Zoekresultaten 2701-2750 van de 2895 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKROE:2009:YC0191 Kamer van toezicht Roermond KL 2/2007

    De notaris heeft meermalen een hoger bedrag aan contant geld in ontvangst genomen dan op grond van het Reglement contanten is toegestaan, heeft artikel 23 lid 2 aanhef en sub b Wna overtreden en gebruik gemaakt van een onvoldoende volmacht.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2009:YC0193 Kamer van toezicht Roermond KL 10/2008

    De tuchtrechtelijke norm van artikel 98 lid 1 Wna, welke ook ziet op de kandidaat-notaris, is niet slechts van toepassing wanneer deze optreedt als waarnemer. Ook wanneer de kandidaat-notaris, zoals in het onderhavige geval kennelijk het geval is geweest, in ondergeschiktheid aan de notaris heeft gehandeld (en mogelijk zelfs niet als behandelaar heeft gefungeerd) impliceert dit niet dat er geen sprake kan zijn van tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. Inzoverre doet de interne, afhankelijke positie van de kandidaat-notaris niet terzake. Wel kan er aanleiding zijn om, indien de norm is overtreden, bij de oplegging van een eventuele sanctie daarmee rekening te houden.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2004:YC0190 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 03-46

    Vereisten voor het bewaren van protocollen elders dan op het kantoor van de notaris.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0189 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-53 tm 08-56

    ABC-transacties. Schending identificatieplicht ex Wid[beide notarissen] en meldplicht ex Wet Mot[notaris Y]. Notaris X: klacht deels ongegrond, deeld gegrond, geen maatregel. Notaris Y: klacht deels ongegrond, deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0184 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-07

    [1]Notaris heeft zich in de loop van de afwikkeling in veel opzichten te afwachtend opgesteld en daarmee niet voortvarend genoeg heeft gehandeld. [2]Belangenverstrengeling niet aannemelijk gemaakt. [3]Onterechte conclusie notaris uit adresonderzoek bij Kadaster, maar klacht is hier van onvoldoende gewicht om tot een tuchtrechtelijk verwijt te kunnen leiden. [4]Uit de stukken blijkt dat de notaris veelvuldig zowel schriftelijk als persoonlijk contact heeft gehad met klaagster op haar correspondentie en uitgebreid heeft gereageerd op het commentaar en de vragen van klaagster over de afwikkeling van de nalatenschap. Dat klaagster daarbij meestal niet tevreden is geweest over de door de notaris verstrekte informatie, kan de notaris niet verweten worden. Klacht ongegrond op [2] t/m [4] en gegrond op [1], geen maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0185 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-21

    [1]Geen grond voor ontslag geheimhoudingsplicht notaris. [2]Betrokkenheid notaris, als notaris of als vereffenaar, bij civielrechtelijke procedure tussen klager en erfgename gesteld noch gebleken. [3]Klager is geen schuldeiser van de nalatenschappen en daarom ook geen belanghebbende bij de vereffening. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0186 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-48

    Onduidelijkheid over declaratie voor afwikkeling nalatenschap ter Kamerzitting opgelost. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0187 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-41

    Niet voortvarend gehandeld, noch in de periode vóór noch in de periode kort na zijn defungeren toen de oud-notaris conform zijn afspraak met de waarnemer van zijn voormalig protocol nog de lopende zaken uit dat protocol zou afhandelen. Door zijn kantoor is onjuiste informatie verstrekt. Klager is daarbij door de oud-notaris nodeloos in onzekerheid gelaten over de stand van de behandeling van de wijzigingsakte. Daarbij moest klager meermalen zelf het initiatief nemen - mede via zijn advocaat - om hierover ingelicht te worden en de behandeling weer op gang te laten brengen. De oud-notaris heeft onhandig geopereerd in zijn contact met de advocaat van klager, die bij eerdere contacten in de periode voor diens defungeren met de oud-notaris gesproken heeft in diens hoedanigheid van notaris en die door de oud-notaris bij contacten over hetzelfde onderwerp na diens defungeren geïnformeerd had behoren te worden dat de oud-notaris inmiddels in een andere hoedanigheid optrad. Berisping, na eerdere waarschuwing voor onvoldoende voortvarend handelen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0188 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-38

    Onvoldoende voortvarend handelen. [1]Oud-notaris had leveringsakte niet mogen passeren zonder een uitdrukkelijke van de klager ontvangen volmacht tot levering aan [koper]. De brief van [...], door zijn kantoor aan klager enkele dagen voor de passeerdatum verzonden, dat zonder tegenbericht van klager de levering aan [koper] zou plaatsvinden, is volstrekt onvoldoende om te mogen veronderstellen dat klager akkoord was gegaan met levering aan [koper]. [2]De oud-notaris heeft geen verdere actie ondernomen om het aan klager toekomend bedrag aan klager uit te keren. Eerst na aanmaning bij brief van 2 oktober 2007 van klager heeft de oud-notaris op 6 oktober 2007 het aan klager toekomend bedrag overgemaakt. Daarbij is niet van belang of een eerdere aanmaning van klager d.d. 6 juli 2007 de oud-notaris heeft bereikt. Berisping, na eerdere waarschuwing voor onvoldoende voortvarend handelen.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0183 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/898

    Executoriale verkoop. Klager stelt dat de notaris onzorgvuldig en partijdig is geweest, omdat de bijzondere veilingvoorwaarden van de bank ongunstiger bepalingen bevatten dan de algemene voorwaarden. Klacht over onvoldoende voorlichting en informatie over de voortgang. Klachten ongegrond, met uitzondering van de klacht dat de notaris de klager te laat heeft geïnformeerd over de gunning door de bank. Hierdoor heeft klager twee dagen risico van tenietgaan gelopen. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0182 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/901

    Verloting bouwkavel. De notaris sluit klager uit van de verloting omdat het inschrijfgeld van € 150,- in zijn visie niet tijdig is overgemaakt. De tekst van de algemene voorwaarden inzake de overboeking van het inschrijfgeld is voor verschillende uitleg vatbaar. De notaris had zich moeten realiseren dat de uitleg die hij gaf aan de tekst, voor klager niet voor de hand lag en ook geen enkel redelijk belang dient. Nu de notaris betrokken is geweest bij de totstandkoming van de tekst van de algemene voorwaarden en heeft verzuimd om de tekst eenduidig vast te stellen, kan de notaris een verwijt gemaakt worden. Klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0181 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/902

    De notaris was op grond van de door klager ondertekende verklaring gehouden het onder de notaris gestorte depotbedrag aan de aannemer uit te betalen. Daaraan kan niet afdoen dat klager nadien de notaris heeft laten weten dat niet aan alle opleveringspunten en wensen is voldaan. Een (notaris)kantoor mag niet optreden als een betaalloket. Tussen de notaris en de aannemer is overeengekomen dat op de kantoorrekening van de notaris depotbedragen worden gestort die verband houden met opleveringen van bouwprojecten door de aannemer. De notaris is niet betrokken bij de notariële leveringen of gesloten aannemingsovereenkomsten en beschikt niet over de daarop betrekking hebbende (notariële) bescheiden. Als gevolg hiervan heeft de notaris ten onrechte een depotbedrag aan de aannemer uitgekeerd. Die omissie moet de notaris worden toegerekend. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2008:YC0179 Kamer van toezicht Maastricht N06/093

    Ontvankelijkheid BFT. Cautieplicht. Overtreden van artikel 8 van de Verordening beroeps- en gedragsregels. Niet onverwijld melden van een contante storting of betaling van € 15.000,= of meer. Niet naleven van Wid vwb. identificatie cliënt (artikel 39 Wna). Niet naleven informatie- en zorgplicht (art. 47 ,1 Wna en art. 43, 1 Wna en art.1 en 4 Verordening beroeps- en gedragsregels. De notaris is betrokken bij zogenaamde ABC-transacties. Taxatierapport. Nultarief

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2001:YC0180 Kamer van toezicht Maastricht N01/73

    Informatieplicht; zorgvuldigheid. Bejegening. Notaris is tevens executeur-testamentair.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0173 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-13

    Afgifte ex artikel 49 Wna van grosse van akte vereist geen voorafgaand onderzoek door notaris dat zou kunnen leiden tot dienstweigering om redenen als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wna. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0174 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-42

    Ziekte van notaris is onvoldoende reden om klaagster in het ongewisse te laten over het verloop en het resultaat van de door hem aangenomen opdracht. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0172 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-39

    Notaris heeft de nalatenschap niet voortvarend afgehandeld en daarbij klaagster lange tijd aan het lijntje gehouden. Processuele opstelling notaris laakbaar. Klacht gegrond, schorsing voor een maand.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0170 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-08

    Bewaringstekort. Het niet ontvangen hebben van het door koper verschuldigde bedrag op het moment van het passeren van de leveringsakte is voor de Kamer geen aanvaardbaar excuus. Daarnaast is de zekerstelling van een mogelijke aanzuivering van het tekort door het leggen van een conservatoir beslag bij de koper - overigens tweeëneenhalve maand na het ontstaan van het tekort - niet een passende maatregel, daar waar de Wet op het notarisambt een onverwijlde aanvulling door de notaris zelf voorschrijft. Het had daarom op de weg van de notaris gelegen om niet op de ontvangst van de gelden van de koper te wachten, maar het tekort terstond uit eigen middelen aan te vullen. Hetzelfde geldt voor de foutieve overschrijvingen door de Fortisbank. De notaris blijft - ondanks dergelijke fouten - zelf verantwoordelijk voor het bewaken van zijn bewaringspositie opdat hij ontdekte tekorten ogenblikkelijk kan aanvullen. De notaris is in het afdoende bewaken van zijn bewaringspositie in gebreke gebleven, waardoor aanzienlijke tekorten gedurende vele maanden hebben voortbestaan. Daarmee heeft de notaris gehandeld in strijd met zijn wettelijke verplichting. Klacht gegrond. Schorsing voor drie dagen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0171 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-20

    De notaris is gehouden zijn ministerie te verlenen bij het verrichten van ambtshandelingen, indien daarom wordt gevraagd, tenzij er zich omstandigheden voordoen die de notaris er toe nopen zijn ministerie te weigeren dan wel tenzij de notaris klaagster heeft geïnformeerd over mogelijke bezwaren of risico’s met betrekking tot de betreffende akte. Indien klaagster echter als professionele instelling reeds bekend is of mag worden geacht met een dergelijk bezwaar of risico, berust de eerste verantwoordelijkheid om zich hiertegen in te dekken dan wel de nodige maatregelen te treffen niet bij de notaris, maar bij klaagster, die een eigen onderzoeksplicht heeft. In dat geval bestaat er voor de notaris geen verplichting klaagster uitdrukkelijk op het prijsverschil te wijzen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0168 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-26

    Niet is gebleken dat de handelwijze van de notaris als executeur niet in overeenstemming is met de wettelijke eisen. De notaris heeft tot nu toe haar taak al executeur − gelet op de complexiteit van de nalatenschap zowel relationeel als qua samenstelling van het vermogen − naar behoren verricht. Klacht ongegrond op alle onderdelen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0169 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-02

    Verzet. Hoewel de notaris gerechtigd was tot de uitbetaling ingevolge het vonnis, ware het dan ook - mede in het licht van de voorafgaande procedure bij de rechtbank - duidelijker geweest voor klaagster als zij vóór de uitbetaling van de erfdelen door de notaris dan wel de kandidaat-notaris was voorgelicht over hun voornemen om op grond van het vonnis een korting toe te passen op haar erfdeel. Tuchtrechtelijk valt hun echter hiervoor geen relevant verwijt te maken. Voorts is de Kamer van oordeel dat de brief van 21 september 2006 van de kandidaat-notaris waarin een overzicht is gegeven via een spreadsheet en waarop de erfdelen zijn berekend, tezamen met het rekeningafschrift van klaagster van de storting aan haar van het haar toekomend erfdeel, als voldoende bewijs van kwijting is aan te merken. Verzet gegrond. Klacht in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0165 Kamer van toezicht Breda KL 6/2008 en KL 9/2008

    Art. 3 en art. 15 lid 1 Verordening beroeps- en gedragsregels.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0166 Kamer van toezicht Breda KL 21/2008

    Ongeoorloofde ABC-transacties

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0167 Kamer van toezicht Breda KL 17/2008

    Onjuiste advisering akten huwelijkse voorwaarden

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0164 Kamer van toezicht Breda KL 8/2007

    Partijdig handelen; eenzijdig schrappen contracturele bepaling.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0163 Kamer van toezicht Rotterdam 05/08A

    De notaris wordt verweten tekort geschoten te hebben in zijn communicatie met klaagster, dat hij ten onrechte heeft meegedeeld dat er een overlijdensrisicoverzekering zou vrijkomen, dat hij aangetekende stukken is kwijtgeraakt en dat hij ten onrechte heeft verklaard dat er een hypotheek op de woning rustte. De klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0161 Kamer van toezicht Rotterdam 22/08

    De notaris wordt verweten ongevraagd ingegrepen te hebben in de verkoopprocedure van een woning dat op grond staat met recht van eeuwig durende erfpacht. Klacht gegrond met waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0162 Kamer van toezicht Rotterdam 10/08

    De notaris wordt verweten een onjuiste uitvoering gegeven te hebben aan een testament. Klacht gegrond met waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0159 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-44

    Klager is geen erfgenaam. Ook zijn oom [...], een broer van erflaatster, wiens belang klager in deze procedure mede behartigt, is geen erfgenaam. Nu de notaris bij de afwikkeling van de nalatenschap niet ten behoeve van hen is opgetreden, zijn zij niet als belanghebbenden bij de wijze van afwikkeling aan te merken. Voor zover wordt geklaagd over de duur van de afwikkeling, is de klacht dan ook niet-ontvankelijk. In het midden kan blijven of de klacht tijdig - dat wil zeggen: binnen drie jaar na het verkrijgen van bekendheid met een mogelijke nalatigheid van de notaris - is ingediend. Uit de stukken blijkt dat [oom van klager, broer van erflaatster] de uitvaart van de overledene heeft verzorgd. Daarom had in ieder geval [oom van klager, broer van erflaatster] wel voldoende belang bij informatie over de afwikkeling van de nalatenschap. Voor zover de klacht ziet op de communicatie met de familie, is deze dan ook wel ontvankelijk. De informatie die de notaris desgevraagd aan familieleden van de overledene heeft verstrekt, was naar het oordeel van de Kamer voldoende, in aanmerking genomen dat zij waren onterfd en de notaris aan hen daarom geen inhoudelijke verantwoording over de afwikkeling verschuldigd was. In zoverre is de klacht dus ongegrond, daargelaten of deze tijdig is ingediend.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0160 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-45

    De notaris heeft gedurende enige maanden de familie in de veronderstelling doen verkeren dat het testament uit 1984 nog van kracht was. Deze foutieve gang van zaken is door de notaris erkend. Klacht gegrond, zonder maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0157 Kamer van toezicht Amsterdam 4073734 / NT 08-30 P

    Allereerst dient de kamer te beoordelen of de notaris klachtwaardig gehandeld heeft door bij de storting van het depot in november 2007 door [X] niet bij partijen te informeren naar hetgeen partijen ten aanzien van het depot waren overeengekomen en wat zij van de notaris verwachtten.Wel had de notaris zich kort na de storting van het depot op de hoogte dienen te stellen van de achterliggende afspraken tussen partijen. Het niet uitkeren van het depotbedrag, zolang dit geschilpunt tussen partijen niet was opgelost, levert geen klachtwaardige gedraging op in de zin van de Wna.Tenslotte dient de kamer te beoordelen of de notaris klachtwaardig heeft gehandeld door zich verontwaardigd te tonen over het aanhoudende aandringen tot betaling door klaagster. Aangezien klaagster een professionele partij is (en wordt vertegenwoordigd door een brancheorganisatie) had van haar meer begrip voor het standpunt van de notaris mogen worden verwacht.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0158 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-04 en 09-05

    Derdengeldrekening. Schending van artikel 25 Wna in samenhang met artikel 5 lid 1 Administratieverordening en artikel 3 Verordening beroeps- en gedragsregels. Eerste keer, daarom waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0156 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-29

    Voor zover erover wordt geklaagd dat een deel van het betrokken dossier op het notariskantoor is zoekgeraakt, is de Kamer van oordeel dat de notarissen niet in hun hoedanigheid van notaris zijn aangesproken. Notaris B heeft verklaard dat zij in dit voor haar nieuwe dossier zich eerst wilde verstaan met de erven. Vervolgens heeft een van de erven haar volmacht ingetrokken en is de zaak aan een ander kantoor overgedragen. Naar het oordeel van de Kamer treft de notaris voor haar handelwijze geen enkel verwijt. Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0155 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-57

    Ambtshalve bedenking over de vraag of 1. de notaris door het voor hem laten verrichten van notariële werkzaamheden door een of meer kandidaat-notarissen, die in loondienst zijn van een accountants- en belastingadviesbedrijf, gehandeld heeft in strijd met de Verordening interdisciplinaire samenwerking 2003; 2. (een of meer van) deze kandidaat-notarissen volledig onder de verantwoordelijkheid van de notaris werkzaam zijn (geweest), zoals vereist bij artikel 1 lid 1 aanhef en onder b Wna. 3. de constructie waarbij zaken die eerst door bij het accountants- en belastingadviesbedrijf werkzame ‘estate-planners’ zijn voorbereid, vervolgens door die estate- planners behandeld worden in hun hoedanigheid van bij de notaris gedetacheerde kandidaat-notaris en ten slotte door de notaris in de vorm van een notariële akte gepasseerd worden, gevaar oplevert voor de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris. Mogelijke strijd met provisieverbod. Tussenbeslissing: ad 1: Klacht ongegrond. ad 2 en 3: Aanhouden voor horen als getuige van de betreffende kandidaat-notarissen.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0150 Kamer van toezicht Amsterdam 38908/NT 08-2 P

    Uitgangspunt is de vrijheid van partijen om zelf te bepalen hoe zij afrekenen bij het einde van hun samenleving van vijftien jaar. Nu kennelijk door partijen bij de akte is gezegd tegen de oud-notaris dat verrekening was wat ze wilden en er (ongeveer) anderhalf uur is besteed door de oud-notaris om dat te verifiëren en klager ook tijdens de behandeling van deze zaak niet heeft gezegd dat het niet is wat hij wilde, is het doen opnemen van deze schuld van klager aan zijn ex-partner in de verrekening niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0151 Kamer van toezicht Amsterdam 407417/NT 08-33 P

    Dossier van familie bij de notaris van klaagster bestond uit één volmacht. Niet door klaagster duidelijk aangeduid welke werkzaamheden voorgangers van de notaris zouden hebben verricht.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0152 Kamer van toezicht Amsterdam 407428 / NT 08-34 P

    Niet gebleken is dat de oud-notaris over meer beschikte dan wat zijn opvolger heeft afgegeven, namelijk de volmacht van de moeder van klaagster aan haar (half)broer. De kamer is van oordeel dat de oud-notaris zich voldoende voor klaagster heeft ingespannen.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0153 Kamer van toezicht Amsterdam 393421 / NT 08-8 P

    Naar het oordeel van de kamer behoort het tot de primaire verantwoordelijkheid van een notaris om te zorgen dat een akte juridisch juist is en geen feitelijke onjuistheden bevat. De stellige indruk is bij de kamer ontstaan dat de notaris niet naar de akte heeft gekeken. Noch vooraf, noch bij de beperkte voorlezing bij het passeren en ook niet achteraf, toen de cliënt van klager haar om informatie vroeg. Zij heeft immers niet gemerkt dat in de akte een aantal juridische en feitelijke fouten stond. Dat de DWI deze fouten niet heeft opgemerkt of zelfs middels een concept heeft aangeleverd disculpeert de notaris niet. Zij is immers zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de door haar te passeren akte. De notaris heeft daarom niet de van haar op grond van de Wna te verlangen zorgvuldigheid betracht.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0154 Kamer van toezicht Amsterdam 402157 / NT 08-18 P

    verplichting ex artikel 112 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna)

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0149 Kamer van toezicht Arnhem 07.8312007/860

    De notaris meldt, zonder toestemming van klaagster, aan de Kamer van Koophandel dat in de door zijn kantoor gepasseerde akte tot statutenwijziging van klaagster een onjuistheid staat vermeld. De Kamer van Toezicht vindt die melding begrijpelijk, nu fouten, die consequenties hebben voor de rechtszekerheid, onverwijld dienen te worden gecorrigeerd. Het zou wel correcter zijn geweest indien de notaris klaagster van zijn voornemen om de Kamer van Koophandel te informeren op de hoogte had gebracht. Dit verzuim is niet zodanig ernstig dat de notaris daarvan een verwijt moet worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2008:YC0952 Kamer van toezicht Zutphen 17/2007

    Geen adequate reactie van de notaris na plotselinge vestiging van een erfdienstbaarheid. Het niet verifiëren van gegevens bij klagers. Hierdoor hebben klagers idee gekregen dat notaris partijdig was. Naar het oordeel van de Kamer is het handelen van de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, al had het de voorkeur verdiend als in de aanbiedingsbrief bij de gewijzigde conceptakte was vermeld dat de notaris van de makelaar van de verkopers had begrepen dat klagers op de hoogte waren van de vestiging van de erfdienstbaarheid en dat hij voor eventuele vragen telefonisch bereikbaar was. Van enige partijdigheid is niet gebleken. Klachtonderdeel ongegrond. Onvoldoende beantwoording van brief van klager. Klagers zijn per brief uitdrukkelijk uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek had een nadere toelichting gegeven kunnen worden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2008:YC0953 Kamer van toezicht Zutphen 02/2008

    a.) bij het opstellen van het testament is geen rekening gehouden met huwelijkse voorwaarden. Klager is niet-ontvankelijk. Klacht is te laat ingediend. b.) ondanks toezeggingen kosten niet vergoeden. De Kamer is van oordeel dat de notaris onvoldoende stappen heeft ondernomen om de kosten aan klager te vergoeden. Onderdeel terecht voorgesteld. c.) ten onrechte in rekening brengen van notariskosten. Het staat betrokkenen vrij om in onderling overleg af te wijken van een bepaling in het testament. In het onderhavige geval hebben betrokkenen langdurig overlegd, waarna de gemaakte afspraken door de notaris zijn neergelegd in de akte afgifte legaat. Bij de onderhandelingen is klager bijgestaan door advocaat. Notariskosten zijn expliciet aan de orde gesteld. ongegrond d.) verrekenen notariskosten. Kamer is van oordeel dat notaris in dit geval zonder overleg met klager de notariskosten mocht inhouden op het uit de boedel uit te keren bedrag, gelet op het feit dat zij door haar ondertekening van de akte afgifte legaat al had ingestemd met haar aandeel in de betaling van de notariskosten.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0146 Kamer van toezicht Leeuwarden 02-2008

    Vast is komen te staan dat de notaris tot drie maal toe verschillende rekeningen heeft gepresenteerd: boedelkosten ad € 3.959,58 op 22 november 2007, boedelkosten ad € 1.516,81 (exclusief btw) plus executeursloon ad € 792,53 (exclusief btw) op 18 december 2007 en € 1.122,32 (exclusief het executeursloon en btw) op 8 januari 2008. De notaris heeft voor het feit dat de nota een aantal keren is aangepast als reden opgegeven dat de slotafwikkeling was uitbesteed aan de kandidaat-notaris, die de tariefafspraken zoals vermeld in de brief van 8 maart 2007 niet had opgemerkt. De kamer merkt op dat de uiteindelijke nota van 8 januari 2008 niet overeenstemt met voornoemde tariefafspraken. Immers, in de brief van 8 maart 2007 staat dat de notaris bij samenloop van de functies boedelnotaris en executeur meestal geen executeurloon in rekening brengt. Blijkens de nota van 8 januari 2008 is er wel executeursloon in rekening gebracht. De notaris heeft evenwel onweersproken gesteld dat er in het onderhavige geval afwijkende afspraken zijn gemaakt om tot een oplossing te komen. Hoe deze afspraken luiden is niet vermeld, maar laten zich gelet op de eindnota raden. Dat het vertrouwen van klager in de notaris door het presenteren van drie verschillende nota's aan het wankelen is gebracht acht de kamer begrijpelijk. De kamer overweegt dat de professionaliteit van het ambt met zich meebrengt dat een notaris de wijze van berekenen van zijn honorarium duidelijk en inzichtelijk moet hebben. Hierin is de notaris naar het oordeel van de kamer niet geheel geslaagd. Desalniettemin acht de kamer de handelwijze niet dusdanig ernstig dat geconcludeerd dient te worden dat de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Zonder een inhoudelijk oordeel te vellen over de juistheid van de declaratie van de notaris - dergelijke klachten dienen namelijk te worden behandeld door de voorzitter van het ringbestuur en niet door de kamer - overweegt de kamer dat klager met zijn stelling dat de notaris niet meer dan de wettelijke 1% in rekening had mogen brengen voorbij gaat aan het feit dat de notaris tevens als boedelnotaris heeft gefungeerd. Als boedelnotaris mag de notaris een tarief in rekening brengen dat hoger mag zijn dan de wettelijke vergoeding die hij als executeur in rekening mag brengen, zijnde 1% van het vermogen op de dag van overlijden te verhogen met de gemaakte onkosten. Dat de notaris zich de functie van boedelnotaris heeft toegeëigend, zoals door klager is betoogd, is de kamer niet gebleken. De notaris heeft aangevoerd dat tijdens een bespreking op 3 april 2007 de drie aanwezige erfgenamen vrijwillig hebben ingestemd met het feit dat de notaris naast zijn rol van executeur tevens de rol van boedelnotaris op zich zou nemen. Klager heeft dit niet, althans onvoldoende, weersproken. Dat brieven van de notaris slordigheden bevatten en dat klager dat als storend ervaart acht de kamer eveneens zeer begrijpelijk. Ook hier geldt dat de professionaliteit van het ambt met zich meebrengt dat een notaris blijk moet geven van gevoeligheden die vaak heersen bij nabestaanden na het overlijden van dierbaren. Verschrijvingen als "de nalatenschap van uw vader" in plaats van "uw zuster" dienen dan ook eigenlijk niet voor te komen. De kamer kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de houding van de notaris heeft bijgedragen aan de onderhavige klachtprocedure. Ook ter zitting heeft de notaris niet altijd blijk gegeven van het respect, waarop een cliënt aanspraak mag maken. Desalniettemin is de kamer ook hier van oordeel dat dit nog niet valt aan te merken als tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0134 Kamer van toezicht Alkmaar 24-2008

    Vast te staan dat De notaris sinds 1 juli 2008 tot de maatschap is toegetreden. De door de KNB verweten gedraging dateert evenwel van voor die tijd, namelijk van maart 2008. De besluitvorming met betrekking tot het plaatsen van de advertentie dateert zelfs uit augustus 2005. Niet is komen vast te staan dat De notaris enige invloed heeft kunnen uitoefenen op deze besluitvorming, dan wel wetenschap ervan heeft gehad dan wel had moeten hebben. Bij deze beoordeling houdt de Kamer tevens rekening met het feit dat De notaris als enige van de geassocieerde notarissen niet wordt genoemd in de advertentie. Gelet op het bovenstaande zal de Kamer de klacht ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0140 Kamer van toezicht Leeuwarden 23-2008

    D KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0147 Kamer van toezicht Leeuwarden 01-2008

    Voor het tekenen van een notariële akte moet de cliënt in staat zijn tot een redelijke waardering ter zake. Eerst indien daartoe aanleiding bestaat, dient de wilsbekwaamheid van een cliënt uitgebreider te worden onderzocht. Wat het onderhavige geval betreft: niet gesteld of gebleken is dat erflaatster ten tijde van het laten opstellen van haar testament niet meer compos mentis was. In een tijdsbestek van ruim twee jaren heeft de notaris zes keer met erflaatster gesproken. De ene keer uitgebreider dan de andere keer. De notaris heeft aangevoerd dat erflaatster telkenmale een consistent verhaal had en ook in haar gedrag steeds hetzelfde was. Voor de notaris was er dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de geestesgesteldheid van erflaatster. Voor zover klaagster heeft willen betogen dat de notaris een geriatrisch onderzoek had moeten laten uitvoeren, overweegt de kamer dat de noodzaak daartoe in het onderhavige geval ontbrak, nu de notaris geen enkele twijfel had over de geestelijke vermogens van testatrice en niet blijkt van feiten of omstandigheden, op grond waarvan hij die twijfel behoorde te hebben. De tweede klacht ziet op het telefonisch meedelen door de notaris dat de nichten niet als erfgenamen waren opgenomen in het testament. De kamer is van oordeel dat de notaris met het doen van deze mededeling geen ambtsgeheim heeft geschonden, dan wel enig andere wetsbepaling. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen verwachtingen wilde wekken bij de nichten, nu zij kenbaar hadden gemaakt reeds met de begrafenis bezig te zijn. De kamer acht de handelwijze van de notaris dan ook begrijpelijk. Met betrekking tot de derde klacht die ziet op het ontruimen van de woning overweegt de kamer dat de notaris evenmin laakbaar heeft gehandeld. Niet gesteld of gebleken is dat zich in het appartement waardevolle zaken bevonden. Wetende dat "goede doelen" in de regel positief reageren op dergelijke verzoeken, omdat zij daarmee ontruimingskosten kunnen besparen, heeft de notaris dit praktisch opgelost. Voorts is de kamer van oordeel dat de notaris met deze actie blijk heeft gegeven van het feit dat bepaalde zaken voor de nichten wellicht emotionele waarde zouden kunnen hebben.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0141 Kamer van toezicht Leeuwarden 22-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0135 Kamer van toezicht Leeuwarden 18-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van K Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0148 Kamer van toezicht Leeuwarden 03-2008

    Vast is komen te staan dat De notaris in 2007 is benaderd door de ING Bank met de vraag of De notaris kon bewerkstelligen dat er een verklaring van erfrecht zou worden opgesteld ter zake de nalatenschap van erflater. Na het gesprek met de bank heeft De notaris contact gezocht met de weduwe van erflater, Y (hierna te noemen: Y), die De notaris heeft medegedeeld dat erflater vier kinderen had, waaronder Klaagster. Nadat De notaris een verklaring van erfrecht had opgemaakt, heeft de zuster van Klaagster, Bbb, zich op het standpunt gesteld dat er een boedelbeschrijving opgemaakt diende te worden. Hiervoor heeft De notarisY begin januari 2008 benaderd met het verzoek hem informatie te verschaffen inzake de bezittingen en schulden van erflater op het moment van zijn overlijden. Uiteindelijk heeftY in maart 2008, nadat De notaris haar daartoe begin februari 2008 wederom had aangezet, een lijst ingediend bij De notaris met daarop de roerende zaken van erflater. De financiële positie van erflater ten tijde van zijn overlijden was op dat moment evenwel in de optiek van De notaris nog niet compleet, waarop hij de bank heeft gevraagd nadere informatie te verschaffen. Na deze te hebben ontvangen heeft De notaris begin mei 2008 een concept boedelbeschrijving ter beoordeling naarY gestuurd. Naar het oordeel van de Kamer kan gelet op bovenstaande beschrijving niet geconcludeerd worden dat De notaris niet voortvarend (genoeg) heeft gehandeld. Voor zover Klaagster heeft willen betogen dat De notaris reeds sinds de tweede helft van 2004 bemoeienis heeft met de afwikkeling van de nalatenschap, daar De notaris adresgegevens uit het GBA systeem heeft gehanteerd die slechts opvraagbaar waren in de periode juli 2004 tot en met december 2004, oordeelt de Kamer dat dit gemotiveerd is betwist door De notaris. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat oude adresgegevens nog steeds opvraagbaar zijn in het GBA systeem. Wel overweegt de Kamer dat De notaris dit misverstand in een eerder stadium bij Klaagster had kunnen wegnemen. Immers, bij brief van 15 maart 2008 heeft Klaagster zich reeds op het standpunt gesteld te vinden dat De notaris reeds sinds lange tijd betrokken is bij de afwikkeling van de nalatenschap doordat hij gebruik had gemaakt van oude GBA gegevens en niet eerder dan bij brief van 10 mei 2008 heeft De notaris dit ontzenuwd.De klacht dat door toedoen van De notaris de afwikkeling van de nalatenschap erg lang op zich laat wachten zal gelet op het vorenstaande ongegrond worden verklaard. Met betrekking tot de klacht van Klaagster dat De notaris haar bepaalde stukken niet heeft toegestuurd die de andere erfgenamen wel hebben ontvangen, overweegt de Kamer als volgt. Vast is komen te staan dat De notaris heeft verzuimd om de brief van 3 december 2007 alsnog naar Klaagster toe te sturen nadat hij op de hoogte was gebracht van het juiste adres van Klaagster. Hoewel de Kamer begrip heeft voor de bij Klaagster hierdoor ontstane irritatie, gaat het haar te ver om te concluderen dat De notaris Klaagster willens en wetens niet formeel op de hoogte heeft willen te stellen inzake de nalatenschap van erflater, zoals door Klaagster is betoogd. Wel is de Kamer met Klaagster van oordeel dat het niet zorgvuldig is geweest van De notaris dat hij voornoemde brief niet heeft nagestuurd. Desalniettemin, acht de Kamer de handelwijze van De notaris niet dermate onzorgvuldig dat geconcludeerd kan worden dat De notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De kamer zal dan ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0142 Kamer van toezicht Leeuwarden 06-2008

    Artikel 23 lid 2 sub a Wna bepaalt dat het de notaris verboden is leningen aan te gaan, behoudens voor zover deze redelijkerwijs nodig zijn voor de uitoefening van het ambt of voor persoonlijke doeleinden. Naar het oordeel van de Kamer is voldoende komen vast te staan dat de registergoederen zijn aangeschaft voor persoonlijke doeleinden. Zo is het appartement in S aangekocht met het plan om de gehandicapte dochter van De notaris daar in de toekomst te laten wonen. Niet in te zien valt dat een notaris wel een huis voor een studerend kind mag kopen, maar niet voor een gehandicapt kind. Hetzelfde geldt onverkort voor de woning in B. Met betrekking tot de in de woonboerderij gelegen appartementen overweegt de Kamer dat niet is komen vast te staan dat deze zijn gefinancierd met geleend geld. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat het bedrag dat van de lening van de ING Bank deels ter beschikking was gesteld aan de v.o.f. S thans nihil is. Met betrekking tot de klacht van het BFT dat het bezit van de appartementen te B, het appartement in S en het aandeel van de woning te B in strijd is met artikel 17 lid 3 Wna, overweegt de Kamer als volgt. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat het BFT ter zake deze klacht wel ontvankelijk is. De bevoegdheid van het BFT om klachten in te dienen berust op artikel 112 lid 3 Wna. Deze bepaling houdt in dat het BFT indien hem bij de uitoefening van het toezicht blijkt van feiten of omstandigheden die naar zijn oordeel grond opleveren tot het opleggen van een tuchtmaatregel, zijn bevindingen, desgeraden in de vorm van een klacht, ter kennis van de Kamer brengt. De in de onderhavige klacht omschreven feiten en omstandigheden zijn het BFT gebleken tijdens het uitoefenen van het in artikel 110 lid 1 Wna omschreven toezicht. Aan het BFT komt dan ook wel het klachtrecht toe. Artikel 17 lid 3 Wna bepaalt dat het de notaris niet is toegestaan te handelen c.q. te beleggen in registergoederen, tenzij hij redelijkerwijs mag verwachten dat hierdoor zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid niet wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt niet wordt of kan worden geschaad. Een notaris moet zowel voor zakelijke als privé-doeleinden de mogelijkheid hebben om onroerend goed te bezitten. Wat het onderhavige geval betreft: met betrekking tot de appartementen in S en B is niet komen vast te staan dat deze zijn aangekocht met het oogmerk om winst te maken. De notaris heeft onbetwist gesteld dat hij het appartement in S heeft gekocht met het plan om zijn gehandicapte dochter daar in de toekomst te laten wonen en dat hij het appartement in Bolsward heeft gekocht om daar een asielzoekersgezin om niet in te huisvesten. Niet geconcludeerd kan dan ook worden dat De notaris de registergoederen heeft gekocht om er in te handelen. Met betrekking tot het bezit van de appartementen in B geldt dat niet geconcludeerd kan worden dat hierdoor de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van De notaris wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van zijn ambt wordt of kan worden geschaad. Zo bevinden de appartementen zich niet in de vestigingsplaats van De notaris. Voorts is komen vast te staan dat de appartementen onderdeel zijn van het gebouw waarin de eigen woning van De notaris zich bevind. Die eigen woning was alleen te realiseren wanneer zou worden voldaan aan het gemeentelijke bestemmingsplan, inhoudende de herbouw van de totale boerderij.