is in het ziekenhuis overleden. Klagers waren op het moment van overlijden niet bij patiënte. Klagers verwijten de verpleegkundige dat hij niet gecommuniceerd heeft dat er een order voor morfine was aangevraagd, de achteruitgang van patiënte wel heeft gemeld aan de kliniekarts, maar niet besproken heeft met de familie en de lab-uitslagen heeft aangepast en verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klagers ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:147 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-507/DB/LI
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:147
Raadsbeslissing. De klachtonderdelen 1, 2 en 4 hebben betrekking op het optreden van verweerder ten opzichte van klager als derde en zijn ongegrond. Klachtonderdeel 3 ziet op het verwijt dat verweerder zich in een processtuk onnodig grievend over klager heeft uitgelaten door hem te kwalificeren als leugenaar die zich vanaf het begin heeft schuldig gemaakt aan bedrieglijke praktijken. Dit onderdeel van de klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij en is eveneens ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4928
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:20
Klaagster is in het kader van verplichte zorg opgenomen geweest in een zorginstelling. Verweerster is bij deze instelling werkzaam als geneesheer-directeur. Klaagster maakt verweerster in die hoedanigheid verschillende verwijten. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:252 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-369/DH/DH
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:252
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5485
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:192
Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Verweerster is als anesthesioloog betrokken geweest bij de behandeling van klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoldoende zorgvuldig is geweest bij het signaleren van hoeveelheid boelverlies en anemie, ook heeft zij volgens klaagster ondanks contra-indicatie sufentanil en Dipidolor toegediend en geadviseerd. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-427/DB/LI
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:148
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4927
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:21
Klacht tegen psychiater. Klaagster is in verband met een manische ontregeling gezien door verweerster in haar hoedanigheid van dienstdoende psychiater van de crisisdienst. Verweerster heeft een medische verklaring opgesteld waarin zij concludeert dat verplichte zorg voor klaagster nodig is. Deze verklaring is ter kennis gebracht van de burgemeester, die op basis hiervan een beschikking voor een crisismaatregel heeft afgegeven. Klaagster is hierna opgenomen in een zorginstelling. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten over de opgestelde verklaring, het niet geven van inzage en het delen van vertrouwelijke medische informatie met derden. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:253 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-541/DH/RO/D
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:253
Gegrond dekenbezwaar. Verweerder is gedurende langere tijd ernstig tekort geschoten in zijn communicatie met de deken. Verweerder heeft herhaaldelijk niet of (veel) te laat gereageerd op berichten en verzoeken van de deken, waardoor verweerder de deken belemmert in zijn taakuitoefening en hij het toezicht van de deken op een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten onmogelijk maakt. Het baart de raad ernstig zorgen dat verweerder niet te bereiken is voor de deken, toezeggingen niet nakomt en zich ook afzijdig houdt voor de raad. In het (recente) verleden diverse tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd. Schrapping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:233 Hof van Discipline 's Gravenhage 230257
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 05-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:233
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5486
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:193
Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Klaagster verwijt verweerster, die als chirurg na de operatie bij de behandeling betrokken raakte, dat zij onvoldoende heeft gereageerd op signalen van achteruitgang. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5243
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:22
Klacht tegen huisarts. De huisarts van klaagster heeft de crisisdienst ingeschakeld toen de huisarts van de zus van klaagster, klaagsters dochter en een vriendin van klaagster vernam dat klaagster verward en mogelijk gevaarlijk gedrag vertoonde. De huisarts koos hiervoor, omdat klaagster bekend is met paranoïde uitingen, verbaal agressief was en zelf niet naar de praktijk wilde komen. De crisisdienst schatte de situatie in als een ‘risicosituatie’ en verzocht de huisarts de politie te bellen, zodat klaagster naar een spoedopvang kon worden overgebracht voor psychiatrisch onderzoek. Dat heeft de huisarts gedaan. Klaagster verwijt de huisarts dat zij deze acties heeft ondernomen enkel op basis van wat naasten van klaagster over haar hebben gezegd en zonder klaagster zelf te hebben gezien. Het college is van oordeel dat de huisarts in deze situatie, gelet op alle omstandigheden van het geval, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5590
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:187
klacht tegen cardioloog kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van de echtgenote van klager. Patiënte stond vanwege cardiale problematiek onder controle van een cardioloog. De lichamelijke conditie van patiënte verslechterde in de loop van 2017. Bij een controle eind januari 2018 bleek een operatie noodzakelijk. Patiënte werd hiervoor aangemeld en verbleef in afwachting van de operatie thuis. In de periode hierna verslechterde de conditie van patiënte (verder). Zij werd in verband hiermee in het ziekenhuis opgenomen, waar zij overleed. Verweerder werkte als AIOS Cardiologie onder supervisie van een cardioloog op de hartbewakingsafdeling toen patiënte daar op de dag van haar overlijden werd opgenomen. Klager maakt verweerder meerdere verwijten over zijn aandeel in de behandeling en het overlijden van patiënte.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-418/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:254
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een e-mail uit een mediationtraject te overleggen in een gerechtelijke procedure, omdat hieruit de dreiging van een misdrijf volgt. De dreiging van een misdrijf is uitgezonderd van geheimhouding in het mediationreglement. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-301/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:248
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:234 Hof van Discipline 's Gravenhage 230237
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:234
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5487
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:194
Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Klaagster verwijt verweerder, die als chirurg na de operatie bij de behandeling betrokken raakte dat hij het dossier onvoldoende heeft bestudeerd en dat hij daardoor een dalend Hb en benauwdheid heeft gemist. Ook verwijt zij verweerder dat hij zijn bevindingen onvoldoende zorgvuldig heeft genoteerd en bloedonderzoek naar de volgende dag heeft verschoven. Het college oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:99 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/720993 / DW RK 22/301 MdV/WdJ
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:99
Klagers stellen dat er onrechtmatige handelingen zijn verricht tijdens het bewijsbeslag. Ook zou de inbeslaggenomen iMac onbruikbaar zijn teruggegeven. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5287
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:23
Klacht tegen huisarts. Klaagster is meermalen door haar huisarts gezien vanwege diverse klachten. Omdat er tijdens onderzoeken bloed in de urine werd aangetroffen, heeft de huisarts op een bepaald moment een vaginaal onderzoek bij klaagster verricht. Klaagster stelt – samengevat – dat de huisarts de noodzaak van het onderzoek onvoldoende heeft toegelicht, dat hij klaagster geen instructies heeft gegeven tijdens het onderzoek, dat hij niet op pijnklachten van haar heeft gereageerd en dat hij het onderzoek op een zeer grensoverschrijdende wijze heeft uitgevoerd. Ook bevat het medisch dossier volgens klaagsters allerlei onjuistheden. Het college kan niet vaststellen dat de verwijten terecht zijn. Dit maakt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:100 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/722347 / DW RK 22/331
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:100
Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet en vervolgens niet inhoudelijk op de klachten van klaagster gereageerd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:188 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5492
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:188
Klacht tegen een huisarts. Klaagster lijdt al lange tijd aan diabetes mellitus type 2. De jaarlijkse controle werd gewoonlijk door een internist verricht. Aangezien de controle enkel bestond uit het ‘finetunen’ van de insuline, vond de internist dat deze controle ook wel eerstelijns kon plaatsvinden. De internist verwees klaagster daarvoor dus naar de huisarts, zodat hij de diabetesbegeleiding kon overnemen. De huisarts heeft klaagster opnieuw ingesteld op medicatie, waarna klaagster uiteindelijk in het ziekenhuis werd opgenomen vanwege ontregelde diabetes. Klaagster stelt dat de huisarts zonder medische noodzaak en tegen het advies van de internist in haar medicatie heeft aangepast. Verder verwijt klaagster de huisarts dat hij heeft nagelaten haar een bijspuitschema te geven. Het college verklaart de klacht gegrond. Vanwege de ernst van het verwijtbare handelen legt het college aan de huisarts een schorsing van drie maanden op met een proeftijd van twee jaar, onder voorwaarde dat hij specifieke nascholing op het gebied van diabetesbehandeling volgt en niet opnieuw tuchtrechtelijk verwijtbaar handelt in de proeftijd.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:255 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-887/DH/DH/TUL
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:255
Ambtshalve beslissing tot tenuitvoerlegging schorsing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:167 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1892
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 06-12-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:167
Klacht tegen een arts die door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) als medisch adviseur is ingeschakeld om te beoordelen of bij klager sprake was van “structurele medische omstandigheden” in de zin van artikel 5.16 van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF), waardoor klager niet binnen de geldende diplomatermijn kon afstuderen (en zijn prestatiebeurs omgezet zou kunnen worden in een gift). De klacht gaat over de door de arts opgestelde medische rapportage. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond, namelijk voor zover klager stelt dat de arts het wettelijke inzage- en blokkeringsrecht niet heeft toegepast. Dat college legt een waarschuwing op. De klacht is ongegrond voor zover klager stelt dat (de totstandkoming van) het rapport inhoudelijk niet klopt. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de gedeeltelijke ongegrondverklaring van zijn klacht.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:249 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-304/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2023
- Datum uitspraak: 18-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:249
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:49 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/419114 KL RK 23-43
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 10-11-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:49
Klacht over beoordeling wilsbekwaamheid van de moeder van klaagster. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.De kamer heeft overwogen dat de notaris tijdens zijn besprekingen met moeder tot de conclusie is gekomen dat zij bekwaam was om haar wil te bepalen, de inhoud van de akte begreep en de gevolgen daarvan kon overzien. Het was in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of moeder voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Er was bij de notaris geen sprake van twijfel over de wilsbekwaamheid van moeder. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. Hierbij weegt de kamer mee dat de notaris onbetwist heeft gesteld dat hij niet op de hoogte was van de diagnose dementie bij moeder. Zowel de notaris als de behandelaar van het dossier hebben beiden onder vier ogen met moeder gesproken, waarbij moeder duidelijk kon uitleggen wat haar wens was en wat haar beweegredenen hiervoor waren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. De notaris kon en mocht in de gegeven omstandigheden concluderen dat moeder wilsbekwaam was om de akte bekrachtiging op te laten maken.Dit laat onverlet dat de vraag gesteld kan worden welk belang gediend werd met de akte bekrachtiging. Er was immers al een algehele volmacht en de notaris wist dat de akte die hij ging opstellen zou worden gebruikt in een gerechtelijke procedure. Nu de klacht zich hier echter niet tegen richt, zal de kamer hier verder niet op in gaan.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:229 Hof van Discipline 's Gravenhage 230263
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 05-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:229
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:50 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418072 KL RK 23-31
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 14-11-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:50
Klacht is deels niet-ontvankelijk vanwege overschrijding klachttermijn voor zover de klacht ziet op Belehrungspflicht van de notaris ten tijde van passeren maatschapsovereenkomst.Verder verwijt klager de notaris dat hij op verzoek van de andere maat een verklaring met uitleg heeft opgesteld die door de andere maat is ingebracht in een gerechtelijke procedure. Klager stelt dat de notaris die verklaring niet had mogen verzenden zonder klager hierover te informeren. Bovendien is volgens klager de inhoud van de verklaring onjuist. Hierdoor heeft de notaris volgens klager partijdig gehandeld.De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en aan de notaris een waarschuwing opgelegd. Anders dan door de notaris betoogd, oordeelt de kamer dat zijn verklaring deels ook uitleg bevat. Het stond de notaris naar het oordeel van de kamer in beginsel vrij om uitleg te geven over de door hem opgestelde akte. Echter, door klager niet op de hoogte te stellen van (de inhoud van) het verzoek van de andere maat noch hem de gelegenheid te geven daarop te reageren – heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld. Dit geldt te meer nu de notaris wist dat de maatschapsovereenkomst onderwerp van geschil was (en nog steeds is) in een gerechtelijke procedure tussen de maten. Hierdoor is de schijn van partijdigheid ten gunste van de andere maat gewekt. Dit is onzorgvuldig.Wat betreft het verzoek van klager aan de notaris om nadere uitleg van de maatschapsovereenkomst heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat de notaris, ondanks zijn weigering de akte alleen aan klager uit te leggen, wel bereid was om met alle partijen gezamenlijk in gesprek te gaan.Dit neemt niet weg dat de notaris, door wel in te gaan op het verzoek om uitleg van de andere maat zonder klager hierover te informeren, maar dit niet te doen toen klager hierom verzocht, de schijn van partijdigheid ten gunste van de andere maat heeft versterkt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:230 Hof van Discipline 's Gravenhage 230258
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 21-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:230
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:51 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/420298 KL RK 23-55
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 15-11-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:51
Artikel 4:59 lid BW.Erflaatster heeft in haar laatste testament A benoemd tot enig erfgenaam benoemd. A is beroepsbeoefenaar in de (individuele) gezondheidszorg. Erflaatster was een (voormalig) cliënt van A. De neef en nicht van erflaatster, die in een eerder testament tot erfgenaam waren benoemd, beklagen zich nu. Zij stellen dat de notaris zijn ministerie had moeten weigeren ten aanzien van de totstandkoming van het laatste testament en nader onderzoek had moeten doen naar de relatie tussen erflaatster en A. Verder heeft de notaris geen, althans te weinig, onderzoek gedaan naar de wilsbekwaamheid van erflaatster kort voorafgaand en ten tijde van het passeren van het testament. Ook heeft de notaris onvoldoende onderzoek gedaan noor onbehoorlijke en/of ongepaste beïnvloeding van derden, waaronder A. En tot slot heeft de notaris bij dezelfde passeerafspraak zowel het testament van erflaatster als ook de leveringsakte van de nieuwe woning van erflaatster laten passeren.De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:231 Hof van Discipline 's Gravenhage 220340
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:231
Klacht tegen de advocaat van de wederpartij was door de raad ongegrond verklaard. Het hof verklaart de verwijten betreffende het niet gelijktijdig toezenden van twee achtereenvolgende H-formulieren aan de advocaat van klager alsnog gegrond. Na de toezegging van verweerder dat het niet meer zou voorkomen had het op zijn weg gelegen om in ieder geval de tweede omissie (een eenzijdig verzoek tot doorhaling van de procedure) te voorkomen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:225 Hof van Discipline 's Gravenhage 230241 230242 230247
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 28-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:225
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:52 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/420067 KL RK 23-50
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 17-11-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:52
De notaris trad hier niet op als boedelnotaris, maar dat neemt niet weg dat de notaris de vragen van klager over de positie van de notaris en die van executeur ook meer algemeen had kunnen beantwoorden. De notaris kon niet volstaan met het enkel doorverwijzen naar de executeur. Klager heeft hierover dus terecht geklaagd. Verder, omdat klager als verwachter in de nalatenschap van erflaatster recht heeft op een boedelbeschrijving van die nalatenschap, is de informatie die de medewerkster van de notaris hierover volgens klager heeft gegeven onjuist. De klacht moet daarom ook op dit onderdeel gegrond worden verklaard. Tenslotte, hoewel de kamer wel wil aannemen dat de notaris met het telefoongesprek de bedoeling heeft gehad de zaak vlot te trekken, is de conclusie dat er op dit punt geen taak voor de notaris lag en hij zich derhalve niet in de kwestie had behoren te mengen. Het verwijt dat klager de notaris hier maakt, is dan ook terecht.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:232 Hof van Discipline 's Gravenhage 220324
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:232
Klacht tegen eigen advocaat door raad ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Niet vast te stellen dat verweerder opzettelijk een beroepsfout heeft gemaakt. Dat het gerechtshof heeft geoordeeld dat de vordering van klager verjaard is, kan verweerder tuchtrechtelijk niet worden verweten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:226 Hof van Discipline 's Gravenhage 230321
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 23-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:226
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:53 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/420645 KL RK 23-57
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 21-11-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:53
artikel 17, 43 en 93 Wna.Klacht ziet op een overdracht middels Groninger akte van (inmiddels) erflater aan zijn financieel adviseur. Koopsom werd grotendeels schuldig gebleven in de vorm van onderhandse geldleningen zonder hypothecaire zekerheid. Klaagster is erfgenaam van erflater en verwijt de notaris dat hij erflater niet, althans onvoldoende heeft gewezen op de gevolgen en risico’s van deze transactie. De kamer komt tot de slotsom dat uit hetgeen de notaris heeft aangevoerd onvoldoende is gebleken dat hij erflater in voldoende mate heeft gewezen op de gevolgen en risico’s van de transactie. Daarom heeft de kamer de klacht gegrond verklaard en een schorsing voor de duur van één week als maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:265 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5881
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:265
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige kreeg een relatie met een ex-patiënte binnen de zogenaamde afkoelingsperiode die door de instelling waar zij destijds werkte wordt gehanteerd. Het college acht de klacht gegrond. Bij de vraag welke maatregel passend en geboden is, acht het college het volgende van belang. Er is sprake van een normschending door een te korte afkoelingsperiode in acht te nemen en onvoldoende zorgvuldigheid in acht te nemen bij het aangaan van een relatie met een ex-patiënt. In het voordeel van de verpleegkundige weegt daarentegen mee dat die normschending van geringe duur was en dat zij haar toenmalige leidinggevende vrijwel onmiddellijk over het ontstaan van de relatie heeft verteld. De verpleegkundige heeft verder ter zitting aangegeven dat als zij destijds op de hoogte was van de door de instelling gehanteerde afkoelingstermijn, zij anders zou hebben gehandeld. Ook blijkt uit het dossier dat de verpleegkundige gedurende 20 jaar uitstekend heeft gefunctioneerd. Verder heeft de verpleegkundige bij haar nieuwe werkgever deelgenomen aan intervisiebijeenkomsten over seksueel grensoverschrijdend gedrag, wordt er veel aandacht besteed aan de beroepscode en is er veel aandacht voor de individuele zorgverleners. Haar huidige leidinggevende acht de kans op recidive nihil. Gegeven de context van de zaak schat ook het college de kans op recidive laag in. Het college acht, al het voorgaande in acht genomen, de oplegging van een waarschuwing passend en toereikend. Publicatie.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:227 Hof van Discipline 's Gravenhage 220349
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:227
Klacht tegen eigen advocaat ongegrond. Hof bekrachtigt beslissing raad. Geen aanknopingspunten voor excessief declareren.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:48 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/420828 KL RK 23-59 C/05/417485 KL RK 23-27
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 13-10-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:48
Klager heeft in verzet alsnog voldoende onderbouwd gesteld dat de informatie over de erfdienstbaarheid van 1983 normaal en voor de notaris kenbaar is opgenomen in de openbare registers.Gezien deze nadere onderbouwing van de klacht op dit punt is de kamer van oordeel dat de kennelijke ongegrond verklaring van de oorspronkelijk klacht van klager niet in stand kan blijven. De voorzittersbeslissing C/05/417485 KL RK 23 – 27 moet daarom op dit punt vervallen en de klacht moet in zoverre nader in behandeling worden genomen. Voor het overige blijft de voorzittersbeslissing in stand.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:266 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5308
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:266
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) de zoon van klaagster gevaccineerd. De oma van het kind was aanwezig tijdens de afspraak. De klacht van klaagster is a) dat haar zoon buiten aanwezigheid en tegen de wens van zijn ouders is gevaccineerd en b) dat vooraf niet geverifieerd is of haar zoon fit genoeg was voor de vaccinatie. Het college oordeelt dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de verpleegkundige tijdens het consult wist of had moeten weten dat klaagster niet wilde dat haar zoon de inentingen zou krijgen. Niet is gesteld dat de oma van het kind de verpleegkundige heeft gezegd dat hij niet gevaccineerd mocht worden. Het college ziet geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de verpleegkundige dat zij dat niet wist en dat zij anders de vaccinatie niet had gezet. Er was voor de verpleegkundige ook overigens geen enkele reden om te twijfelen aan de instemming van de ouders. De zoon nam immers deel aan het RVP en de afspraak was een ‘inhaalvaccinatie’. Toen het kind met zijn oma verscheen op het consult mocht de verpleegkundige er dan ook vanuit gaan dat de ouders instemden met de vaccinatie. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:228 Hof van Discipline 's Gravenhage 230294
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 09-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:228
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:23 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-13
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 22-11-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:23
De notaris opereerde in een ruzieboedel; duidelijk was dat partijen het niet eens waren over de inhoud van de akte. In dat krachtenveld had de notaris te opereren.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:24 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-12
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 22-11-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:24
De kern van de klacht ziet op het verwijt aan de notaris dat de vrouw niet beschikkingsbevoegd was om het huis te leveren aan de koper.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:264 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5541
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 13-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:264
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Volgens klaagster heeft de bedrijfsarts haar niet de zorg gegeven die hij had horen te betrachten. Zij verwijt hem dat hij geen kennis had van de werkplek en de daarbij voorkomende arbeidsrisico’s, ondanks communicatie met de behandelaren geen kennis heeft genomen van de aandoening van het polsgewricht en met zijn adviezen tot werkhervatting haar aandoening heeft verergerd met onherstelbare schade tot gevolg. Naar het oordeel van het college is gelet op het verweer van de bedrijfsarts onvoldoende gebleken dat de bedrijfsarts geen kennis had van de werkplek van klaagster. Ook kan niet gezegd worden dat de bedrijfsarts onzorgvuldige adviezen heeft gegeven omdat hij niet voldoende rekening heeft gehouden met de genoemde omstandigheden. De door de bedrijfsarts bij de behandelaren ingewonnen informatie gaf geen aanleiding om aan te nemen dat klaagster helemaal niet kan werken. Het college kan het advies van de bedrijfsarts hieromtrent volgen. Dat de adviezen van de bedrijfsarts de klachten van klaagster hebben verergerd, kan het college niet vaststellen (zie 5.8 beslissing). Niet is gebleken dat de bedrijfsarts, waarbij nog een voorwaardelijke schorsing loopt, tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het college oordeelt dat alle onderdelen van de klacht ongegrond zijn. De tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke schorsing is dus niet aan de orde.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-46
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 11-10-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:21
De notaris had de opdracht van de hypotheekbank ontvangen om de woning te veilen. Klaagster verwijt de notaris dat hij ten onrechte de kinderen heeft betrokken bij de voorgenomen veiling. Verder verwijt klaagster de notaris dat hij zijn ministerie had moeten weigeren en dat de aflosnota niet juist was.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-55
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 22-11-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:22
Als gevolg van de twee door de notaris gepasseerde akten is het belang van [P] (en daarvan afgeleid het belang van klager) in [B], zonder deugdelijke tegenprestatie, gereduceerd tot nul.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:144 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-205/DB/OB
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:144
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde integriteit zich doordat hij zich bij brief d.d. 20 juni 2022 aan de Inspecteur van de Belastingdienst heeft gepresenteerd als advocaat van de ontbonden Stichting B, terwijl verweerder wist dat hij niet bevoegd was om de Stichting te vertegenwoordigen. Berisping.