Zoekresultaten 40351-40400 van de 44655 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1056 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.068

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt huisarts dat deze geen adequaat onderzoek heeft verricht naar klachten in haar borsten en haar ten onrechte heeft gerustgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de maatregel van waarschuwing opgelegd. Hoger beroep huisarts. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat n iet in geschil is dat de huisarts klaagster lichamelijk heeft onderzocht en daarbij weliswaar een zwelling in de linkerborst heeft gevoeld, maar dat deze zwelling een afwijking betrof die overeenkwam met eerder in het ziekenhuis vastgestelde cysten. Bij die stand van zaken bestond er voor de huisarts geen aanleiding de zwelling aan te merken als een nieuwe klacht, zodat hij niet opnieuw het protocol, zoals de NHG-standaard die beschrijft bij een nieuwe klacht over pijn in de borst, hoefde te doorlopen. De huisarts heeft terecht de voorgeschiedenis van klaagster betrokken bij zijn diagnose en bij het bepalen van het behandelplan. Klachtonderdeel alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1063 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.258

    In eerste aanleg heeft klager een 7-tal klachten aangevoerd naar aanleiding van de wijze waarop de gz-psycholoog als deskundige de opdracht van de rechtbank heeft uitvoerd om -kort gezegd- tussen de ex-echtgenoten tot een omgangsregeling voor de kinderen te komen. De klachten komen er op neer dat klager twijfelde aan de onafhankelijkheid van de gz-psycholoog en dat hij zich door haar niet serieus genomen voelde. Een deel van de klachten is door het RTG gegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld m.b.t. de klachten die door het RTG ongegrond zijn verklaard. Het hoger beroep slaagt niet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1057 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.159

    De klacht betreft een arts die de functie bekleedt van directeur patientenzorg in een kliniek en die daarnaast (voor het grootste deel van de werktijd) samen met andere specialisten als arts in die kliniek werkzaam is. Door de klager, die bij een operatie in de kliniek ernstig verminkt is, wordt hem in hoofdzaak verweten dat hij heeft toegelaten dat die operatie werd uitgevoerd door een plastisch chirurg die niet als zodanig in Nederland geregistreerd was. Het regionale tuchtcollege oordeelt dat de arts ook in zijn hoedanigheid van directeur patientenzorg tuchtrechtelijk aansprakelijk kan zijn. Het legt hem een waarschuwing op omdat hij ten onrechte niet gecontroleerd had of de plastisch chirurg in Nederland was ingeschreven. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het handelen van artsen in een bestuurlijke of leidinggevende functie in beginsel tuchtrechtelijk getoetst kan worden; wel moet voorkomen worden dat een arts aansprakelijk wordt gehouden voor keuzen in d e bedrijfsvoering waarvoor hem in zijn managementsfunctie in beginsel beleidsvrijheid toekomt. Ten aanzien van de klacht verenigt het Centraal College zich met het oordeel in eerste aanleg; het verwerpt het beroep van de arts.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1064 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.135

    In geschil is de vraag of de gz-psycholoog bij het intake gesprek in voldoende mate de mede met gezag beklede ouder betrokken heeft. Moeder heeft zich met het minderjarige kind bij de gz-psycholoog gemeld in een crisis-situatie. De psycholoog heeft wel gevraagd naar de contactgegevens van de vader, maar moeder had deze niet voor handen. Vervolgens heeft het meer dan een maand geduurd voordat de gz-psycholoog de vader heeft gesproken. Zij heeft wel gepoogd te bellen, maar pas in later stadium. Het RTG heeft de ter zake ingediende klacht gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het CTG heeft overwogen dat ook in de intake fase (ook wanneer er nog geen sprake is van een behandelingsovereenkomst) de met gezag beklede ouder(s) moeten worden geïnformeerd en dat hun instemming moet worden vastgesteld. Dit is onvoldoende gebeurd. Nu hier een nieuwe norm is gesteld, dient een maatregel achterwege te blijven.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1058 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.279

    Klacht tegen psychiater. Klager is op basis van verklaring van de arts met rechterlijke machtiging opgenomen in psychiatrisch ziekenhuis. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de arts de verklaring valselijk heeft opgemaakt zoals hem door klager wordt verweten en wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt in beroep het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1052 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.180

    Klacht tegen tandarts, afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en verklaart vier klachtonderdelen alsnog gegrond. Bij het plaatsen van een implantaat is de tandarts zowel in het vooronderzoek als in de verslaglegging onvoldoende zorgvuldig geweest. De tandarts heeft klager voorafgaand aan en tijdens het plaatsen van een brug onvoldoende voorgelicht over de verschillende mogelijkheden qua materiaal en de daaraan verbonden voor- en nadelen en risico’s. De tandarts had erop moeten toezien dat de afgesproken verrekening van de kosten van het plaatsen van het implantaat daadwerkelijk plaatsvond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1065 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.172

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij een verklaring in de zin van artikel 29b lid 5 Wet op de Jeugdzorg heeft opgesteld zonder klager voorafgaand te hebben onderzocht, waardoor klager ten onrechte door de rechter in een gesloten jeugdinrichting is geplaatst. Het RTG oordeelt dat de klacht gegrond is en de gz-psycholoog wordt de maatregel van schorsing opgelegd voor de duur van 10 weken waarvan 8 weken voorwaardelijk, inclusief een coachingstraject en publicatie. Ter zitting in hoger beroep is komen vast te staan dat klager ten tijde van de op te maken verklaring feitelijk onvindbaar was omdat hij zwervende was. Op de voet van artikel 29c lid 4 Wet op de Jeugdzorg kon daarom in dit geval de gz-psycholoog instemmen zonder klager voorafgaand te hebben onderzocht. Het CTG verkaart de klacht ongegrond en vernietigt de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1059 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.053

    Klaagster heeft zich tot de arts gewend voor een LBA ( levend bloed analyse) test. Na afloop van de behandeling waarbij een prikpen werd gebruikt, zijn bij klaagster twijfels gerezen omtrent de steriliteit van de prikpen. Volgens klaagster reageerde de arts gepikeerd en heeft de bezorgdheid die bij klaagster leefde, niet weg kunnen nemen. Vervolgens heeft de arts nagelaten te reageren op een e-mailbericht van klaagster waarin om een nadere toelichting werd gevraagd. Het RTG heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1053 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.055

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1066 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.106

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1060 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.087

    Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard, omdat zijn klacht ziet op het handelen van verweerster in haar kwaliteit van docent en examinator van het vaardigheidsonderwijs. Het Centraal College verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1054 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.150

    "Klacht tegen tandarts. Het Regionaal Tuchtcollege constateert dat de tandheelkundige handelingen die door de tandarts zijn uitgevoerd verdedigbaar zijn. Het trekken van een kies in de onderhavige situatie is niet verwijtbaar, zeker niet nu is gebleken dat de tandarts van tevoren de gevolgen van de extractie met klaagster heeft besproken en de extractie op uitdrukkelijk verzoek van klaagster heeft plaatsgevonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster."

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1067 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.107

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1061 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.251

    Klager verwijt verweerder : 1. het ontbreken van een diagnose, het nalaten een goede therapie te bieden en het niet doorverwijzen naar een therapeut toen dat noodzakelijk was; 2. schending van het beroepsgeheim door zonder toestemming van klager informatie uit te wisselen; 3. het niet laten opnemen van klager toen deze in een crisissituatie verkeerde; 4. het niet informeren van klager over de bijwerkingen van een geneesmiddel, het aanpassen van de dosering van een geneesmiddel en het weigeren een bepaald geneesmiddel voor te schrijven. Het Regionaal College heeft geoordeeld dat de psychiater op afdoende wijze een diagnose heeft gesteld, dat de psychiater het beroepsgeheim niet heeft geschonden, dat geen indicatie bestond voor gedwongen opname en dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld met betrekking tot de medicatie van klager. Het Centraal College stelt voorop dat een psychiater dient te wijzen op mogelijke bijwerkingen van een geneesmiddel. De psychiater mocht er niet op vertrouwen dat klager hierover voldoende werd voorgelicht door de sticker op het medicijn. Het feit dat klager ook bekend was met (eventuele bijwerkingen van) andere medicatie doet evenmin af aan de wenselijkheid dat een psychiater zijn patiënt wijst op mogelijke bijwerkingen van een geneesmiddel. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is echter geen sprake geweest. Het Centraal College verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1055 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.240

    "Klacht tegen tandarts. In de declaraties brengt de tandarts tweemaal een toeslag voor het instrumentarium in rekening voor een bedrag van € 15,-, terwijl in de begroting daarvoor een bedrag was opgenomen van € 10,-. In een brief aan klager heeft de tandarts het verschil verklaard. Naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege is de klacht van onvoldoende gewicht, zodat deze dient te worden afgewezen. Daarbij heeft het Regionaal Tuchtcollege ten overvloede aangetekend dat zij geen uitspraken kan doen terzake geldvorderingen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager."

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2011:YC0599 Kamer van toezicht Dordrecht 01/11

    Bft heeft onderzoek gedaan naar de financiële situatie bij de notaris. Gebleken is dat er gedurende een langere periode een negatieve bewaringspositie heeft bestaan. Gelet op de omstandigheden van het geval (ontvlechting twee notariskantoren en implementatieproblemen nieuwe software) wordt aanleiding gezien de notaris de maatregel van berisping op te leggen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1562 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3545/10.175

    Verzet ongegrond. Onderwerp van verzet is enkel de klacht waarop de voorzittersbeslissing waartegen verzet is ingesteld, ziet (en waarop het dekenonderzoek zag). Geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en een herhaling van de eerdere klacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1556 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3461/10.91

    Een advocaat dient steeds zijn cliënt te informeren over belangrijke zaken. Waar nodig ter voorkoming van geschil of misverstand, dienen informatie en afspraken schriftelijk te worden bevestigd. Dat nalaten is onzorgvuldig en de gevolgen daarvan komen voor risico van de advocaat. Raad ziet af van oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0160 Accountantskamer Zwolle 10/2150 Wtra AK

    Niet betalen contributie Nivra. Definitieve doorhaling, echter voor beperkte duur, zodat accountant bij het Nivra na betaling achterstand om herinschrijving kan verzoeken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1569 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3492/10.122

    De advocaat is verplicht zich bij aanvaarding van de opdracht te vergewissen van de identiteit van de cliënt en in voorkomend geval tevens van de identiteit van de tussenpersoon die de opdracht heeft verstrekt, tenzij de aard of omstandigheden dit onmogelijk maken. Het niet voldoen aan deze verplichting is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Eveneens verwijtbaar is het zich er niet van vergewissen dat een voorgelegd en reeds ondertekend convenant de uitdrukkelijke wil van beide daarbij betrokken partijen weergeeft. Tot het legaliseren van een handtekening mag een advocaat pas overgaan als hij ervoor kan instaan dat die handtekening ook afkomstig is van degene die in het betreffende stuk wordt genoemd. Waar nodig ter voorkoming van geschil of misverstand, dienen informatie en afspraken schriftelijk te worden bevestigd. Dat nalaten is onzorgvuldig en de gevolgen daarvan komen voor risico van de advocaat. Berisping. Klacht in alle onderdelen gegrond. Enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1047 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/41

    Klacht over het gebruik van onrechtmatig verkregen rapportages door een medisch adviseur. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1050 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09182

    Klager verwijt chirurg dat hij, gelet op het medisch verleden van klager (suikerziekte en eerdere amputatie van de tenen), de voet van klager beter had moeten onderzoeken en eerder actie had moeten ondernemen, zodat amputatie van het onderbeen had kunnen worden voorkomen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1550 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3486/10.116

    Optreden tegen voormalige cliënt. De advocaat is in 2008 min of meer tegen klager opgetreden, echter in een andere kwestie dan waarvoor de advocaat klager tot 2004 had bijgestaan. Er is geen gebruik gemaakt van vertrouwelijke informatie betreffende de persoon van klager danwel zaaks gebonden aan het informatie. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1563 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3402/10.32

    Tenzij een advocaat goede gronden heeft om aan te nemen dat zijn cliënt niet in aanmerking kan komen voor door de overheid gefinancierde rechtshulp, is hij verplicht met zijn cliënt bij het begin van de zaak en verder telkens wanneer daartoe aanleiding bestaat, te overleggen of er termen aanwezig zijn om te trachten door de overheid gefinancierde rechtshulp te krijgen. Niet gebleken is dat de mogelijkheid van het aanvragen van een toevoeging ter sprake is gekomen en/of dat het kantoor van verweerder in het geheel geen toevoegingszaken doet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1557 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3478/10.115

    Verzet ongegrond. Optreden van een advocaat in hoedanigheid van lid van het Hof van Discipline staat als zodanig niet onder tuchtrechtelijke controle. Geen concrete feiten of omstandigheden gesteld die onderbouwen dat verweerder geacht moet worden zich schuldig te hebben gemaakt aan handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0161 Accountantskamer Zwolle 10/2016 Wtra AK

    Niet betalen contributie Nivra. Definitieve doorhaling, echter voor beperkte duur, zodat accountant bij het Nivra na betaling achterstand om herinschrijving kan verzoeken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1570 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3500/10.130

    Bij de behandeling van een zaak heeft de advocaat de leiding en dient hij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. In het algemeen kan een tuchtrechtelijke maatregel pas geïndiceerd zijn, indien en voorzover de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden of kunnen worden geschaad. Daarvan is voor wat betreft de gestelde onjuiste bejegening van klaagster niet gebleken. Wel ten aanzien van het door verweerder namens klaagster ingediende verweerschrift. Dat verweerschrift is maar een pagina lang, terwijl daarin zes taal- en/of andere fouten voorkomen. Dat is teveel om zorgvuldig te kunnen zijn. Klacht in zoverre ongegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1551 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3483/10.113

    Klacht oorspronkelijk ingediend in 2003. Klager heeft lange tijd bericht van de Raad van Toezicht afgewacht. Na hervatting van de behandeling heeft de advocaat van klager in de klachtzaak meerdere brieven van de Raad van Toezicht onbeantwoord gelaten. Klager verzocht nog weer later, in juni 2009, hervatting van de klachtbehandeling. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1564 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3447/10.77

    Klacht ongegrond. Klager heeft door verweerder betwiste feitelijke stellingen niet aannemelijk gemaakt. Nu voorts niet de hoogte van de declaratie ter discussie staat, maar de wijze waarop de zaak door verweerder is behandeld, bestond er geen aanleiding voor een begrotingsprocedure. Verweerder had klager wel op die mogelijkheid moeten wijzen maar onder de gegeven omstandigheden is het nalaten daarvan niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1558 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3499/10.129

    Een advocaat dient steeds zijn cliënt te informeren over belangrijke zaken. Waar nodig ter voorkoming van geschil of misverstand, dienen informatie en afspraken schriftelijk te worden bevestigd. Dat nalaten is onzorgvuldig en de gevolgen daarvan komen voor risico van de advocaat. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1571 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3666/11.68

    Indien een opvolgend advocaat erin slaagt in hoger beroep een gunstig resultaat te behalen, leidt dit er niet toe dat de eerste advocaat fouten heeft gemaakt bij zijn behandeling van de zaak en dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Nu klager de eerste declaratie van de advocaat zonder protest heeft voldaan en eerder in aanraking was gekomen met advocaten, kan klager zich niet op het standpunt stellen dat hij niet op de hoogte was van het feit dat het uurtafierf van de advocaat wordt verhoogt met een percentage voor kantoorkosten en BTW. De tuchtrechter is niet bevoegd declaratiegeschillen te beslechten, tenzij sprake is van excessief declareren. Op bais van de stukken kan dit niet worden vastgesteld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1552 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3455/10.85

    Verzet ongegrond. De door klager aangevoerde grond voor het verzet vindt geen steun in de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1546 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3437/10.67

    Verwijt dat de advocaat de zaken voor klaagster niet voortvarend heeft aangepakt kennelijk ongegrond. Verwijt dat de advocaat geen toevoeging heeft aangevraagd kennelijk ongegrond, daar klaagster buitenlands inkomen had en onroerend goed. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1559 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3407/10.37

    Bij de behandeling van een zaak heeft de advocaat de leiding en dient hij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. In het algemeen kan een tuchtrechtelijke maatregel pas geïndiceerd zijn, indien en voorzover de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden of kunnen worden geschaad. Daarvan is niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1572 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3660/11.62

    De gedragingen van een advocaat in de hoedanigheid van curator zijn alleen dan tuchtrechtelijk van belang , indien de advocaat zich in die hoedanigheid zou misdragen en daardoor het vertrouwen in de advocatuur zou schaden. Waar het gaat om handelingen die typisch tot de andere hoedanigheid behoren, zoals bijvoorbeeld die van een curator, gelden de normen die specifiek voor die andere hoedanigheid hebben te gelden. In het algemeen geldt dat een klager die wil klagen over de handelwijze van de advocaat in zijn hoedanigheid van curator zich tot de rechter-commissaris moet wenden. Het is niet aan de tuchtrechter een inhoudelijk oordeel te geven over een civielrechtelijk verschil.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1553 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3410/10.40

    De advocaat van een tussenpersoon die niet als advocaat is ingeschreven, mag een opdracht uitsluitend aanvaarden indien hij ervan overtuigd is dat de opdracht met instemming van de cliënt is gegeven en hij zich bovendien het recht heeft voorbehouden zich te allen tijde met de cliënt te verstaan. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1566 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3540/10.170

    Uitgangspunt in de relatie advocaat-wederpartij is steeds dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mat niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Die situatie doet zich voor. Op het moment dat verweerder tot executie van een ontruimingsvonnis overging wist althans hoorde hij het weten dat het bedrijfspand in kwestie inmiddels verhuurd was aan een andere contractspartij. Tegen deze nieuwe contractspartij had verweerder een nieuw ontruimingsvonnis moeten vragen en hij had de bewoners/gebruikers van het bedrijfspand daarover moeten inlichten. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1547 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3567/10.197

    De advocaat heeft geen opgave CCV gedaan en heeft in het kader van een tuchtrechtelijk onderzoek niet gereageerd op verzoeken van de deken. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1560 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3525/10.155

    Bij de behandeling van een zaak heeft de advocaat de leiding en dient hij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. In het algemeen kan een tuchtrechtelijke maatregel pas geïndiceerd zijn, indien en voorzover de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden of kunnen worden geschaad. Een dergelijke uitzondering doet zich hier voor. Voor alle klachtonderdelen geldt dat in redelijkheid niet valt in te zien hoe de door verweerder gevolgde werkwijze, c.q. het nalaten werkzaamheden te verrichten, tot een voor klaagster gunstig resultaat zou hebben kunnen leiden. Ambtshalve toepassing artikel 48 lid 7 Advocatenwet. Schorsing voor de duur van drie maanden waarvan twee voorwaardelijk. Bevel tot publicatie.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1048 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09154a

    Klagers verwijten chirurg dat na de eerste operatie te lang gewacht is alvorens opnieuw te opereren, als gevolg waarvan patiënte is komen te overlijden. Daarnaast heeft hij niet adequaat op pijnklachten gereageerd en is hij te laat begonnen met toediening van een antistollingsmiddel. Voorts is hij tekort geschoten in de communicatie. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1554 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3442/10.72

    Overname behandeling zaak in verband met vertrek kantoorgenoot. Advocaat verantwoordelijk voor een goede praktijkvoering en kantoororganisatie. Indien in dat verband problemen ontstaan ligt het op de weg van de advocaat de Deken in te schakelen. Nalaten daarvan is onzorgvuldig. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1051 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/30

    -

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1567 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3458/10.88a+b

    Verzet. Klager niet ontvankelijk vanwege onverschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1548 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3462/10.92

    Verwijt dat de advocaat voor zijn cliënte ten laste van klager beslag heeft gelegd voor een alimentatieachterstand. Beslag is gelegd onder de notaris bij de toescheiding van de voormalige echtelijke woning aan de cliënte van de advocaat. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1561 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3478/10.108a+b

    Verzet ongegrond. Geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en een herhaling van de eerdere klacht. Of de deken zijn onderzoek al dan niet juist heeft verricht, is in de verzetprocedure niet aan de orde.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1049 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09154b

    Klagers verwijten chirurg dat na de eerste operatie te lang gewacht is alvorens opnieuw te opereren, als gevolg waarvan patiënte is komen te overlijden. Daarnaast heeft hij niet adequaat op pijnklachten gereageerd en is hij te laat begonnen met toediening van een antistollingsmiddel. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1555 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3353/10.83

    Tenzij een advocaat goede gronden heeft om aan te nemen dat zijn cliënt niet voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking komt, is hij verplicht daarover steeds bij het begin van de zaak en steeds wanneer daartoe aanleiding bestaat, met zijn cliënt te overleggen. Een advocaat dient bovendien steeds zijn cliënt te informeren over belangrijke zaken. Waar nodig ter voorkoming van geschil of misverstand, dienen informatie en afspraken schriftelijk te worden bevestigd. Dat nalaten is onzorgvuldig en de gevolgen daarvan komen voor risico van de advocaat. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1568 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3511/10.141

    Optreden van een advocaat in hoedanigheid van waarnemend deken staat als zodanig niet onder tuchtrechtelijke controle. Geen concrete feiten of omstandigheden gesteld die onderbouwen dat verweerder geacht moet worden zich schuldig te hebben gemaakt aan handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1549 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3531/10.161

    Verwijt dat de advocaat een declaratie voor telefonisch advies heeft gezonden, terwijl klager meende dat hij geen opdracht voor betaalde werkzaamheden had verleend. Voorts verwijt dat klager als privépersoon is gedagvaard tot betaling van de declaratie naast zijn besloten vennootschap. Hoewel de opdracht beter meteen had kunnen worden bevestigd, is het handelen gezien korte tijdsverloop tussen verkrijgen informatie en advies niet klachtwaardig. Het dagvaarden van klager, terwijl de declaratie aan zijn besloten vennootschap was gericht, is onzorgvuldig. Klacht gedeeltelijk gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1565 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3482/10.112

    Uitgangspunt in de relatie advocaat-wederpartij is steeds dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mat niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Daarvan is niet gebleken. Evenmin is gebleken dat verweerder bij het optreden namens zijn cliënt over de schreef is gegaan. Wel staat vast dat verweerder de deken niet juist heeft geïnformeerd in het kader van het onderzoek naar een tegen hem ingediende klacht. Dat acht de Raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht deels gegrond. Enkele waarschuwing.