ECLI:NL:TGZRAMS:2024:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5707

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2024:6
Datum uitspraak: 05-01-2024
Datum publicatie: 05-01-2024
Zaaknummer(s): A2023/5707
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klager een liesbreukcorrectie verricht. Klager verwijt de chirurg dat hij tijdens de operatie zijn lymfeklieren heeft doorgesneden waardoor klager tot op heden verschillende lichamelijke klachten heeft. Het college is van oordeel dat de chirurg adequaat onderzoek heeft gedaan naar de klachten die klager ervaarde na de liesbreukcorrectie en naar de vraag of deze daarvan een gevolg zouden kunnen zijn. Het college kan niet vaststellen de chirurg bij de liesbreukcorrectie de lymfeklieren van klager beschadigd dan wel doorgesneden heeft. Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

A2023/5707
Beslissing van 5 januari 2024

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

Beslissing in raadkamer van 5 januari 2024 op de klacht van:

A,
wonende te B,
klager,

tegen

C,
chirurg
werkzaam te B,
verweerder, hierna ook: de chirurg.

1. Waar gaat de zaak over?
1.1 De chirurg heeft bij klager in 2014 een liesbreukcorrectie verricht. Klager verwijt de chirurg dat hij tijdens de operatie zijn lymfeklieren heeft doorgesneden waardoor klager tot op heden verschillende lichamelijke klachten heeft. De chirurg heeft verweer gevoerd.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.

2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift, ontvangen op 9 juni 2023;
- het aanvullende klaagschrift met de bijlage;
- het verweerschrift met de bijlagen.

2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

2.3 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. Wat is er gebeurd?

3.1 Op 3 februari 2014 heeft klager de polikliniek chirurgie bezocht na een verwijzing van zijn huisarts vanwege een liesbreuk aan de rechterkant. Tijdens het consult heeft de chirurg klager onderzocht en besloten dat er een liesbreukcorrectie moest plaatsvinden. Vervolgens is klager voorgelicht over de ingreep en de mogelijke complicaties en heeft hij hiervoor toestemming gegeven. De zus van klager was bij dit consult aanwezig ter begeleiding van klager.

3.2 Op 20 februari 2014 heeft de chirurg de liesbreukcorrectie verricht.

3.3 Op 3 juli 2014 heeft klager de polikliniek bezocht in verband met een zwelling rond de plek van het litteken. Klager is onderzocht door een collega van de chirurg. De collega zag geen duidelijke zwelling bij de valsalva-manouvre maar klager meldde wel pijn onder het litteken. Er werd ter controle en geruststelling een echo voor de rechter lies ingepland.

3.4 Op 28 juli 2014 heeft klager opnieuw de polikliniek bezocht vanwege een erectiestoornis en een zwelling aan het rechter onderbeen. Hij is gezien door een collega van de chirurg. De echo van de rechter lies had na de afspraak op 3 juli 2014 nog niet plaatsgevonden. Er werd afgesproken dat de echo alsnog zou worden ingepland. Voor de zwelling aan het onderbeen werd een steunkous voorgeschreven aan klager. Ook werd er een afspraak ingepland bij de chirurg, verweerder, voor over enkele dagen.

3.5 Op 6 augustus 2014 heeft de chirurg klager gezien op consult. De chirurg heeft klager onderzocht. Hij zag een zwelling aan het onderbeen en hij dacht aan een veneus probleem. Hij zag geen afwijkingen aan het bovenbeen. Hij heeft klager vervolgens verwezen naar de vaatchirurg voor een veneus duplexonderzoek. Tevens werd klager voor de door hem genoemde erectiestoornis naar de uroloog verwezen.

3.6 Op 13 augustus 2014 werd de echo van de rechter lies verricht door een radioloog. Hierover is genoteerd:
Echo lies rechts:
Enkele kleine lymfklieren met normale schorsmerg verdeling, geen aanwijzingen voor pathologische lymfomen. Uitgebreide littekenvorming in het operatiegebied subcutaan. Geen aanwijzing voor recidief hernia. Geen aanwijzing voor trombose. Geen andere afwijkingen.

3.7 Op 15 augustus 2014 kwam klager op consult bij een collega van de chirurg. Klager vertelde dat de zwelling veel minder was sinds hij de steunkous droeg. De collega-chirurg vertelde dat er geen afwijkingen waren gevonden bij het duplexonderzoek. Er werd afgesproken dat klager nog zes weken zijn steunkous zou dragen en daarna zo nodig weer op consult zou komen.

3.8 Op 23 september 2014 had klager een consult bij de chirurg. Klager vertelde dat het inmiddels beter ging met de zwelling van het been en ook met de erectiestoornis. Er werd afgesproken dat klager werd ontslagen van de poliklinische controles en alleen retour zou komen bij nieuwe klachten.

4. De klacht en de reactie van de chirurg
4.1 Klager verwijt de chirurg dat hij zijn lymfeklieren heeft doorgesneden tijdens de liesbreukcorrectie.

4.2 De chirurg heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1 De vraag is of de chirurg de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende chirurg. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de chirurg geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

Inhoudelijke beoordeling klacht
5.2 Klager heeft naar voren gebracht dat hij sinds de operatie veel lichamelijke klachten ervaart. Zo is zijn rechterbeen dik en gezwollen, loopt hij moeilijk en heeft hij last van evenwichtsproblemen. Volgens klager is in een specialistisch centrum vastgesteld dat de chirurg zijn lymfeklieren heeft doorgesneden.
De chirurg voert aan dat hij het spijtig vindt voor klager dat hij zoveel klachten ervaart. Hij ziet echter geen verband tussen deze klachten en de door hem uitgevoerde liesbreukcorrectie.

5.3 Het college is van oordeel dat de chirurg adequaat onderzoek heeft gedaan naar de klachten die klager ervaarde na de liesbreukcorrectie en naar de vraag of deze daarvan een gevolg zouden kunnen zijn. Zo heeft hij een echo van de lies laten verrichten, een duplexonderzoek laten uitvoeren door de vaatchirurg en klager verwezen naar de uroloog in verband met de erectiestoornis. Uit deze onderzoeken kwam geen oorzaak naar voren voor de klachten van klager. Klager heeft verder ook geen stukken ingebracht waaruit blijkt dat door een specialistisch centrum is vastgesteld dat de lymfeklieren zijn doorgesneden. Bij het klaagschrift heeft klager wel een verslag gevoegd van een radiologisch onderzoek van het rechter bovenbeen dat is uitgevoerd in 2022, maar in dit verslag wordt geconcludeerd dat er behoudens enige slijtage van de heup, geen afwijkingen in het gebied te zien zijn. Ook dit verslag biedt derhalve geen ondersteuning voor de stelling van klager. Op basis van de voorliggende informatie kan het college niet vaststellen dat de chirurg bij de liesbreukcorrectie de lymfeklieren van klager beschadigd dan wel doorgesneden heeft. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Slotsom
5.4 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.


Deze beslissing is gegeven op 5 januari 2023 door A. van Maanen, voorzitter, L.W.M. Creemers, lid-jurist, R.A. Christiano, J.F.M. Heuff-Macaré van Maurik en J.W.D. de Waard, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.