Zoekresultaten 3351-3400 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:3 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-361/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-279/DB/LI

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:260 Hof van Discipline 's Gravenhage 230101

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5827

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een lipoom aan de linkerzijde van de heup operatief verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder andere dat hij het operatiegebied niet gedesinfecteerd heeft en dat de nazorg onvoldoende was. Het is volgens het college niet aannemelijk dat de plastisch chirurg het operatiegebied niet ontsmet heeft. Bovendien betekent het ontstaan van een infectie niet zonder meer dat het niet ontsmet is. Dat klaagster is geïnformeerd over de ingreep vindt steun in het medisch dossier. Niet kan worden vastgesteld dat de plastisch chirurg te weinig aandacht aan klaagster heeft besteed. Hij kan voorts niet verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van een andere zorgverlener (verpleegkundige). Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:357 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-274/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft niet voldoende adequaat met zijn cliënt gecommuniceerd. De reactie van klager op het advies van verweerder had voor verweerder aanleiding moeten zijn om uit zichzelf bij klager na te gaan wat de reden was voor diens reactie op het advies en hem zo nodig aanvullende uitleg te geven. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5707

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klager een liesbreukcorrectie verricht. Klager verwijt de chirurg dat hij tijdens de operatie zijn lymfeklieren heeft doorgesneden waardoor klager tot op heden verschillende lichamelijke klachten heeft. Het college is van oordeel dat de chirurg adequaat onderzoek heeft gedaan naar de klachten die klager ervaarde na de liesbreukcorrectie en naar de vraag of deze daarvan een gevolg zouden kunnen zijn. Het college kan niet vaststellen de chirurg bij de liesbreukcorrectie de lymfeklieren van klager beschadigd dan wel doorgesneden heeft. Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:358 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-328/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht van een penitentiaire inrichting dat verweerder in strijd met de regelgeving een telefoon heeft binnengebracht. Hoewel vaststaat dat dit is gebeurd, is op grond van het gevoerde verweer voor de raad niet komen vast te staan dat verweerder dit opzettelijk heeft gedaan. Daarom kan hem geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5779

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klaagster een nodulair basaalcelcarcinoom op het voorhoofd weggehaald. Klaagster verwijt de chirurg dat zij haar toen, bij het verdoven van haar voorhoofd, blijvende schade heeft toegebracht. Het college overweegt dat het raken van een zenuw bij het verdoven iets is dat kan voorkomen. Dit is vervelend voor de patiënt maar betekent op zichzelf niet dat de chirurg onzorgvuldig te werk is gegaan. Het college kan niet vaststellen dat de klachten het gevolg zijn van het raken van een zenuw door de chirurg. Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:359 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-439/AL/MN/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar ingediend vanwege schending van kernwaarde integriteit. Vaststaat dat verweerder in strijd met de regelgeving een telefoon in een penitentiaire inrichting heeft binnengebracht, maar voor de raad is niet komen vast te staan dat hij dit met opzet heeft gedaan. De deken heeft aangevoerd dat ook in geval het binnenbrengen van de telefoon niet opzettelijk is gebeurd, sprake is van een schending van de kernwaarde integriteit. De raad kan de deken hierin niet volgen. Een schending van de integriteit impliceert een bewust handelen en daarvan is niet gebleken. Dekenbezwaar ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:360 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-018/AL/MN

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5531

    Deels gegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een operatie uitgevoerd welke bestond uit het verwijderen van een zwelling, op de plek waar de plastisch chirurg eerder een lipofilling uitvoerde. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij haar onvoldoende heeft geïnformeerd over de aard en de ernst van de operatie en de gevolgen daarvan, dat er onjuistheden in haar medisch dossier en de ontslagbrieven zijn opgenomen en dat de plastisch chirurg onvoldoende nazorg heeft geboden. Klaagster besloot zelf eerder weg te gaan op haar ontslagdatum en niet het ontslaggesprek met de plastisch chirurg af te wachten. Ook de controleafspraak een week later is door klaagster geannuleerd. Dat de leefregels na de operatie niet zijn besproken en dat de plastisch chirurg geen nazorg heeft kunnen leveren is de plastisch chirurg daarom niet te verwijten. Wel stelt het college vast dat er onjuistheden in de ontslagbrieven zijn vermeld. Deze zijn ontstaan door het automatisch genereren van deze brieven. Deze omissie heeft geen consequenties gehad. Klacht gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:361 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-881/AL/OV

    Verzetbeslissing. De raad heeft bij tussenbeslissing de deken opgedragen een transcriptie op te stellen van een telefoongesprek dat volgens klager met verweerder zou hebben plaatsgevonden. Uit de inhoud van de transcriptie is komen vast te staan dat het telefoongesprek inderdaad heeft plaatsgevonden en dat daarin door verweerder een toezegging is gedaan die hij niet is nagekomen. De beslissing van de voorzitter is daarom gebaseerd op onjuiste feiten. Verzet gegrond. De klacht is om dezelfde reden eveneens gegrond. Berisping vanwege aanzienlijke tuchtrechtelijk verleden van verweerder.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:355 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-514/AL/MN

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5769

    Deels gegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft een borstvergroting bij klaagster uitgevoerd. Klaagster vindt dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door heeft geweigerd haar medisch dossier te verstrekken, de nacontroles door een ondeskundig persoon heeft laten uitvoeren en de consulente de gelegenheid heeft gegeven foto’s van klaagster met ontbloot bovenlijf te maken en deze openbaar te maken. De plastisch chirurg heeft nacontroles laten uitvoeren door iemand die geen medische opleiding heeft gevolgd en voor de door haar uitgevoerde nacontroles niet bevoegd was. Het is moeilijk te begrijpen dat de controles niet werden verricht door de blijkbaar aanwezige bevoegde en bekwame arts of verpleegkundige. De nazorg en de nacontroles dienen door de chirurg zelf of door bevoegd en bekwaam personeel te worden uitgevoerd. De plastisch chirurg is niet betrokken geweest bij het openbaar maken van foto’s en kan daar niet verantwoordelijk voor worden gehouden. Tot slot kan niet worden vastgesteld dat de plastisch chirurg heeft geweigerd een afschrift van het medisch dossier van klaagster te verstrekken. Klacht deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:362 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-967/AL/OV

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:356 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-511/AL/GLD

    Naar het oordeel van de raad mocht verweerder als partijdige belangenbehartiger de standpunten namens zijn cliënte innemen zoals gedaan. Dat hij in processtukken of tijdens zittingen onwaarheden heeft verkondigd, is de raad uit de stukken niet gebleken. Ook overigens is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:56 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/415483 KL RK 23-11

    Door klagers is onvoldoende onderbouwd dat er een vordering op de parner is. De notaris heeft terecht deskundige bijstand gevraagd om te beoordelen of de vordering kansrijk is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:353 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-673/AL/OV

    Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij van de klagende stichting. Naar het oordeel van de voorzitter hoefde verweerder klaagster en haar individuele bestuursleden niet in het verzoekschrift te noemen omdat zij niet tot de kring der belanghebbenden hoorden in de zin van artikel 798 lid 1 Rv. Dit verwijt mist feitelijke grondslag. Kennelijk ongegrond in alle klachtonderdelen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:58 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/421425 KL RK 23-63

    Klaagster heeft in de stukken vermeld dat zij geen begunstigde of betrokkene is bij het testament dat haar tante volgens klaagster heeft laten opmaken. Om deze reden moet worden geoordeeld dat klaagster geen (in)direct dan wel afgeleid belang heeft bij een tuchtrechtelijke toetsing van de totstandkoming van het gestelde testament. De klacht is daarom op dit punt niet-ontvankelijk. Het verwijt dat de notaris klaagster ten onrechte van het gesprek met tante over haar testament heeft uitgesloten is ongegrond. Notaris beroept zich in dit verband terecht op geheimhoudingsplicht. Gedeeltelijke uitsluiting van klaagster uit gesprek terecht. Bovendien niet gesteld of gebleken dat de kandidaat-notaris klaagster op onbehoorlijke wijze van het vervolg van het gesprek heeft uitgesloten. Overige klachtgronden bij gebrek aan voldoende feitelijke onderbouwing ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:354 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-799/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Omdat klager in hoger beroep geen advocaat wenste is verweerder door het gerechtshof toegevoegd op basis van artikel 509 Sv. Verweerder trad niet op als raadsman van klager. De juistheid van het verwijt dat verweerder opzettelijk stukken niet in de procedure heeft gebracht is, tegenover de gemotiveerde betwisting, niet komen vast te staan. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/416976 KL RK 23-25

    Gelet op de relevante feiten en omstandigheden, afzonderlijk en in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende grond om aan te nemen dat de informatie die de notaris klaagster heeft gegeven, onzorgvuldig of onvolledig zou zijn. Ook van partijdig handelen is niet gebleken. Er is aldus geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de notaris. De klachten worden daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:351 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-679/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:352 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-687/AL/MN

    Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij in een civiel geschil. In de gegeven omstandigheden kan het verweerder niet worden verweten dat hij bij inspectie van een woning het woongedeelte van klager zonder diens toestemming heeft betreden. Dat verweerder emotioneel te betrokken bij zijn cliënt was, kan de voorzitter uit de stukken niet afleiden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-660/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bouwgeschil kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:349 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-178/AL/OV

    Verweerder heeft een groep cliënten bijgestaan in hun geschil met een gemeente over aankoop van grond en de door de gemeente berekende grondprijs. Volgens klagers hadden zij aanspraak op een lagere grondprijs. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder onvoldoende naar klagers geluisterd en doorgevraagd. Ook heeft hij klagers te weinig gewaarschuwd voor de gevolgen van het ondertekenen van de koopovereenkomst met de gemeente met de daarin opgenomen hogere grondprijs zonder enig voorbehoud en de risico's van het voeren van een kort geding daarna. Verweerder heeft in zijn correspondentie klagers wel gewezen op de risico's van ondertekening, maar niet is gebleken dat hij klagers ook andere mogelijkheden heeft voorgehouden of de noodzaak en de gevolgen van het ondertekenen van de overeenkomst voor de kans van slagen van een kort geding heeft uitgelegd. Evenmin is gebleken dat verweerder met klagers de mogelijkheid heeft besproken om eerst een kort geding te beginnen om pas daarna de overeenkomst te ondertekenen, wat allicht beter had uitgepakt dan het kort geding na ondertekening te beginnen. In de standaardovereenkomst van de gemeente stond bovendien een bepaling waardoor de hogere grondprijs vanaf dat moment vast lag. Verweerder heeft op dit punt zijn zorgplicht richting klagers geschonden. Ook is verweerder op verschillende vlakken tekortgeschoten in zijn communicatie richting klagers met zijn e-mails met indringende en stellige toonzetting, terwijl verweerder het niet altijd bij het rechte eind had. Naar het oordeel van de raad is het zelfinzicht van verweerder tijdens de zitting beperkt gebleven tot het onderwerp gebrekkige communicatie. Dit terwijl verweerder ook is tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting klagers waardoor hij ook de kernwaarde deskundigheid heeft geschonden. De raad legt daarom aan verweerder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:350 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-253/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Gelet op het verweer van verweerder is voor de raad niet komen vast te staan dat verweerder de belangen van klaagster niet goed heeft behartigd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6014

    Deels gegronde klacht tegen een (basis)arts. Bij een bezoek van klaagster aan de spoedeisende hulp van het ziekenhuis heeft een arts in overleg met zijn supervisor de diagnose migraine gesteld en klaagster diezelfde nacht ontslagen, terwijl later is gebleken dat sprake was van een herseninfarct. De arts wordt met name de manier verweten waarop hij tot de onjuiste diagnose is gekomen, dat hij klaagster prematuur heeft ontslagen uit het ziekenhuis en dat hij onvoldoende dossier heeft gevoerd. Het college vindt het missen van de diagnose herseninfarct niet onzorgvuldig of verwijtbaar, maar is van oordeel dat het wel onzorgvuldig is dat de arts onvoldoende blijk heeft gegeven van bredere diagnostische overwegingen en met te veel zekerheid aan de diagnose migraine heeft vastgehouden. De arts had niet met voldoende zekerheid de diagnose migraine kunnen stellen, hetgeen een klinische observatie rechtvaardigde. Klaagster is dus prematuur ontslagen. Ten slotte is de verslaglegging in het dossier dusdanig summier dat de gedachtegang die de arts en zijn supervisor naar eigen zeggen hebben gemaakt, niet te volgen is. Klacht in zoverre gegrond, voor het overige ongegrond. Het college ziet geen aanleiding om een maatregel op te leggen, nu de arts wel adequaat en consequent met zijn supervisor heeft overlegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:257 Hof van Discipline 's Gravenhage 230122

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6015

    Deels gegronde klacht tegen een neuroloog. Bij een bezoek van klaagster aan de spoedeisende hulp van het ziekenhuis heeft een basisarts in overleg met de dienstdoende neuroloog als zijn supervisor de diagnose migraine gesteld en klaagster diezelfde nacht ontslagen, terwijl later is gebleken dat sprake was van een herseninfarct. De neuroloog wordt met name de manier verweten waarop tot de onjuiste diagnose is gekomen en dat zij onvoldoende supervisie heeft gevoerd. Het college vindt het missen van de diagnose herseninfarct niet onzorgvuldig of verwijtbaar, maar is van oordeel dat het wel onzorgvuldig is dat de neuroloog onvoldoende blijk heeft gegeven van bredere diagnostische overwegingen en met te veel zekerheid aan de diagnose migraine heeft vastgehouden. De neuroloog had niet met voldoende zekerheid de diagnose migraine kunnen stellen, hetgeen een klinische observatie rechtvaardigde. Klaagster is dus prematuur ontslagen. Gelet op de differentiaal diagnostische overwegingen en de mate van onzekerheid over de diagnose, was het gerechtvaardigd dat de neuroloog klaagster zelf zou onderzoeken alvorens te besluiten over het te voeren beleid. Ten slotte is de verslaglegging in het dossier dusdanig summier dat de gedachtegang die de basisarts en de neuroloog naar eigen zeggen hebben gemaakt, niet te volgen is. Klacht in zoverre gegrond, voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:258 Hof van Discipline 's Gravenhage 230121

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:259 Hof van Discipline 's Gravenhage 230068

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:34 Hof van Discipline 's Gravenhage 230001

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:177 Hof van Discipline 's Gravenhage 220269

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:286 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5280

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is na de bevalling van klaagster door de AIOS gynaecologie geïnformeerd over de bevalling en is verzocht om intensive home treatment (IHT) voor klaagster in te schakelen. Volgens klaagster heeft de huisarts zijn beroepsgeheim geschonden door met de AIOS gynaecologie de onjuiste informatie te delen dat zij borderline persoonlijkheidsproblematiek heeft. Naar het oordeel van het college heeft de huisarts zich in dit geval niet aan zijn geheimhoudingsverplichting hoeven houden. Wat een arts wel en niet mag terugkoppelen, is uitgewerkt in richtlijnen, zoals de ‘KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens’. Hieruit volgt dat het uit een oogpunt van goed hulpverlenerschap nodig kan zijn om zonder toestemming van de patiënt gegevens over die patiënt te delen met een andere behandelaar. In dit geval is navolgbaar dat de huisarts zich vanuit zijn zorgplicht geroepen heeft gevoeld om gegevens te delen uit het dossier van klaagster. Uitgaande van de lezing die de huisarts geeft van zijn gesprek met de AIOS heeft hij alleen willen aangeven dat sprake was van een vermoeden van de aanwezigheid van een borderline persoonlijkheidsstoornis. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:178 Hof van Discipline 's Gravenhage 220111

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:287 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5279

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts (AIOS huisarts, destijds werkzaam op de afdeling psychiatrie) is na de bevalling van klaagster door de gynaecoloog in consult geroepen voor een beoordeling van het gedrag van klaagster. Niet valt op te maken dat de arts zich aan klaagster heeft opgedrongen. De arts heeft klaagster twee keer gezien, waarvan de tweede keer op verzoek van klaagster was. Aan de wens van klaagster om rust te hebben heeft de arts gehoor gegeven. De arts hoefde niet onmiddellijk de wens van klaagster op te volgen. Uit een oogpunt van zorgvuldigheid moest zij eerst een gesprek voeren om een beoordeling te kunnen maken van de psychische toestand van klaagster. Door de gynaecoloog was haar om die beoordeling verzocht, niet alleen uit zorg voor klaagster en haar pasgeboren zoon, maar ook uit zorg voor de medewerkers van de afdeling die met het gedrag van klaagster te maken hadden gekregen. Ook in haar verslaglegging is de arts naar het oordeel van het college zorgvuldig geweest. De klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:11 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-12 (2023.V9-NOORDERLICHT)

    Op donderdag 23 maart 2023 was het zeilschip Noorderlicht op weg van Trondheim naar het noordelijker gelegen Rørvik (beide in Noorwegen). Aan boord bevonden zich 26 personen, waaronder 9 bemanningsleden en 17 passagiers: trainees van het onderwijsprogramma Masterskip in de leeftijd van 14 tot en met 18 jaar. Het schip voer op de motor. De route liep vlak langs fjorden en eilandjes en tussen de eilandjes door. Tijdens deze reis liep de Noorderlicht om 02.40 uur LT aan de (rotsachtige) grond aan de noordkant van het eilandje Auken. Dit gebeurde doordat de Noorderlicht bij het corrigeren van haar koers nabij een engte bij het eilandje te zuidelijk uit kwam. Betrokkene was op dat moment de OOW. Er was een uitkijk, maar die was op dat moment benedendeks. Op de kapitein en de machinist na, zijn de opvarenden na de gronding van het schip gegaan. Zij gingen met de bijboot naar het droge gedeelte van het eilandje. Daar zijn zij opgehaald door een vrachtschip. Met een lokale reddingsboot zijn zij vervolgens van het vrachtschip overgezet op een passagiersschip, dat hen naar Lauvsnes bracht. Rond het middaguur, tijdens opkomend water, is de Noorderlicht met behulp van een sleepboot losgekomen van de rotsbodem. Om 15.00 uur LT lag zij gemeerd aan een drijvende steiger in Lauvsnes. Er hebben zich geen persoonlijke ongelukken voorgedaan en de schade viel mee. Het schip heeft geen water gemaakt.De Noorderlicht (IMO-nummer 8650813) is een Nederlands passagiers-/ zeilschip, varend voor Swan Expeditions te Akkrum. Het schip is in het jaar 1910 gebouwd, is 46,2 meter lang en 6,6 meter breed.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:281 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A20023/6289

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychotherapeut. Klaagster heeft meerdere klachten over haar behandeling door de psychotherapeut. Zij verwijt de psychotherapeut onder andere dat hij (bewust) onjuiste diagnoses heeft gesteld en daardoor onjuiste behandelingen heeft uitgevoerd, dat hij verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en dat hij klaagster ten onrechte heeft doorverwezen met valse classificaties. Uit de overlegde stukken blijkt niet dat er sprake is geweest van onjuiste diagnoses, behandelingen, doorverwijzingen of het verstrekken van onjuiste medicatie. Uit de door klaagster overgelegde werkaantekeningen van de psychotherapeut volgt onder andere dat hij de diagnose genderdysforie ondersteunde en dat er sprake was van sociale problematiek die, in overleg met klaagster, aangepakt zou worden voorafgaand aan het transitietraject. Deze aanpak kan het college goed volgen. De stukken geven verder geen aanleiding om te oordelen dat de doorverwijzing voor een EMDR-behandeling onzorgvuldig was, dan wel dat er anderszins sprake is geweest van onjuiste doorverwijzingen. Er waren aanwijzingen voor posttraumatische klachten en de psychotherapeut heeft klaagster voor behandeling en diagnostiek doorverwezen naar de juiste instanties. De klacht dat de psychotherapeut verkeerde medicijnen zou hebben voorgeschreven is door klaagster niet geconcretiseerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:256 Hof van Discipline 's Gravenhage 230058

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:12 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-11 (2023.V10-NOORDERLICHT)

    Op donderdag 23 maart 2023 was het zeilschip Noorderlicht op weg van Trondheim naar het noordelijker gelegen Rørvik (beide in Noorwegen). Aan boord bevonden zich 26 personen, waaronder 9 bemanningsleden en 17 passagiers: trainees van het onderwijsprogramma Masterskip in de leeftijd van 14 tot en met 18 jaar. Het schip voer op de motor. De route liep vlak langs fjorden en eilandjes en tussen de eilandjes door. Tijdens deze reis liep de Noorderlicht om 02.40 uur LT aan de (rotsachtige) grond aan de noordkant van het eilandje Auken. Dit gebeurde doordat de Noorderlicht bij het corrigeren van haar koers nabij een engte bij het eilandje te zuidelijk uit kwam. De stuurman was op dat moment de OOW. Er was een uitkijk, maar die was op dat moment benedendeks. Op betrokkene en de machinist na, zijn de opvarenden na de gronding van het schip gegaan. Zij gingen met de bijboot naar het droge gedeelte van het eilandje. Daar zijn zij opgehaald door een vrachtschip. Met een lokale reddingsboot zijn zij vervolgens van het vrachtschip overgezet op een passagiersschip, dat hen naar Lauvsnes bracht. Rond het middaguur, tijdens opkomend water, is de Noorderlicht met behulp van een sleepboot losgekomen van de rotsbodem. Om 15.00 uur LT lag zij gemeerd aan een drijvende steiger in Lauvsnes. Er hebben zich geen persoonlijke ongelukken voorgedaan en de schade viel mee. Het schip heeft geen water gemaakt.De Noorderlicht (IMO-nummer 8650813) is een Nederlands passagiers-/ zeilschip, varend voor Swan Expeditions te Akkrum. Het schip is in het jaar 1910 gebouwd, is 46,2 meter lang en 6,6 meter breed.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:282 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5657

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft door onoplettendheid onbedoeld journaalregels opgenomen in verwijsbrieven die voor klaagster ongewenste informatie bevatten en die niet relevant waren voor de medisch specialisten waarnaar de huisarts klaagster en haar zoontje had verwezen. Zorgdomein biedt de mogelijkheid om de functie van het kopiëren van de laatste journaalregels in de verwijsbrief uit te zetten, of de journaalregels er handmatig uit te halen. De huisarts heeft hiervan geen gebruik gemaakt toen hij de verwijsbrieven voor klaagster schreef. Dit klachtonderdeel is gegrond. Het college komt niet tot het oordeel dat de huisarts op onjuiste gronden over is gegaan tot een Veilig Thuis-melding: wel is het college van oordeel dat sommige passages uit de Veilig Thuis- melding beter c.q. zorgvuldiger geformuleerd hadden kunnen worden, maar dat dit van onvoldoende gewicht is om de huisarts een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:13 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-13 (2023.V11-BARNEY)

    Op vrijdag 3 maart 2023, omstreeks 10.15 uur LT, is de Shoalbuster Barney met de bovenzijde van de stuurhut tegen de onderzijde van de Schellingwouderbrug te Amsterdam gevaren. De navigatie werd gedaan door de marof. Ook betrokkene was als kapitein op de brug. Er is geen (goede) beoordeling van de airdraft gemaakt, in relatie tot de doorvaarthoogte van de Schellingwouderbrug. Pas op het allerlaatste moment realiseerde betrokkene zich dat het schip niet onder deze brug door paste, maar toen was het al te laat en vond de aanvaring plaats. Er zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Wel zijn onder meer de satellietkoepels beschadigd geraakt, is een reddingsvlot geactiveerd en zijn de cradles van de reddingsvlotten beschadigd.De Barney (IMO nummer 9740938) is een Nederlandse Shoalbuster, varend voor Tug and workboat company Herman Sr. BV. te Barendrecht. Het schip is in het jaar 2015 gebouwd, is 30,02 meter lang en 13,46 meter breed. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 6 personen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:283 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5476

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster klaagt over de behandeling van haar overleden moeder. Zij vindt dat de huisarts niet tijdig de juiste onderzoeken heeft verricht en de onderzoeksresultaten niet juist heeft geïnterpreteerd. Daarnaast heeft hij niet doorgevraagd en patiënte niet tijdig doorverwezen naar de specialist. Bij de moeder van klaagster is uiteindelijk een bacterie aangetroffen, naast sprake van hoge verdenking op endocarditis. Patiënte is korte tijd hierna overleden. Het college oordeelt dat de huisarts wat betreft de souffle inderdaad te weinig actie heeft ondernomen. Hij haar niet doorverwezen naar de cardioloog en niet doorgevraagd. Wat betreft de herhaalde diagnose cystitis oordeelt het college dat de huisarts te lang heeft vastgehouden aan deze diagnose. Ten aanzien van de diagnose tendinitis oordeelt het college dat niet de juiste behandeling is ingezet. Niet komt vast te staat dat de huisarts patiënte niet serieus heeft genomen. De huisarts heeft zich toetsbaar opgesteld en ervan blijk gegeven te willen leren van gemaakte fouten. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:14 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-14 (2023.V12-BARNEY)

    Op vrijdag 3 maart 2023, omstreeks 10.15 uur LT, is de Shoalbuster Barney met de bovenzijde van de stuurhut tegen de onderzijde van de Schellingwouderbrug te Amsterdam gevaren. De navigatie werd gedaan door betrokkene als marof. Ook de kapitein was op de brug. Er is geen (goede) beoordeling van de airdraft gemaakt, in relatie tot de doorvaarthoogte van de Schellingwouderbrug. Pas op het allerlaatste moment realiseerde de kapitein zich dat het schip niet onder deze brug door paste, maar toen was het al te laat en vond de aanvaring plaats. Er zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Wel zijn onder meer de satellietkoepels beschadigd geraakt, is een reddingsvlot geactiveerd en zijn de cradles van de reddingsvlotten beschadigd.De Barney (IMO nummer 9740938) is een Nederlandse Shoalbuster, varend voor Tug and workboat company Herman Sr. BV. te Barendrecht. Het schip is in het jaar 2015 gebouwd, is 30,02 meter lang en 13,46 meter breed. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 6 personen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:284 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5634

    Ongegronde klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld door niet de juiste stappen te doorlopen bij een Veilig Thuis-melding over huiselijk geweld. De arts had op basis van signalen van mogelijk emotioneel isolerend partnergeweld van klager naar zijn ex-echtgenote een Veilig Thuis-melding gedaan. Het college komt tot het oordeel dat de arts de stappen 1, 2, 4 en 5 zorgvuldig heeft doorlopen. Ten aanzien van stap 3, het inlichten van klager, heeft de arts alles afwegende besloten af te zien van een gesprek met klager voorafgaand aan het doen van de Veilig Thuis-melding. De arts heeft voldoende uiteengezet waarom zij deze keuze heeft gemaakt. Achteraf gezien was het misschien beter geweest als de arts dit op enig moment wel had gedaan. Het was echter voor de arts moeilijk in te schatten wanneer dat op veilige wijze en op een veilig moment voor patiënte kon gebeuren. De arts had daar geen goed zicht op. Het college is dan ook van oordeel dat de arts ook ten aanzien van stap 3 geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:176 Hof van Discipline 's Gravenhage 220284

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:285 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5655

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster klaagt over het niet-reanimeerbeleid dat de arts met haar heeft besproken en de wijze waarop dat gesprek plaatsvond (bejegening). De arts is niet betrokken geweest bij het vaststellen van het beleid, hierdoor kan haar geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Bij het bespreken van het beleid door de arts met klaagster, zag de arts dat klaagster onrustig werd en heeft in overleg met haar supervisor besloten voor die nacht wel een volledig reanimatiebeleid te volgen zodat het niet-reanimeerbeleid op een later, rustiger moment nogmaals met klaagster kon worden besproken. Door in dit opzicht rekening te houden met de wensen van klaagster, heeft de arts naar het oordeel van het college zorgvuldig gehandeld. Voor het college is niet vast te stellen hoe dit gesprek precies is verlopen. Klaagster en de arts waren immers alleen bij dit gesprek aanwezig. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:254 Hof van Discipline 's Gravenhage 230133

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:344 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-214/AL/MN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij van klager. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder in het belang van zijn cliënt en zonder toestemming van klager contact zoeken met de boekhouder van (het bedrijf van) klager. Verweerder wist toen nog niet dat klager werd bijgestaan door een advocaat. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:338 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-060/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klacht van een vennootschap over een advocaat die de OR heeft bijgestaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.