ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0160 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-45

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0160
Datum uitspraak: 18-03-2009
Datum publicatie: 26-03-2009
Zaaknummer(s): 08-45
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De notaris heeft gedurende enige maanden de familie in de veronderstelling doen verkeren dat het testament uit 1984 nog van kracht was. Deze foutieve gang van zaken is door de notaris erkend. Klacht gegrond, zonder maatregel.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 18 maart 2009 inzake de klacht onder nummer 08-45 van:

[...],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[...],

notaris te Leiden,

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, met bijlagen, ingekomen op 30 september 2008, aangevuld bij brief van 13 oktober 2008;

·         het antwoord van de notaris;

·         de repliek van klager;

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 februari 2009.

Daarbij waren aanwezig:

·         klager met zijn echtgenote,

·         de notaris met zijn adviseur M.F. Borgdorff.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt.

De feiten

Op 17 oktober 2003 is [...] [hierna: erflaatster] overleden. Erflaatster was een tante van klager.

In haar testament van 10 mei 1984 had zij aanvankelijk tot haar erfgenamen gezamenlijk en voor gelijke delen benoemd haar zuster [...] en haar broer [...]. In haar laatste testament, van 9 december 1993, had erflaatster vervolgens alle eerder door haar gemaakte uiterste wilsbeschikkingen herroepen en tot haar enige erfgenaam benoemd de vereniging ‘Philadelphia, Protestants-Christelijke vereniging van ouders, familie en vrienden van mensen met een verstandelijke handicap’, gevestigd te Utrecht.

Naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van een familielid van erflaatster heeft de notaris zich in maart 2006 belast met de afwikkeling van de nalatenschap. Uitgaande van het herroepen testament van 10 mei 1984 vroeg de notaris vervolgens nadere inlichtingen aan de familie van erflaatster en besprak hij met de volgens dit testament beoogde erfgenamen op zijn kantoor de afwikkeling van het testament. Nadat de notaris had ontdekt dat notaris [...] te [...] als boedelnotaris reeds de nalatenschap had afgewikkeld, maar nu volgens het laatste testament van 9 december 1993, heeft de notaris per brief van 13 november 2006 aan klager meegedeeld dat blijkens de verklaring van erfrecht genoemde vereniging de enige erfgenaam in de nalatenschap was en dat de notaris daarom niets meer hoefde te doen. Voor de door de notaris tot dan verrichte werkzaamheden heeft hij de familie van erflaatster geen kosten in rekening gebracht.

De klacht en het verweer van de notaris

De klacht houdt in dat het jongste, van kracht zijnde testament van 9 december 1993 niet bij het Centraal Testamenten Register was geregistreerd. Daarnaast is de notaris tekortgeschoten in het verstrekken van informatie aan klager dan wel de familie van erflaatster over deze foutieve gang van zaken.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna ­ voor zover nodig ­ zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

Klager is geen erfgenaam. Ook zijn oom [...], wiens belang klager mede behartigt, is geen erfgenaam. De klacht is toch ontvankelijk, omdat de notaris werkzaamheden heeft verricht op basis van een testament waarin [naam oom] wel als een van de erfgenamen was aangewezen. Pas later is de notaris gebleken dat dit testament was herroepen.

Uit het door klager gestelde begrijpt de Kamer dat klager de notaris verwijt dat deze ten onrechte is uitgegaan van een herroepen testament van erflaatster, namelijk het testament van 10 mei 1984.

De notaris heeft in de loop van de klachtprocedure en bij de behandeling ter zitting zijn fout erkend en toegegeven dat hij niet had mogen uitgaan van het herroepen testament. Daarom kan in het midden blijven hoe de fout precies is ontstaan. De notaris heeft ook toegegeven dat zijn brief van 13 november 2006 aan klager wat meer duidelijkheid en verontschuldigingen had mogen bevatten. Ter zitting heeft hij hiervoor zijn excuses aangeboden.

De klacht is gegrond. Weliswaar was de familie van de overledene er mogelijk van op de hoogte dat (ook) een andere notaris bij de afwikkeling betrokken was, maar dit neemt niet weg dat de notaris gedurende enige maanden de familie in de veronderstelling heeft doen verkeren dat het testament uit 1984 nog van kracht was. Deze foutieve gang van zaken is door de notaris erkend.

Ten aanzien van een eventueel op te leggen sanctie overweegt de Kamer als volgt. Na ontdekking heeft de notaris de fout onmiddellijk hersteld. Voor zijn werkzaamheden heeft de notaris klager en de aanvankelijk bij de afwikkeling betrokken familieleden geen kosten in rekening gebracht. De kans op herhaling wordt door de Kamer klein geacht. De Kamer ziet om deze redenen onvoldoende aanleiding aan de fout een tuchtmaatregel te verbinden.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

Deze beslissing is gegeven door mrs. P.A. Koppen, voorzitter, R. van der Galiën, K.R. van der Graaf, J.Z. Moree en J. Smal, bijgestaan door de secretaris mr. A. Saab, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2009.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.