ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0174 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-42

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0174
Datum uitspraak: 13-05-2009
Datum publicatie: 25-05-2009
Zaaknummer(s): 08-42
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Ziekte van notaris is onvoldoende reden om klaagster in het ongewisse te laten over het verloop en het resultaat van de door hem aangenomen opdracht. Waarschuwing.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 13 mei 2009 inzake de klacht onder nummer 08-42 van:

[...],

hierna ook te noemen: klaagster,

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 30 september 2008 en aangevuld bij brief van 9 oktober 2008;

·         het antwoord van de notaris;

·         de repliek van klaagster;

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 april 2009.

Daarbij waren aanwezig:

·         klaagster, vergezeld van haar zwager, [...],

·         de notaris.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt.

De feiten

Op 26 februari 2008 is [...] [hierna: erflater], gewezen echtgenoot van klaagster, overleden. Uit het ontbonden huwelijk van klaagster met erflater zijn twee kinderen geboren: een ten tijde van het overlijden van erflater meerderjarige zoon en een toen minderjarige dochter, beiden erfgenamen in de nalatenschap. In verband met de afwikkeling van de nalatenschap heeft op 29 februari 2008 op het kantoor van de notaris een gesprek plaatsgevonden tussen (onder meer) de notaris, klaagster en [...] [hierna: de broer van erflater. Tijdens dit gesprek hebben de aanwezigen aan de notaris gevraagd de verwerping van de nalatenschap door genoemde kinderen te regelen. De broer van de erflater heeft zich toen bereid verklaard tot maximaal € 1.000 te betalen voor kosten die de notaris voor de afwikkeling van de nalatenschap zou maken. Met de notaris hebben de aanwezigen verder afgesproken dat deze zou uitzoeken hoe het zat met schuldeisers en of (een) mogelijke schuld(en) kon(den) worden kwijtgescholden. Op advies van de notaris zou klaagster zich voor de verwerping van de nalatenschap door de minderjarige erfgenaam uiterlijk 23 mei 2008 moeten wenden tot de kantonrechter. Ook heeft de notaris tijdens dit gesprek aangegeven dat de broers en de kinderen van de erflater zich vooralsnog niet als erfgenamen mochten gedragen, hetgeen betekende dat zij niets uit het sterfhuis mochten meenemen en alles moesten laten staan, behalve zaken zoals de administratie.

Op 23 april 2008 deelde de secretaresse van de notaris telefonisch aan klaagster mee - nadat klaagster het kantoor om inlichtingen had opgebeld - dat de woningbouwvereniging de woning van erflater over twee dagen zou leeghalen. Vervolgens heeft klaagster op dezelfde dag de stukken betreffende de nalatenschap die nog bij de notaris lagen, teruggenomen en een andere notaris ingeschakeld voor de afwikkeling van de nalatenschap. De nalatenschap is vervolgens tijdig afgewikkeld.

De klacht en het verweer van de notaris

Klaagster verwijt de notaris dat deze na het gesprek van 29 februari 2008 heeft nagelaten klaagster op enigerlei wijze duidelijkheid te verschaffen over de resultaten van de door de notaris conform afspraak te ondernemen acties. Deze afspraken hielden onder meer in het nagaan van de openstaande schulden uit de nalatenschap via de Postbank en een advocatenkantoor en het uitzoeken of de twee kinderen van erflater na verwerping in aanmerking zouden komen voor de uitkering van de levensverzekering van de erflater. Klaagster hoorde sinds dit gesprek niets hierover van de notaris en moest zelf een aantal keren de notaris voor nadere inlichtingen bellen. De notaris kon toen klaagster steeds niets mededelen. De keren dat zij de notaris niet aan de lijn kreeg, werd zij vervolgens niet door hem teruggebeld. Nadat zij op een gegeven moment weer het kantoor van de notaris had opgebeld, kreeg zij van een medewerker van het kantoor te horen dat de notaris in het ziekenhuis lag en dat onbekend was hoe lang zijn verblijf in het ziekenhuis zou duren. Haar vraag of een andere (kandidaat-) notaris van het kantoor de zaak kon overnemen werd niet beantwoord.

Met deze nalatige opstelling heeft de notaris klaagster in het onzekere gelaten over de verschillende kwesties die er speelden rond de nalatenschap zoals de mogelijke ontruiming door de woningbouwvereniging van het sterfhuis, de schulden en met name - naarmate de tijd verstreek - het tijdig door klaagster als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige dochter van erflater kunnen verwerpen van de nalatenschap binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn. Het een en ander heeft klaagster nodeloos veel stress, paniek en emotionele schade bezorgd.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna ­ voor zover nodig ­ zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

De notaris heeft aangevoerd dat hij een periode van ziekte heeft gehad vanaf begin oktober 2007 tot 28 april 2008. In die periode heeft hij twee operaties ondergaan en heeft hij getracht voor 50% te werken.

Voor klaagster was het van belang dat zij tijdig van de notaris duidelijkheid kon verkrijgen over het resultaat van de door deze op 29 februari 2008 toegezegde acties, mede in verband met de mogelijkheid voor klaagster van een tijdige verwerping met machtiging van de kantonrechter van de nalatenschap als wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige dochter van erflater, namelijk binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn van drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap aan de dochter als erfgenaam toekwam.

Als niet of onvoldoende weersproken staat vast, dat de notaris sinds zijn gesprek op 29 februari 2008 met klaagster heeft nagelaten klaagster de gewenste duidelijkheid te verschaffen over de resultaten van de door hem te ondernemen acties, een duidelijkheid waartoe hij jegens klaagster als zijn cliënt verplicht was. De Kamer gaat voorbij aan het verweer van de notaris dat hij om redenen van privacy klaagster niet afdoende geïnformeerd heeft of kunnen informeren in verband met zijn langdurige ziekteperiode. Niet valt in te zien waarom het klaagster om voormelde redenen van privacy heeft moeten ontbreken aan de gewenste informatie waarop zij als cliënte van de notaris recht had. De notaris had hoe dan ook klaagster niet in het ongewisse moeten laten. Toen hem bleek dat zijn ziekenhuisopname van langere dan wel onbepaalde duur zou zijn waardoor zijn verplichtingen jegens klaagster in het gedrang zouden komen, had hij klaagster ten minste van begin af aan hiervan op de hoogte dienen te stellen en zo nodig de afwikkeling van de zaak aan een andere (kandidaat-)notaris dienen over te dragen dan wel de opdracht tijdig aan klaagster dienen terug te geven. Zelfs als hij gedurende zijn ziekteperiode in het geheel niet in staat zou zijn geweest klaagster de gewenste informatie te verschaffen, had hij nog na afloop van zijn ziekteperiode vanaf 28 april 2008 contact met klaagster kunnen zoeken ter afsluiting van de ingetrokken opdracht, zo nodig voor een toelichting van zijn kant. Door niet te hebben gehandeld als voormeld heeft de notaris niet de zorgvuldigheid betracht die hij jegens klaagster in acht had behoren te nemen.

De klacht is daarom gegrond.

De Kamer acht voor een dergelijke opstelling van de notaris de maatregel van waarschuwing op zijn plaats.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht gegrond;

legt aan de notaris de maatregel van waarschuwing op;

bepaalt dat de opgelegde maatregel, nadat deze beslissing in kracht van gewijsde zal zijn gegaan, zal worden tenuitvoergelegd op een nader te bepalen vergadering van de Kamer, waartoe de notaris per aangetekende brief zal worden opgeroepen door de secretaris.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.G.L. den Os-Brand, voorzitter, R. van der Galiën, K.R. van der Graaf, J.Z. Moree, en J. Smal, bijgestaan door de secretaris, mr. A. Saab, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2009.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.