Zoekresultaten 2551-2600 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:97 Hof van Discipline 's Gravenhage 230250

    Bekrachtiging beslissing raad over klacht tegen advocaat wederpartij. Opheffing beslag tegenover zekerstelling van een geldbedrag op de derdengeldenrekening van verweerder. Klager verwijt verweerder ten onrechte te weigeren na uitbetaling van een gedeelte van het depot aan verweerders cliënte het restant van het depot aan klager uit te betalen. De klacht is gegrond. De gemaakte afspraken zijn duidelijk en laten geen ruimte om het restant niet aan klager uit te betalen. Dat de cliënte van verweerder niet wilde dat hij tot uitbetaling overging, doet daaraan niet af. Partijen moeten erop kunnen vertrouwen dat advocaten de door hen gemaakte afspraken nakomen. Niet nakoming raakt aan kernwaarde integriteit. Bij twijfel niet voor eigen rechter spelen, maar de deken om advies vragen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:58 Raad van Discipline Amsterdam 23-616/A/NH

    Verzetbeslissing. De raad ziet op grond van de overgelegde stukken en hetgeen partijen ter zitting naar voren hebben gebracht geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. De verzetgronden slagen dan ook niet. Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de klachtonderdelen heeft de voorzitter de juiste toetsingsmaatstaf toegepast. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle noodzakelijke informatie en omstandigheden die van belang zijn bij het oordeel of een klacht tijdig is ingediend als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:98 Hof van Discipline 's Gravenhage 230167

    Betreft incassoprocedure voor advocaat tegen voormalig cliënte, waarin verweerder bij dagvaarding een VSO in de voor de cliënte gedane letselschadezaak heeft overgelegd. Klacht van de moeder van de cliënte dat verweerder de VSO met daarin persoonlijke gegevens van klaagster zonder haar medeweten en toestemming heeft gebruikt en openbaar gemaakt. Hof vernietigt uitspraak van raad, die de klacht gegrond had verklaard. Klaagster was geen derde, maar materieel mede-opdrachtgeefster aan de advocaat. De totale (toegevoegde waarde van de) werkzaamheden van de advocaat was ter discussie gesteld, daarom is in de dagvaarding een verslag opgenomen van wat de advocaat voor de cliënte had gedaan en bereikt, waaronder de VSO. Overlegging van de VSO diende redelijk doel en is niet gelijk te stellen met openbaarmaking (zie ook ECLI:NL:TAHVD:2018:101 en ECLI:NL:TAHVD:2023:148). Omstandigheden die voor verweerder aanleiding hadden moeten zijn om van overlegging af te zien, heeft het hof niet kunnen vaststellen, onder meer omdat niet gebleken is dat de VSO gevoelige gegevens over klaagster bevat. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:100 Hof van Discipline 's Gravenhage 240089

    Klacht tegen de deken niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:59 Raad van Discipline Amsterdam 24-097/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. De benaming 'scheldkanon' acht de voorzitter in de gegeven omstandigheden niet onnodig grievend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:99 Hof van Discipline 's Gravenhage 230145

    Hoger beroep klager van ongegrond verklaard klachtonderdeel faalt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6254

    Ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft bij klager een brug geplaatst. Klager verwijt de tandarts dat hij heeft gezegd dat het niet mogelijk was om een implantaat te plaatsen, dat de brug is losgekomen en dat de tandarts niet goed heeft gehandeld toen klager zei dat de brug los zat. Voor het college is goed te volgen dat de tandarts heeft geconcludeerd dat de keuze voor een nieuwe kroon met dummy op implantaat 41 de voorkeur genoot boven het plaatsen van een nieuw implantaat ter plaatse van de 42. Zoals het college op basis van de röntgenfoto zelf ook heeft kunnen vaststellen, is er weinig ruimte tussen element 42 en de naastgelegen elementen en is er sprake van botafbraak. Hierdoor was er zowel in de lengte als in de breedte weinig ruimte voor een implantaat. Het plaatsen van een implantaat was in dit geval daarom beslist niet de beste behandeloptie geweest. De tandarts heeft klager meerdere keren gezien met klachten van een losse brug. Tijdens deze contacten is er steeds onderzoek gedaan en het is dan ook niet aannemelijk dat klager elke keer binnen een minuut weer buiten stond. Uit de stukken blijkt ook dat steeds binnen een redelijke termijn gereageerd is op de telefoontjes en e-mails van klager. Het college begrijpt dat het heel vervelend voor klager is dat de brug enkele malen los is gekomen, maar dit kan de tandarts niet tuchtrechtelijk worden verweten. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:87 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-071/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5904

    Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster is in verband met buikpijnklachten door de huisarts verwezen naar de gynaecoloog voor een screenende echo. Bij deze echo werd geen duidelijke verklaring gevonden voor de pijn. Klaagster verwijt de gynaecoloog onder meer dat zij de rechter adnex niet goed in beeld heeft gebracht en dat ze geen aanvullend onderzoek heeft gedaan of geadviseerd aan de huisarts. Bij vervolgonderzoek door een andere arts bleek dat sprake was van een actinomyces ontsteking, waarvoor klaagster een langdurige behandeling moest ondergaan. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-113/AL/MN

    voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de voorzitter mocht verweerder uitgaan van de juistheid van de informatie zoals van zijn cliënte ontvangen zonder dat hij daarnaar verder onderzoek hoefde te doen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:69 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-094/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een familiezaak kennelijk ongegrond. Van onvoldoende betrokkenheid of activiteit van verweerster is niet gebleken. Verweerster mocht haar bijstand aan klaagster beëindigen. Klacht over kantoorklachtenregeling is onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:85 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-649/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat in asielrechtzaak. Uit de stukken en de toelichting tijdens de zitting is de raad gebleken dat verweerder op deskundige wijze werkzaamheden voor klager heeft gedaan. Ook uit de stukken heeft de raad afgeleid dat klager zelf zijn reguliere verblijfsvergunning moest aanvragen. Dat verweerder ten nadele van klager zou hebben samengewerkt met de IND is voor de raad niet komen vast te staan. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:86 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-809/AL/MN

    Volgens verweerder heeft hij telefonisch van klaagster een opdracht voor advieswerkzaamheden gekregen en is toen met haar afgesproken dat hij die werkzaamheden onder dezelfde voorwaarden als zijn kantoorgenoot in een eerdere kwestie voor klaagster. Klaagster betwist dat daarover is gesproken en stelt bovenal dat zij tijdens het telefoongesprek geen opdracht aan verweerder heeft gegeven. Volgens klaagster is zij reeds daarom niets aan verweerder verschuldigd. Gelet op die betwisting en het ontbreken van een schriftelijke bevestiging van verweerder aan klaagster met daarin de overeengekomen afspraken, kan de raad niet vaststellen dat verweerder klaagster daarover voldoende heeft geïnformeerd (gedragsregel 16). Hetgeen verweerder daarover in zijn e-mail van 5 juni 2023 aan klaagster heeft geschreven, met alleen een verwijzing naar de heropening van de oude zaak, is onvoldoende. Daarnaast is de raad onvoldoende gebleken dat verweerder zich ervan heeft vergewist of klaagster na het telefoongesprek daadwerkelijk tot opdrachtverstrekking wilde overgaan. Door in één e-mail de bevestiging van de vermeende opdracht samen te laten vallen met zijn advisering heeft verweerder aan klaagster ook geen bedenktijd gegeven. Dat hij dat zo vaker in zijn praktijk doet en cliënten die werkwijze fijn vinden, kan zo zijn, maar is voor risico van verweerder als daarover later een misverstand ontstaat. Dat is in dit geval met klaagster zo gegaan. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:70 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-118/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een arbeidsgeschil kennelijk ongegrond. Verweerster mocht zich tot klager wenden, ondanks klagers verzoek om bij vragen contact te zoeken met de rechtbank. Van het verstrekken van onjuiste informatie niet gebleken. Klagers klacht vormde op zichzelf geen reden voor verweerster om zich aan de zaak te onttrekken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-382/AL/MN

    Tijdens de zitting van de raad heeft verweerder naar het oordeel van de raad terecht erkend dat hij in de voorliggende situatie de belangen van de VvE niet had mogen (blijven) behartigen vanwege (potentieel) tegenstrijdig belang aan de kant van klaagster, een VvE-lid. Door voor de VvE te blijven optreden heeft verweerder de betamelijkheidsnorm van artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarden onafhankelijkheid en partijdigheid geschonden. Verweerder heeft naar eigen zeggen de dag voor de zitting het dossier bestudeerd en jurisprudentie onderzoek gedaan wat bij hem toen tot een nieuw inzicht heeft geleid. Dát onderzoek had verweerder naar het oordeel van de raad veel eerder kunnen én moeten doen, zeker nadat hij op zijn optreden voor de VvE werd aangesproken door de gemachtigde van klaagster als mede VvE-lid. Tijdens de zitting heeft verweerder het foutieve van zijn handelen weliswaar erkend maar wat de raad betreft is dit voor de maatregeloplegging als tardief te beschouwen. Verweerder heeft bovendien tijdens de zitting geen excuses aan klaagster aangeboden of een voorstel gedaan, zodat de raad niet het gevoel heeft gekregen dat verweerder wezenlijk inzicht in het foutieve van zijn handelen heeft gekregen. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:85 Hof van Discipline 's Gravenhage 230047

    Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Bekrachtiging van schrapping. De raad was eerder van oordeel dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit. Verweerder heeft met onvoldoende professionele distantie voor zijn cliënt opgetreden. Niet alleen heeft hij op verschillende momenten als ongefilterd doorgeefluik voor zijn cliënt gefungeerd, ook heeft hij met de door hem gebruikte grievende bewoordingen en toonzetting in zijn correspondentie zowel klaagster als de bij de procedures betrokken instanties op weinig respectvolle wijze bejegend en onder druk gezet. Mede gelet op het omvangrijke tuchtrechtelijk verleden van verweerder , ziet ook het hof bij verweerder een patroon van gedragingen die het hof ervan overtuigen dat hij als advocaat niet in staat is voldoende onafhankelijk te opereren ten opzichte van zijn cliënt. Verweerder vereenzelvigt zich met zijn cliënt en overtreedt daarbij de kernwaarden in ernstige mate. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad tot schrapping van verweerder van het tableau.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-476/AL/MN

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:83 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-504/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:68 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-093/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, omdat niet is gebleken van escalerend optreden of anderszins klachtwaardig handelen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:84 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-508/AL/LMN

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6112

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt haar voormalig waarnemend huisarts dat zij heeft geprobeerd om de kinderen van klaagster uit te schrijven bij haar huidige huisartsenpraktijk. Klaagster heeft daarvoor geen toestemming gegeven. Daarnaast verwijt klaagster de huisarts dat zij heeft geweigerd om de volledige dossiers van haar kinderen over te dragen aan haar huidige huisarts. Het college kan niet vaststellen dat de huisarts betrokken is geweest of had moeten zijn bij het uitschrijven en/of het overdragen van de medische dossiers van de kinderen van klaagster. De huisarts stelt dat zij nooit opdracht heeft gegeven om een patiënt uit te schrijven en dat het in- en uitschrijven van patiënten normaliter door de assistentes van de huisartsenpraktijk wordt gedaan. Het college ziet ook geen aanknopingspunten in het dossier die wijzen op een door de huisarts gegeven opdracht daarvoor of voor het achterhouden van de medische dossiers van de kinderen. Het college merkt daarbij op dat het in- en uitschrijven van patiënten en het overdragen van medische dossiers administratieve handelingen zijn die niet tot het takenpakket van een waarnemend huisarts behoren. Ook het opdracht geven daarvoor, het controleren en accorderen van dergelijke handelingen hebben betrekking op de praktijkorganisatie, waar een waarnemend huisarts niet verantwoordelijk voor is. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6302

    Deels gegronde klacht tegen een arts. Klager heeft een klacht tegen de arts ingediend namens zijn echtgenote, hierna: de patiënte, die is overleden. Hij klaagt erover dat zij door middel van euthanasie had willen overlijden en dat deze wens door de arts, die waarnam voor de huisarts van de patiënte, niet is gerespecteerd. Ook is de arts volgens klager (onder andere) onzorgvuldig en nalatig geweest, omdat hij de patiënte niet persoonlijk gezien en beoordeeld heeft en ook niet zelf telefonisch heeft gesproken voordat hij overging tot palliatieve sedatie. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ongegrond is ten aanzien van het niet willen uitvoeren van de euthanasie en de daarmee samenhangende klachtonderdelen. De klacht is wel gegrond voor wat betreft het gebrek aan persoonlijk contact met de patiënte over de palliatieve sedatie. Voor het gegronde deel legt het college de arts als maatregel een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5824

    Deels gegronde klacht tegen een arts. Verweerster heeft bij klaagster een wenkbrauwlift met botox toegepast en rimpels in haar bovenlip behandeld met filler. Klaagster kreeg vervolgens een opgezette bovenlip, waarna de arts enkele malen (zonder succes) met hyaluronidase-injecties heeft geprobeerd de filler op te lossen. Klaagster is onder andere niet tevreden over de bejegening en de nazorg. De arts heeft klaagster na het ontstaan van haar klachten steeds op consult laten komen en geprobeerd die klachten te verhelpen met passende maatregelen. Zij heeft diverse malen geprobeerd de hyaluronzuurfiller met hyaluronidase op te lossen en, toen dit niet lukte, klaagster terecht doorverwezen naar een gespecialiseerd centrum, het complicatie fillers team van het Erasmus MC. Ook de opgetreden infectie is adequaat behandeld. De arts heeft daarmee voldoende serieuze aandacht besteed aan de klachten van klaagster na de behandeling. Wel acht het college het tuchtrechtelijk niet aanvaardbaar dat verweerster, zoals zij heeft erkend, in een telefoongesprek klaagster heeft uitgemaakt voor leugenaar, omdat zij verzwegen zou hebben dat zij in het verleden een permanente filler zou hebben gehad. Zelfs als het juist zou zijn dat zij ten onrechte hiervan geen melding heeft gemaakt dan behoeft daarbij nog geen sprake te zijn van opzet. Een arts behoort een patiënt uit hoofde van haar beroep respectvol te benaderen. Dat is hier niet gebeurd. Het college acht het opleggen van een waarschuwing daarvoor passend en noodzakelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:49 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-177/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. 60ab-verzoek. Verweerder heeft de deken door zijn handelen en nalaten structureel en op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak gefrustreerd (gedragsregel 29) en niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarnaast heeft verweerder in strijd gehandeld met artikel 6.5 Voda en met de kernwaarden deskundigheid en (financiële) integriteit (artikel 10a Advocatenwet). Uit de door de deken overgelegde stukken, waaronder de in 2.3 en 2.4 genoemde dekenstandpunten, blijkt voorts naar het oordeel van de raad in voldoende mate van een patroon van onvoldoende professioneel acteren en functioneren. Uit de aan de raad overgelegde stukken en het ter zitting verhandelde blijkt voldoende dat sprake is van een ernstig vermoeden van een handelen door verweerder waardoor enig door artikel 46 beschermd belang ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad.Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt in voldoende mate dat verweerder er geen blijk van geeft zijn praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen. Verweerder blijkt niet in staat om aan de op hem rustende (administratieve) verplichtingen te voldoen, onttrekt zich aan het toezicht van deken en laat onduidelijkheid bestaan over de werkelijke financiële toestand van zijn praktijk. Er is naar het oordeel van de raad op grond van het voorgaande sprake van een dusdanig spoedeisend belang dat enig door artikel 46 Advocatenwet beschermd belang schorsing met onmiddellijke ingang vergt. Toewijzing verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6515

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De vader van klager is overleden. Klager verwijt de huisarts dat hij te weinig onderzoek heeft gedaan naar de oorzaak van de klachten van zijn vader, te weten: kortademigheid, snel moe worden, veel zweten na een korte wandeling en last van zijn borst. Volgens klager heeft de huisarts zich slechts gericht op astma en de longen van zijn vader en te weinig aandacht gehad voor een andere oorzaak van de klachten. De huisarts heeft verweer gevoerd en stelt dat de vader van klager binnen de praktijk niet bekend was met symptomen als hevig zweten en/of pijn op de borst of andere klachten die konden duiden op een cardiaal probleem. De huisarts heeft verder opgemerkt dat de patiënt meestal op het spreekuur van de praktijkverpleegkundige werd gezien. Het college oordeelt dat er gelet op de in het dossier genoteerde klachten geen aanleiding was om, anders dan de ingezette behandeling voor de astma en diabetes, verder onderzoek te (laten) doen naar het functioneren van andere organen en dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, ook niet voor zover hij verantwoordelijkheid droeg voor het handelen van de praktijkverpleegkundige. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6264

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft de huisarts bezocht met een ernstige zwelling in de linkerborst. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar heeft tegengewerkt in haar wens om te worden doorverwezen naar het ziekenhuis van haar keuze, door summiere informatie aan dat ziekenhuis te verstrekken. De huisarts heeft verweer gevoerd en stelt dat hij een verwijsbrief aan het ziekenhuis heeft gestuurd met alle informatie die hem op dat moment bekend was. Hij heeft klaagster zo goed mogelijk willen helpen en haar op geen enkele manier tegenwerkt in haar wens. Het college oordeelt dat de huisarts zich heeft ingespannen om klaagster zo snel mogelijk passend te laten behandelen en daarbij ook correct gevolg heeft gegeven aan de dringende wens van klaagster om in het ziekenhuis van haar keuze te worden behandeld. Dat klaagster niet door dat ziekenhuis is geaccepteerd voor behandeling, kan de huisarts niet worden verweten. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:50 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-049/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Voor zover de klacht is ingediend door klaagster sub 1 is deze kennelijk niet-ontvankelijk, omdat niet is gebleken dat zij door het optreden van verweerster in haar belangen is of kan worden geschaad. Voor zover de klacht is ingediend door klaagster sub 2, is de klacht kennelijk ongegrond, omdat niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de aan haar, in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5848

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klaagster een borstsparende operatie uitgevoerd, waarbij zij vijf operatieclips achterliet in haar lichaam om het gebied te markeren wat nadien bestraald zou moeten worden. De chirurg heeft dit niet vooraf met klaagster besproken. Klaagster vindt dat de chirurg hiermee onzorgvuldig heeft gehandeld. Zij is van mening dat de chirurg dit met haar had moeten bespreken en dat zij aan klaagster toestemming had moeten vragen. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Het gaat om zeer kleine operatieclips die niet schadelijk zijn voor het lichaam. Deze clips zijn aangebracht met het oog op een nauwkeurige radiotherapie, wat in vrijwel alle gevallen van een borstparende operatie als nabehandeling noodzakelijk is. Dit staat voorgeschreven in de Landelijke Richtlijn Mammacarcinoom. Het niet plaatsen van deze operatieclips zou een bestraling veel minder effectief of onevenredig belastend maken. Kort gezegd is het plaatsen van deze operatieclips dus noodzakelijk voor een medisch zorgvuldige behandeling. De klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:95 Hof van Discipline 's Gravenhage 230365

    Verzoek tot aanwijzing advocaat ex artikel 13 Advocatenwet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:89 Hof van Discipline 's Gravenhage 230047

    Herstelbeslissing

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:90 Hof van Discipline 's Gravenhage 240023 240060

    Twee beklagzaken na afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat in samenhangende zaken ongegrond. In de eerste zaak had de deken een advocaat aangewezen, die zich heeft teruggetrokken. Klager meent ten onrechte dat de deken een tweede advocaat dient aan te wijzen vanwege vermeende ondeskundigheid van de aangewezen advocaat. In de tweede zaak heeft klager zelf een advocaat bereid gevonden om het door klager gewenste hoger beroep in te stellen, zodat klager bij dit beklag geen belang heeft.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:91 Hof van Discipline 's Gravenhage 230269D

    Het hof bepaalt na intrekking van het hoger beroep de ingangsdatum van de in eerste aanleg opgelegde schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:92 Hof van Discipline 's Gravenhage 240004

    Hoger beroep tegen een tussenbeslissing van de raad niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/728883 / DW RK 23/34 MdV/RH

    De gerechtsdeurwaarder heeft zich inhoudelijk met het geschil bemoeid. De tuchtkamer acht dit onverstandig maar in het onderhavige geval is het niet zodanig dat geroodeeld moet worden dat hij tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:93 Hof van Discipline 's Gravenhage 240044

    Appelverbod. Nu de door klager aangevoerde gronden uitsluitend zien op de inhoudelijke beoordeling van de zaak en niet raken aan fundamentele rechtsbeginselen, wordt het appelverbod niet doorbroken. Beroep klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5906

    Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg/genderchirurg. Klager is onder behandeling voor genderdystrofie. Door de plastisch chirurg is een phalloplastiek en verlenging van de urethra uitgevoerd. Klager verwijt de chirurg onvoldoende zorg rond de aangebrachte kathether, inadequate pijnbestrijding, negeren van klachten, onvoldoende bijhouden van het medisch dossier en op meerdere momenten onvoldoende of ondeugdelijke zorgverlening. Het college oordeelt dat de plastisch chirurg zeer regelmatig en waar nodig tijdig de katheter vervangen. Het is niet aannemelijk geworden, gelet op de frequente behandelcontacten, dat hij klachten van klager heeft genegeerd of onderschat. Het is voorts niet vast komen te staan, ondanks het horen van verschillende getuigen, dat klager bij ontslag na een operatie geen extra katheterzak en pijnstillers heeft meegekregen. Het medisch dossier is beknopt maar geeft in voldoende mate inzicht in het medisch beloop. Verder kan de plastisch chirurg niet verantwoordelijk worden gehouden voor zorg waar hij niet bij betrokken is geweest of verantwoordelijk voor was. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:94 Hof van Discipline 's Gravenhage 230038

    Klacht over dienstverlening door eigen advocaat. De raad heeft twee klachtonderdelen gegrond bevonden met oplegging waarschuwing. In het hoger beroep van klager tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen verklaart het hof nog een klachtonderdeel gegrond. Verweerder heeft klager te lang en te veel beloftes gedaan die hij niet kon nakomen over toezending van een concept-memorie. De gegrond verklaarde klachtonderdelen vertonen zodanige samenhang dat het hof de opgelegde waarschuwing handhaaft. Voor het overige volgt bekrachtiging.

  • Het accountantskantoor waaraan betrokkenen zijn verbonden, is veroordeeld een compensatie aan klagers te betalen. De klacht gaat over de financiële overzichten die een rol hebben gespeeld in de procedure bij het gerechtshof over het bepalen van de hoogte van deze compensatie. Volgens klagers hebben betrokkenen de ingeschakelde deskundige bewust onjuist c.q. misleidend geïnformeerd. Met name de posten onderhanden werk en voorziening debiteuren spelen daarbij een rol. Ook hebben klagers enkele klachten over andere posten in de jaarrekeningen van de accountantsorganisatie. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:88 Hof van Discipline 's Gravenhage 230140

    Klacht tegen eigen advocaat. Beroep verweerder slaagt. Klacht in zijn geheel ongegrond. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder niet kan worden verweten dat hij de zaak van klager onvoldoende voortvarend heeft behandeld en dat hij onvoldoende met klager heeft gecommuniceerd over de voortgang van de zaak of zaken die de voortgang belemmerden. Vernietiging beslissing raad en proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5244

    Psychotherapeut. Klacht: a) medisch dossier niet correct bijgehouden, b) documenten in dossier die klaagster niet kent, c) frustreren tuchtprocedure door niet verstrekken gespreksaantekeningen, d) in dossier ontbreken tussentijdse evaluaties, behandelovereenkomst en gespreksverslagen, e) behandeling niet conform gedragsregels afgewikkeld, f) behandeling had eerder moeten worden overgenomen door multidisciplinair team, g) geen gestructureerde en zorgvuldige dossieropbouw.College: b, d en e gegrond. Behandelplan moet worden besproken en voorgelegd voor akkoord. Omdat klaagster vaker na stoppen therapie toch wilde voortzetten, had verweerster hierover duidelijker moeten communiceren en bedoeling moeten achterhalen. Niet zorgvuldig gehandeld door sluiten dossier zonder bericht vooraf en zonder evaluatie behandeling. Gespreksaantekeningen onderdeel dossier. Niet gebleken dat verweerster tuchtprocedure heeft willen frustreren. Overige ongegrond.Maatregel: betrokken psychotherapeut, intensief behandeltraject, complexe problematiek. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5749

    Klacht tegen een huisarts die bij klaagster een koperspiraal geplaatst heeft. Klaagster is ondanks deze spiraal zwanger geworden. Klaagster verwijt de huisarts dat de spiraal mogelijk niet goed geplaatst was en dat er niet na zes weken een controle is gedaan. Klaagster verwijt de huisarts ook dat de nazorg na ontdekking van de zwangerschap onvoldoende was. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5846

    Gz-psycholoog. Klacht IGJ: strijd met zorgplicht door vriendschappelijke en vervolgens intieme (seksuele) relatie met cliënt tijdens zorgrelatie, althans zonder afkoelingsperiode.College: relatie met cliënt staat vast, alleen verschil van mening of tijdens behandelrelatie of kort na beëindigen behandelrelatie zonder afkoelingsperiode. Relatie tijdens nazorgtraject. Tijdens nazorgtraject ook behandelrelatie. Gegrond.Maatregel: Gezien ernst seksueel grensoverschrijdend gedrag schorsing uitgangspunt. Meegewogen: gz-psycholoog wist dat ze geen relatie mocht aangaan, regiebehandelaar, relatie aan niemand verteld, geven openheid uit eigenbelang, gz-psycholoog in therapie gegaan, openheid in procedure, huidige werkgever geïnformeerd, professionele inzichten uit therapie mager, kans op herhaling niet uitgesloten, wederom werkzaam met kwetsbare cliënten. Voorwaardelijke schorsing van één jaar met proeftijd van twee jaren. Publicatie in algemeen belang.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6451

    Een collega van de huisarts heeft bij klaagster een koperspiraal geplaatst. Klaagster is na vijf weken en vier dagen bij de huisarts op consult gekomen met klachten van aanhoudend vaginaal bloedverlies. Zij vroeg zich af of ze moest afwachten of de koperspiraal moest vervangen door een hormoonspiraal. De huisarts heeft klaagster geadviseerd nog een maand af te wachten of de klachten zouden verminderen. De huisarts heeft geen inwendig onderzoek gedaan. Klaagster is ondanks de spiraal zwanger geworden. Klaagster verwijt de huisarts dat de spiraal mogelijk niet goed geplaatst was en dat niet na zes weken een controle is gedaan. Klaagster verwijt de huisarts ook dat de nazorg na ontdekking van de zwangerschap onvoldoende was. Het college overweegt dat de huisarts een inwendig onderzoek (of nadere afspraken daarover) niet achterwege had mogen laten. De klacht is in zoverre gegrond. Volgt waarschuwing en (anonieme) publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5258

    Verwijt aan huisarts dat zij in het kader van zorgverlening in een hospice onvoldoende informatie over palliatieve sedatie heeft gegeven, onjuiste diagnoses heeft genoemd en tekortgeschoten is in communicatie, begeleiding, opvang en medisch handelen. Eigen verantwoordelijkheid om te informeren en te verifiëren of de informatie begrepen is. Onvoldoende uitleg over de aard van het lijden en waarom continue sedatie nodig was. Niet geverifieerd of toestemming voor palliatieve sedatie gegeven was. Besluit tot palliatieve sedatie niet gedragen door klinisch beeld. Communicatie en dossiervoering onvoldoende. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:84 Hof van Discipline 's Gravenhage 230105

    Klacht tegen advocaat wederpartij over gevoerde correspondentie. Verweerder heeft schoonfamilie van klager gemaild met verzoek om informatie. In dat bericht heeft hij vertrouwelijke en gevoelige informatie over klager opgenomen en niet duidelijk gemaakt dat hij niet de advocaat van klager, maar de advocaat van de wederpartij was. De raad achtte dit klachtonderdeel gegrond en een ander klachtonderdeel ongegrond. Dat laatste ging over een bericht van verweerder aan de advocaat van klager, dat de raad desondanks wel als ‘ongepast, niet respectvol en ongevoelig’ gekwalificeerde. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad op beide klachtonderdelen. Het hof acht beide klachtonderdelen gegrond en verzwaart de opgelegde maatregel (berisping) tot vier weken voorwaardelijke schorsing, mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4921

    Huisarts wordt verwijten gemaakt die verband houden met een AMK-melding, de zorg aan en inzage in het medisch dossier van de minderjarige dochter van klager, het gezag van klager over zijn dochter, het medisch dossier van klager en het beroepsgeheim. Geen mogelijkheid in wet BIG voor indienen pro forma klaagschrift. Klacht grotendeels verjaard en voor het overige deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:86 Hof van Discipline 's Gravenhage 230119

    Klacht tegen eigen (voormalig) advocaat in een familierechtzaak. Bekrachtiging beslissing raad. Niet het handelen (of nalaten) van verweerder is de oorzaak geweest van het niet tot stand komen van een omgangsregeling tussen klager en zijn dochter, maar de gebeurtenis(sen) tussen klager en zijn dochter. Kennelijk wilde de dochter klager niet meer zien. Ook de door klager overgelegde geluidsopname tussen klager en zijn dochter werpt geen ander licht op de zaak. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4922

    Huisarts wordt verwijten gemaakt die verband houden met een AMK-melding, de zorg aan en inzage in het medisch dossier van de minderjarige dochter van klager, het gezag van klager over zijn dochter, het medisch dossier van klager en het beroepsgeheim. Geen mogelijkheid in wet BIG voor indienen pro forma klaagschrift. Klacht grotendeels verjaard en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5725

    Klacht tegen bedrijfsarts kennelijk ongegrond. Klager heeft zich in 2020 ziekgemeld wegens medische klachten. Daarna is klager door verschillende bedrijfsartsen begeleid in het kader van het re-integratieproces. In 2023 is klager een aantal keer bij de bedrijfsarts geweest. Deze heeft meerdere rapportages opgesteld. Het advies was om klager niet te laten re-integreren in eigen werk. Klager was het daar niet mee eens en heeft een second opinion verzocht. De second opinion was sterk afwijkend van het eerdere advies van de bedrijfsarts. Klager maakt de bedrijfsarts verschillende verwijten over het door hem verrichte onderzoek en de door hem opgemaakte rapportages/conclusies. Het college oordeelt dat de bedrijfsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:87 Hof van Discipline 's Gravenhage 230120

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtzaak. Beslissing raad deels bekrachtigd, deels vernietigd. Ten aanzien van het informeren van de huisbankier van klager ziet het hof op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling te komen dan die van de raad. Verweerster heeft door de huisbankier van klager aan te schrijven, naar het oordeel van het hof, op een oneigenlijke wijze getracht om de (financiering van de) verbouwing van klager te voorkomen, althans stil te leggen. Het aanschrijven van de huisbankier was daarmee geen redelijk middel voor het beoogde doel (stoppen van aangekondigde sloopwerkzaamheden). Het hof weegt verder mee dat ten tijde van het informeren van de klagers’ huisbankier, nog geenszins vaststond dat de omgevingsvergunning in strijd met het recht was verleend. Gelet hierop had het op de weg van verweerster gelegen om zich van andere middelen te bedienen om de omgevingsvergunning aan te vechten, dan het aanschrijven van klagers' huisbankier. Met de raad is het hof van oordeel dat de verhouding tussen klager en zijn huisbankier er één is waar verweerster en/of haar cliënten buiten hadden behoren te blijven. Het hof acht om die reden dit klachtonderdeel gegrond. Anders dan de raad heeft geoordeeld is het hof van oordeel dat het weliswaar collegiaal van verweerster was geweest indien zij per omgaande aan de verzoeken van klagers' advocaat had voldaan, maar dat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake is. Verweerster heeft op diverse andere verzoeken wel afschriften van stukken verstrekt, zodat van een onwelwillende houding van verweerster niet kan worden gesproken. Van een patroon is evenmin sprake. In zoverre is de klacht van klager ongegrond. Oplegging maatregel van waarschuwing en veroordeling in de proceskosten.