ECLI:NL:TGZRSHE:2023:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5287

ECLI: ECLI:NL:TGZRSHE:2023:23
Datum uitspraak: 15-12-2023
Datum publicatie: 18-12-2023
Zaaknummer(s): H2023/5287
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen huisarts. Klaagster is meermalen door haar huisarts gezien vanwege diverse klachten. Omdat er tijdens onderzoeken bloed in de urine werd aangetroffen, heeft de huisarts op een bepaald moment een vaginaal onderzoek bij klaagster verricht. Klaagster stelt – samengevat – dat de huisarts de noodzaak van het onderzoek onvoldoende heeft toegelicht, dat hij klaagster geen instructies heeft gegeven tijdens het onderzoek, dat hij niet op pijnklachten van haar heeft gereageerd en dat hij het onderzoek op een zeer grensoverschrijdende wijze heeft uitgevoerd. Ook bevat het medisch dossier volgens klaagsters allerlei onjuistheden. Het college kan niet vaststellen dat de verwijten terecht zijn. Dit maakt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

’S-HERTOGENBOSCH

Beslissing in raadkamer van 15 december 2023 op de klacht van:

A,

wonende in B,

klaagster,

tegen

C,

huisarts,

destijds werkzaam in B,

verweerder, hierna ook: de huisarts,

gemachtigde: mr. R.J. Peet, werkzaam in Utrecht.

1. De zaak in het kort

1.1 Klaagster is in 2022 meermalen door haar huisarts gezien vanwege gezondheidsklachten. Er heeft op een bepaald moment een vaginaal onderzoek plaatsgevonden, omdat er bij de analyse van de klachten bloed in de urine was gevonden. Dat onderzoek heeft volgens klaagster op een dusdanige wijze plaatsgevonden dat het erg veel pijn deed en zeer grensoverschrijdend was. Ook was klaagster van tevoren onvoldoende geïnformeerd over de noodzaak van het onderzoek en had ze geen instructies gekregen tijdens het onderzoek. Klaagster heeft dit allemaal als zeer ingrijpend ervaren. Verder bevat het medisch dossier volgens haar diverse onjuistheden.

1.2. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.

2. De procedure

2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 17 februari 2023;
  • het verweerschrift met de bijlage(n);
  • diverse aanvullende stukken, ingediend door klaagster en ontvangen op 24 mei, 1 juni,

5 juni respectievelijk 20 juli 2023;

  • het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 23 augustus 2023.

2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. De feiten

3.1 Klaagster heeft als patiënt ingeschreven gestaan bij de praktijk waar de huisarts werkt. Zij werd op 28 juni 2023 door een collega van de huisarts gezien met lage rugpijn. Ze kreeg pijnstillende medicatie voorgeschreven. Op 7 juli 2023 belde klaagster met de praktijk. Ze had steeds last van maagpijn na gebruik van naproxen. Aangezien klaagster minder last van haar rug had, werd zij geadviseerd geen naproxen meer te gebruiken, maar paracetamol.

3.2 Op 12 september 2023 werd klaagster voor het eerst door de huisarts gezien vanwege de klachten aan haar rug en romp. De huisarts heeft hierover het volgende genoteerd (overgenomen inclusief eventuele taal- en typefouten):

“Subjectief (…) Ziekte briefje voor vandaag

Rugpijn nu al maanden. snachts vooral, kan dan niet op de rug liggen. buikslapen gaat sowieso niet. krijgt dan soms ook pijn in de liezen, maar sowieso in de lenden. houding maakt verder niet uit. overdag kan ze alles doen. 1x heeft ze liesklachten re gehad met toen ook pijn onder de voet. ze heeft vaker verhoging rond de 38 graden. en ook wat bruinige afscheiding, maar dat is ws vaginaal. bovendien heeft ze recent weer eens een menstruatie gehad, terwijl deze 3-4 maanden was weggebleven. daarvoor had ze polymenorrhoe. laatste zelftest bvo voor baarmoeder was in 2019-2020, laatste uitstrijkje in 2014.

Objectief (…) geen opwekbare pijn, wel iets gevoelige slagin de lenden, temp 36,5.

laseque en omgekeerd laseguenegatief

Plan (…) eerst urineonderzoek, indien niet afw dan eerst echo buik

Evaluatie (…) Rug symptomen/klachten dd uwi/nierprobleem Referentie 22“

Uit de onderzoeksresultaten bleken geen afwijkingen. De klachten konden niet verklaard worden. Er vond een vervolgconsult plaats op 26 september 2022 om dit te bespreken. Klaagster zei dat ze ook bloedverlies heeft gehad. De huisarts besprak met klaagster dat als het bloedverlies zou aanhouden er wel een vaginaal/speculumonderzoek nodig zou zijn. Omdat er bij de eerstvolgende urineonderzoeken rode bloedcellen in de urine werden aangetroffen is met klaagster gesproken over het belang van een speculumonderzoek. Uiteindelijk voerde de huisarts dat onderzoek uit bij klaagster op 29 november 2022. Hierover heeft hij onder meer het volgende genoteerd:

“Pathologisch onderzoek C22-20018

Conclusie:

Pap 1: geen afwijkende plaveiselepitheelcellen; geen andere afwijkingen; geen afwijkingen van endocervicale cylindrische cellen; geen tekenen van ontsteking. (…)

Advies: geen advies

(…)

Klinische gegevens

Aanleiding: indicatie onderzoek

Uitstrijk afgenomen door: huisarts

Datumuitstrijk: 29/11/2022

Klachten: ?

Menstruatie: menopauze

Anticonceptie: geen

Gebruik hormonen: geen

Aspect cervix: abnormaal of verdacht portio

Abnormaal of verdacht portio: mogelijk naar buitengekeerde endocervix

Opmerkingen: LM 01-09-2022

Microscopie

K1, endocervicale cylindrische cellen aanwezig

O6, geen tekenen van ontsteking

P1, geen afwijkende epitheelcellen

A1, geen andere afwijkingen

C1, geen afwijkingen van endocervicale cylindrische cellen

B1, voldoende beoordeelbaar

(…)”

Op 13 december 2022 vond er telefonisch contact plaats tussen klaagster en de assistente van de huisarts. De assistente deelde aan klaagster de uitslagen mee, die allemaal goed waren. De volgende dag, de dag waarop de huisarts drie weken met vakantie ging, liet klaagster haar gezin uitschrijven uit de praktijk. De huisarts belde klaagster na zijn vakantie op om te vragen wat de reden was voor de uitschrijving. Klaagster deelde mee dat het gezin ontevreden was over de praktijkvoering. Ze had verder geen behoefte aan een gesprek.

4. De klacht en de reactie van de huisarts

4.1 Klaagster is van mening dat het medisch dossier diverse onjuistheden bevat. Zo is zij op 5 september 2022 gezien door de huisarts en heeft hij ten onrechte genoteerd dat zij last had van moeheid/zwakte. Ook had klaagster op 12 september 2022 geen last van haar rug of koorts en waren er ook geen vaginale problemen, wat allemaal wel genoteerd is in het medisch dossier. Daarnaast moest klaagster meermalen urinestaaltjes langs komen brengen zonder dat ze de noodzaak daarvan begreep. Op 29 november 2022 was ineens een uitstrijkje nodig zonder dat klaagster begreep waarom. Ze ging er maar mee akkoord, omdat de huisarts zo aandrong. Het onderzoek was echter heel pijnlijk en grensoverschrijdend. De huisarts droeg daarbij geen handschoenen, reageerde niet op de pijnklachten van klaagster en was erg hardhandig. Na afloop observeerde de huisarts klaagster toen zij haar kleren weer aantrok, wat maakte dat klaagster zich erg beschaamd voelde. Toen klaagster weg wilde gaan, liep de huisarts op zo’n manier voor haar uit dat ze vlak langs hem heen moest lopen wat ze vervelend vond. Ze heeft veel vaginale pijn overgehouden aan het onderzoek en besloot na deze ervaring haar gezin bij een andere huisarts in te schrijven.

Klaagster verwijt de huisarts dat hij:

  1. geen informatie en uitleg heeft gegeven waarom een uitstrijkje nodig was;
  2. geen instructies voor en uitleg over het uitvoeren van het onderzoek en het uitstrijkje heeft gegeven;
  3. het vaginaal onderzoek op zeer onbekwame, pijnlijke en grove wijze uitgevoerd heeft, waardoor het aanvoelde als mishandeling;
  4. tijdens het onderzoek handelingen heeft verricht die grensoverschrijdend aanvoelden, vernederend en niet noodzakelijk waren;
  5. klaagster niet serieus heeft genomen in de pijnklachten die zij aangaf tijdens het onderzoek en deze volkomen negeerde;
  6. dicht tegen klaagster aan, half zijwaarts/achterwaarts, voor haar uitliep toen klaagster de spreekkamer wilde verlaten op 29 november 2022, zij voelde zich angstig en geshockeerd;
  7. onjuiste notities in het medisch dossier heeft staan, zoals klachten/symptomen die klaagster niet had;
  8. een onduidelijk medisch dossier heeft bijgehouden, waarin een consult wordt beschreven dat niet heeft plaatsgevonden.

4.2 De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Zijn reactie op de klachtonderdelen is – samengevat – als volgt.

Ad a) De huisarts heeft juist uitgebreid uitgelegd waarom een uitstrijkje hem nodig leek, ook omdat hij wist dat klaagster een dergelijk onderzoek belastend vond. Hij heeft klaagster ook aangeboden het onderzoek door een andere huisarts te laten uitvoeren.

Ad b) De huisarts heeft klaagster wel degelijk instructies gegeven, zowel voor als tijdens de procedure. En dit is ook noodzakelijk om het onderzoek goed uit te voeren.

Ad c en d) De huisarts verricht al ruim twaalf jaar zo’n drie speculumonderzoeken per week. Hij heeft nog niet eerder meegemaakt dat iemand het onderzoek zo heeft ervaren als hoe klaagster het heeft ervaren. Dat het onderzoek pijnlijk kan zijn geweest, kan de huisarts begrijpen. Dat er sprake is geweest van mishandeling of grensoverschrijding is echter niet juist.

Ad e) De huisarts heeft tijdens het onderzoek meermalen getoetst hoe het ging met klaagster. Ook heeft hij haar herhaaldelijk om toestemming gevraagd. Hij heeft klaagster wel degelijk serieus genomen.

Ad f) De huisarts neemt aan dat klaagster hier doelt op het feit dat hij de deur voor haar heeft geopend toen zij wegging. Dat doet hij voor al zijn patiënten.

Ad g) De huisarts noteert in de anamnese altijd meteen de klachten die iemand noemt. Dat hij iets opschrijft dat niet genoemd is, lijkt hem onwaarschijnlijk.

Ad h) Klaagster geeft vaak een hele andere beschrijving van hoe een consult is verlopen of wat er is gezegd. Ze laat vaak relevante informatie weg of zegt dat dingen gebeurd zijn die niet gebeurd zijn. De huisarts verwijst in algemene zin naar het medisch dossier voor zijn beleving. Ten aanzien van het consult op 5 september 2022 – waarover klaagster heeft gesteld dat ten onrechte is opgeschreven dat er sprake was van moeheid/zwakte – geldt nog het volgende. Klaagster had die dag wel een afspraak omdat zij ‘niet fit’ zou zijn, maar kwam niet opdagen. De huisarts heeft dat ook genoteerd in het medisch dossier (NVZB = niet verschenen zonder bericht) en noteerde als ICPC (International Classification of Primary Care) -code ‘moeheid/zwakte’, omdat dat het dichtst bij ‘niet fit’ in de buurt komt.

4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college

5.1 De klachtonderdelen zullen allemaal gezamenlijk worden behandeld. Het college merkt op dat de lezingen van partijen over hoe de verschillende consulten zijn verlopen erg uiteenlopen. Dit geldt ook voor het consult op 29 november 2022, waar de klacht met name over gaat. Hiervoor geldt het volgende. Het college kijkt dan of een van beide lezingen wordt gesteund door bewijsmateriaal. De lezing van de huisarts wordt gesteund door het medisch dossier. De lezing van klaagster echter niet. Daardoor is het voor het college niet mogelijk om vast te stellen dat de gebeurtenissen die klaagster schetst ook daadwerkelijk zo hebben plaatsgevonden. Dit betekent overigens niet dat aan het woord van de huisarts meer waarde wordt gehecht dan aan het woord van klaagster. Het betekent alleen dat het college, dat immers geen getuige is geweest van wat er gebeurd is, kijkt naar welke lezing getoetst kan worden aan bewijsmateriaal, zoals een medisch dossier. Dat geldt alleen voor de lezing van de huisarts. De lezing van klaagster wordt nergens door ondersteund. Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht niet gegrond verklaard kan worden. De klacht is kennelijk ongegrond.

6. De beslissing

De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 15 december 2023 door G. Tangenberg, voorzitter,

G.S.H. Vegt en R.M. Oosterhout, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door L.C. Commandeur, secretaris.

secretaris voorzitter


Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

  1. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
  • het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
  • als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

  1. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
  1. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.


U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Hertogenbosch. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.