ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0152 Kamer van toezicht Amsterdam 407428 / NT 08-34 P

ECLI: ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0152
Datum uitspraak: 05-03-2009
Datum publicatie: 13-03-2009
Zaaknummer(s): 407428 / NT 08-34 P
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Niet gebleken is dat de oud-notaris over meer beschikte dan wat zijn opvolger heeft afgegeven, namelijk de volmacht van de moeder van klaagster aan haar (half)broer. De kamer is van oordeel dat de oud-notaris zich voldoende voor klaagster heeft ingespannen.  

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN

TE AMSTERDAM

Beslissing van 5 maart 2009 op de klacht nummers 407428 / NT 08-34  P van:

[klaagster] ,

wonende te [woonplaats],

tegen:

[de notaris] ,

oud-notaris te [vestigingsplaats].

Het verloop van de procedure

Bij beslissing van 19 augustus 2008 – welke beslissing als hier ingelast en overgenomen wordt beschouwd en die in kopie aan deze beslissing is gehecht – heeft de voorzitter van de kamer van toezicht de onderhavige klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen. Bij brief van 1 september 2008 heeft klaagster tegen de beschikking van de voorzitter verzet aangetekend. Bij beslissing van 4 december 2008 – welke beslissing als hier ingelast en overgenomen wordt beschouwd en die in kopie aan deze beslissing is gehecht – is het verzet gegrond verklaard. De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op

5 februari 2009, tijdens welke behandeling zowel klaagster als de notaris het woord hebben gevoerd en hun standpunten nader hebben toegelicht. De zaak is ter zitting gevoegd behandeld met de zaak met nummers 407417 / NT 08-33 P van klaagster tegen [notaris Y] die eveneens bij de behandeling aanwezig was. Verder was aanwezig [A], medewerkster van het notariskantoor van [notaris Y]. Op de zitting heeft klaagster een notitie overgelegd. Uitspraak is bepaald op 5 maart 2009.

1. De feiten

Bij de beoordeling van de klacht wordt uitgegaan van de feiten zoals uiteengezet in de beschikking van de voorzitter van de kamer van toezicht van 19 augustus 2008, alsmede van:

-         de brief van klaagster van 1 september 2008, met daarin haar klacht tegen de oud-notaris, met bijlage;

-         de reactie van de oud-notaris, zoals verzocht door de kamer in de beslissing van 4 december 2008, binnengekomen op 8 december 2008;

-         de brief van klaagster van 8 januari 2009 met bijlage;

-         de brief van de oud-notaris van 11 januari 2009.

2. De klacht

Klaagster stelt dat de oud-notaris zijn dossiers in het ongerede heeft gebracht en op die wijze overgedragen aan zijn opvolger, [notaris Y]. Verder heeft de oud-notaris haar in een lang telefoongesprek de gehele geschiedenis rondom de erfenis van haar vader verteld. Dat zou hij naar haar mening nooit hebben kunnen doen als hij geen notariële werkzaamheden had verricht ten behoeve van de familie. Klaagster eist het register van onderhandse akten op, evenals het repertorium. Aangezien de belastingdienst klaagster aanslagen heeft opgelegd met betrekking tot de erfenis van haar moeder (en de nalatenschap van haar vader), is klaagster op zoek naar akten die uitsluitsel kunnen geven over haar erfdeel.

3. Het verweer

De oud-notaris heeft geen bemoeienis gehad met de nalatenschap van de vader van klaagster.

Met de moeder van klaagster heeft hij geen ander contact gehad dan in verband met de onderhandse akte van de volmacht van haar aan [haar (half)broer].

Na het defungeren van de oud-notaris per 1 januari 2002 zijn alle dossiers en alle bijbehorende (al dan niet elektronische) kaartsystemen op hun plaats gebleven. Er is dus geen sprake van dat dossiers door hem in het ongerede zijn gebracht.

De oud-notaris heeft wel een telefoongesprek met klaagster gehad waarin zij hem veel van de hem volkomen onbekende geschiedenis van de familie verteld heeft en van haar in Australië wonende broer die de boel zou hebben opgelicht. Hij heeft haar toen aangeraden zich tot die broer te wenden en tot de in Nederland wonende (half)broer die de bewuste volmacht heeft gekregen. De oud-notaris wijst erop dat er geen register van onderhandse aktes bestaat, maar wel een repertorium waarin een notaris alle voor hem verleden notariële akten bijhoudt.

In het repertorium van de oud-notaris zal de naam van de moeder van klaagster niet voorkomen, want er was sprake van een onderhandse akte en niet van een notariële akte.

Andere akten waarbij de moeder van klaagster zou zijn betrokken zijn nooit voor de oud-notaris verleden en komen dus ook niet in zijn repertorium voor.

4. De beoordeling

4.1. Op grond van artikel 98 lid 1 jo artikel 98 lid 4 Wna zijn (kandidaat-)notarissen die niet meer als zodanig werkzaam zijn, aan tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten – gedurende de tijd dat zij als zodanig werkzaam waren – in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. Beoordeeld dient dan te worden of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2. Bij de behandeling heeft klaagster verklaard dat andere notarissen dan de oud-notaris betrokken waren bij de testamenten van haar ouders. Zij heeft niet concreet aangeduid welke werkzaamheden de oud-notaris voor haar familie zou hebben verricht, anders dan het opstellen van een onderhandse volmacht. Een notaris is niet verplicht een register van onderhandse akten bij te houden en niet is gebleken dat de oud-notaris toch zo’n register heeft bijgehouden.

Niet gebleken is dat de oud-notaris over meer beschikte dan wat zijn opvolger heeft afgegeven, namelijk de volmacht van de moeder van klaagster aan [haar (half)broer].

De kamer is van oordeel dat de oud-notaris zich voldoende voor klaagster heeft ingespannen.

De klacht zal daarom ongegrond worden verklaard.

4.3. Beslist wordt als volgt.

Beslissing

De kamer van toezicht:

- verklaart de klacht alsnog ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.Y.C. Poelmann, voorzitter, M. Bijkerk, O.J. van Leeuwen, A.J.W.M. van Hengstum en A.J.H.M. Janssen, leden, in tegenwoordigheid van

mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2009.

mr. E.B.T. Kienhuis,                                                    mr. M.Y.C. Poelmann,

Secretaris.                                                                  Voorzitter.