ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0187 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-41

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0187
Datum uitspraak: 10-06-2009
Datum publicatie: 19-06-2009
Zaaknummer(s): 08-41
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
  • Klacht niet-ontvankelijk
  • Klacht gegrond met berisping
Inhoudsindicatie: Niet voortvarend gehandeld, noch in de periode vóór noch in de periode kort na zijn defungeren toen de oud-notaris conform zijn afspraak met de waarnemer van zijn voormalig protocol nog de lopende zaken uit dat protocol zou afhandelen. Door zijn kantoor is onjuiste informatie verstrekt. Klager is daarbij door de oud-notaris nodeloos in onzekerheid gelaten over de stand van de behandeling van de wijzigingsakte. Daarbij moest klager meermalen zelf het initiatief nemen -  mede via zijn advocaat  - om hierover ingelicht te worden en de behandeling weer op gang te laten brengen. De oud-notaris heeft onhandig geopereerd in zijn contact met de advocaat van klager, die bij eerdere contacten in de periode voor diens defungeren met de oud-notaris gesproken heeft in diens hoedanigheid van notaris en die door de oud-notaris bij contacten over hetzelfde onderwerp na diens defungeren geïnformeerd had behoren te worden dat de oud-notaris inmiddels in een andere hoedanigheid optrad. Berisping, na eerdere waarschuwing voor onvoldoende voortvarend handelen.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 10 juni 2009 inzake de klacht onder nummer 08-41 van:

[...],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[...],

oud-notaris te [...],

hierna te noemen: de oud-notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 23 september 2008, aangevuld bij brieven van 16 en 25 november 2008, met bijlagen;

·         het antwoord van de oud-notaris;

·         klagers toelichting op de klacht bij brief van 14 december 2008;

·         de repliek van klager;

·         de dupliek van de oud-notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 mei 2009.

Daarbij was aanwezig:

·         de oud-notaris.

Klager, hoewel behoorlijk opgeroepen, is niet verschenen. De Kamer heeft geen bericht van verhindering van klager ontvangen.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt.

De feiten

Op 28 april 2008 hebben klager en zijn echtgenote met de oud-notaris op het kantoor van de oud-notaris de aanpassing op korte termijn besproken van hun huwelijkse voorwaarden. Klager heeft het door hem en zijn echtgenote ondertekend concept van de akte tot wijziging van de huwelijkse voorwaarden op 25 juni 2008 bij het notariskantoor afgegeven. De oud-notaris heeft op 26 juni 2008 bevestigd dat het verzoekschrift tot goedkeuring van de wijziging van de huwelijkse voorwaarden op 27 of uiterlijk 30 juni 2008 bij de rechtbank te ’s-Gravenhage zou worden ingediend.

Op 15 augustus 2008 is de oud-notaris gedefungeerd. De voorzitter van de Kamer van Toezicht heeft met ingang van die datum notaris [A] te [...] tot waarnemer van het vacante protocol benoemd. Met de vacaturewaarnemer heeft de oud-notaris afgesproken dat tot op het moment van de feitelijke overdracht van het protocol lopende dossiers zoveel mogelijk door het kantoor van de oud-notaris zouden worden afgehandeld, voor zover het werkzaamheden betrof, die niet exclusief de waarnemer van het vacante protocol zijn toegestaan.

De advocaat van klager heeft in de tweede helft van augustus 2008 de oud-notaris dan wel het notariskantoor telefonisch gevraagd naar de stand van zaken. Naar aanleiding van telefonisch contact met klager is eind augustus 2008 door het kantoor van de oud-notaris geconstateerd dat verzuimd was om het verzoekschrift tot goedkeuring van de aanpassing van de huwelijkse voorwaarden in te dienen bij de rechtbank en is het verzoekschrift op 26 of 28 augustus 2008 alsnog ingediend.

Nadat het verzoekschrift door de rechtbank op 9 september 2008 was geretourneerd en de advocaat van klager enige malen telefonisch contact met de oud-notaris had opgenomen, heeft de vacaturewaarnemer het verzoekschrift op 18 september 2008 opnieuw bij de rechtbank ingediend. Op 9 oktober 2008 heeft de rechtbank de gevraagde wijziging van de huwelijkse voorwaarden bij beschikking goedgekeurd, waarna de akte op 16 oktober 2008 door klager en zijn echtgenote is ondertekend.

De klacht en het verweer van de oud-notaris

Klager verwijt de oud-notaris dat hij zich niet heeft gehouden aan zijn toezegging om het verzoekschrift tot goedkeuring van de wijziging van de huwelijkse voorwaarden op 27 of uiterlijk 30 juni 2008 bij de rechtbank te ’s-Gravenhage in te dienen, zulks ondanks het dringend verzoek van klager om hiermee spoed te betrachten in verband met de door klager aan te spannen echtscheidingsprocedure.

Bij zijn klacht heeft klager de Kamer verzocht de oud-notaris te veroordelen tot vergoeding van de hierdoor door klager geleden schade.

De oud-notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

Klager kan niet worden ontvangen in zijn verzoek tot veroordeling van de oud-notaris tot vergoeding van de door hem opgevoerde schade. De Wet op het notarisambt biedt de Kamer die mogelijkheid niet. Een dergelijke vordering zal klager aanhangig moeten maken bij de civiele rechter.

De Kamer van Toezicht stelt vast dat de oud-notaris niet voortvarend heeft gehandeld, noch in de periode vóór noch in de periode kort na zijn defungeren toen hij conform zijn afspraak met de waarnemer van zijn voormalig protocol nog de lopende zaken uit dat protocol zou afhandelen. Door zijn kantoor is onjuiste informatie verstrekt. Klager is daarbij door de oud-notaris nodeloos in onzekerheid gelaten over de stand van de behandeling van de wijzigingsakte. Daarbij moest klager meermalen zelf het initiatief nemen -  mede via zijn advocaat  - om hierover ingelicht te worden en de behandeling weer op gang te laten brengen. De Kamer merkt daarbij op dat de oud-notaris onhandig geopereerd heeft in zijn contact met de advocaat van klager, die bij eerdere contacten in de periode voor diens defungeren met de oud-notaris gesproken heeft in diens hoedanigheid van notaris en die door de oud-notaris bij contacten over hetzelfde onderwerp na diens defungeren geïnformeerd had behoren te worden dat de oud-notaris inmiddels in een andere hoedanigheid optrad.

De klacht is daarom gegrond.

Voor dit handelen en nalaten van de oud-notaris acht de Kamer de maatregel van berisping gerechtvaardigd. Daarbij neemt de Kamer mede in aanmerking dat de Kamer de oud-notaris eerder dit jaar in een andere zaak de tuchtrechtelijke maatregel van waarschuwing heeft opgelegd vanwege onvoldoende voortvarend handelen.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot veroordeling van de oud-notaris tot schadevergoeding;

verklaart de klacht voor het overige gegrond;

legt aan de oud-notaris de maatregel van berisping op;

bepaalt dat de opgelegde maatregel, nadat deze beslissing in kracht van gewijsde zal zijn gegaan, zal worden tenuitvoergelegd op een nader te bepalen vergadering van de Kamer, waartoe de oud-notaris per aangetekende brief zal worden opgeroepen door de secretaris.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, R. van der Galiën, G.P. van Ham, J.Z. Moree en J. Smal, bijgestaan door de secretaris, mr. A. Saab, en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2009.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.