ECLI:NL:TNORARL:2023:49 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/419114 KL RK 23-43
ECLI: | ECLI:NL:TNORARL:2023:49 |
---|---|
Datum uitspraak: | 10-11-2023 |
Datum publicatie: | 15-12-2023 |
Zaaknummer(s): | C/05/419114 KL RK 23-43 |
Onderwerp: | Personen- en Familierecht, subonderwerp: Overig |
Beslissingen: | Klacht ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Klacht over beoordeling wilsbekwaamheid van de moeder van klaagster. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.De kamer heeft overwogen dat de notaris tijdens zijn besprekingen met moeder tot de conclusie is gekomen dat zij bekwaam was om haar wil te bepalen, de inhoud van de akte begreep en de gevolgen daarvan kon overzien. Het was in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of moeder voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Er was bij de notaris geen sprake van twijfel over de wilsbekwaamheid van moeder. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. Hierbij weegt de kamer mee dat de notaris onbetwist heeft gesteld dat hij niet op de hoogte was van de diagnose dementie bij moeder. Zowel de notaris als de behandelaar van het dossier hebben beiden onder vier ogen met moeder gesproken, waarbij moeder duidelijk kon uitleggen wat haar wens was en wat haar beweegredenen hiervoor waren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. De notaris kon en mocht in de gegeven omstandigheden concluderen dat moeder wilsbekwaam was om de akte bekrachtiging op te laten maken.Dit laat onverlet dat de vraag gesteld kan worden welk belang gediend werd met de akte bekrachtiging. Er was immers al een algehele volmacht en de notaris wist dat de akte die hij ging opstellen zou worden gebruikt in een gerechtelijke procedure. Nu de klacht zich hier echter niet tegen richt, zal de kamer hier verder niet op in gaan. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: C/05/419114 / KL RK 23-43
beslissing van de kamer voor het notariaat
op de klacht van
1. [ naam klager ],
wonende in [ woonplaats klager ],
hierna te noemen: klager,
2. [ naam klaagster ],
wonende in [ woonplaats klaagster ],
hierna te noemen: klaagster,
gemachtigde van klaagster: klager,
klager en klaagster hierna tezamen te noemen: klagers,
tegen
mr. [ naam notaris ],
notaris in de gemeente [ vestigingsplaats notaris ],
hierna te noemen: de notaris.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de klacht, met bijlagen, van 9 mei 2023;
- de e-mail van klagers van 4 juni 2023;
- het verweer, met bijlagen, van de notaris van 30 juni 2023;
- de aanvullende stukken van klagers van 2 oktober 2023.
1.2. De klachtzaak is ter zitting van 13 oktober 2023 behandeld, waarbij zijn verschenen klagers aan de ene kant en de notaris aan de andere kant.
2. De feiten
2.1. Mevrouw [ naam moeder ] (hierna: moeder), geboren in februari 1939, heeft drie kinderen: klaagster, de heer [ naam X ] (hierna: [ X ] ) en de heer [ Y ].
2.2. Op 16 april 2010 heeft notaris mr. [ A ], notaris in de gemeente [ vestigingsplaats van A ], een algehele volmacht voor moeder gepasseerd. In die akte gaf moeder [ X ] alle nodige volmachten om haar zaken waar te kunnen nemen en haar belangen te kunnen behartigen. In de akte is nader uitgewerkt op welke onderwerpen de volmacht betrekking heeft. De volmacht ziet onder meer op de vertegenwoordiging van moeder wat betreft haar financiële belangen als ook haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aard.
2.3. Klaagster heeft bij de rechtbank Gelderland een verzoek tot onderbewindstelling en mentorschap van moeder ingediend.
2.4. Op 30 augustus 2022 heeft moeder een bespreking gehad op het kantoor van de notaris over haar wensen om de eerder afgegeven volmacht te bekrachtigen. Moeder heeft toen gesproken met een medewerker van de notaris.
2.5. Op 7 september 2022 heeft de notaris, na een tweede bespreking met moeder, een akte bekrachtiging gepasseerd waarbij moeder de volmacht van 16 april 2010 uitdrukkelijk heeft bekrachtigd. In de akte bekrachtiging staat, voor zover relevant:
(…)
“INLEIDING
De verschenen persoon verklaarde dat zij er mee bekend is dat door haar dochter, mevrouw [ naam klaagster ], een verzoek tot onderbewindstelling en mentorschap betreffende haar is ingediend. De voorgestelde bewindvoerder en mentor zijn [ B ] en [ C ].
Hiervan blijkt uit een kennisgeving van de Rechtbank Gelderland de dato achtentwintig juli tweeduizend tweeëntwintig, welke werd gericht aan haar na te noemen zoon [ X ].
Een kopie van de voormelde kennisgeving de dato achtentwintig juli tweeduizend tweeëntwintig zal aan de onderhavige akte worden gehecht (bijlage).
De verschenen persoon verklaarde dat met de voormelde verzoeken tot onderbewindstelling en tot instelling van mentorschap er naar haar mening ten onrechte aan wordt voorbijgegaan:
- dat na te noemen notariële volmacht de dato zestien april tweeduizend tien er op is gericht geen bewind en/of mentorschap te hoeven aanvragen;
- dat de inhoud van de betreffende notariële volmacht nog geheel aan haar wensen voldoet, terwijl in de voorliggende verzoeken tegen haar wens in een voor haar onbekende persoon en/of instantie worden voorgesteld als benoembare bewindvoerder/mentor;
- dat er geen reden aanwezig is om een verzoek tot onderbewindstelling/mentorschap in te dienen, zulks vanwege het ontbreken van de grondslag voor de verzoeken en het bestaan van de voormelde notariële volmacht.”
(…)
2.6. De rechtbank Gelderland heeft het verzoek tot onderbewindstelling afgewezen.
3. De klacht en het verweer
3.1. Op basis van het klaagschrift van 9 mei 2023 en de aanvullende e-mail van 4 juni 2023 begrijpt de kamer de klacht als volgt.
3.2. Klagers verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder kort voorafgaand en tijdens het passeren van de akte bekrachtiging, waardoor hij de belangen van moeder onvoldoende heeft behartigd. Volgens klagers waren er voor de notaris voldoende aanwijzingen om het Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening (hierna: het Stappenplan) te volgen. Moeder was niet in staat te overzien waarvoor zij tekende, aangezien zij zich in een vergevorderd stadium van dementie bevond.
3.3. De notaris stelt dat de klacht niet-ontvankelijk is, omdat klagers geen belanghebbende zijn. Ook inhoudelijk dient de klacht ongegrond te worden verklaard. Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling van de klacht, nader ingaan.
4. De beoordeling
Ontvankelijkheid
4.1. Op grond van het bepaalde in artikel 99 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) kan een ieder die daarbij enig redelijk belang heeft een klacht indienen.
4.2. Het begrip ‘enig redelijk belang’ moet ruim worden opgevat, zo blijkt uit de jurisprudentie en de wetsgeschiedenis. Een rechtstreeks belang bij de klacht is niet zonder meer vereist, ook een indirect of een afgeleid belang van de klager kan grond zijn voor ontvankelijkheid. De wetgever heeft een ruime toegang tot de tuchtrechtelijke klachtprocedure beoogd.
4.3. Klagers stellen dat zij belang hebben bij hun klacht, omdat zij sterke vermoedens en aanwijzingen hebben dat [ X ] misbruik heeft gemaakt van de afgegeven volmacht en dat nog steeds doet. Tijdens de mondelinge behandeling hebben klagers aangevoerd dat zij ook een belang hebben vanwege een nieuwe aanvraag onderbewindstelling die zij willen gaan indienen. Als de notaris toegeeft dat er fouten zijn gemaakt bij de bekrachtiging, dan staan klagers sterker bij een nieuwe procedure.
4.4. Volgens de notaris hebben klagers geen belang bij hun klacht, omdat niet duidelijk is hoe de zakelijke belangen van klagers rechtstreeks of indirect kunnen zijn geraakt door het verlijden van de akte waarin het bestaan van een reeds 12 jaar bestaande volmacht werd bekrachtigd. Volgens de notaris is geen sprake van enig redelijk belang.
4.5. Naar het oordeel van de kamer heeft klaagster een redelijk belang bij haar klacht. Zij was partij in de procedure onderbewindstelling van moeder. De notaris heeft, zo blijkt uit zowel de akte zelf als de verklaring van de notaris, de akte bekrachtiging met het oog op die bewindprocedure opgesteld en gepasseerd. Daarom is klaagster ontvankelijk in haar klacht.
4.6. Anders geldt dit ten opzichte van klager. Vast staat dat klager zelf niet betrokken is geweest bij de gang van zaken rond de akte bekrachtiging door moeder, terwijl evenmin is gesteld of gebleken dat moeder klager eerder bij levenstestament of (notariële) volmacht als haar gevolmachtigde had aangewezen. Evenmin is klager partij bij de hiervoor genoemde aanvraag onderbewindstelling.
In lijn met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 april 2019[1] is de kamer van oordeel dat klager geen redelijk belang heeft bij zijn klacht ten aanzien van de akte bekrachtiging door zijn schoonmoeder. De enkele omstandigheid dat klager betrokken is bij zijn schoonmoeder maakt dit niet anders. Het feit dat klager zich als schoonzoon emotioneel verbonden voelt met zijn schoonmoeder en graag haar wil wil respecteren, is onvoldoende om in tuchtrechtelijke zin aangemerkt te worden als belanghebbende. De kamer zal de klacht daarom niet-ontvankelijk verklaren voor zover deze is ingediend door klager.
Inhoudelijke beoordeling
4.7. Op grond van artikel 93 lid 1 Wna zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.
4.8. Ter beoordeling ligt de vraag voor of de notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder kort voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van de akte bekrachtiging.
Opmerking verdient dat het in deze tuchtprocedure niet gaat over de vraag óf moeder ten tijde van het passeren van de akte wilsbekwaam was, maar om de vraag of de notaris in de gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder.
4.9. Bij de beantwoording van de vraag wordt vooropgesteld dat als uitgangspunt geldt dat iemand die handelingsbekwaam is, geacht moet worden zijn belangen te kunnen behartigen. Eerst indien er aanleiding bestaat om daar aan te twijfelen, dient een notaris de geestesgesteldheid van zijn cliënt nader te onderzoeken. Door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie is het Stappenplan opgesteld. Het Stappenplan is ontwikkeld als handvat voor (kandidaat)notarissen bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een cliënt. In het Stappenplan staan indicatoren vermeld die aanleiding kunnen zijn voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. Indien een (kandidaat)notaris – ook al heeft hij of zij kennis van het bestaan van een of meerdere indicatoren – geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de cliënt, hoeft hij het Stappenplan niet (verder) te volgen. Daarbij zal het in belangrijke mate aankomen op zowel de inhoud van de gesprekken die de (kandidaat)notaris met de cliënt voert, als de wijze waarop de cliënt zich daarbij presenteert.
4.10. Klaagster voert aan dat in maart 2022 dementie in een vergevorderd stadium bij moeder is geconstateerd. Uit een e-mail van 18 februari 2022 van [ X ] aan klaagster blijkt dat de diagnose dementie aan het medisch dossier van moeder is toegevoegd. Volgens klaagster heeft moeder een ZZP5-indicatie. Hierdoor is moeder niet meer in staat om aan te geven wat zij wel en niet wil. Zij is al helemaal niet in staat om de gevolgen van haar daden en verklaringen te overzien.
4.11. De notaris voert in zijn verweerschrift aan dat het op zijn kantoor vast beleid is om het toetsingskader van het Stappenplan te volgen bij een verzoek van een cliënt waarbij diens wilsbekwaamheid beoordeeld dient te worden. Zo ook bij moeder. Moeder is eerst uitgenodigd voor een bespreking op het kantoor van de notaris. Dit was onder meer ingegeven door het feit dat moeder al op hoge leeftijd is en het gegeven dat een derde het eerste contact had gelegd met kantoor; twee indicatoren uit het Stappenplan.
De behandelaar van het dossier heeft met moeder gesproken zonder aanwezigheid van derden op 30 augustus 2022. Ook de notaris heeft met moeder gesproken zonder aanwezigheid van derden voorafgaand en tijdens het verlijden van de akte op 7 september 2022. Zowel de behandelaar als de notaris hebben beiden de conclusie getrokken dat moeder helder, samenhangend en ongedwongen vertelde. Geen van de indicatoren van verminderde wilsbekwaamheid of onbehoorlijke beïnvloeding was van toepassing, behalve dat een derde het initiatief voor dienstverlening had genomen. De notaris was niet op de hoogte van de diagnose dementie.
De notaris kwam op basis van de gesprekken met moeder tot de conclusie dat moeder voldoende in staat was om de gevolgen van de akte bekrachtiging te overzien. De bekrachtiging was een rechtshandeling met beperkte strekking. Anders dan klagers stellen zijn geen nieuwe clausules toegevoegd. De gevolgen van het passeren van de akte waren voor moeder goed te overzien, aldus de notaris.
4.12. De kamer overweegt dat de notaris tijdens zijn besprekingen met moeder tot de conclusie is gekomen dat zij bekwaam was om haar wil te bepalen, de inhoud van de akte begreep en de gevolgen daarvan kon overzien. Het was in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of moeder voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Er was bij de notaris geen sprake van twijfel over de wilsbekwaamheid van moeder. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. Hierbij weegt de kamer mee dat de notaris onbetwist heeft gesteld dat hij niet op de hoogte was van de diagnose dementie bij moeder. Zowel de notaris als de behandelaar van het dossier hebben beiden onder vier ogen met moeder gesproken, waarbij moeder duidelijk kon uitleggen wat haar wens was en wat haar beweegredenen hiervoor waren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. De notaris kon en mocht in de gegeven omstandigheden concluderen dat moeder wilsbekwaam was om de akte bekrachtiging op te laten maken.
Dit laat onverlet dat de vraag gesteld kan worden welk belang gediend werd met de akte bekrachtiging. Er was immers al een algehele volmacht en de notaris wist dat de akte die hij ging opstellen zou worden gebruikt in een gerechtelijke procedure. Nu de klacht zich hier echter niet tegen richt, zal de kamer hier verder niet op in gaan.
4.13. Gelet op al het voorgaande wordt als volgt beslist.
5. De beslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:
- verklaart de klacht niet-ontvankelijk voor zover ingediend door klager;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. D.T. Boks en M.M.M. Oors, leden, en in tegenwoordigheid van mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023. |
||
De secretaris |
De voorzitter |
|
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam. |
||
[1] ECLI:NL:GHAMS:2019:1383.